door Thea van der Ent-de Ruiter
Elisabethstraat |
Opoe was blij met de geiser, hoewel het ze niet kon laten om een fluitketel water op de kookkachel te zetten. Dat werd eerst gebruikt. Ook melk warm maken of vlees sudderen ging op de kachel. Die brandde toch, dus kostte het geen extra geld. Een koelkast hadden we niet, wel een diepe kelder waar de piepertjes opgeslagen lagen en er waren planken voor etensvoorraad.
Er was wel iets waar opoe verschrikkelijke hekel aan had en dat was: eten weggooien. Er mocht geen kruimel weggegooid worden. Piepers en groente kon je de volgende dag oppiepen voor een kliekje. Opoe had als kind zo’n honger gehad. Dat zat nog vers in het geheugen. Maar ja, sla kon je niet bewaren, dat was aangemaakt en er zat van alles in. Er bleef altijd wel wat over, dus terwijl het niet goed voor haar was, at ze toch de bak helemaal leeg. Daar had ze een galaanval voor over. Als het eten klaar stond en het wachten was op Dirk die nog uit zijn werk moest komen, konden opoe en opa het haast niet afwachten. Als hij dan eindelijk kwam dan liep hij langs het raam en zwaaide, maar liep gelijk door naar zijn volière om te kijken of met de vogels alles nog goed was. Dan werd opa ongeduldig, pakte een bord van tafel en tikte daarmee op het raam om Dirk te laten zien dat hij moest eten. Dat tikken was soms bonken, want hij hoorde het zelf niet. Ik was weleens bang dat hij dat grote raam eruit zou slaan!
Lees deze serie vanaf het begin
Thea van der Ent-de Ruiter |
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter