maandag 11 april 2016

Levensloop van Henriëtte Josephine Schuddeboom-Hartsteen

door Mr E.R. Schuddeboom


Voor onze site zijn wij altijd op zoek naar verhalen over oude Baarnaars. Mr E.R. Schuddeboom heeft voor ons het bijzondere levensverhaal van Henriëtte Josephine Schuddeboom-Hartsteen op papier gezet. H.J. Schuddeboom-Hartsteen (1855-1917) is in Baarn op de oude begraafplaats begraven. Helaas is het grafmonument niet meer te vinden op de begraafplaats. In de jaren tachtig heeft de gemeente veel grafmonumenten verwijderd. Mogelijk is toen ook dit monument verloren gegaan. Hieronder haar levensloop zoals opgetekend door Mr E.R. Schuddeboom.

Petrus Joannus Edouardus Hartsteen
Officier Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL)
Alhoewel dit de levensloop van Henriëtte Josephine Schuddeboom-Hartsteen betreft wordt hieronder veelvuldig haar vader Petrus Joannus Edouardus Harsteen (PJE) genoemd omdat door zijn vele reizen in Indië t.g.v. militaire verplaatsingen en ook de reizen van Indië naar Nederland en vv. haar leven sterk beïnvloed is.
De vader van Henriëtte Josephine, Petrus Joannus Edouardus Harsteen, werd op 5-8-1822 geboren In Bergen (Henegouwen). Zijn ouders waren Petrus Josephus Hartsteen, een legerofficier (Kapitein) en Elisabeth Bodemeijer.  Volgens het stamboek van Officieren van het Koninklijk Nederlands Indisch leger (KNIL) vertrekt PJE op 17 november 1842 als Sergeant-Majoor met het schip de Princes Sophia uit Hellevoetsluis naar Nederlands Oost Indië en komt op 1 april 1843 in Batavia aan. In Indië wordt hij op 3 december 1846 bevorderd tot
2e Luitenant. Circa 1844 gaat PJE Hartsteen een liaison aan met een Javaanse dame genaamd Si Bietja, geboren te Jogyakarta. De verbintenis is vermoedelijk gesloten via Javaans adat recht. Over de afkomst van Si Bietja is het volgende verteld. Vernomen van mijn oud-tante Annemie Schuddeboom, dochter van Henriëtte Josephine, en besproken met de heer Hartsteen, ook een afstammeling van Petrus Joannus Edouardus Harsteen, wonende Breitnerlaan in Den Haag. Sie Bietja zou uit Jogyakarta stammen en afkomstig zijn uit de kraton. Zij zou één van de vijf dochters zijn van de latere sultan Hamangku Buwono VI. Dochters zijn in de moslim samenleving en zeker in die van de kraton van mindere betekenis dan zonen en een verbintenis met een as. KNIL officier  was een goede zaak. De naam Sie Bietja zou een bijnaam kunnen zijn en kan afkomstig zijn van het werkwoord bicara  (oude spelling bitjara= verhalen vertellen) en zou dus betekenen “zij die veel te vertellen heeft”. Was PJE na aankomst in Batavia kort na het beëindigen van de Java oorlog tijdelijk gedetacheerd in Jogyakarta en wel in fort Vredeburg, gelegen tegenover de kraton. Dit fort Vredeburg werd gebruikt om een oogje in het zeil te houden, aangezien het Indische Gouvernement de kraton niet geheel vertrouwde, zeker niet na de door prins Diponegoro ontketende Java oorlog. Werd PJE aldus ingewijd in de in Indië heersende intriges en politieke spelletjes, zeker in de Javaanse Vorstenlanden en is hij als zodanig in contact met Sie Bietja gekomen?

Uit de verbintenis tussen Sie Bietja en PJE komen de volgende kinderen voort:
1. Elisabeth Petronella Francisca, geboren Fort de Kock (Bugit Tinggi) 30-7-1844
2. Petrus Wilhelmus Josephus, geb. Westkust Sumatra 3-6-1846,
3. Augustus Hubert, geb. Padang 11-2-1847, officier KNIL, overleden Malang 23-12-1878, begr. Malang,
4. Franciscus Josephus, geb. Bonjol 27-7-1849,
5. Willem Karel, geb. Bonjol 7-4-1850,
6. Henriëtte Josephine, geb. Benteng Mati (Banyumas) 7-9-1855, overleden/begraven Baarn 25/29-6-1917
7. Jeanette Maria, geb. Semarang 15-1-1858, overl. Rotterdam 5-6-1871, begr. Rotterdam.

Een jonge Henriëtte Josephine Hartsteen
(1854-1929)
Na de geboorte van het laatste kind in Semarang wordt Si Bietja door PJE verstoten. Hij trouwt te Rembang (noord kust Java) op 17-7-1858 met Eugenie Michel. Uit dit huwelijk komen ook weer 6 kinderen voort  w.o. de te Semarang geboren Emilius Eugenius Eduardus.
Op 13 januari 1860 scheept de dan tot Kapitein bevorderde PJE zich in om tot herstel van gezondheid 2 jaar verlof in Holland door te brengen. Hij scheept zich in met de 4 á 5 kinderen van Si Bietja èn Emilius Eugenius Eduardus.  De kinderclub wordt begeleid door een meegenomen babu. Bij Kaap de Goede Hoop, toen reeds Engels dank zij prins Willem V, zou 1 jongen zijn overleden.
Het verlof wordt doorgebracht te Utrecht en eind 1861 keert PJE terug naar Indië alwaar hij in april 1862 te Batavia aankomt. Tijdens het Utrechtse verlof konden 2 jongens het autoritaire optreden van PJE niet meer verdragen en zijn naar Indië teruggevlucht, werkend op een boot. Volgens mijn oud-tante Annemie Schuddeboom heeft haar moeder Henriëtte Josephine in de tijd dat hun vader weer in Indië was, met haar zusters een kostschool in Naarden bezocht teneinde een goede opvoeding te krijgen. Zo sprak haar moeder behalve Nederlands, Javaans en Maleis ook Frans en Duits. Ook volgens mijn oud-tante Annemie, danste haar moeder graag op blote voeten Indische dansen waarbij een gamelan werd nagebootst.
Henriëtte Josephine Hartsteen
op latere leeftijd
Na diverse plaatsingen onder andere in de Lampongse districten (Zuid Sumatra) keert PJE in 1868 definitief naar Nederland terug en arriveert vanuit Semarang op
5-8-1868 in Rotterdam. PJE is dan 46 jaar en is afgezwaaid als Majoor KNIL en was op 21 oktober 1854 benoemd tot Ridder der 4e klasse van de Militiare Willems Orde en ook is hem in februari 1861 toegekend de Eere Sabel met het opschrift ”Koninklijk Eereblijk voor betoonde dapperheid”.
Toen PJE in Rotterdam aangekomen was zijn de meisjes Henriëtte Josephine, leeftijd ongeveer 13 jaar, met haar zusters Elisabeth Petronella Francisca en Jeanette Maria bij hun vader gaan wonen. Volgens ooggetuigen, de buren fam. Breur, stond PJE bekend als een zeer ongemakkelijk en onaangenaam mens, die veel gokte en die het gebruik van alcohol niet schuwde.
Hij behandelde zijn dochters zeer “ruw” omdat hij de meisjes beschouwde als een soort sta in de weg voor hem. Genoemde buurman, de heer Breur, een zachtzinnig man, kon een mishandeling van Henriëtte Josephine niet uitstaan en is in een opwelling in de tuin van PJE gesprongen en heeft hem het meisje ontrukt en haar meegenomen naar zijn eigen huis. Zij is door de familie Breur uiteindelijk opgenomen als pleegdochter. PJE heeft geen aangifte gedaan, zeker bedacht op eigen moeilijkheden. Het verhaal gaat dat hij zijn jongste dochter Jeanette Maria later zo mishandelde dat zij hierdoor op 13 jarige leeftijd dd. 5-6-1871 in Rotterdam de dood heeft gevonden.
Henriëtte Josephine huwt dd. 15-9-1880 met G.H. Schuddeboom een meubelmaker, zoon van een rijke houthandelaar. Hoe de relatie tussen beiden is ontstaan is onbekend. Het paar gaat wonen in Huize Rust-Lust aan de Molenweg 17, Baarn, na de omnummering thans Molenweg 27, Baarn. In het pand hebben ook mijn tante Agaath Vrugtman-Schuddeboom, zuster van mijn vader en mijn nichtje Gerda Vrugtman met haar echtgenoot Hans de Vries nog gewoond.

Henriëtte Josephine Hartsteen met haar kinderen en schoondochter

Uit het huwelijk tussen G.H. Schuddeboom en Henriëtte Josephine worden 6 kinderen geboren waaronder mijn grootvader:

1. Gerrit Hendrik, geb. Amsterdam 13 6 1881,
2. Hendrika Sophia, geb. Amsterdam 29 11 1883, overl. Soest 4 3 1953, begr. Baarn,
3. Henriëtte Josephine, geb. Amsterdam 3 5 1885, overl.+ gecrem.Laren/Velsen 3 11 1961.
 4. Cornelis, geb. Amsterdam 3 8 1888, overl. Amsterdam 3 8 1888, begr. Amsterdam.
 5. Cornelis, geb. Amsterdam 17 11 1889, overl. Amsterdam17 11 1889, begr. Amsterdam.
 6. Anna Wilhelmina, geb. Amsterdam, 19 12 1893 overl./begr.Baarn/Eemnes 16/20 11 1975.

Het grafmonument van Gerrit Hendrik Schuddeboom
en zijn dochter op de nieuwe algemene begraafplaats.
PJE verhuist naar Princenhage waar hij op 19-3-1901 op 79 jarige leeftijd overlijdt. Zijn MWO versierselen, zijn andere medailles waaronder het Kruis voor krijgsverrichtingen met eervolle vermelding Borneo 1859-1863,  het Officierskruis voor 25 jaar trouwe dienst en de Eeresabel zijn nooit meer teruggevonden.
In Indië gaat Sie Bietja in Malang wonen bij haar zoon Willem Karel en overlijdt aldaar.
In Baarn woont Henriëtte Josephine met haar gezin in huize Rust-Lust. Zij overlijdt op 25 juni 1917 in de leeftijd van 62 jaren. Op 29 juni 1917 wordt zij begraven op de Oude algemene begraafplaats Berkenweg te Baarn. Haar laatste rustplaats is niet gevonden omdat de gemeente Baarn in de jaren tachtig helaas veel grafmonumenten verwijderd heeft.
Haar echtgenoot G.H. Schuddeboom overlijdt te Baarn op 11 november 1929 en is begraven op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan. Op 4 maart 1953 wordt zijn dochter Hendrika Sophia in hetzelfde graf bijgezet.