Kasteel van Antwerpen |
‘Ik weet er niet veel meer van hoor’, haast
mevrouw Lijtsman zich te zeggen, met een onvervalst Indisch accent. Het is dan
ook al lang geleden dat ze in Nederland arriveerde, 27 december 1950, om
precies te zijn. Dit, nadat ze op 1 december van dat jaar met het Engelse
passagiersschip Maloja uit Tandjung Priok waren vertokken, samen met 1.028
andere passagiers. Het zou bijna één maand duren voordat ze in de haven van
Rotterdam werden ontscheept en met de bus naar Baarn, hun nieuwe woonplaats,
werden gebracht. ‘Ze hadden wel het aanbod gehad om in de nieuwe Republiek
Indonesië te blijven, maar dan moest haar man, KNIL militair, naar het
Indonesische leger en daarvoor bedankte hij.
Nies
Tan was pas 19 jaar toen ze uit Nederlands-Indië vertrokken en zwanger van haar
eerste kind. ‘Ik ben bijna de hele reis ziek geweest’, weet ze nog. Als oudste
van vier meisjes was het haar taak om thuis op haar zusjes te passen en de
oorlogsperiode kende vele bedreigingen. Daarnaast werkte ze als leerling in het
ziekenhuis te Medang waar ze oorlogsgewonden verpleegde. Daar ontmoette ze ook
haar aanstaande man, die er als hoofdverpleegkundige werkte. Het jonge paar
besloot te trouwen en al snel verwachtten ze hun eerste kind.
27 december 1950 |
Na
hun aankomst in Nederland werden ze opgevangen in hotel ‘Kasteel van Antwerpen’
in Baarn, waar ze een kleine kamer tot hun beschikking kregen. De heer Lijtsman
Piernbaum kon als onderofficier bij de Koninklijke Landmacht in dienst treden.
Toen de baby werd geboren kregen ze een grotere kamer, maar die moesten ze wel
met een ander echtpaar delen, een kleed vormde de geïmproviseerde afscheiding.
Hun
eerste twee kinderen werden in Baarn geboren, Dolf en Trees. Onnie in Soest en
de jongste, Sophie in Amersfoort. ‘We werden in het begin door kinderen
nageroepen’, herinnert mevrouw Lijtsman zich, “voor pinda of poepchinees”, maar
dat was vooral in Baarn. In Harderwijk was men al meer aan mensen uit
Nederlands-Indië gewend. Natuurlijk hebben we Indië gemist, ik moest er mijn
hele familie achterlaten. Pas na 25 jaar heb ik mijn ouders weer terug gezien.
mevrouw Lijtsman |
Ik
ben daar later nog een aantal keren op vakantie geweest, daarvoor ben ik nu te
oud’. ‘In de begintijd in Nederland moesten we telkens verhuizen en kregen elke
keer iets meer ruimte totdat we een eigen flatje in Amersfoort kregen. Begin
jaren zestig werd mijn man in Harderwijk geplaatst en konden we in de Tromplaan
een woning krijgen. Er waren daar veel Indische buren waarvan de mannen in het
leger werkten.’ Het echtpaar Lijtsman verhuisde later naar de Hofdijkstraat en
nu mevrouw Lijtsman weduwe is, woont ze aan het Westeinde. In het nabijgelegen
Randmeer Zorgcentrum doet ze met alle activiteiten mee, dat biedt afleiding en
als het nodig is, is er verzorging.
Bron: Familie Lijtsman Piernbaum
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter