door Gerrit van den Bosch
Gerrit van den Bosch in 2017. terug in Baarn |
Hoewel het al weer zevenenzeventig jaar geleden
is dat ik als kind mijn geboorteplaats Baarn verlaat zijn mij toch nog zoveel
herinneringen bijgebleven dat ik deze graag op papier zet. Mijn ouders Matthieu
van den Bosch en Maria de Kemp komen in 1928 in Baarn wonen. Dat gebeurt wel in
de winter van dat jaar, want zij trouwen namelijk op 16 november in
Engelen, vlakbij ’s-Hertogenbosch, het geboortedorp van mijn moeder. Zij gaan in
een huisje in de Turfstraat wonen. Mijn vader heeft in deze vooroorlogse
periode, waarin de banen ook niet opgeschept liggen, werk gevonden als tweede
klas handzetter bij Bosch en Keuning. Dit bedrijf bestaat dan nog niet zo lang.
Het technische deel van de onderneming is in die tijd ondergebracht in een
omgebouwde koeien- of varkensstal. Meermalen heb ik mijn vader horen vertellen
dat de mestafvoergoten nog duidelijk zichtbaar waren.
Bosch en Keuning in de jaren dat Matthieu er werkte |
Vakbekwaamheid
Duidelijk is dat de toen 23-jarige
Matthieu, afkomstig uit ’s-Hertogenbosch, zich goed thuis voelt in het jonge
bedrijf. Onder toeziend oog van een oudere collega, de heer Kaasjager, probeert
hij zich zo veel mogelijk in zijn vak te bekwamen. Dit blijkt dan ook een
aantal jaren later als hij de nieuw aangeschafte Typograph, de eerste vaste regelgietmachine,
mag bedienen. Nog later is hij lid van de plaatselijke examencommissie en mag
hij bij het mondelinge gedeelte jonge zetters en drukkers op hun vakkennis
testen.
We kunnen er van uitgaan dat mijn vader
altijd heeft geprobeerd om zenuwachtige examenkandidaten op hun gemak te
stellen. Zelf is hij, ondanks zijn uitstekende geheugen, zo verschrikkelijk
nerveus bij examens dat het hem niet meer lukt om in het bezit van meerdere
vakdiploma’s te komen. Wel blijft de drang in hem sterk aanwezig om door te
dringen tot de groep leidinggevenden zoals voorman, chef of bedrijfsleider.
Vier
kinderen
Mathieu en Gerrit van den Bosch |
Ook
privé gaan de ontwikkelingen door. In de tien jaar dat mijn ouders in Baarn
wonen worden er vier kinderen geboren. Op 13 september 1929 staat de wieg van Mathieu
als enige nog in de Turfstraat. Gerrit, 22 november 1931, komt in de
Mauvestraat ter wereld. Terwijl Cornelia, 15 februari 1935, en Adriaan, 6 juli
1937, in de Nijverheidstraat worden geboren. Van de woonsituatie in de
Mauvestraat kan ik mij niet zoveel herinneren. Wel weet ik dat we naast de
familie “Hut” woonden en aan de overkant van de straat zijn de heer en mevrouw
Starke met dochter Annie en zoon Henk te vinden. Achteraf gezien vind ik toch
wel dat het een leuke eengezinswoning met tuin was in de ”rooie” buurt.
Een
meisje?
Die enorme stress van mijn vader op
spannende momenten zal ook wel de kop zijn opgestoken bij de aangifte op het gemeentehuis
van mijn geboorte. Waarschijnlijk heeft hij maandenlang met het idee geleefd
dat zijn tweede kind, na de komst van een jongen, wel een meisje zou zijn.
Prompt geeft hij dan ook op de vraag van de ambtenaar tot welk geslacht de
nieuwe wereldburger behoort als antwoord dat het een meisje is. Gelukkig
bestaat in 1931 nog de gouden regel dat nieuwe vaders zich in aanwezigheid van
één of twee getuigen aan de balie moeten melden. En dat is in dit geval maar
goed ook. Gelijk hoort de ambtenaar: “het is toch een jongen”? Waarop mijn
vader schoorvoetend moet toegeven dat de getuigen het beter weten dan hij. Op
deze manier is dus een blunder bij de aangifte voorkomen.
Bij de aangifte van de geboorte van het
eerste kind is er kennelijk toch ook iets fout gegaan. De jonge Mathieu heeft
dan wel dezelfde naam als zijn vader maar er is bij hem maar één letter T te
vinden, terwijl Pa er duidelijk twee heeft.
In de cirkel de bovenwoning van de familie Van den Bosch in de Nijverheidstraat |
Verhuizen
naar een bovenwoning
Ik heb me altijd afgevraagd waarom we
naar een bovenwoning zijn verhuisd. Waarschijnlijk zal verlaging van de huur
wel de voornaamste motivatie zijn geweest. Wij wonen nu dus boven een winkel in
de Nijverheidstraat. Dit is maar een klein straatje, tussen de Stationsweg en de Bosstraat, met een flinke bocht erin. Geen omgeving waar je winkels
verwacht. Ik herinner me dat reeds na niet al te lange tijd een nieuwe
middenstander, die huishoudelijke artikelen verkoopt, zich in het benedenpand
vestigt. Het wordt geen vlot lopende zaak, want na niet al te lange tijd is schoenmaker
Overeem onze nieuwe buurman.
Open
mond
Hendrik Overeem Schoenmaker in de Nijverheidstraat |
Naast de reeds gevestigde loodgieter,
schildersbedrijf, slachthuisje en transport/verhuisbedrijf, is de schoenmakerij
wel op zijn plaats in de Nijverheidstraat. Baas Overheem is een gezellige
joviale man die graag een praatje maakt met zijn klanten. Daarnaast werk hij
samen met zijn twee vakmensen hard mee om de vernieuwde schoenzolen en hakken
op tijd aan zijn klanten af te leveren. Ik ben vaak in de werkplaats te vinden.
Met open mond sta ik dan te kijken hoe schoenmaker Jaap een flinke greep kleine
spijkertjes in zijn mond stopt om ze vervolgens één voor één tussen zijn lippen
te toveren en ze daarna met een paar flinke klappen van zijn hamer in de nieuwe
zool te drijft. Een wonderlijk gezicht voor een vijfjarig knaapje.
Tekenmodel
De Nijverheidsstraat met zicht op de kerktoren van de Brink. Links (niet zichtbaar op de foto) was de woning van de familie Van den Bosch |
Door de flinke herrie trekt natuurlijk ook de
toen reeds elektrisch aangedreven schuur- en poetsmachine de nodige
aandacht in de werkplaats. Naast de als
schoenmakerij ingerichte winkel hoort bij het pand ook een schuur waarvan één
van de ramen uitkijkt op de Stationsweg. In deze ruimte heb ik een keer,
zittend op een tafel, als tekenmodel geposeerd voor een aardige juffrouw. Zij
heeft wel wat moeite om mijn hooggesloten geruite pantoffel op papier te
krijgen. Met wat aanwijzingen van een belangstellende lukt het uiteindelijk
wel. De tekening zal wel in het bezit zijn gekomen van de familie Overeem omdat
alles in overleg met de baas gebeurde.
Bij
de start van de schoenmakerij zijn ook de buurtkinderen betrokken. Op een
bepaalde dag komen ze vroeg in de morgen bij elkaar om folders over het bedrijf
in een ander deel van het dorp te bezorgen. Ik weet wel dat er erg goed op mij
werd gelet omdat ik de jongste van de groep ben. Verder denk ik dat er onder
deze jeugdige bezorgers ook wel een zoon of dochter van de familie Lüschen te
vinden was. Zij woonden bij ons aan de overkant van de straat maar waren een
flink stuk ouder dan mijn broer en ik.
Collectant
Ds. Evert Hindrik Blaauwendraad, van 1932 tot 1947 predikant in Baarn |
Mijn ouders zijn trouwe kerkgangers van
de vlakbij staande Pauluskerk. Net als mijn twee broertjes en zusje ben ik daar
als baby gedoopt. Die dienst in januari 1932 wordt geleid door dominee E.H.
Blaauwendraad. Ik neem aan dat deze predikant ook als voorganger bij de twee
doopdiensten van mijn jongere zusje en broertje is betrokken. Mijn vader
behoort tot de groep collectanten die
drie maal per dienst de financiële gaven van de gelovigen inzamelt. De mannen
doen dit door iedere aanwezige in de hun toegewezen rij banken de zwarte collectezak,
bevestigd aan een lange stok, voor te houden. Ook de regelmatig aanwezige leden
van de Koninklijke familie zijn op deze manier bij de dienst betrokken. De
collectanten weten dan dat er na afloop bij het geld tellen altijd een gouden
tientje te voorschijn komt. Als ik ook met mijn moeder in de kerk ben kijk ik
bij het collecteren altijd naar de mooie stijve witte manchetten die uit de
mouwen van het zwarte colbert van mijn vader steken en bij elkaar worden
gehouden door een zilveren- of goudkleurige manchetknoop. Ik vind dit een
feestelijk gezicht, echt zondagse dracht.
Echte
kaarsen
Het kerkorgel in de Pauluskerk |
Ja, mijn oudere broertje en ik gaan af
en toe met onze ouders mee naar de kerkdienst. Van de preek begrijpen wij
natuurlijk niet veel, maar we komen wel onder de indruk van het zingen van de
liederen onder begeleiding van de mooie muziek uit het grote orgel. Voor ons
kinderen is er maar één favoriete dienst en dat is de avondbijeenkomst op
eerste Kerstdag. Het mooiste moment is dan als in de meters hoge dennenboom de
tientallen echte kaarsjes worden aangestoken. Het begint met een klein
vlammetje onderaan de boom dat als door een onzichtbare hand langs alle kaarsen
kruipt die prompt gaan branden en dan stopt bij de hoogst geplaatste kaars aan
het eind van de katoenen draad. Wij jongens beginnen dan met tellen, ieder voor
zich. Het is een soort wedstrijd waarbij we kijken hoeveel kaarsen er niet zijn
aangestoken. Lekker spannend, net zo boeiend om te weten of je straks bij het
naar huis gaan weer een boekje, chocoladekransjes en een sinaasappel meekrijgt.
Als dat klopt dan is het voor ons echt Kerstfeest.
Buitenlands
reisje
De groep collectanten gaat ook buiten de
kerkdeuren vriendschappelijk met elkaar om. Samen met hun vrouwen trekken ze er
jaarlijks een dagje op uit. Zelfs bezoeken zij een keer een Duitse stad. Ik
denk dat dit Aken is. Mijn ouders gaan niet mee omdat het een meerdaagse trip is.
Maar ook op andere momenten treffen zij elkaar bij een verjaardag, koffie- of theevisite. Zo herinner ik me de
namen van de families Beekes, Geijtenbeek, Van der Neut, Van Laar en Prinsen.
Clandestien
Het oude politiiebureau |
De Nijverheidstraat is een vrij smalle
stille straat waar weinig verkeer doorheen komt. Af en toe een politieman, een
’’tuut’’, zoals wij jongens hem noemen. De man is dan net bij het bureau om de
hoek op de fiets gesprongen. Ja, op de plaats waar nu het gemeentehuis staat. Mijn
vader hoopte dan altijd dat zo’n agent niet te veel naar boven zal kijken. Want
vanaf het dak van de overbuurman loopt er dwars over de straat een draad naar
het raam van onze kamer op de eerste etage. Ja, ook bij ons komt in de dertiger
jaren de radio tot leven. Ons eerste toestel staat netjes bij het raam op een
door timmerman Bertus Prinsen getimmerde en aangebrachte plank te wachten op de
ethergolven uit het nabij gelegen Hilversum. Het leek mijn vader wel makkelijk
om de geluidsgolven via de antenne van de buurman op te vangen, zodat hij zelf
niet zijn leven op ons gevaarlijke dak hoefde te riskeren. Natuurlijk wist Pa
wel dat hij met het spannen van die draad in overtreding was, maar tijdens onze
woonperiode is hij daarover nooit door een diender of ambtenaar aangesproken.
Nomaden
Soms is het in ons straatje ineens een
stuk drukker, meestal op zaterdag. Dan rijden er woonwagens, getrokken door
kleine magere paarden, doorheen. De op onverschillige wijze op de bok hangende
zigeunervoerman gaat zich dan samen met zijn op blote voeten lopende vrouw en
kinderen melden op het politiebureau. De meeste dorpsbewoners, ook mijn ouders,
zijn niet zo gesteld op deze nomaden.
Kruidenier Daatzelaar aan de Stationsweg |
Kruidenier
Zo af en toe stuurt mijn moeder mij op
pad om een boodschap te doen. Vanuit huis ga ik dan de hoek om naar de op de
Stationsweg gevestigde kruidenier. In gedachten ruik ik bij binnenkomst in
de winkel nog steeds de lekkere geuren van de versgebrande koffiebonen, de
stroop in de grote ton en de bak met groene zeep. Ook zie ik meneer Daatzelaar
in zijn korte witte jasje druk bezig met het vullen en afwegen van de diverse
puntzakken op de weegschaal. Tot op de gram nauwkeurig blijft hij de houten of
ijzeren schep gevuld met suiker, meel of rijst boven de zakjes bewegen. Geen
gram teveel maar ook geen gram te weinig.
Geloofdiscussie
Het café van Luken aan de Stationsweg |
Naast de kruidenierswinkel, met
misschien één of twee huizen er tussen, is het café-restaurant-hotel van de
familie Luken gevestigd. Samen met mijn twee jaar oudere broer komen we daar
regelmatig over de vloer. Dit is ontstaan doordat Mathieu vriendschap heeft
gesloten met dochter Gerda. Maar doordat mijn broer, die later predikant is
geworden, dan al regelmatig in felle discussie over het protestante en
katholieke geloof met zijn vriendinnetje is gewikkeld, gaat de liefde snel over.
Aan de overkant van het café is er in deze periode ook een boekhandel te
vinden. Vrij apart is dan dat je naast het kopen van potloden, enveloppen en
nieuwe boeken ook voor een paar centen per week leesvoer uit de bibliotheek
kunt halen.
Binnenkort verschijnt deel 2 van Gerrit's herinneringen in dit weblog.
Gerrit van den Bosch, Leiden |
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.
Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn verhalen?
Kom in aktie en stuur ons uw oud Baarn verhaal!