zaterdag 30 april 2016

Wie, Wat, Waar: Prinses Julianaschool


Speurder, de speurhond van Groenegraf.nl
Vandaag is een nieuwe uitzending in de rubriek Wie, Wat, Waar? bij RTV Baarn gestart. De rubriek is een samenwerking met Stichting Groenegraf.nl. U kent inmiddels onze speurhond "Speurneus". Tijdens de uitzending van de rubriek Wie, Wat, Waar? graaft Speurneus telkens een foto van Groengraf.nl op. Wij hopen dan dat de kijkers van RTV Baarn en de volgers van Groenegraf.nl de vragen die we hebben over de foto kunnen beantwoorden.








Op deze foto is vermoedelijk de Openbare School aan de Eemnesserweg in Baarn te zien, later omgedoopt tot Prinses Julianaschool. Dit is niet het gebouw dat er nog steeds staat en dat nu tot appartementen is omgebouwd. Nee, op deze plek is in 1932 een nieuw schoolgebouw gebouwd. En dat gebouw staat er nog steeds.
We hebben echter reacties gekregen van mensen die schreven dat dit niet het eerste gebouw was, omdat dat oorspronkelijke gebouw een aantal verhogingen had, die niet op deze foto te zien zijn. We hopen dus dat er mensen zijn die ons meer over dit gebouw kunnen vertellen. Is dit de oorspronkelijke openbare school aan de Eemnesserweg? Op de foto zijn mensen uit het Leger des Heils te zien. Zijn dat personen van de afdeling Baarn?

Wat we precies willen weten leest u op onze site via deze link, of bekijkt u op RTV Baarn. De uitzending blijft ook te zien op onze site via deze link. Op die plek kunt u gelijk ook uw reacties plaatsen.

We zijn heel erg benieuwd of u ons kunt helpen!




RTV Baarn via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42 of via de stream op www.rtvbaarn.nlYouTube en Facebook.

Op onze site is deze rubriek te volgen via www.groengraf.nl/wiewatwaar

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

donderdag 28 april 2016

Creations 68 Modeshow in Astoria


Creations 68

Stoffenhuis Zeilmaker presenteerde op 23 september 1968 onder de naam "Creations 68" in Astoria een tweetal shows, waarop 't maandblad BURDA en de fabrikant van de bekende RIDINIT-stoffen het laatste nieuws toonden.
De grote, smaakvol met bloemen ver­sierde zaal van "Astoria" was ver­deeld door een podium waardoor de 5 mannequins goed waren te zien.
't Was zeer interessant om gade te slaan wat er met de nieuwe modieuze stoffen bereikt kan worden.

Mede door 't snelle veranderen van de mode heeft het "zelf doen" de laatste jaren een steeds grotere populariteit gekregen.

De zegetocht van de Jersey-kleding is opmerkelijk. Dit succes dankt deze stof aan haar vele goede eigenschappen, zoals de souplesse, de draagbaarheid, de onkreukbaarheid, alsmede het blij­vend elegante karakter.
Veel japonnen en pakjes zijn gemaakt van DIOLEN LOFT, een zacht en volumineus garen.
Kledingstukken van Diolen Loft ver­vaardigd kunnen niet lubberen of uit­zakken, bovendien zijn ze gemakkelijk zelf te wassen en vervilten beslist niet. Ook houden ze - ook na meermalen wassen - hun echtheid en frisse kleu­ren.
Strijken is er niet meer bij. Bij de japonnen zagen we nieuwe z.g. gobelintinten, die prachtig harmonieer­den en bijzonder geschikt zijn voor deux-pièces en pakjes.
Er waren enkele beeldige jersey mantels te zien, zowel in minirok als in mixa (zwart). Enkele pakjes van tweed waren uitgevoerd in rood-wit-zwart. Bijzonder geslaagd!

Brede ceintuurs waren ook op deze show In trek. Er was er één bij met een gestileerde bloem als gesp.
Ook de tunique was weer terug. Bij een cocktailjurkje was de onderrok bestrooid met pailletjes, wat erg feestelijk stond.

Niet alleen stoffen voor een namiddagjaponnetje waren op deze show van Zeilmaker te zien. Ook voor cocktail- en avondkleding werden prachtige stoffen getoond. We zagen o.a. een avondrok met spencer en oranje blouse, terwijl er ook een ontwerp was te zien met een jaquard patroon met lurex verwerkt.

Een exclusief modegrapje vonden we de twee ontwerpen van Peter Jongmans, waarbij mantel en japon of blouse precies 't zelfde patroon en kleuren hadden, maar een geheel verschillende stof. Zéér apart.
De heer en mevrouw Zeilmaker en de mannequins mochten dan ook menig applausje in ontvangst nemen. Eén en ander werd op charmante wijze toegelicht door de bekende T.V.-omroepster Marijke Philips.


 Met dank aan de familie Zeilmaker voor de info.
         
Leen Bakker


Geplaatst door L.J.A.Bakker 



Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter  


woensdag 27 april 2016

Uitslag van het Grote Baarnse Burgemeesterspel


door Eric van der Ent


Koningsdag is inmiddels voorbij. Ondanks de slechte vooruitzichten was het weer in Baarn prima. Slechts en paar spetters regen. Die paar druppels mochten de pret niet drukken.
Aan onze kraam hebben we veel oude bekenden mogen ontmoeten en ook nieuwe volgers van Groenegraf.nl gesproken. Leuk om op zo'n dag weer gezellig bij te praten.
Ook hebben zich weer een flink aantal nieuwe 'Vrienden van Groenegraf.nl' aangemeld. Dat is geweldig waar door hen kunnen we bestaan.







Dan was er nog het Grote Baarnse Burgemeesterspel dat op onze website en op onze kraam op Koningsdag gespeeld kon worden.

Velen speelden het spel en de prijzen zijn verloot. Dit zijn de prijswinnaars:

Dhr. J. Laseur, Baarn: Boekje Baarnaars en Bijnamen

Dhr. W.A. Groen, Zeewolde: Verjaardagskalender oud Baarn

Mevr. A. Kraft, Baarn: Boek Baarnse Middenstand 1920-1950

Dhr. H. Daatselaar, Baarn: Boek Watervluchtelingen, verzorgd en verguisd

Alle prijswinnaars van harte gefeliciteerd. De prijzen komen zo snel mogelijk naar u toe!

De prijzen zijn dus al vergeven, maar dat mag u niet weerhouden om ook eens te proberen om de Baarnse burgemeesters in de juiste volgorde te zetten. Probeer het maar.

