vrijdag 5 september 2014

Wie maakt U wegwijs ?

ANWB bord bij Viaduct A1
Ook in Baarn stonden veel van deze wegwijzers.
Hoe werden deze eigenlijkt gemaakt net als de overbekende paddestoelen? Zonder de meest in het oog springende service van de A.N.W.B. zou ons land een doolhof zijn.
Een van de meest in het oog lopende activiteiten van de A.N.W.B. is het plaatsen en in stand houden van wegwijzers en richtingborden. Hiermee heeft de A.N.W.B. zich de sympathie en de dank verworven van heel Nederland. Want waar men zich ook bevindt, in noord, oost, zuid of west, overal in den lande treft men de vertrouwde blauwwit geschilderde palen aan. De reiziger of toerist realiseert zich maar zelden de diensten welke de wegwijzers hem op zijn tocht bewijzen, maar het belang van dit blijvend dienstbetoon van de A.N.W.B. bleek onder andere overduidelijk, toen men in 1940, voor de inval van de Duitsers, de wegwijzers had weggehaald. Het regende klachten bij de A.N.W.B· van lieden die geen wijs meer konden worden uit de wir­war van wegen. Ten overvloede heeft de A.N.W.B. in die dagen het belang van de wegwijzers nog eens openlijk kunnen bewijzen.


een speciale auto waarmee de borden werden geplaatst

Zij had in de omgeving van Arnhem en Nijmegen een speurtocht georganiseerd voor een aantal journalisten, van wie men mocht aannemen dat zij de grote wegen in Nederland kenden. Geen van hen slaagde er in de tocht tot een goed einde te brengen.

Het systeem van de richtingaanduiding, zoal wij dat thans (1952) kennen, is het resultaat van bijna zestigjarige ervaring. In 1895 plaatste de A.N.W.B. namelijk de eerste wegwijzers: twintig houten palen met borden langs de weg van Utrecht naar Rotterdam. Toen de eerste controleur zijn eerste inspectie­tocht hield om te zien hoe de palen er bij stonden vond hij niets. De om­wonenden hadden ze alle weggehaald en in hun kachel opgestookt. Het jaar daarop heeft men langs dezelfde weg twintig ijzeren palen geplaatst.


De ontwikkeling van de wegwijzers in miniatuur
Sindsdien heeft men het aantal wegwijzers  steeds maar uitgebreid en ze tevens verbeterd. Thans (1952) wijst de A.N.W.B. de reizigers  in Nederland de weg met 4680 wegwijzers, 1460 rich­tingborden en 2412 paddenstoelen.

Het onderhoud van al deze borden en palen eist een uitgebreide organi­satie en een uiterst nauwkeurige ad­ministratie. Elke wegwijzer heeft op het hoofdkantoor van de A.N.W.B. te ‘s-Gravenhage een eigen kaart, waarop de tekst van het bord nauw­keurig staat aangegeven met vermel­ding van de richting, waarin het wijst. De plaats, waar een wegwijzer moet komen, wordt bepaald aan de hand van een stafkaart, waarop tevens de onderlinge afstand van de palen wordt nagemeten. Voor het plaatsen van de borden onderhoudt men nauw contact met de Rijkswaterstaat, de Provin­ciale Waterstaat en de verschillende gemeenten. Dit contact bestaat niet alleen in het aan vragen van een vergunning om een wegwijzer te mogen plaat­sen of een kuil in het trottoir te mogen graven. Het kan soms zelfs gebeuren, dat de A.N.W.B. in samenwerking met de gemeente de borden zodanig plaatst, dat het verkeer buiten de kom der gemeente wordt geleid, zodat het centrum kan worden ontlast.


De schilders aan het werk. De namen van alle Nederlandse steden
en dorpen vloeien uit hun perceel.
Elke nieuwe verbinding en elke nieuwe wegomlegging maken het nood­zakelijk veranderingen op de wegwij­zers aan te brengen. De opening van de nieuwe weg naar Nuth eiste bij­voorbeeld verandering van de aan­wijzingen op alle twintig wegwijzers in en om Heerlen. Telkens als een nieuwe weg geopend wordt, werkt de afdeling wegwijzers van de A.N.W.B. onder hoogspanning.

Paddestoelen, gereed om
 naar de plaats van de
bestemming te worden gebracht
Het· onderhoud van de borden vraagt niet minder zorg. De A.N.W.B. heeft een inspecteur in dienst, die over het gehele land regelmatig de borden controleert en eventuele be­schadigingen meldt aan het hoofd­kantoor. Een achttal schilders houdt de borden bij volgens aanwijzingen van de inspecteur. Kan een bord ter plaatse niet meer worden geschilderd, omdat het te zeer beschadigd is, dan gaat het naar een smederij in Den Haag, die werkt in opdracht van de A.N.W.B. Daar worden de borden uit platen gesneden en oude borden, die nog gerepareerd kunnen worden, wor­den er gevlakt. IJzeren palen worden er op maat gezaagd, gaten geboord enzovoort. Van de smid verhuizen de palen en borden naar de zandstraler, waar zij schoongespoten worden - overigens niet met zand, maar met vijlsel - en met een roestwerende laag verf bedekt. Van daar gaan de borden naar de schilder. Tegenwoor­dig laat men het schilderwerk moffe­len, wat de levensduur van de borden aanzienlijk verlengt. Borden, waar het publiek niet gemakkelijk bij kan, zoals die langs de autowegen, zijn meestal uitgevoerd in email. Derge­lijke borden kunnen zeer lang mee, mits zij niet beschadigd worden. Men kan ze daarom in meer bevolkte ge­deelten van ons land niet gebruiken. Vooral in dorpen treft men nogal eens jongelui aan, die er een sport in zien om de borden met stenen te bekogelen. Deze baldadigheid kost de A.N.W.B. jaarlijks duizenden guldens.


De vader van de wegwijzers dhr. Brandt
Steeds zoekt de A.N.W.B. naar verbetering van de wegwijzers. Voort­durend wordt er met nieuwe soorten verf geĆ«xperimenteerd. De borden staan dag en nacht buiten en hebben veel te verduren van weer en wind, zodat het alleszins begrijpelijk is, dat men de hoogste eisen stelt aan de verf. Een van de nieuwste snufjes op het gebied van wegwijzers is een speciaal door Philips ontworpen ver­lichting boven de borden, zodat de aanwijzingen ook 's avonds en 's nachts duidelijk te lezen zijn.

De begroting van de afdeling weg­wijzers van de A.N.W.B. bedroeg in 1951 ongeveer vierhonderddui­zend gulden. Dat is dus het bedrag, dat de A.N.W.B. voor een jaar uit­trekt om ons allen op de rechte weg te houden.




Leen Bakker
Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://knipselsuitkranten.nl

http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter