donderdag 6 juli 2017

Baarnsche Moordzaak en de film Bloedbroeders deel 2


Bloedbroeders: Het verhaal achter de film – Deel 2: de openbare terechtzitting, uitspraak en film
Neerlands Filmdoek duikt in de geschiedenis van deze strafzaak, die niet alleen vele pennen in beweging heeft gebracht, maar die, zoals blijkt, ook na ruim veertig jaren veel inspiratie heeft geboden voor het scenario van een nieuwe Nederlandse speelfilm.
De openbare terechtzitting
Op 25 maart 1963 staan Henny, Boudewijn en Ewoud terecht op de openbare terechtzitting van de meervoudige strafkamer van de arrondissementsrechtbank te Utrecht. De strafkamer bestaat uit drie rechters. De voorzitter is mr. Gijsman. Als griffier treedt mr. Laan op. Zijn functie kan worden vergeleken met die van de notulist van een vergadering. Als officier van justitie treedt mr. Van Dijken op. Hij heeft de verdachten een dagvaarding gestuurd. Daarop staat vermeld van welke strafbare feiten zij worden beschuldigd: moord op Theo Mastwijk en enkele diefstallen.
Boudewijn H.
Twee strafpleiters van naam en de familieadvocaat staan de verdachten bij. Mr. F. Pauwels, advocaat te Amsterdam, treedt op voor Henny. Mr Joh. K.M. Mathuisen, wiens kantoor ook in Amsterdam is gevestigd, staat Boudewijn bij. Staan Henny en Boudewijn beiden terecht voor het medeplegen van moord op Theo Mastwijk. Ewoud  voor wie mr. Dietz uit Baarn als advocaat optreedt, wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan diens dood. De rechtbank heeft maar liefst vijf dagen aan de zaak besteed, van 25 tot en met 29 maart 1963.



De eerste dag
Op de eerste dag wordt aandacht besteed aan enkele kleine diefstallen, die, naast de moord op Theo Mastwijk, op de dagvaarding prijken. Als eerste wordt Henny ondervraagd. Hij bekent de diefstallen. Over de moord op Theo zegt hij dat Boudewijn met het plan daarvoor is gekomen. Eerst is nog geprobeerd om Theo door middel van bier, waarin vele slaaptabletten waren vermengd, om het leven te brengen. Dit plan is mislukt. Theo  werd alleen maar misselijk. Toen besloten ze Theo te wurgen of met een ijzeren staaf dood te slaan. Henny bekent dat hij een waslijn om de hals van Theo heeft geslagen. Het draad gleed echter door zijn vingers weg. Vervolgens vertelt hij te hebben gezien dat Boudewijn met een hakmes in de richting van Theo heeft geslagen. Vervolgens is het lichaam van Theo in de put gegooid. De eerste dag wordt beëindigd met het vertonen van de film, die gemaakt is van de reconstructie in de tuin van de villa.

2e dag 26 maart 1963 bij de Utrechtse Rechtbank
De tweede dag
De tweede dag wordt Boudewijn als verdachte gehoord. Eerst komen de diefstallen ter sprake. Daarvan weet Boudewijn zich weinig meer te herinneren. Als de rechtbank over de moord op Theo Mastwijk komt te spreken, ontkent Boudewijn niet dat deze in een torenkamer in zijn ouderlijk huis opgesloten is geweest en dat hij hem daar wel eens eten heeft gebracht. Het initiatief om Theo uit de weg te ruimen is, volgens Boudewijn, van Henny gekomen. Hij wilde Theo juist in leven laten. Hij geeft wel toe tabletten in diens bier te hebben gedaan.  Nee, geen slaaptabletten, maar aspirines en vitaminetabletten.  Ongevaarlijk.  Het is, aldus Boudewijn, ook Henny die vervolgens met het plan is gekomen om Theo te wurgen. Toen ook dat mislukt heeft diezelfde Henny met een kapmes, dat ook werd gebruikt om kippen te slachten, Theo de dood ingeslagen.
Hennie W.
De derde dag
Ewoud staat centraal op de derde dag. De diefstallen worden door hem vlotjes bekend. Henny kwam met het plan om die diefstallen te plegen, zegt Ewoud. Diezelfde Henny heeft voorgesteld Theo Mastwijk in de villa te laten onderduiken. En als de rechtbank vraagt  wie het idee heeft geopperd om Theo uit de weg te ruimen zegt Ewoud, net als zijn broer, dat Henny met dat plan kwam. Toch heeft hij destijds tegenover de politie anders verklaard. Als de rechter hem daarop wijst, lijkt Ewoud ineens zijn geheugen te hebben verloren. Na een korte pauze weet hij zich nog wel te herinneren harde slagen uit de richting van de schuur te hebben gehoord. Niet veel later kwamen Henny en zijn broer Boudewijn de schuur uitgelopen. Boudewijn zou volgens hem toen hebben verteld dat Henny met een hakmes Theo Mastwijk zou hebben doodgeslagen.
In de middaguren komt de anatoom-patholoog dr. J. Zeldenrust zijn sectierapport toelichten. Hij zegt de doodsoorzaak niet precies te hebben kunnen vaststellen. Volgens hem is Theo Mastwijk overleden, doordat hij na de slagen op de schedel – die op zichzelf niet dodelijk hoefden te zijn – in de waterput is gegooid. Het slachtoffer is vermoedelijk een verstikkingsdood gestorven. De dood kan ook zijn ingetreden als gevolg van de plotselinge temperatuurstijging, die ontstaan is door de verbinding van water met ongebluste kalk. Proeven hebben immers uitgewezen dat de temperatuur onder dergelijke omstandigheden plotseling en zeer snel kan stijgen, tot zelfs boven de honderd graden Celsius.
Ewoud H.
De vierde dag
Op de vierde dag van het proces treden de drie verdachten in elkaars strafzaak als getuige op. Boudewijn, die als getuige wordt gehoord in de zaak tegen Henny, blijft er bij dat deze met een hakmes de hersenen van Theo heeft ingeslagen. Ook heeft Henny volgens hem de gebluste kalk over het lichaam van Theo gegooid.
Als Henny in de strafzaak tegen Boudewijn wordt gehoord, blijft deze bij de verklaring die hij ook als verdachte heeft afgelegd. Hij geeft wederom toe dat hij tevergeefs heeft geprobeerd Theo te wurgen. Boudewijn heeft het karwei vervolgens afgemaakt door Theo met een hakbijl meermalen op het hoofd te slaan. Samen hebben ze Theo in de put gegooid. Boudewijn heeft de zak met gebluste kalk er in leeg gegooid. Wie er daarna water in de put heeft gegooid weet hij niet meer. In de middaguren wordt Henny wederom als getuige gehoord. Nu in de strafzaak tegen Ewoud. Henny blijft bij zijn verklaring dat Ewoud ook actief bij de voorbereidingen van de levensberoving van Theo betrokken is.
De eis
Het is op de vierde dag al kwart voor vijf in de middag als de officier van justitie mr. Van Dijken zijn eis tegen de verdachten bekend gaat maken. Hij schetst eerst de lezingen van de verdachten over de betrokkenheid van ieder bij de dood van Theo Mastwijk. Hij verbindt aan zijn analyse de conclusie dat de lezing die Boudewijn heeft gegeven over de  toedracht niet klopt. Vervolgens gaat hij in op de juridische begrippen `medeplegen´ en ´voorbedachte rade´. ‘Medeplegen’ houdt in dat er doelbewust en nauw is samengewerkt met een ander of anderen. ‘Voorbedachte rade’ betekent dat je tijd hebt gehad om goed na te denken over het plan iemand te doden en dat je, ook al realiseer je je wat dat plan inhoudt en betekent voor iemands leven, toch besluit om dat plan uit te voeren.
De officier van justitie acht bewezen dat Henny en Boudewijn beiden schuldig zijn aan de moord op Theo Mastwijk. Omdat Ewoud alleen maar op de uitkijk heeft gestaan om de andere twee ongestoord hun gang te laten gaan, is de officier van justitie van mening dat Ewoud ´medeplichtig´ is geweest aan die moord. Twaalf jaren gevangenisstraf en ter beschikkingstelling van de regering eist hij tegen Henny en Boudewijn. Zijn eis tegen Ewoud luidt zeven jaren gevangenisstraf.
De vijfde dag
De vijfde dag is geheel gereserveerd voor de pleidooien van de advocaten. Mr. F. Pauwels bijt de spits af. Hij is, anders dan de officier van justitie, van mening dat Henny, Boudewijn en Ewoud voor de moord op Theo Mastwijk verantwoordelijk zijn. Hij geeft, tot ontzetting van het publiek in de zaal van de rechtbank, vervolgens flink af op Theo Mastwijk en bepleit in het slot van zijn pleidooi uiterste clementie voor Henny, zijn cliënt. Twaalf jaar cel vindt hij veel te lang. Henny zelf had hoogstens op de helft gerekend.
Vervolgens komt mr. Mathuisen aan het woord. Hij pleit voor Boudewijn. Hij laat in het midden of het Boudewijn is geweest die Theo Mastwijk de slagen op diens hoofd heeft toegediend. Boudewijn heeft, aldus de advocaat, weinig vrienden. Henny was zijn eerste vriend, een noodlottige vriend, wiens vriendschap een parasitair karakter droeg. Hij bepleit daarom uiterste clementie voor Boudewijn. De geëiste straf van twaalf jaar vindt hij absurd hoog.
Tot slot treedt mr. Dietz, de advocaat van Ewoud, voor het voetlicht. Ewoud is, volgens hem, onschuldig. Het zijn Boudewijn en Henny die verantwoordelijk zijn voor de dood van Theo Mastwijk. Hij vindt dan ook dat de rechtbank Ewoud maar moet vrijspreken. Hooguit voor de diefstallen zou hij een lichte straf dienen te krijgen.
De uitspraak
Op 11 april 1963 doet de rechtbank uitspraak. Boudewijn en Ewoud krijgen voor het ‘medeplegen’ van de moord op Theo Mastwijk en enkele diefstallen negen jaren gevangenisstraf. Ook worden ze ter beschikking van de regering gesteld. Ewoud krijgt voor medeplichtigheid aan de moord en enkele diefstallen zes jaren gevangenisstraf opgelegd. Ook al heeft de officier van justitie dat helemaal niet geëist, toch vindt de rechtbank dat ook hij ter beschikking van de regering moet worden gesteld. De rechtbank vindt het hele ernstige feiten. Uiteraard geldt dit bijzonder de moord op Theo Mastwijk, een jongen, die niet ouder dan veertien jaren mocht worden. Ook hebben de rechters de uiterst gruwelijke wijze waarop Theo om het leven is gebracht bij het bepalen van de lengte van de gevangenisstraf zwaar laten meewegen.
Noch bij de drie verdachten, noch bij de officier van justitie bestaat de behoefte aan een tweede ronde. Zij gaan niet in hoger beroep en leggen zich neer bij de door de rechtbank opgelegde straf.
Ewoud en Boudewijn zijn respectievelijk in 1966 en 1968 op vrije voeten gekomen. Zij kregen toen een leidinggevende functie bij een verzekeringsmaatschappij en woonde in België. Niet achterhaald is kunnen worden hoe het Henny verder is vergaan.
 Inspiratie voor romans
Deze Baarnse moordzaak heeft vele pennen in beweging gezet. Van de hand van K. Beerman verschijnt in 1963 ‘De Baarnse Moord’, waarin wordt gerapporteerd over de achtergronden, de feiten, de reconstructie en de berechting van de moord op Theo Mastwijk. In hetzelfde jaar verschijnt van Johan Fabricius de roman ‘Jongenspel‘. Bij het schrijven ervan heeft hij zich laten inspireren door deze Baarnse zaak. Hetzelfde geldt voor ‘Vriend van verdienste’, het romandebuut van Thomas Rosenboom. Ook voor Marianne van Klaarwater vormt deze moord een bron van inspiratie. Zij heeft diens geschiedenis vervlochten in haar boek ‘Altijd anders’. Tot slot verschijnt in 1964 de Engelse studie ‘Hendrick the Axe Collector’, van de hand van Denis Har. Hij schetst, evenals K. Beerman, de achtergronden van de strafzaak en doet verslag van de berechting ervan door de Utrechtse rechtbank.

 Bronnen:
- De tekst van de uitspraak is gepubliceerd in de Nederlandse Jurisprudentie (NJ), 1963, 494. De NJ is een wekelijks verschijnend tijdschrift, waarin belangrijke rechterlijke uitspraken worden opgenomen.
- Het Nationaal Archief.
Tags: Baarnse moordzaak, bloedbroeders, rechtszaak, Theo Mastwijk
Geplaatst door L.J.A.Bakker



Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter  


Kom in actie en deel ook uw Baarnse herinneringen op Groenegraf.nl