dinsdag 27 oktober 2015

Herinneringen van Hans (5) ‘s Zondags naar ‘t voetballen: De gloriejaren van V.V. Baarn

door Hans Smeekes


Ik ben een voetbalgek en dat is me in feite met de paplepel ingegeven. Al van kleins af aan nam mijn vader me mee naar het voetballen. En dat begon dus al toen we nog aan de Zandvoortweg woonden. Wanneer er een thuiswedstrijd was van VV Baarn vond ik het prachtig  om de aanzwellende stroom mensen (voornamelijk mannen op z’n zondags met hoeden op) te aanschouwen, die ons huis passeerden. Zoveel mensen had ik nog nooit in  één keer gezien. Wat een gezellige drukte. Ik stond dan al ongeduldig in het poortje te wachten tot mijn vader me aan de hand meenam en wij ons voegden in de stoet van druk pratende mannen. Veelvuldig klonk dan: ‘Hallo Joop’. Want mijn vader kende veel mensen. 


Voetbalvereniging Baarn

De namen van Voetbalvereniging Baarn
Ver hoefden we niet te gaan, want voorbij de boerderij van Van de Wardt gingen we dan rechtsaf. De weilanden in. Toch was het dan nog een stukje lopen langs het paadje. Mijn vader kocht de kaartjes aan een simpel overdekt witgepleisterd hokje. En simpel waren ook de kleedlokalen. Het kon er flink waaien zo midden in de velden en koud kon het er ook zijn, maar dat deerde ons niet.

De doelpalen waren nog van hout. Als daar een bal tegen aan kwam dan hoorde je een flinke knal en het hout knarsen. En als de bal hoog over geschoten werd, het andere weiland in, dan duurde het even voordat die weer terug was. Een ijverige supporter was dan wel zo vriendelijk de drassige velden in te springen tussen de koeien door. Eigenlijk denk ik dat het voetbalveld alleen op die zondag als zodanig dienst deed. Door de week zou het wel eens het territorium van de koetjes geweest kunnen zijn.

Als ik me goed herinner was het veld afgezet met witte betonnen paaltjes, aan elkaar verbonden op een meter hoogte door een horizontale metalen buis. Daar konden de mannen lekker overheen hangen, als je er tenminste vroeg bij was. Wij waren wel eens aan de late kant en dan stond mijn vader op de 2e rij. Maar ik mocht vooraan op de grond zitten. Vlakbij de witte kalklijn dus. Daardoor leken de spelers nog groter en steviger dan ze al waren. En ik deinsde naar achter als er een heftig duel aan de lijn werd uitgevochten. En die bal vond ik ook heel groot. Echt een bruin leren monster. En de spelers hadden nog van die zware bruinzwarte kickers met metalen noppen aan. Het zag er gevaarlijk uit als er een speler een sliding mijn kant op aan het maken was.

De grensrechter had het altijd zwaar te verduren. Want de Baarn supporters waren het nooit eens als hij fanatiek, overtuigd van zijn gelijk, voor buitenspel van een Baarn speler stond te vlaggen. Het getier en gevloek was dan niet van de lucht en mijn vader deed daar druk aan mee.

Een oer-oude foto van BVV Baarn. Ook toen al in de kleuren Blauw-Geel, al was het ene shirt wel wat valer dan het andere.
Jaren later speelde de club nog steeds in blauw-geel.
Imposant vond ik het als het Baarn team de kleedkamers uitkwam. Er werd dan van alle kanten geroepen: “Baarn, Baarn”!!! Ik denk dat de bezoekende clubs hiervan wel van onder de indruk moeten zijn geweest. En wat vond ik onze Baarn spelers stoer in de kleuren geel en blauw (het strakke voetbalhemd met de verticale banen: blauw/geel/blauw en met witte broek). Sindsdien ben ik altijd een voorkeur blijven houden voor clubs die in dezelfde kleuren spelen.

Baarn speelde toen in de tweede klasse en speelde tegen de top amateurclubs uit die tijd, voornamelijk uit Amsterdam. Klassiek waren de wedstrijden tegen Zeeburgia, de aartsrivaal. Verder herinner ik me de namen van clubs als Watergraafsmeer, D.C.G. en O.V.V.O. De spelers die ik me herinner zijn voornamelijk uit de tijd, dat we al in de Lepelaarstraat woonden. Dus toen was ik al een jaar of tien. Ook toen gingen we regelmatig.

Met name in de zogenaamde glorietijd.  Dat was omstreeks 1958. Ik kan me een wedstrijd herinneren, waarbij het er echt om ging. Baarn kon namelijk promoveren naar de eerste klasse (hoger bestond toen nog niet in het amateur voetbal), maar moest dan wel eerst nog winnen van de roemruchte club H.F.C. uit Haarlem (toen nog niet koninklijk). Dat is uiteindelijk niet gelukt. Maar wat een sensatie toen. Het hele dorp stond op zijn kop.

De middenvoor van Baarn was nog een echte ouderwetse middenvoor. Stevig en robuust. Hij kon echt heel hard schieten. Zijn naam was Woudenberg, als ik me goed herinner. Wel weet ik zijn bijnaam nog heel goed: De Schiere. Als hij een penalty nam hoefde hij alleen maar hard op doel te schieten, in mijn beleving. De keeper kon hem toch niet houden. Als hij de bal al ‘had’, zou hij toch met bal en al het doel in zijn gevlogen.

En ja onze keeper natuurlijk. Een opvallende persoonlijkheid die Henk Lüschen. Zijn blonde haar was strak naar achter gekamd (volgens mij bijeengehouden door een bandje). Hij had ook zo’n echte keepersklep op. Hij werd ‘de Witte’ genoemd. Volgens sommigen was hij beter dan Piet Kraak, de keeper van Stormvogels en keeper van het Nederlands elftal in de begin jaren vijftig. De clubs speelden eens tegen elkaar en toen was het goed te vergelijken. Ja je moest van goede huize komen om die Witte te passeren. En als hij weer eens een moeilijke bal had gevangen of uit het doel had gestompt, ging er een groot gejuich op.

Ja en ik herinner me Jan Onrust nog, hij speelde op het middenveld. Die heeft heel wat jaartjes voor het eerste gespeeld en werd van voren op zijn hoofd steeds kaler.

Mijn vader kende hem goed. Je kon hem tegenkomen op het Gemeentehuis. Hij was er de bode.

Cees van Wilpen in 't Gooi
En dan was er nog Natter, van Wilpen en van Ginkel. Bekende voetbalnamen in Baarn.

Maar de grote favoriet van iedereen was Baltus Burgman. Dat was onze Coen Moulijn.

Een klein gedrongen mannetje, net als Coen eigenlijk (dus ik voelde me wel verwant met die twee) en ook net als Coen buitenspeler. Als Baltus wat werd aangedaan, stond iedereen van verontwaardiging te roepen en te schreeuwen. Ja zijn rushes waren geweldig. Ik genoot ervan dat ik dat als klein mannetje van zo dichtbij kon aanschouwen. Want omdat ik klein was en nog lang aan de kleine kant bleef, werd ik altijd naar voren geschoven. Het zondagskind eens te meer.

Cees van Wilpen
Ik snoof het gras, het leer, het zweet.

Volgens de lijst van Baarnse bijnamen had Baltus de bijnaam Balli Balli, maar dat kan ik me niet herinneren. Maar de bijnaam is wel heel toepasselijk en voorstelbaar. Hij heeft later geloof ik nog even voor de semi profclub ‘t Gooi in Hilversum (2e divisie semi profs)gevoetbald. Ook daar zijn we nog wel eens een enkel keertje gaan kijken. Dat was in het sportpark. Van het intieme stadionnetje met de groen geschilderde houten overdekte tribunes heb ik nog goed beeld. Alleen jammer dat door de sintelbaan je zo ver van het voetbalveld af stond.

Ja Baarn had toen diverse talenten en die werden overgehaald om bij naburige (semi)profclubs te voetballen. We vonden dat heel wat. Het zette Baarn op de voetbalkaart.

Zo gingen we speciaal naar Hilversum om onze plaatselijke held Cees van Wilpen aan te moedigen. Ik denk dat hij de eerste Baarn speler ooit was, die een profcontract kreeg aangeboden. In die tijd moet Gerd Bals keeper van ‘t Gooi zijn geweest.

Hetzelfde stadionnetje werd ook gebruikt door ‘Hilversum’, de andere profclub in Hilversum. De beide clubs waren water en vuur. Een fusie, waar om financiële redenen even sprake van is geweest, is om sentimentele redenen nooit gerealiseerd kunnen worden.



Joop de Haan bij FC Hilversum
Joop de Haan



Ook voor Hilversum speelde er in die tijd een Baarnaar: Joop de Haan. Echter die heb ik nooit gezien, tenminste niet bij mijn weten. Misschien als aanstormend talent heel even bij Baarn, maar dat weet ik niet meer.

Evert van Ginkel in HVC
Ja en dan was er nog H.V.C. uit Amersfoort. Een grote club in die tijd (1e divisie). Dat was op het roemruchte sportpark ‘Birkhoven’. Ook daar zijn we (mijn vader en ik) eens gaan kijken. Om er een ander talent uit Baarn te bewonderen: Evert van Ginkel.

Opvallend was het aantal toeschouwers. Het zat helemaal vol. H.V.C. was toen ook heel goed.

Ik moet toen ongeveer dertien jaar oud zijn geweest en ik heb er toen we weer thuis waren een verslag van geschreven. Want ik was er vast van overtuigd dat ik sportjournalist zou worden, dus ik oefende al wat. Ik weet nog dat ik het mijn vader heb laten lezen en die vond het prachtig. Helaas is dat stukje verloren gegaan en van dat idee van sportjournalist is niets geworden.

Evert van Ginkel
In het stukje stond  uiteraard onze held Evert van Ginkel centraal, ik denk dat hij toen net zijn contract had getekend. Een andere ster was Bennie Marcus, maar die kwam uit Amersfoort. Maar ook voor hem gingen we. Er is een foto uit 1963 waar beiden op staan. En (opvallend achteraf): Piet Schrijvers. Die zal toen wel gekeept hebben, maar hij was toen nog niet bekend.

De elftalfoto’s van bovengenoemde profclubs hingen aan de muur op mijn kamer. Ik haalde ze uit tijdschriften als de Panorama en Nieuwe Revu. We hadden thuis de leesportefeuille en op mijn verzoek hadden we de map die je mocht houden.

Toen ik een jaar of zestien was en kon beschikken over een brommer, ben ik een enkel keertje bij Ajax gaan kijken in de Meer en bij D.O.S. in Utrecht in de oude Galgenwaard. Ik heb er Frans de Munck nog zien keepen.

Mijn vader is later helemaal idolaat van Ajax geworden. Ik ook trouwens. Maar is er nooit wezen kijken. Wel volgde hij alles op de voet. Als hij op vakantie was, luisterde hij naar de wereldomroep om de uitslag van Ajax te kunnen horen.

Grappig is, dat mijn moeder die liefde voor Ajax heeft voortgezet: Ook toen mijn vader al was overleden, bleef ze steevast kijken als er een wedstrijd van Ajax op de tv was. En toen ze al bijna negentig was hebben mijn broer Henk en zijn vrouw José haar een keer meegenomen naar de Arena. Ze kreeg er echt een VIP behandeling inclusief skybox. Het was de dag van haar leven.

‘Dat ik dat nog mag meemaken ...,’ zei ze toen lachend.

Hans Smeekes












Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter