dinsdag 17 juli 2018

Herinneringen van Hans (31): Onze zomertripjes deel 1 - Oud Valkeveen


door Hans Smeekes

Als ik nu, in de zomer, de geuren opsnuif van lavendel, jasmijn en andere bloemen in onze prachtige tuin, dan denk ik onwillekeurig ook vaak aan mijn kinderjaren in Baarn. En snuif ik in gedachten de geuren op van de bossen aan de ene kant van Baarn en de geur van kroos en riet aan bijvoorbeeld de Eem aan de andere kant. 
En niet te vergeten de prachtige tuin die mijn moeder altijd onder haar aandachtige en liefdevolle hoede had.
Een liefhebberij die ik nu op mijn oude dag ook ontdekt heb, hier in het Limburgse Moorveld.
Maar daar gaat dit verhaal niet over. Dit verhaal gaat erover dat mijn ouders er ook van hielden om erop uit te trekken, zeker als het mooi warm weer was.


Zondags hadden we al onze traditionele wandelingen, vaak naar het paleis door het Baarnse Bos, maar als de zomervakantie was aangebroken en mijn vader had twee weken vakantie dan trokken we er op de fiets op uit.
En gingen we dus wat verder. 

Nog voor ik zelf kon fietsen zat ik bij mijn vader voor op het zitje dat aan het stuur was bevestigd. 

Vaste prik was als het prachtig zomers weer was, om naar het strandje te gaan bij de uitspanning Oud Valkeveen bij Oud Naarden. 






Oud Valkeveen en Oud Naarden, dat zijn twee namen die vast in mijn geheugen zijn gebeiteld. 
Dat herinner ik me daarom ook zo goed omdat het altijd elk jaar weer opnieuw zoeken was voor mijn ouders.





We hadden de in die tijd bekende Nivea toeristenkaart in huis, maar die was niet genoeg gedetailleerd.






En op een kaart uit de King atlas (ik was overigens toen al een behoorlijke kaartenfreak) staan wel heel wat fietspaadjes afgebeeld, maar ze vormen één grote wirwar. 

Ik kan zelfs nu wel begrijpen als ik op de kaart kijk, dat de weg naar Oud Valkeveen moeilijk te vinden was.



Met name ergens op de hei bij Laren of Blaricum, was het elk jaar een discussie tussen mijn ouders welke kant we op moesten. Daarvoor werden de klassieke ANWB paddestoelen geraadpleegd, maar die waren kennelijk niet altijd even duidelijk. Toen ik groot genoeg was, heb ik me ingeprent om het zelf goed te onthouden. En ja hoor, het jaar daarop, kon ik mijn ouders adviseren. 



Gelukkig luisterden ze naar mij. En was ik des te gelukkiger als ik tussen het geboomte door een glimp van het zonnige strandje kon ontwaren.

Tot mijn vijfde woonden we aan de Zandvoortweg en ik herinner me de tocht vanaf de Zandvoortweg nog goed. Het is leuk om een aantal punten in de aandacht te brengen. Vooral omdat er veel niet meer is. Het aanzien van de Zandvoortweg is totaal veranderd. Ik heb een aantal tekeningen van toen gemaakt, die eigenlijk bedoeld zijn om ooit te publiceren in het boek dat we willen uitbrengen. Maar hier dus een voorproefje, wat mooi past in het verhaal. 

Allereerst passeerden we dan rechts van ons de boerderijen van Schimmel en Van der Wardt.



Dan aan onze linkerhand het fraaie witte huisje met de rood witte luiken van Hooijer (rechts op de tekening). 



Ongeveer tegenover Hooijer was ergens het paadje naar het voetbalveld. 
In de flauwe bocht eerst naar rechts en dan naar links waren er dan rechts een aantal boerderijen te ontwaren en de statige Villa Rusthoek.



De boerderijen waren die van (in volgorde van passeren): Staal (met de kenmerkende leeuwen, die als het ware het erf bewaakten), Zonneveld, Schothorst en Beukeboom.



Links een open grasveld. Vaak met paardjes als ik me goed herinner. 



Het was een driehoek, die nog bestaat, met aan de verste zijde, aan de Eemnesserweg, de bekende Villa Benthuys.



Vlak bij het punt waar de Eemnesserweg overgaat in de Van Heemstralaan en samenkomt met de Zandvoortweg (de Kennedylaan bestond nog niet), stond er een huisje met rood witte luiken een beetje naar voren op de weg.
Heel kenmerkend en ik weet het nog goed.



Ik heb het nog eens nagekeken en het is er nog, alleen in die tijd was het veel opener. 

De Van Heemstralaan had in die tijd een heel ander aanzien dan nu, hoewel de huizen er nog precies zo staan. Inclusief de kruidenierszaak met luifel vooraan links op de tekening. Alleen is dat pand nu een gewoon woonhuis.

Zoals het er toen uitzag zit heel erg in mijn geheugen gegrift. 
Vooral de ‘macadam’ herinner ik me erg goed. Een weg van beton platen. In die tijd niet ongebruikelijk. Ik kan me het geluid ervan ook nog steeds terughalen in mijn geest. Het 'kedeng kedeng'  als de auto's erover heen gingen.
Het beeld en het geluid is vaak in mijn dromen teruggekomen. Misschien omdat het te maken had met naar buiten gaan, buiten je zelf treden, op reis gaan, verre reizen maken. En voor mij was dat in die tijd een verre reis. Want laten we wel wezen, het was toch wel mooi bijna 20 km, niet niks voor mijn ouders, in die tijd, met die stevige fietsen, met eerst twee jongetjes, vervolgens drie en toen vier (maar toen woonden we inmiddels in de Lepelaarstraat).
En dan ook nog in de warmte. Want we gingen naar het strand als het mooi warm weer was natuurlijk.
Mijn vader had dan meestal een keurig wit overhemd met opgestroopte mouwen aan en mijn moeder in een vlot eigentijds vijftiger jaren streepjes jurkje, dat ze ook nog zelf gemaakt had.

Ergens daar bij de Van Heemstralaan begon of mijn vader of mijn moeder zich af te vragen of ze het gas wel hadden uitgezet. Het is echt voorgekomen dat we zijn teruggereden om dat te controleren, met als resultaat uiteraard de constatering dat het was gebeurd. Een beetje van die neurose heb ik overgedragen gekregen, want ik wil ook nog wel eens bij vertrek en zeker bij een langdurige verre reis alles nog wel enige malen controleren.



Als we dan aan de Amsterdamsestraatweg arriveerden bij Hotel Groeneveld en vervolgens links in de verte Kasteel Groeneveld aan het eind van de bekende oprijlaan ontwaarden en het benzinestation van Esso passeerden, waren we echt weg. 

Rechts was er de weg naar Eemnes, de Wakkerendijk. Maar die ‘deden’ we op andere fietstochten.

De omgeving van de Witte Bergen kenden we goed, want we wilden daar nog wel eens neerstrijken op een zondagmiddag. 


Ook wij ‘deden’ aan bermtoerisme. 




Dan nestelden we ons in de berm of iets verder in het zand. Later hadden we zelfs een tentje bij ons. 



Dan gingen we er ballen en hadden we van alles bij ons om te eten en te drinken. Een bekend drankje in die tijd was Exota. 

Een drank met prik. Tamelijk nieuw voor die tijd. 
De drank bevond zich in flessen met beugelsluiting en kwam in 1971 groot in het nieuws doordat ombudsman Van Dam de aandacht vestigde op het vermeend ontploffingsgevaar van de flessen.
Wij hadden de flessen gewoon in de fietstassen zitten en zelfs na enig gehobbel met de fiets, hebben we nooit wat van het gevaar gemerkt en maar goed ook dat we dat toen niet wisten.

Vlakbij het Hotel ‘De Witte Bergen’ was er het fruitrestaurant Tomatuva met een groot terras. Maar daar hebben we nooit op gezeten. Dat zat niet in het budget.

Wel herinner ik me een glimp van de kassen en het grote bord aan de Rijksweg. Ik had het er onlangs met mijn broer Henk over en hij is er wel geweest. Dat was eind zestiger jaren, toen er nog wel eens een bandje optrad.
Niet lang daarna was het gedaan met Tomatuva, dit vanwege de moeilijke bereikbaarheid als gevolg van de overgang naar een vierbaansweg.

Een bekende ‘bezigheid’ bij de Witte Bergen was het opschrijven van kentekennummers van de auto’s. 
Wij waren daar echter niet zo fanatiek in, zagen er ook het nut niet van in, maar onze neef uit Hilversum, had een heel schrift vol. Leuker was eigenlijk om van heel ver automerken te herkennen. 
In die tijd zagen auto’s er per merk heel verschillend uit. Niet zoals nu waarbij het allemaal van die grijze blikken dozen zijn en je een automerk alleen kan herkennen aan het embleem of logo op de motorkap, als het er al op zit. 


Een Peugeot, een Citroën, een Opel, je zag hem destijds al van ver aankomen. 
Thuis hadden we het bekende auto kwartetspel van Jumbo, dus we waren er tamelijk goed in. 

Maar afijn, daar ga ik niet over door omdat dit verhaal gaat over de trip naar Oud Valkeveen en als je bij de Witte Bergen bent, ben je er nog lang niet.

Schuin achter Hotel De Witte Bergen was er het grote heigebied richting Hilversum. 




De toren van de St. Vituskerk aan de horizon leek ons dan wel vriendelijk toe te knikken.
Mijn opa en oma, de ouders van mijn moeder, woonden op de Larenseweg en ik herinner me dat we met hen wel eens op de hei hebben rondgetrampeld. Mijn opa, die een fanatiek wandelaar was, presteerde het zelfs om ons te voet in Baarn te komen opzoeken.



We zijn met hem ook wel eens naar het St. Janskerkhof geweest.

topografische kaart omgeving St. Janskerkhof en de hei
 Die bevindt zich aan aan de Hilversumseweg in Laren, in feite in het verlengde van de Larenseweg.


Een bijzondere plek, die een belangrijke rol speelt in de St. Jansprocessie, die elk jaar op 24 juni ter ere van St. Johannes de Doper door Laren trekt.  De processie vertrok (en vertrekt nog steeds) vanaf de basiliek met als eindpunt de kapel bij het kerkhof, dat aan de andere kant van de Rijksweg lag (de kant van Hilversum).


de basiliek van Laren
Omdat wij katholiek waren, was dat voor ons natuurlijk een belangrijke gebeurtenis en we zijn er vaak gaan kijken. 




Ik vond het heel bijzonder en hoor nog de kerkelijke gezangen, het opzeggen van de weesgegroetjes, door de nonnen en de gelovigen in de stoet. 




En overal langs de route was er versiering in geel en wit. Veel vlaggen en poorten die speciaal voor die gelegenheid waren gemaakt. 


Een fenomeen dat ik op Bali heb teruggevonden. Daar gebruikt men ook met name de kleuren geel en wit als versiering in de tempels als er iets bijzonders te vieren valt en daar zijn zelfs continu processies, waarbij men de heilige attributen van de tempel onder een baldakijn door een stadje of dorpje voert, eigenlijk net zoals in Laren. Ik heb er wel iets mee.

Terugkomend op de tocht naar Oud Valkeveen moet ik bekennen dat ik het voor de rest niet meer heel goed weet. Er zijn slechts flarden. Flarden van huisjes met rieten daken, hei en bos en de ANWB padddenstoelen. 



Heel landelijk wel. En het is goed te begrijpen dat er diverse kunstschilders in de loop van de jaren in Laren zijn neergestreken. Met als logisch gevolg zo waar een museum. In mijn puberteit had ik wel wat belangstelling voor kunst en ben ik wel een paar keer in het Singer museum geweest.

De kiosk aan de Rijksweg bij het kruispunt met de weg van Laren naar Hilversum kan ik me wel redelijk goed herinneren. 



We hebben er wel eens een ijsje verorberd. Maar of we er langs reden op de route naar Oude Valkeveen weet ik niet. Het kan ook zijn dat we binnendoor zijn gereden via de Brink met de Basiliek. In elk geval passeerden we daarna wel ergens wat rustieke huisjes in Blaricum. 




En dan kwam denk ik het grote probleem op de vlakte in de buurt van de Tafelberg. 

topografische kaart









Daar was, zoals ik in het begin van dit verhaal al vertelde, enige verwarring bij mijn ouders. 



De vlakte met hei ging over in wat bebossing en dan wisten we dat we er waren. 




Nog even een bruggetje over en daar kon je naast de speeltuin met de vrolijke kindergeluiden tussen de bomen door het felle licht van het strandje ontwaren. 






En dan waren we heel blij. En kon Hansje en zijn broertjes gaan scheppen in het zand en in het water.









Ik heb het nog eens opgezocht en tot mijn grote verrassing blijkt de uitspanning en strand, wel met aanpassingen van deze tijd, er nog steeds te zijn en druk te worden bezocht. 

Eigenlijk was het de bedoeling een verhaal te schrijven over al de tripjes die we maakten, maar ben dus niet verder gekomen dan deze ene.



In de volgende aflevering zal ik vertellen van de andere tripjes die we in de zomervakantie plachten te maken. 
Hansje met zijn vader
Want daar waren onze ouders goed in: steeds er op uit gaan, binnen de beperkte mogelijkheden van die tijd. Ik ben ze er nog steeds dankbaar voor.


Hans Smeekes














Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter