door Eric van der Ent
Dhr. en mevr. Van Wessel, latere bewoners van de noodwoningen voor Belgische vluchtelingen aan de Padangstraat. (Foto: coll. Fam. Vet) |
Waarschijnlijk vraagt u zich af waarom dit betoog in deze rubriek aan de orde komt. Deze rubriek gaat over de geschiedenis van Baarn en haar inwoners. U bent van ons gewend dat we vaak een bruggetje van het heden naar het verleden maken. In dit geval wil ik u mee terugnemen naar de tijd van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Ook toen kreeg Nederland te maken met een enorme stroom vluchtelingen voor oorlogsgeweld. Ongeveer een miljoen Belgen vluchtten de grens over naar Nederland, dat in die tijd ongeveer 6,5 miljoen inwoners telde. Het inwonertal van Nederland nam dus maar liefst met 15% toe door die vluchtelingen.
Ook in die tijd zal men zich zorgen gemaakt hebben, maar ook toen werd (ook in Baarn) voor opvang gezorgd. Baarn liet aan de Padangstraat zelfs houten noodwoningen bouwen. Die woningen bleven, overigens ook nadat de Belgische vluchtelingen weer huiswaarts keerden, in gebruik. Gewone Baarnse gezinnen trokken in de woningen. Aan de Spoorweglaan (later Gerrit van de Veenlaan) stelde dhr. Korthals Altes enige kamers van zijn villa Eikenhorst ter beschikking om als schoollokalen te kunnen dienen. Acht gevluchte Belgische onderwijzers gaven daar les aan 32 Belgische kinderen. In de Gooi- en Eemlander van 4-11-1914 is te lezen dat fanfarekorps Crescendo en de gymnastiekvereniging een uitvoering gaven in hotel Central ter ontspanning van de alhier vertoevende Belgische vluchtelingen. Ook in die tijd werden gymlokalen van scholen ingericht als noodopvang. Tevens werd er een comité opgericht dat zich tot doel stelde om Belgische gezinnen onder te brengen bij Baarnse gezinnen. Het bestuur van dat comité bestond uit de heren Enthoven, Beets, Van Ditzhuijzen en Wijkamp. Men probeerde om de Belgische gezinnen onder te brengen bij ‘armere’ Baarnse gezinnen. Voor het verlenen van pension werd een vergoeding gegeven. En zo sneed het mes aan twee kanten. Dat geld voor die vergoedingen werd door vermogender Baarnse gezinnen opgebracht.
Militairen ingekwartierd bij een boerderij aan het Zuidereind in Baarn (Foto: coll. Stichting Groenegraf.nl) |
Militairen aan het Zuidereind. Foto: Coll. Stichting Groenegraf.nl |
In totaal werden enkele honderden Belgische vluchtelingen in Baarn opgevangen. Zo ook bij de weduwe Albertha Wilhelmina Staal-Lankamp. Zij woonde aan de De Wetstraat 49, Baarn en was al een aantal jaar weduwe. Hierdoor had ze plaats voor het Belgische echtpaar Temmerman-Kinjet en hun zoon Joseph. In het Baarns Nieuwsblad van 15-11-1918 is te lezen dat het gezin Temmerman aan het front in België hun andere zoon Bazil Temmerman moest verliezen.
In die oorlogsjaren werden de vluchtelingen in Nederland en Baarn geholpen. Ongetwijfeld zal men zich over de grote stroom vluchtelingen destijds ook zorgen gemaakt hebben. Die jaren waren voor de Baarnaars ook moeilijk. Denk maar eens aan de Spaanse griep en de crisis door de oorlog. Tegenwoordig hebben we het toch behoorlijk goed met zijn allen. Laten we humaan met de vluchtelingen omgaan en hulp bieden aan die vluchtelingen die het zo hard nodig hebben.
Voor het samenstellen van dit artikel zijn krantenberichten uit 1914-1918 uit de collectie van de Koninklijke Bibliotheek geraadpleegd.
Dit verhaal verscheen op maandag 28 september 2015 in de Baarnsche Courant in de rubriek
’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’
Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl
Eric van der Ent |
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter