De Baarnse Suikerwerkenfabriek of kortweg de Baarnse was een Nederlands bedrijf dat vanaf 1949 tot 1964 in Amersfoort was gevestigd. De formele oprichting was op 1 januari 1947 in Baarn. De fabriek, die snoepgoed, hagelslag en andere zoetigheden produceerde, werd groot in de jaren van de wederopbouw en was kenmerkend voor de naoorlogse industriële modernisering. Zo werd handig gebruikgemaakt van materialen als cellofaan om voorverpakt snoep te kunnen aanbieden, in die tijd in Nederland nog ongebruikelijk.
De directeuren, de gebroeders J.A. en A.C. van Ee, twee bakkerszonen uit Soest, begonnen eind jaren veertig op kleine schaal borstplaat te produceren, aanvankelijk in een garage of schuur aan de Faas Eliaslaan in Baarn, vandaar de naamgeving van de fabriek. Het bedrijf verhuisde in 1949 naar de Groningerstraat 19 in Amersfoort, naar het fabrieksgebouw waar voorheen melkinrichting 'De Hygiënische' was gevestigd. Het bedrijf maakte een snelle groei door en verhuisde uiteindelijk naar de Amersfoortse Nijverheidsweg 66. De Baarnse Suikerwerkenfabriek ging in 1964 op in chocoladefabriek Baronie, toen gevestigd te Alphen aan den Rijn.Bekende merken heeft de fabriek niet voortgebracht. De Baarnse leverde wel snoep aan ketens als Jamin, Spar en De Gruyter. Men vervaardigde dropkogels, pindarotsjes, fondant, anijsblokjes, Dutch Cherries, pepermunt, advocaattips, (peren)drups, jujubes, laurierdrop, vruchten- en anijshagel en ander snoepgoed.
Op het hoogtepunt had het bedrijf zo'n tachtig werknemers en maakte de export een aanzienlijk deel uit van de omzet. De fabriek was van belang voor de werkgelegenheid in het Amersfoort van de jaren vijftig, met bedrijven als Erdal en Polak Frutal Works, een Essencefabriek, die ook aan De Baarnse leverde. De Azteken verbonden cacao met Xochiquetzal, de godin van de vruchtbaarheid. Zij dronken een chocoladedrank, xocoatl, vaak op smaak gebracht met vanille, chilipeper en piment. De drank zou vermoeidheid tegengaan, een resultaat van de cafeïne die een bestanddeel van de cacao is. Een Spaanse jezuïtische missionaris, Jose de Acosta, die aan het eind van de 16e eeuw in Peru en Mexico woonde, schreef al over dat effect. De drank werd onder andere gebruikt aan het hof van keizer Montezuma.
In 1585 werd chocolade voor het eerst op commerciële schaal van Veracruz naar Sevilla vervoerd. Chocolade werd toen alleen gedronken, waarbij de Europeanen er suiker aan toevoegden en de chilipeper weglieten. In 1615 werd de chocoladedrank bij officiële audiënties bij de Franse koning ingevoerd, totdat het gebruik door bezuinigingen weer werd afgeschaft. In de 17e eeuw was chocolade een luxeproduct dat vooral gebruikt werd door de adel. Eind 18e eeuw begon chocolade in prijs te dalen, zodat ook gewone mensen het konden betalen.
Op de 2e foto ziet u het snoepgoed, hagelslag en andere zoetigheden gepresenteerd. Op de 1e foto ziet u de directeuren, de gebroeders J.A. en A.C. van Ee.
Wilt u uw herinneringen delen, stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. Of een briefje aan: Baarnsch Geheugen Marisstraat 4, 3741 SK BAARN