Klik hier om mee te spelen


Eric van der Ent











Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter. 

maandag 25 april 2016

Het hutje van Ome Jan

door Cees Roodnat


Het gesloten hutje (foto: Roeland de Bruyn)
Ongeveer op de plaats waar half mei het nieuwe horecapaviljoen “Buiten in de kuil” wordt geopend stond vroeger het ‘hutje’ van Ome Jan Scholten. Een wrakkig houten bouwsel dat het midden hield tussen een cafétaria met terras uit de jaren vijftig en een uit de hand gelopen frietkot. De term kiosk was te veel eer, de term hutje leek denigrerend maar werd liefkozend bedoeld. Tijdens onze zondagse wandelingen of fietstochtjes in de regio legden mijn vrouw en ik er wel eens aan voor een broodje kroket of in de winter een heerlijke kop snert.

Een gesprek hoefde je niet te bestellen want dat kreeg je er gratis bij. Als Ome Jan zijn frituren bij je had afgeleverd schoof hij de stoel van het belendende tafeltje naderbij, nam daar pontificaal op plaats en gaf recht voor zijn raap zijn visie op het leven in het algemeen en het zijne in het bijzonder. Wie hem voor het eerst ontmoette moest daar wel even aan wennen. Maar met de tijd leerde je indie bonkige gestalte en tussen die grote woorden dat kleine hartje te ontdekken. Zijn zwakke plek bleek later. 
Paviljoen in opbouw (foto: Roeland de Bruyn)
Op 15 april 2009 vonden vroege fietsers en dagrecreanten de houten luiken van ‘t hutje gesloten. De avond ervoor sloot Scholten (1938) voorgoed zijn ogen en grote mond en stierf thuis op de bank in Montfoort onverwacht aan een hartinfarct. Bij de gesloten kiosk werd dat  weekend door trouwe vaste klanten nog lang en mistroostig nagepraat. Want Ome Jan was me d’r één! Zevenentwintig jaar had deze gewezen scheepskok, “overeind gehouden door een schoenendoos vol medicijnen”, aldus een Utrechtse fan, bij wijze van hobby zijn hutje bestierd. Want rijk werd hij er niet van en met vakantie gaan vond hij maar niks. Zijn hutje in de Kuil van Drakestein was het hele jaar zeven dagen per week open. In een interview in de Gooi & Eemlander zei Scholten in 2006 dat hij ‘t hutje tot zijn dood wilde uitbaten. “Dit is de hemel op aarde. Als ik ‘s morgens begin ligt er dauw op het veld, hoor ik vogels en zie ik hertjes. Wat wil een mens nog meer?” Dat “tot de dood” werd hem gegund volgens Rein Berends van Staatsbosbeheer. 

Beton kelderbak nieuwe paviljoen gestort (foto: Roeland de Bruyn)
Dat het hutje allang niet meer aan de eisen van onze tijd voldeed werd voor lief genomen. Het duurde drie en een half jaar voor er eindelijk zicht kwam op een opvolger en het met metershoog onkruid om woekerde hutje werd gesloopt. Hoewel de erven van Ome Jan geen interesse hadden in voortzetting bleek er al snel ruime belangstelling om in de Kuil iets vergelijkbaars te beginnen. Een uitgebreide selectieprocedure bracht zo’n 25 kandidaten terug tot een kansrijk trio, waarvan er uiteindelijk één aan het langste eind trok: Han Goossens en zijn kompaan Bart ter Welle. Maar zoals alle plannen in Baarn eerst worden omarmd; vervolgens als niet passend in een bestemmings- plan worden afgeblazen. 

Ontwerp paviljoen door Martin Groenesteijn. (bron: Han Goossens)

Of door bezwaarde omwonenden tot acceptabeler proporties worden terug gebracht, is ook hun paviljoen er niet zonder slag of stoot gekomen. Maar goed, het is er, en het kon beroerder, hoor ik Ome Jan brommen. Als wij met onze drie kleinzonen deze zomer voor de -tigste keer op Camping De Zeven Linden vertoeven, gaan we natuurlijk ook weer eens naar de Kuil. Bij voorkeur tijdens het Houthakkersfeest in augustus. Even een kroketje scoren in dat nieuwe paviljoen. En wie weet zal de oudste dan door het geronk van kettingzagen heen brullen: “Deze kroketten zijn niet zo lekker als die van Ome Jan, opa.” En ik zal een beetje meewarig maar bevestigend terug knikken en denken: “Zo is het maar nét, jongen!”


Cees Roodnat












Geraadpleegd: berichten in de Baarnsche Courant en Gooi & Eemlander in de jaren 2011 – 2016.

Dit verhaal verscheen op maandag 25 maart 2016 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    



Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

zaterdag 23 april 2016

Wie, Wat, Waar: Baarnse violisten


Speurder, de speurhond van Groenegraf.nl
Vandaag is een nieuwe uitzending in de rubriek Wie, Wat, Waar? bij RTV Baarn gestart. De rubriek is een samenwerking met Stichting Groenegraf.nl. U kent inmiddels onze speurhond "Speurneus". Tijdens de uitzending van de rubriek Wie, Wat, Waar? graaft Speurneus telkens een foto van Groengraf.nl op. Wij hopen dan dat de kijkers van RTV Baarn en de volgers van Groenegraf.nl de vragen die we hebben over de foto kunnen beantwoorden.






Dit is een groepje Baarnse violisten. Het groepje trad vaak op in de Hervormde Kerk op de Brink. Deze foto kregen we van Fred Lammers, Baarnaar, bekend van zijn boeken over het Koninklijk Huis. Op de foto staat zijn tante, Aantje van der Horst (1905-1987), dochter van Willem van der Horst en Francina Maria Snijder. Zij is de dame vooraan in het midden. Wie de overige personen zijn weten we niet, maar uiteraard hopen we dat u ons helpt.

Wat we precies willen weten leest u op onze site via deze link, of bekijkt u op RTV Baarn. De uitzending blijft ook te zien op onze site via deze link. Op die plek kunt u gelijk ook uw reacties plaatsen.

We zijn heel erg benieuwd of u ons kunt helpen!




RTV Baarn via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42 of via de stream op www.rtvbaarn.nlYouTube en Facebook.

Op onze site is deze rubriek te volgen via www.groengraf.nl/wiewatwaar

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

vrijdag 22 april 2016

Als stenen kunnen praten... Het Badhotel bij RTV Baarn

Nog steeds blijven wandelaars en fietsers stil staan bij het Badhotel aan de Julianalaan. Die prachtige toren in het midden van de twee nieuw aangebouwde zijvleugels blijft een trekpleister. Vroeger waren de twee zijvleugels voorzien van veel hout , maar na de grote brand werden ze  gesloopt en kwamen er appartementen in de nieuwe aanbouw. Het Badhotel het eerste ontwerp van de beroemde architect Berlage. Het gebouw kwam in gebruik als Watergeneesinrichting, later werd het een Hotel en Indische  repatrianten en Surinamers werden hier tijdelijk opgevangen. Maar de meeste Baarnaars kennen het nog als het BAVO huis. Met Wil Hordijk, Corrie Jansen, Shridath Bhola en Els Kooistra haalt RTV Baarn herinneringen op.

Het is 1885 en omdat kuuroorden in die tijd bij de elite erg in trek zijn, besluiten een paar Baarnse projectontwikkelaars om een Watergeneesinrichting annex Badhotel in het Prins Hendrikpark te laten bouwen. Want hier was 'een schone natuur, overvloedige gelegenheid tot wandelingen,  nabijheid van bosschen en landelijke stilte zonder drukkende eenzaamheid.".  Architect Berlage werd benaderd voor het ontwerp . Hij schetste een uitbundig, rustiek gebouw met aan beide zijden een langgerekte vleugel en in het midden een, met balkons en kappen, vormgegeven toren. Op 1 mei 1887 werd de nieuwe Watergeneesinrichting geopend. Het hele project had fl. 100.000.- gekost, voor die tijd een enorm bedrag.


Voor haar boek "Torens van Baarn" heeft Wil Hordijk ook onderzoek gedaan naar de geschiedenis van deze Watergeneesinrichting. Zij vertelt buiten op het gazon, over de bouw en de waterkuren die daar werden gegeven. Bij terugloop van de kuurgasten wordt de bestemming Badhotel.
Voor veel Baarnaars is het een uitje om op zondag te gaan kijken hoe rijke gasten zich hier vermaken.
De oorlog komt en na de Duitsers, Engelsen en Canadezen wordt er, zonder succes, geprobeerd om als Grand Hotel Astoria verder te gaan.
Het werd BAVO, Baarns Verzorgingshuis voor Oorlogsslachtoffers. De schoonvader van Corrie Jansen was directeur toen  daar ook Indische repatrianten kwamen. "Deze mensen hadden helemaal niets meer", vertelt ze, "kleding en ook de overtocht naar Nederland moesten ze zelf betalen".
In 1974 voldoet het BAVO huis niet meer aan de veiligheidsvoorschriften en wordt gesloten.
Na een grote uitslaande brand wordt er gedacht aan sloop. Maar in één van  de onbeschadigde vleugels wordt toch een groep Hindoestaanse Surinamers geplaatst.
Shridath Bhola heeft daar nog goede herinneringen aan. Als DJ zorgde hij voor gezelligheid en hij maakte de mensen wegwijs in Nederland en Baarn. Hij vertelt over zijn voorzitterschap, de voetbalwedstrijden die hij organiseerde en ook dat hij er een tijdje heeft gewoond.



Het pand komt in 1977 leeg en er volgt leegverkoop. Het moet worden gesloopt maar in het ontwerp voor het nieuwe appartementencomplex wordt het beeldbepalende torentje gelukkig behouden.
De eerste bewoner van de Prins Hendrik Residentie is Els Kooistra. “Bij de presentatie van het nieuwbouwplan waren er butlers met handschoenen aan. Heel luxe allemaal”. De bouw heeft ze helemaal gevolgd en met foto's vastgelegd. De Watergeneesinrichting is veranderd in een luxe appartementencomplex.

Deze uitzending is gemaakt door Jan Andries Smit, Ans van Egdom en Eric van der Ent.
Het eerste deel van de serie “Als stenen kunnen praten” kunt u vanaf zaterdag 23 april zien, deel 2 vanaf 27 april en deel 3 is vanaf 30 april te zien.

Hieronder zijn de uitzendingen terug te kijken:








RTV Baarn is analoog te ontvangen op kanaal 45, via de stream op www.rtvbaarn.nlYouTube en Facebook. Of via het Digitale pakket van Ziggo kanaal 42 en van KPN op kanaal 626 .

zaterdag 16 april 2016

Wie, Wat, Waar: Zangvereniging Woudzang Lage Vuursche


Speurder, de speurhond van Groenegraf.nl
Vandaag is een nieuwe uitzending in de rubriek Wie, Wat, Waar? bij RTV Baarn gestart. De rubriek is een samenwerking met Stichting Groenegraf.nl. U kent inmiddels onze speurhond "Speurneus". Tijdens de uitzending van de rubriek Wie, Wat, Waar? graaft Speurneus telkens een foto van Groengraf.nl op. Wij hopen dan dat de kijkers van RTV Baarn en de volgers van Groenegraf.nl de vragen die we hebben over de foto kunnen beantwoorden.









Dit is een gemengd zangkoor uit Lage Vuursche genaamd Woudzang. De vereniging is opgericht in 1933. De vereniging had vooral leden uit Lage Vuursche en Soest. De namen van de meeste personen op de foto kennen we, maar over de vereniging zelf weten we vrijwel niets. De personen hebben allemaal een briefje op de borst. We hebben nog een foto van deze club en ook daar dragen ze allemaal een briefje op de borst. Wie weet waarom? Wie kan ons meer vertellen over deze vereniging? Bestaat het vaandel op de foto nog?

Wat we precies willen weten leest u op onze site via deze link, of bekijkt u op RTV Baarn. De uitzending blijft ook te zien op onze site via deze link. Op die plek kunt u gelijk ook uw reacties plaatsen.

We zijn heel erg benieuwd of u ons kunt helpen!




RTV Baarn via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42 of via de stream op www.rtvbaarn.nlYouTube en Facebook.

Op onze site is deze rubriek te volgen via www.groengraf.nl/wiewatwaar

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

maandag 11 april 2016

Levensloop van Henriëtte Josephine Schuddeboom-Hartsteen

door Mr E.R. Schuddeboom


Voor onze site zijn wij altijd op zoek naar verhalen over oude Baarnaars. Mr E.R. Schuddeboom heeft voor ons het bijzondere levensverhaal van Henriëtte Josephine Schuddeboom-Hartsteen op papier gezet. H.J. Schuddeboom-Hartsteen (1855-1917) is in Baarn op de oude begraafplaats begraven. Helaas is het grafmonument niet meer te vinden op de begraafplaats. In de jaren tachtig heeft de gemeente veel grafmonumenten verwijderd. Mogelijk is toen ook dit monument verloren gegaan. Hieronder haar levensloop zoals opgetekend door Mr E.R. Schuddeboom.

Petrus Joannus Edouardus Hartsteen
Officier Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL)
Alhoewel dit de levensloop van Henriëtte Josephine Schuddeboom-Hartsteen betreft wordt hieronder veelvuldig haar vader Petrus Joannus Edouardus Harsteen (PJE) genoemd omdat door zijn vele reizen in Indië t.g.v. militaire verplaatsingen en ook de reizen van Indië naar Nederland en vv. haar leven sterk beïnvloed is.
De vader van Henriëtte Josephine, Petrus Joannus Edouardus Harsteen, werd op 5-8-1822 geboren In Bergen (Henegouwen). Zijn ouders waren Petrus Josephus Hartsteen, een legerofficier (Kapitein) en Elisabeth Bodemeijer.  Volgens het stamboek van Officieren van het Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) vertrekt PJE op 17 november 1842 als Sergeant-Majoor met het schip de Princes Sophia uit Hellevoetsluis naar Nederlands Oost Indië en komt op 1 april 1843 in Batavia aan. In Indië wordt hij op 3 december 1846 bevorderd tot
2e Luitenant. Circa 1844 gaat PJE Hartsteen een liaison aan met een Javaanse dame genaamd Si Bietja, geboren te Jogyakarta. De verbintenis is vermoedelijk gesloten via Javaans adat recht. Over de afkomst van Si Bietja is het volgende verteld. Vernomen van mijn oud-tante Annemie Schuddeboom, dochter van Henriëtte Josephine, en besproken met de heer Hartsteen, ook een afstammeling van Petrus Joannus Edouardus Harsteen, wonende Breitnerlaan in Den Haag. Sie Bietja zou uit Jogyakarta stammen en afkomstig zijn uit de kraton. Zij zou één van de vijf dochters zijn van de latere sultan Hamangku Buwono VI. Dochters zijn in de moslim samenleving en zeker in die van de kraton van mindere betekenis dan zonen en een verbintenis met een as. KNIL officier  was een goede zaak. De naam Sie Bietja zou een bijnaam kunnen zijn en kan afkomstig zijn van het werkwoord bicara  (oude spelling bitjara= verhalen vertellen) en zou dus betekenen “zij die veel te vertellen heeft”. Was PJE na aankomst in Batavia kort na het beëindigen van de Java oorlog tijdelijk gedetacheerd in Jogyakarta en wel in fort Vredeburg, gelegen tegenover de kraton. Dit fort Vredeburg werd gebruikt om een oogje in het zeil te houden, aangezien het Indische Gouvernement de kraton niet geheel vertrouwde, zeker niet na de door prins Diponegoro ontketende Java oorlog. Werd PJE aldus ingewijd in de in Indië heersende intriges en politieke spelletjes, zeker in de Javaanse Vorstenlanden en is hij als zodanig in contact met Sie Bietja gekomen?

Uit de verbintenis tussen Sie Bietja en PJE komen de volgende kinderen voort:
1. Elisabeth Petronella Francisca, geboren Fort de Kock (Bugit Tinggi) 30-7-1844
2. Petrus Wilhelmus Josephus, geb. Westkust Sumatra 3-6-1846,
3. Augustus Hubert, geb. Padang 11-2-1847, officier KNIL, overleden Malang 23-12-1878, begr. Malang,
4. Franciscus Josephus, geb. Bonjol 27-7-1849,
5. Willem Karel, geb. Bonjol 7-4-1850,
6. Henriëtte Josephine, geb. Benteng Mati (Banyumas) 7-9-1855, overleden/begraven Baarn 25/29-6-1917
7. Jeanette Maria, geb. Semarang 15-1-1858, overl. Rotterdam 5-6-1871, begr. Rotterdam.

Een jonge Henriëtte Josephine Hartsteen
(1854-1929)
Na de geboorte van het laatste kind in Semarang wordt Si Bietja door PJE verstoten. Hij trouwt te Rembang (noord kust Java) op 17-7-1858 met Eugenie Michel. Uit dit huwelijk komen ook weer 6 kinderen voort  w.o. de te Semarang geboren Emilius Eugenius Eduardus.
Op 13 januari 1860 scheept de dan tot Kapitein bevorderde PJE zich in om tot herstel van gezondheid 2 jaar verlof in Holland door te brengen. Hij scheept zich in met de 4 á 5 kinderen van Si Bietja èn Emilius Eugenius Eduardus.  De kinderclub wordt begeleid door een meegenomen babu. Bij Kaap de Goede Hoop, toen reeds Engels dank zij prins Willem V, zou 1 jongen zijn overleden.
Het verlof wordt doorgebracht te Utrecht en eind 1861 keert PJE terug naar Indië alwaar hij in april 1862 te Batavia aankomt. Tijdens het Utrechtse verlof konden 2 jongens het autoritaire optreden van PJE niet meer verdragen en zijn naar Indië teruggevlucht, werkend op een boot. Volgens mijn oud-tante Annemie Schuddeboom heeft haar moeder Henriëtte Josephine in de tijd dat hun vader weer in Indië was, met haar zusters een kostschool in Naarden bezocht teneinde een goede opvoeding te krijgen. Zo sprak haar moeder behalve Nederlands, Javaans en Maleis ook Frans en Duits. Ook volgens mijn oud-tante Annemie, danste haar moeder graag op blote voeten Indische dansen waarbij een gamelan werd nagebootst.
Henriëtte Josephine Hartsteen
op latere leeftijd
Na diverse plaatsingen onder andere in de Lampongse districten (Zuid Sumatra) keert PJE in 1868 definitief naar Nederland terug en arriveert vanuit Semarang op
5-8-1868 in Rotterdam. PJE is dan 46 jaar en is afgezwaaid als Majoor KNIL en was op 21 oktober 1854 benoemd tot Ridder der 4e klasse van de Militiare Willems Orde en ook is hem in februari 1861 toegekend de Eere Sabel met het opschrift ”Koninklijk Eereblijk voor betoonde dapperheid”.
Toen PJE in Rotterdam aangekomen was zijn de meisjes Henriëtte Josephine, leeftijd ongeveer 13 jaar, met haar zusters Elisabeth Petronella Francisca en Jeanette Maria bij hun vader gaan wonen. Volgens ooggetuigen, de buren fam. Breur, stond PJE bekend als een zeer ongemakkelijk en onaangenaam mens, die veel gokte en die het gebruik van alcohol niet schuwde.
Hij behandelde zijn dochters zeer “ruw” omdat hij de meisjes beschouwde als een soort sta in de weg voor hem. Genoemde buurman, de heer Breur, een zachtzinnig man, kon een mishandeling van Henriëtte Josephine niet uitstaan en is in een opwelling in de tuin van PJE gesprongen en heeft hem het meisje ontrukt en haar meegenomen naar zijn eigen huis. Zij is door de familie Breur uiteindelijk opgenomen als pleegdochter. PJE heeft geen aangifte gedaan, zeker bedacht op eigen moeilijkheden. Het verhaal gaat dat hij zijn jongste dochter Jeanette Maria later zo mishandelde dat zij hierdoor op 13 jarige leeftijd dd. 5-6-1871 in Rotterdam de dood heeft gevonden.
Henriëtte Josephine huwt dd. 15-9-1880 met G.H. Schuddeboom een meubelmaker, zoon van een rijke houthandelaar. Hoe de relatie tussen beiden is ontstaan is onbekend. Het paar gaat wonen in Huize Rust-Lust aan de Molenweg 17, Baarn, na de omnummering thans Molenweg 27, Baarn. In het pand hebben ook mijn tante Agaath Vrugtman-Schuddeboom, zuster van mijn vader en mijn nichtje Gerda Vrugtman met haar echtgenoot Hans de Vries nog gewoond.

Henriëtte Josephine Hartsteen met haar kinderen en schoondochter

Uit het huwelijk tussen G.H. Schuddeboom en Henriëtte Josephine worden 6 kinderen geboren waaronder mijn grootvader:

1. Gerrit Hendrik, geb. Amsterdam 13 6 1881,
2. Hendrika Sophia, geb. Amsterdam 29 11 1883, overl. Soest 4 3 1953, begr. Baarn,
3. Henriëtte Josephine, geb. Amsterdam 3 5 1885, overl.+ gecrem.Laren/Velsen 3 11 1961.
 4. Cornelis, geb. Amsterdam 3 8 1888, overl. Amsterdam 3 8 1888, begr. Amsterdam.
 5. Cornelis, geb. Amsterdam 17 11 1889, overl. Amsterdam17 11 1889, begr. Amsterdam.
 6. Anna Wilhelmina, geb. Amsterdam, 19 12 1893 overl./begr.Baarn/Eemnes 16/20 11 1975.

Het grafmonument van Gerrit Hendrik Schuddeboom
en zijn dochter op de nieuwe algemene begraafplaats.
PJE verhuist naar Princenhage waar hij op 19-3-1901 op 79 jarige leeftijd overlijdt. Zijn MWO versierselen, zijn andere medailles waaronder het Kruis voor krijgsverrichtingen met eervolle vermelding Borneo 1859-1863,  het Officierskruis voor 25 jaar trouwe dienst en de Eeresabel zijn nooit meer teruggevonden.
In Indië gaat Sie Bietja in Malang wonen bij haar zoon Willem Karel en overlijdt aldaar.
In Baarn woont Henriëtte Josephine met haar gezin in huize Rust-Lust. Zij overlijdt op 25 juni 1917 in de leeftijd van 62 jaren. Op 29 juni 1917 wordt zij begraven op de Oude algemene begraafplaats Berkenweg te Baarn. Haar laatste rustplaats is niet gevonden omdat de gemeente Baarn in de jaren tachtig helaas veel grafmonumenten verwijderd heeft.
Haar echtgenoot G.H. Schuddeboom overlijdt te Baarn op 11 november 1929 en is begraven op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan. Op 4 maart 1953 wordt zijn dochter Hendrika Sophia in hetzelfde graf bijgezet.

zaterdag 9 april 2016

Wie, Wat, Waar? Kruidenier Dirk van den Broek uit Baarn


Speurder, de speurhond van Groenegraf.nl
Vandaag is een nieuwe uitzending in de rubriek Wie, Wat, Waar? bij RTV Baarn gestart. De rubriek is een samenwerking met Stichting Groenegraf.nl. U kent inmiddels onze speurhond "Speurneus". Tijdens de uitzending van de rubriek Wie, Wat, Waar? graaft Speurneus telkens een foto van Groengraf.nl op. Wij hopen dan dat de kijkers van RTV Baarn en de volgers van Groenegraf.nl de vragen die we hebben over de foto kunnen beantwoorden.







Deze foto is genomen in de buurt van het Badhotel, u ziet het op de achtergrond liggen. In het midden ziet u Dirk van den Broek, kruidenier. Links zal zijn knecht zijn, of wellicht zijn zoon Dirk jr. Rechts ziet u Johanna van den Breul, echtgenote van Willem Bast.

Wie kan ons vertellen wie de persoon links is?

Wat we precies willen weten leest u op onze site via deze link, of bekijkt u op RTV Baarn. De uitzending blijft ook te zien op onze site via deze link. Op die plek kunt u gelijk ook uw reacties plaatsen.

We zijn heel erg benieuwd of u ons kunt helpen!




RTV Baarn via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42 of via de stream op www.rtvbaarn.nlYouTube en Facebook.

Op onze site is deze rubriek te volgen via www.groengraf.nl/wiewatwaar

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

woensdag 6 april 2016

Herinneringen van Hans (16): De P.P.I., mijn vader en wij (daar zat muziek in) deel 2


door Hans Smeekes

In de zomer had mijn vader twee weken vakantie en gingen we, zo vaak als het weer het toeliet, op de fiets er op uit. 
Even geen druk en stress.

Dan gingen we gezamenlijk vissen aan het Hilversums kanaal of naar het strandje bij de uitspanning Valkenveen bij Oud Naarden. 


Of vliegtuigen kijken op Soesterberg. We reikten zelfs helemaal tot Schiphol en het Noordzeekanaal waar we naar de grote schepen gingen kijken. Eerst allemaal op de fiets, later op de brommer. Zo hebben we heel wat tochtjes gemaakt en gingen we steeds verder.

Van die tripjes kon hij echt genieten. Vooral om dan met zijn vier jongens samen te zijn en iets te ondernemen.




In de Kersttijd was er de befaamde Konijnenavond. Georganiseerd door de Ontspanningsvereniging of Personeelsvereniging. De juiste betiteling weet ik niet meer.  Een feestelijke avond met muziek en dansen in Musis Sacrum. Het werd Konijnenavond genoemd, omdat na afloop iedereen met een konijnenbout naar huis ging. De avond werd meestal bijeen gepraat door Bob Bouma, de PR man en ook bekend van tv (Voor een briefkaart op de eerste rang). 



Dezelfde vereniging organiseerde ook filmavonden. Zo herinner ik me dat ik samen met mijn moeder de ‘Kanonnen van Navarone’ heb gezien.
Wat ik me ook herinner is, dat mijn vader er ook platen kon lenen. Maar in feite was ik het die aangaf welke platen we wilden. En zo maakte ik toen kennis met een aantal jazz grootheden en Franse chansonniers. Dat was voordat het Beatles en Stones tijdperk aanbrak. 

Om die platen af te kunnen spelen schafte mijn vader zich toen voor die tijd zo’n kenmerkend platenspelertje aan (van bakeliet). Uiteraard een Philips, gekocht in de personeelswinkel.

Helemaal in het begin kwam mijn vader wekelijks met een loonzakje thuis. Hij overhandigde dat dan ongeopend aan mijn moeder en kreeg daar zakgeld voor terug. Daar kon hij dan o.a. zijn shag van kopen. 

En wij kregen ook een klein bedragje (op een gegeven moment zowaar een gulden) en dat deed ik in mijn spaarpot die bestond uit het bekende oranje muisjesblikje van de Ruyter. Elk van ons had zo'n blikje, waarop mijn moeder onze namen had geschreven (op een stukje pleister).

Vervolgens maakte mijn moeder stapeltjes, één voor de huur, één voor de verzekeringen en zo verder.

Polygram was in feite een Philips bedrijf en dat had natuurlijk wel zijn voordelen. Zo was er een Philips winkel. Onze eerste tv kwam daarvandaan. Tot mijn vader ontdekte dat een Aristona (die in feite precies hetzelfde was als een Philips) in de electronicazaak goedkoper was dan een Philips uit de personeelswinkel. Maar zo was mijn vader altijd bezig. Altijd op koopjes uit en pingelen. Ik neem overigens aan dat hij op de Aristona ook wel iets van de prijs had af gekregen. Dat fenomeen had hij van zijn moeder. Maar daar heb ik al over geschreven.
Onze eerste scheerapparaten kwamen uit de Philips winkel. Zo ook de hoogtezon. Dat zou gezond zijn en daar was vooral mijn moeder altijd wel erg gevoelig voor. 
Ze had het altijd over de R in de maand. Dan was het levertraan slikken en vanaf toen ook aan het hoogtezon ritueel.

Dan moesten we elke avond enkele minuten compleet in het donker, met slechts de hoogtezon aan, twee aan twee, met van die donkere brilletjes op, daar voor gaan zitten, slechts gekleed in een onderhempje. Ook mijn ouders zelf deden het. Maar ja die wilden gewoon bruin worden. 
Ik herinner me dat we er de eerste keer te lang onder hebben gezeten. Dus toen liepen we allemaal met rood verbrande gezichten rond.
Een ander voordeel van Philips was dat er een fonds was voor studerende kinderen. Als een kind minimaal gemiddeld een zeven haalde op de middelbare school, werden de boeken vergoed. Helaas heb ik dat niet alle jaren kunnen halen. 
En zo kom ik dan op mezelf. Zes jaar lang ben ik op de fiets op en neer gereden naar het RK Lyceum in Hilversum. Zonder te blijven te zitten, dat wel, maar niet met denderende cijfers. Ik heb zelfs enige tijd getwijfeld of ik het wel moest doorzetten. Uiteindelijk geslaagd voor mijn HBS-B diploma. En heb toen gekozen om te gaan werken als assistent accountant op een accountantskantoor. Dat is dus gek als je je bedenkt dat de B kant de wiskunde kant was. Maar zo goed was ik niet in die z.g. B vakken. En ‘wilde’ aspiraties had ik opzij gezet om verschillende redenen. Ik ging voor financiële zekerheid en koos ervoor om in de zesde klas het vak boekhouden facultatief  te gaan doen (in plaats van tekenen!!!). Het heeft me het hoogste cijfer op mijn eindrapport opgeleverd: een negen. Dat wel.
Zesde klas HBS-B: Hans staande vierde van links.
Toentertijd had je een baan als assistent accountant nog voor het uitkiezen. Ik koos voor een kantoor in Utrecht. Alleen het salaris was wel relatief laag. Je verdiende er minder als in de bouw. Maar zeiden ze: ‘Je bent ook nog in opleiding’. Er was nog een andere reden om voor een dergelijke baan te kiezen: men hield mij het perspectief voor dat je bij heel veel verschillende bedrijven kwam. Zo kon ik nog enigszins voldoen aan mijn aspiraties om iets van de ‘wereld’ te zien. En ik kon tegelijk studeren voor registeraccountant, dat inhield dat je een studie volgde op universiteitsniveau en dat werd allemaal vergoed. En eenmaal registeraccountant, dan zat je financieel gebeiteld. Mijn vader heeft in dit alles een grote rol gespeeld, want hij vond het belangrijk dat er brood op de plank kwam. Maar al gauw bleek dat die studie (in de avonduren en in het weekend) erg zwaar was en het einddoel zo ver, dat ik de moed om het te halen al snel liet varen. Bovendien moest ik ook nog de militaire dienst in.
Een ander aspect dat tegenviel was, dat je helemaal niet bij zoveel verschillende bedrijven kwam. 

Hans staande helemaal links met collega's bij Stork
Maandenlang was ik bijvoorbeeld gestationeerd bij Stork in Amsterdam Noord. 

Dus kon ik net zo goed in vaste dienst gaan bij één bedrijf en omdat ik toch nog bij mijn ouders woonde lag Polygram voor de hand. 


Dus besloot ik na mijn diensttijd maar eens te gaan solliciteren naar een functie op de afdeling Interne Accountantsdienst van Polygram.
Mijn vader zag dat onmiddellijk zitten en deed een goed woordje voor me bij Personeelszaken. Met het hoofd daarvan had hij een goede band.
In het sollicitatiegesprek zei ik dat ik op het accountantskantoor inmiddels van 3e assistent opgeklommen was tot 2e assistent accountant. Zo slim was ik wel, want daarmee zou ik hoger worden ingeschaald en daarin leek ik op mijn vader. In mijn verdere leven heb ik wel vaker gebluft, maar ik heb het wel altijd waargemaakt.
Om bij het kantoor te komen waar de accountantsdienst zijn ruimtes had, moest ik de hele fabriek door en dan ergens omhoog. 

Dus kwam ik langs de perserij en gooide ik altijd een blik naar binnen of ik daar mijn vader misschien zag. Naar zijn collega’s toe was hij dan best wel trots als we elkaar daar konden ontmoeten. 
Ik kon het goed vinden met mijn collega’s. Er hing een goede sfeer en vaak was het flink lachen. Erg hard werd er niet gewerkt. Soms deden we hele dagen niets. Dan was het de hele dag grappen vertellen. Sommigen waren daar echt goed in. 
Als de koffie eraan kwam, wat je al van ver kon horen door het gerammel van het karretje, kropen we sowieso een half uurtje bij elkaar. 

Die koffie werd gebracht door een dame en iedereen kreeg twee kopjes in van die zacht plastic witte bekertjes. Ik zal dat nooit vergeten, want erg smakelijk was dat niet. Maar toch was het welkom. En toen heb ik ook leren roken. Want iedereen deed het en ben toen maar mee gaan doen. En zo zaten we dan met z’n allen shaggies te draaien. 
Op zo’n accountantsafdeling moest er ter controle heel wat geteld worden en we deden dat grotendeels nog op van die ouderwetse telmachines. Overal stonden ze in het bedrijf. 

Het was een mechanisch apparaat met ik weet niet hoeveel toetsen. Daar was enige kracht voor nodig en je moest steeds opletten dat je het goede bedrag had ingeduwd. Wilde je er zeker van zijn, dat je het goed had gedaan, dan moest je het een tweede keer doen en dan maar hopen dat er hetzelfde bedrag uitkwam. Inmiddels was er wel het eerste elektrische apparaat met een rolletje gearriveerd op de afdeling, maar je moest altijd maar afwachten of dat beschikbaar was.
Ik scheen de aangewezen figuur te zijn om naar Red Bullet aan de Soestdijkerstraatweg in Hilversum te gaan. 

Ik denk dat mijn lange haar en hippie voorkomen daar een rol in hebben gespeeld (bij Stork in Amsterdam werd ik Johnny genoemd, naar John Lennon). Ik moest daar dan de administratie controleren. Want Polygram had een aandeel in die productiemaatschappij. De grote bazen daar waren Willem van Kooten (Joost de Draaier), Freddy Haayen (tevens manager van de Golden Earring) en Peter Koelewijn. Ik had een goede band met de toenmalige administrateur en kon dan vaak met hem meerijden. 

Soms kreeg ik ook een paar LP’s mee. Eén van die platen, van de Golden Earring, heb ik nog steeds. Ik vernam toen ook van de grote trukendoos van het illustere drietal. De administrateur kon daar smeuïge verhalen over vertellen.
Ik was ook degene die naar Amsterdam werd gestuurd. Om er de administratie van een muziekuitgeverij te controleren. Deze uitgeverij was door Polygram opgekocht om meer grip op de markt te krijgen. En vanwege de BUMA en STEMRA inkomsten. De uitgeverij was gevestigd in de binnenstad aan één van de grachten. Daar was het hetzelfde verhaal. Leuke anekdotes vernam ik daar. En zo kwam ik toch nog ergens.
Ik weet nog dat ik bespaarde op mijn kostenvergoeding voor de lunch door mijn eigen boterhammen mee te nemen, die ik dan oppeuzelde al lopende door de Kalverstraat.
Van wat ik uitspaarde kocht ik dan platen in een bekende grote zaak waar ze ook import uit Amerika verkochten. Eén van de platen die ik daar kocht was Imagine van John Lennon.
Soms gingen we met een hele groep naar Phonogram in Amsterdam Zuid. Ik herinner me een gigantische inventarisatie van de voorraden. Dat moest in enkele dagen tot laat in de avond gebeuren. 

Als dank voor de extra inspanning mocht iedereen een paar platen uitzoeken. Ik weet nog dat ik o.a. koos voor Rod Stewart (Gasoline Alley), toen nog een beginnend artiest. Ik heb de plaat grijs gedraaid (de hoes was al stemmig grijs). Zijn beste plaat ooit. Ingetogen en rauw tegelijk.
Ik zag daar toen ook Ad Visser wel eens in de kantine zitten.
In die tijd heb ik ook mijn eerste vliegreis gemaakt. Samen met de collega’s van Hoogwolde (de internationale tak van de accountantsdienst) zijn we een keer naar Hamburg gegaan, met het vliegtuig. Een bijeenkomst om ervaringen uit te wisselen met onze Duitse collega’s van DGG (Deutsche Grammophon). Ik was toen nog een echt jong broekie (voor in de twintig) en had dus nog nooit gevlogen. Van die vliegtrip heb ik een aardige anekdote overgehouden. 
Ik kwam te zitten naast een man, die een stuk ouder was dan ik. Aanvankelijk zat hij er heel rustig bij totdat we na een uurtje vliegen precies boven Hamburg in een verschrikkelijk onweersbui terecht kwamen. Vertrokken met een helblauwe lucht boven Schiphol was het inmiddels pikdonker geworden en het vliegtuig begon heftig te schokken. De man naast mij begon toen ook heel onrustig te worden en ik liet het gewoon over me heen komen. Toen we geland waren, vroeg de man mij of ik wel vaker had gevlogen, want ik was zo rustig gebleven. Ik zei: ‘ Nee, het is de eerste keer’.  Waarop hij reageerde: ‘Nou ik vlieg minstens twee keer per week en zoiets is me nog nooit overkomen.’ En toen werd ik alsnog nerveus. Ik wist gewoon niet beter of het hoorde erbij. 
Vanaf een bepaald moment werd de gehele administratie overgeplaatst naar een villa op Het Hoogt. Dus even bij mijn vader een kijkje nemen was er toen niet meer bij.
Ik was inmiddels getrouwd en toen bleek eens te meer het voordeel om bij Philips te werken. Want we moesten namelijk trouwen en hadden dringend behoefte aan woonruimte. Philips bleek een claim te hebben op een aantal woningen van de woningbouwvereniging Ons Belang. En zo kregen mijn aanstaande vrouw en ik al snel een flatje toegewezen aan de Schaepmanlaan.

Kathinka in de sneeuw voor onze flat
Vanaf toen reed ik samen met Joop van de Ploeg, die een goede vriend van ons was geworden en ook in de flat woonde, heel wat keertjes op en af naar Het Hoogt. Hij werkte op de administratie en had, als ik het goed heb onthouden, de financiële afdracht van de auteursrechten onder zijn hoede.

Ons eerste kind Kathinka werd geboren en ik herinner me dat ik luid op de fiets aan het zingen was: ‘Ik ben vader, ik ben vader ...’

Met de administrateur van Red Bullet had ik leuke gesprekken. Hij begon me een beetje te kennen en moedigde mij aan om ook als administrateur aan de slag te gaan. Volgens hem zou ik veel beter tot mijn recht komen in een klein overzichtelijk bedrijf. En daar zat wel iets in. Bovendien was ik het ‘zat’ om altijd de boeken van anderen te controleren, ik wou het wel eens zelf gaan doen. 
Ik weet niet meer precies hoe het is gekomen, maar op de één of andere manier heeft hij mij in contact gebracht met de directeur van een handelsonderneming daar in de buurt en mij aangeprezen. En ik werd nog aangenomen ook. En dat was wat mij betreft dus einde verhaal Polygram. Dat was in het voorjaar 1972.
Mijn vader werkte er nog steeds en liep al aardig tegen zijn 25 jarig jubileum aan. 
Mijn broer Henk zittend aan de tekentafel met collega




En toen besloot nog in hetzelfde jaar mijn broer Henk bij Polygram aan de slag te gaan.   

Hij heeft er drie à vier jaar gewerkt als hoezenontwerper. Locatie: Hoogwolde aan de Gerrit van de Veenlaan. 

Hij ontwierp er samen met zijn collega's de hoezen voor labels als Fontana, Decca en Mercury.


Na een kortstondige periode bij een grafisch bureau, is hij overgestapt naar de N.O.S. (later omgedoopt tot N.O.B.).
Daar heeft hij jarenlang met veel voldoening voor alle omroepen grafisch werk gemaakt. Hij werkte samen met Ruud ter Weijden (AVRO's sportpanorama) en met de bekende (ook Baarnaar) Rudolf Spoor (ruimtevaartprogramma's). De laatste bekend van 'de traan' van Maxima.


Op de voorgrond mijn broer Henk op de hoezenontwerpafdeling



Mijn broer Henk staande negende van links met collega's voor het Hoogwolde gebouw




En onze pa, die ging gewoon door tot aan zijn (vervroegd) pensioen. In die periode kon hij geheimzinnig doen over een nieuwe geluidsdrager (de muziekcassette hadden we toen al gehad), die in ontwikkeling was. Als je daar dan meer over wilde weten, zei hij dat hij daarover niet mocht praten. Later bleek dat dus de CD te zijn.  
Toen hij vertrok, werd hij door PolyGram feestelijk bedankt voor de bewezen diensten.









Vanaf toen was het voor hem echt genieten geblazen. 
Mijn vader met mijn dochters Kathinka en Natasja

Zo genoot hij bijvoorbeeld ervan als hij onze kinderen mee kon nemen naar hun geliefde strandje ergens in de buurt van Harderwijk. En hing hij flink de clown uit.



Ook kon hij samen met mijn moeder naar zijn geliefde warme oorden gaan. Mijn moeder heeft bijgehouden hoeveel keren ze zijn gegaan. Vijfentwintig vliegreisjes.
Helaas leek dat tot een einde te komen toen hij in 1990 op Cyprus een hartaanval kreeg. Hij heeft toen daar in het ziekenhuis gelegen. Vanaf toen ben ik vaak bij mijn ouders aan de Lepelaarstraat geweest. Ik logeerde dan daar steeds enkele dagen.
In 1993 leek het zo goed te gaan, dat het idee om nog eens een tripje te maken weer bij hem op kwam. Hij sprak de wens uit om nog één keer naar zijn geliefde Cyprus terug te gaan. Mede om er de nare ervaring van de laatste trip uit te wissen. Maar dat kon alleen nog onder begeleiding. En Fifi en ik zijn toen met hem meegegaan. 
Hij genoot ervan om de bloeiende mimosa en amandelbomen weer te zien (lente 1993). Het het hele eiland was geel en roze. Hij kon er helemaal van in vervoering raken. En wij deden met hem mee. En ik heb dat in foto's tot uitdrukking kunnen brengen.


Cyprus: de amandelbomen in volle bloei
amandelbloesem
Het beviel zo goed dat hij, helemaal in zijn stijl, in het najaar nog eens wilde gaan. Maar dan naar Kreta. Ik ben toen alleen met mijn ouders meegegaan. 





Achteraf blijkt het zijn allerlaatste trip te zijn geweest. Op Kreta kon ik al zien dat het al aardig bergafwaarts ging met hem. Wel hebben we er echter nog veel gelachen en ik zal die trip ook nooit vergeten. 









Nooit was ik zo dicht bij hem geweest. 



Vlak voor het vertrek (hij kon het wel hebben voorzien) overhandigde hij mij een videocamera met de opdracht daarmee te filmen. die had hij speciaal voor dat doel net gekocht. 
Met als geweldige resultaat dat ik dus nu bewegende beelden van hem heb, die ik ontzettend koester. Hele gesprekken heb ik gefilmd. Een document.
Echter met mijn broer Gerard ging het niet goed en hij overleed, kort na onze terugkeer van Kreta. Nog geen zes weken daarna zijn vrouw. Mijn ouders hadden het daar uiteraard zeer moeilijk mee en ik ben nog meer dan anders bij hen gebleven. Vooral had het impact op mijn vader. En dat met zijn zwakke hart. Achteraf is het dus niet verwonderlijk dat hij eind 1993 is overleden. In mijn armen, zoals ik al schreef. Tussen Kerst en Nieuwjaar. Vanwege de Kerst hadden we nog samen een kerstboom uitgezocht in de Lage Vuursche. En nog lol gehad.

Achterin onze grote tuin heb ik een gedenkplek voor hem gemaakt.  Het eerste dat ik doe ‘s morgens is hem een bezoekje brengen. Onlangs heb ik er een bremstruikje neergezet. Omdat brem erg doet denken aan de mimosa. 

Dat bezoekje 's morgens is een ritueel, waar ik niet zonder kan en dat me altijd blij maakt. En dan krijg ik samen met hem visoenen van de mooie dingen die we samen hebben meegemaakt. Ze zijn als pareltjes aan een snoer. Mijn spirituele leraar zei altijd: 'Koester die.' En ik hoor mijn vader weer zeggen: 'Beautiful.'


Hans Smeekes














Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter