door Maarten van Bommel
Naar aanleiding van
deze blog over het internaat Louisa State kreeg ik een enthousiaste reactie van een oud-leerling (Lucas Ocken, Louisiaan van 1961 tot 1963), die verhalen weet te vertellen over de jaren tussen 1945 en 1963.
|
Internaat Louisa state rond 1955 |
Vlak na de oorlog werd het internaat vooral bevolkt door kinderen uit ‘ons Indië’ oftewel ‘de Oost’. Hun ouders probeerden intussen in het zojuist onafhankelijk geworden Indonesië hun carrière te herpakken en in zo’n volatiel land kon je je kinderen maar beter op afstand houden. Zo kwamen de kinderen van de Indonesië-gangers op het internaat terecht. Veelal waren ze behept met de nodige ‘rugzakjes’ vanwege hun kampverleden. Ook enkele van de leidsters van het internaat, ‘de juffrouwen’ zoals ze werden genoemd, kwamen uit Nederlands-Indië. Je zou denken dat dit een band zou scheppen tussen de twee groepen, maar dat werd verhinderd door de directeur van het internaat. Hij verbood de leidsters het thema Nederlands-Indië aan te roeren bij de kinderen. Men moest immers sterk zijn, zijn verlies met opgeheven hoofd dragen en gewoon doorgaan. Dat was men immers aan zijn koloniale stand verplicht.
|
Louisa State,groepsfoto 1961
|
Of het waar is, valt niet meer vast te stellen, maar omdat de Koninklijke Familie blijkbaar koloniale kinderen geschikt vond om met de kinderen van Koningin Juliana om te gaan, zou de directeur van het internaat benaderd zijn om enkele van ‘zijn kinderen af te staan’ aan het zogeheten Incrementum, het aparte klasje dat door de prinsessen en de kinderen van de hofhouding werd bezocht. De directeur sloeg dat aanbod beleefd af, omdat ‘het niet in het belang van de kinderen was om geïsoleerd van de maatschappij op te groeien’. Lucas Ocken reageert hierop door te zeggen dat de mening van de directeur enigszins wereldvreemd overkomt, aangezien deze er zelf voor zorgde dat Louisa State een geïsoleerde Baarnse enclave was en bleef.
|
Lincoln Sedan 1960, bron:
http://topclassiccarsforsale.com/ |
De (latere) directeur die Lucas meemaakte, was een gewezen officier. Hij runde ‘de zaak’ met zijn vrouw. Het directeursechtpaar reed in een imposante Lincoln, maar toen eind zestiger jaren ook hier de nivellering toesloeg, werd het uiterlijk vertoon ingeruild voor pragmatisme en zo werd een Fiat 850 aangeschaft (onder het mom ‘less is more‘). Helaas trok deze niet zo snel op als gewend en zo kwam de directrice om het leven bij een verkeerd ingeschatte inhaalmanoeuvre. Een hele trieste gebeurtenis en wellicht was zij hiermee het eerste dodelijke slachtoffer van de nivellering (zie voor meer gevolgen van de nivellering, in de jaren zestig, zoals moord en doodslag, mijn boek ‘Dodelijke Boslucht’).
|
'De kamer vam acht', Lousia state 1962 |
De directeur kon je in de gang naar de studiezaal tegenkomen en dan stak hij onverwachts zijn hand uit, die je natuurlijk behoorde te schudden. Alleen, het was niet zijn rechterhand die hij je toestak, maar de linker. Wee je gebeente als je dan schutterig naar die ‘foute’ hand greep. De les was: ooit kom je iemand in het leven tegen die vanwege de oorlog zijn rechterarm miste en dan behoorde je adequaat te reageren. Ik vraag me soms af, waar zijn dit soort excentriekelingen in Nederland gebleven? Vroeger kwam je ze her en der tegen en ze gaven kleur aan het leven. Het is mijn theorie dat dit soort ‘gedragspiekjes’ ook genivelleerd zijn door de massale inzet van psychologen en pillen. Lucas voegt hieraan toe: ‘Voorwaar, het is me inderdaad een paar keer overkomen; Een keer kwam ik iemand tegen zonder arm en een keer iemand met een door polio aangetaste rechterarm.’
|
'Sick Lucas' rond 1962, Lousia State |
Lucas sliep het eerste jaar in de zogeheten ‘kamer van zes’, met daarin een vrijwel complete collectie National Geographics (1913 – 1963), zorgvuldig achter glas gestouwd, in immense boekenkasten die de hele kamer domineerden. In zijn tweede jaar sliep Lucas in de ernaast gelegen ‘kamer van acht’, een kamer met balkon, van waaraf de jongens ’s nachts muisstil via de regenpijp naar beneden gleden en de tuin in slopen. Op die manier ontmoetten de jongens hun vriendinnetjes uit het meisjeshuis en daarmee spookten ze wat rond in het leegstaande voormalig internaat Sparrenhorst aan de Amsterdamse Straatweg.
NB een andere theorie waarom er minder excentriekelingen zijn in Nederland zou de gelijkwaardige rol van de vrouw in een partnerschap kunnen zijn. In deze tijd lijkt een ‘gek doende’ man zich meer tot de orde te laten roepen door een sensible wife dan begin jaren zestig 😉
Maarten van Bommel
Dit verhaal is gedoneerd door jurist / schrijver Maarten van Bommel die in de jaren zeventig als kind naar Baarn kwam om in het internaat Louisa State aan de Gerrit van de Veenlaan te gaan wonen. Maarten heeft een weblog waar hij verhalen en herinneringen deelt. Dit verhaal over Louisa State is afkomstig uit zijn weblog. Lees ook het eerdere verhaal over Louisa State dat hij aan Groenegraf.nl doneerde.
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter