donderdag 25 september 2014

Tante Hannie Lips, weet u het nog!

Hannie Lips
Welke inwoner van Baarn zat niet voor de buis in de beginjaren '50, om op elke woensdag- en zaterdagmiddag te gaan kijken naar onze "Tante Hannie".


De populairste televisiester van Nederland is niet een artiest, maar een omroepster, Hannie Lips van de K.R.O. Het wonderlijke van haar succes is, dat zij niets bijzonders doet'. Zij kondigt het program­ma aan en assisteert bij de kinder­uitzendingen. Alleen door haar vrien­delijke, natuurlijke verschijning heeft zij tienduizenden voor zich weten te winnen. Niet alleen kinderen, bak­vissen en jongemannen, maar ook huisvaders voelen zich vriendelijker gestemd, als zij via hun televisietoestel Hannie Lips in de ogen kijken. Zij heeft een fanmail als een filmster. Wekelijks ontvangt zij honderden brieven uit binnen- en buitenland, waarin men haar een compliment maakt of haar om raad vraagt. Soms zijn er gedichten bij gevoegd of kleine geschenken, zoals een briefopener, een geborduurd kleedje, foto's, welke men vanaf het televisiescherm van haar gemaakt heeft, en ook kindertekenin­gen. Bakvissen, die omroepster willen worden, schrijven haar, dat zij uren­lang voor de spiegel zitten om zich te oefenen in het schminken en opmaken. Kinderen en hondjes worden naar haar genoemd. Op deuren en muren schrijft de jeugd haar naam. Het publiek reageert vaak onmiddellijk op wat zij zegt. Onlangs had zij zich tijdens een uitzending tegenover een kind laten ontvallen, dat haar moeder spoedig jarig was. Op die dag werd zij overstroomd met felicitaties voor de jarige. Tot nu toe heeft ze alle brieven, kaarten en telegrammen zelf kunnen beantwoorden, maar het wor­den er steeds meer, zodat zij het niet meer kan bijhouden.

In Studio Irene in Bussum bij de opname in juni 1952

"Ik vind het erg jammer, want ik wil ze allemaal graag een persoonlijk woordje schrijven. Maar het is onver­mijdelijk; ik zal in het vervolg een keuze moeten doen."

Vooral met het kinderuurtje heeft Hannie Lips succes. Misschien zullen enkelen van onze lezers, die nog niet met de televisiegebruiken in ons land op de hoogte zijn, de neiging hebben om hierover enigszins geringschattend te denken. De kinderprogramma.'s, welke overigens ook bij veel ouderen zeer in de smaak vallen, trekken echter verreweg de meeste kijkers. Men schat het aantal zelfs op een miljoen. Er zijn namelijk talrijke toe­stelbezitters, die elke woensdag- en zaterdagmiddag de kinderen uitnodi­gen om te komen kijken. Zulke bijeen­komsten van zestig tot zeventig kinderen vormen geen uitzondering meer. Er zijn zelfs huizen, waar hon­derd kinderen tegelijk op televisie­visite komen. Zonder ook maar iets af te doen aan het kinderprogramma. van de K.R.O., dat naar onze over­tuiging tot het beste behoort, wat er op dit gebied uitgezonden wordt, mogen wij het zwaaien van "tante Hannie'' aan het einde van de uit­zending toch wel als een van de hoogte­punten beschouwen. Dit zwaaien heeft zij al sinds geruime tijd uit­gebreid met knipoogjes en kushandjes.

Zwaaien, een knipoog en een handkus

"U weet niet, wat een knipoogje of een kushand voor velen betekent, Misschien vindt u dat sentimenteel, maar er zijn duizenden kinderen, zieken, verlamden, ouden van dagen en ook eenzamen, voor wie de radio en de televisie vrijwel het enige con­tact betekenen, dat zij met de buiten­wereld hebben."

Ze kijkt ons onderzoekend aan alsof ze bang is, dat wij het inderdaad sentimenteel zullen vinden. Maar langzaam wordt ons duidelijk, dat het werk van Hannie Lips veel meer omvat dan een keer of tien in de  maand een programma aankondigen.

Ze laat ons een paar brieven zien van kinderen: ,,Lieve tante Hannie," schrijft een van hen. ,,Hoe gaat het  met u, met mij gaat het niet goed, want ik ben ziek." En een andere brief begint: ,,Raad eens hoe ik u deze brief schrijf ... Ziek."

Dan leest ze ons nog een brief voor van een man, die zijn grote leed niet heeft kunnen verzwijgen. ,,Tante Hannie, Hierbij laat ik u weten, dat een van uw trouwe kijkertjes, Fransje, niet meer naar Dappere Dodo zal zien. Hij is woensdagmiddag jongstleden op weg naar de T.V.-uitzending bij zijn oma onderweg niet goed geworden en om zes uur bij zijn ouders thuis gestorven. Hij is zeven jaar geworden. Dit wilde ik u niet onthouden, om­reden hij toch zo met u dweepte en altijd zwaaide naar u. Wij weten, dat hij ook nu onder veilige hoede is, evenals bij u tijdens het half uur, dat u verzorgde."

"Een enkele keer ga ik naar een paar kinderen toe, die ziek zijn," ver­volgt ze en ze laat ons een foto zien, waarop zij stralend als altijd tussen twee patiĆ«ntjes zit. Onderwijl bladert ze in een stel brieven, geschreven met grote kinderhanenpoten, welke ze nog beantwoorden moet. We kijken haar aan. Het is alsof we een oude bekende ontmoet hebben. Regelmatig komt zij op het scherm bij ons als een graag. geziene gast in de huiskamer, maar voor deze keer hebben wij de rollen omgedraaid en zijn wij haar gaan bezoeken op haar ruime zolderkamer in het huis van haar ouders te Rotter­dam, een gezellige, eenvoudige meisjeskamer met boeken, souvenirs en een grote, zwarte piano.

"Hoe heeft u die in 's hemelsnaam naar binnen gekregen?" "Ja., daar hebben we wel een beetje moeite mee gehad. We hebben haar eerst moeten demonteren en toen moest er nog een stuk uit het raam gezaagd worden. Ze staat hier, omdat ik na de Middelbare meisjes School, een tijdje op het conservatorium gestudeerd heb."

Buiten roepen een paar kinderen: ,,Tante Hannie!" "Een moment." Ze gaat naar het raam en zwaait volgens het ritueel dat wij van de televisie kennen. ,,Niet de stoep af, hoor!"

Nog een keer of vier zal ons gesprek op. deze wijze onderbroken worden. ,,Ze mogen niet meer bellen," ver­klaart ze, als ze van het raam terug­komt. ,,Ik stond soms een hele middag in de gang om kinderen te ontvangen. Dat ging niet meer. Overigens heb ik wel geleerd om dergelijke recepties vlot te doen verlopen. Ze krijgen een snoepje en dan: Nu maar weer gauw spelen, jongens. O ja, waar waren we ook weer!

Ik heb het conservatorium niet af­gemaakt. Je moet je helemaal aan de muziek kunnen geven. Eerst ben ik een tijdlang rondleidster geweest hij de Unilever. Dat doe ik trouwens nog wel eens. In 1954, het jubileumjaar van de Fordfabriek, ben ik bloemenfee geweest. Het was erg leuk werk en ik heb er veel door geleerd. Vooral de toespraakjes, welke ik moest hou­den bij de opening van shows en ten­toonstellingen, waren een goede oefe­ning voor mijn later werk. In die periode heeft men mij voor televisie­omroepster gevraagd."

,,Moet uzelf voor uw kleding zorgen ?". "Ja, maar we krijgen kledinggeld. Overigens schijnen een paar textielfabrikanten op dit gebied iets te willen gaan doen. Als we de jurk zelf mogen uitzoeken, vind ik het wel prettig want je hebt als televisieomroepster "een stand op te houden, mensen verwachten nu eenmaal dat je er altijd keurig uit ziet , maar ik zou niet willen, dat wij speciaal ontworpen kostuums kregen. Het wordt zo onpersoonlijk, als je moet aantrekken wat een ander je omhangt. Vindt u het prettig, u op straat herkennen ?. ,,0 ja. Dat gebeurt trouwens dikwijls. De mensen kunnen zo leuk reageren. Sommige zijn verbaasd aan, alsof ze niet kunnen begrijpen, dat je werkelijk bestaat. Door haar contact met kinderen heeft haar werk een duidelijk sociale inslag gekregen, iets dat men voorheen alleen in de Verenigde Staten mogelijk achtte.
Ik ga naar huis jullie ook.


Een keer heeft ze het gewaagd de kijkertjes aan het einde van een uit­zending naar de studio te roepen, niet vermoedend, welke de gevolgen zou­den zijn. Binnen enkele minuten ston­den er honderden jongens en meisjes uit Bussum voor de ingang van de studio. De technische staf hield zijn hart vast of liet allemaal goed zou aflopen, maar alles ging zo rustig en gedisciplineerd, alsof er vele malen gerepeteerd was. Sindsdien staan er elke woensdag- en zaterdagmiddag, als de K.R.O. in de ether geweest is, enige tientallen kinderen bij de uitgang van de Irenestudio te wachten, totdat tante Hannie naar buiten komt. Ze verdringen elkaar om haar een arm te mogen geven. Dan brengen ze haar in optocht naar het station of naar haar hotel en onderweg vech­ten ze om haar tas te dragen. Voor hen is tante Hannie nog een fee, de enige echte zelfs, uit het sprookje, dat de televisie heden ten dage voor de jeugd is. Wij hebben het vroeger moeten stellen met de schimmige wezentjes uit de verhalen, waarin je wel mocht geloven, maar die je geen hand kon geven en geen zoen.



Leen Bakker
Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://knipselsuitkranten.nl

http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter