vrijdag 27 september 2019

Rutgers van Rozenburglaan 2 in 1996


Het navolgende artikel kwam ik tegen uit 1996.
Rutgers van Rozenburglaan 2 in 1996
Het bureau Lease Management Servi­ces (LMS) BV is de nieuwe bewoner van het pand Rutgers van Rozenburglaan 2. De vroegere thuishaven van John van de Rest is fraai opgeknapt.
Zowel aan de binnen- als aan de buitenkant heeft LMS getracht de monumentale villa in authentieke staat terug te brengen. In die opzet is uitvoerend bouwbedrijf Bumé zeer zeker geslaagd. Met de verbouwde en in oude luister herstelde panden, waarin sociale academie De Jelburg gehuisvest is geweest, vormt het LMS-home een prachtige entree van onze gemeente.
In februari jongstleden was het vijf jaar geleden dat LMS zich in het pand Amsterdamsestraatweg 41 vestigde.
De keuze voor Baarn hield verband met onder meer de strategische ligging (dichtbij de Al en Schiphol) en de prima ontsluiting voor het bureau dat zowel nationaal als internationaal opereert. Hoewel er slechts veertien personeelsleden zijn ('een heel jong team met een gemiddelde leeftijd van net dertig jaar'), is het bedrijf qua jaaromzet één van de grootste in Baarn. Directeur R.H. van Schou­wenburg is nog steeds verbaasd over de gebrekkige belangstelling van de gemeente. Ook is geen medewerking verleend bij het zoeken naar een geschikt onderkomen. 'De ambtenaar in kwestie zij me dat de gemeente daar niet op ingericht is. We moesten het zelf maar uitzoeken,' aldus de directeur.
LMS heeft het zelf uitgezocht. Het is het bedrijf voor de wind gegaan. De sterke groei heeft genoopt tot het uitkijken naar een grotere behuizing. In november vorig jaar is Rutgers van Rozenburglaan 2 aangekocht. Het pand staat vermeld op de lijst van gemeentelijke monumenten opgesteld in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project door de provincie Utrecht en is voorzien van twee sterren oftewel de kwalificatie beeldbepalend.
De villa is een ontwerp van architect C. Sweris en in 1904 voor H. Sweris gebouwd. Het is een huis met twee bouwlagen onder een samengesteld dak met rode kruispannen. De muren zijn opgetrokken uit wit bepleisterde baksteen verlevendigd met banden, boogjes en geveltop van geel verglaasde steen. 'Toen we het kochten, leek het voor het oog opgeknapt. Het rigoureuze werk moest nog gebeuren. Ons uitgangspunt is geweest de villa binnen en buiten in oude structuur terug te brengen, voorover mogelijk. Op het resultaat mogen we best trots zijn, zoals Baarn er eigenlijk trots op mag zijn dat we het pand voor de gemeente in deze staat hebben weten te behouden. De reacties van onze klanten zijn louter positief. Het personeel heeft er een zeer plezierige werkomgeving. Voor ons bedrijf en de gemeente is het een visitekaartje,' stelt de heer Van Schouwenburg. 
LMS stelt, ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan, de (zaken-)relaties tevens in de gelegenheid het gerenoveerde pand te komen bewonderen.
De foto is gemaakt door Eddy van Wessel.


geplaatst door L.J.A.Bakker



maandag 23 september 2019

Nieuw? Hoezo nieuw?

Een eeuw Nieuwe algemene begraafplaats

door Eric van der Ent


Zo op het eerste gezicht is het misschien een vreemde combinatie: begraafplaats en feesten. Toch is het tijd voor een feestje op de Nieuwe algemene begraafplaats aan de Wijkamplaan in Baarn. Deze bestaat namelijk dit jaar 100 jaar. We mogen nu wel stellen, de nieuwe begraafplaats is bejaard, maar zeker nog niet uit de tijd!



Dat Baarn een Nieuwe algemene begraafplaats heeft impliceert dat er ook een Oude algemene begraafplaats is. Dat klopt inderdaad, al had het niet veel gescheeld of die oude begraafplaats was totaal verdwenen. Deze begraafplaats werd in 1829 aangelegd, nadat in 1825 het verbod op begraven binnen de bebouwde kom was afgekondigd voor gemeenten met meer dan 1000 inwoners. Voor die tijd werden de Baarnaars in en rond de Hervormde Pauluskerk aan de Brink begraven. Ook vele katholieken vonden daar hun laatste rustplaats. De (toen nieuwe, maar nu oude) begraafplaats werd aangelegd  aan de Kerkhoflaan, later omgedoopt tot Acacialaan. De naam Kerkhoflaan bestond dus al voordat de begraafplaats werd aangelegd. Dat vond zijn oorzaak in het feit dat er aan het andere einde van de Kerkhoflaan een inmiddels lang geleden verdwenen katholiek kerkhof lag, bij de toenmalige katholieke schuilkerk aan de Zandvoortweg. De ingang van de oude begraafplaats is later verplaatst naar de Berkenweg en ligt nu een beetje verscholen achter de brandweerkazerne en de hoge bomen aan de Berkenweg. Deze begraafplaats is zeker een bezoekje waard. Dat kan door de sleutel van het hek op te halen bij het om de hoek gelegen politiebureau.

Prachtig werk van de Werkgroep Oude
Begraafplaats van de Historische Kring
Baerne aan de oude monumenten
(Foto: Historische Kring Baerne)
Het had niet veel gescheeld of de begraafplaats was in de jaren tachtig van de vorige eeuw compleet geruimd. De Historische Kring Baerne, onder aanvoering van Jaap Kruidenier, kon voorkomen dat de gemeente dit stuk geschiedenis voor eeuwig verloren deed gaan. Inmiddels is de begraafplaats tot gemeentelijk monument verklaard en daarmee is deze (hopelijk) beschermd tegen vernietiging. De Werkgroep Oude Begraafplaats van de Historische Kring Baerne verzorgt al jarenlang het onderhoud aan de graven op de begraafplaats en verricht daarmee fantastisch werk!

Bernardus Wijkamp, naamgever
van de laan waaraan de
 begraafplaats gesitueerd is
heeft hier ook zijn laatste
 rustplaats gevonden
(Coll. Stichting Groenegraf.nl)
Ruimtegebrek is er vrijwel zeker de oorzaak van dat er een nieuwe begraafplaats moest komen. In 1914 werd hiervoor door de gemeente van Koningin Emma een terrein aan de Torenlaan gekocht voor het bedrag van 45.000 gulden. Dezelfde Torenlaan zou later de bijnaam “Laan der drie zuchten” krijgen. De eerste zucht stond aan het begin van de laan: het belastingkantoor. De tweede zucht halverwege: het ziekenhuis en de derde, tevens laatste zucht: de begraafplaats met de ingang aan de Eikenboschweg, in 1951 omgedoopt naar Wijkamplaan. Degene naar wie van die laan is vernoemd, is overigens in dat jaar ook begraven op de begraafplaats aan ‘zijn’ laan. Bernard Wijkamp (1879-1951) was onderwijzer in Baarn, zeer actief in de lokale politiek (SDAP en PvdA) en later ook in de landelijke politiek.



De aula vlak na de bouw, ontworpen door gemeentearchitect F.F. de Boois (Coll. Stichting Groenegraf.nl)
De prachtige ingang, dienstwoning en aula van de begraafplaats werden in Oost-Indische stijl ontworpen door gemeentearchitect F.F. de Boois (1874-1948) en zijn recentelijk prachtig gerestaureerd. De begraafplaats werd ingedeeld in 6 klassen. Hoe armer de mensen, hoe hoger de klasse. De indeling is rustiek en sfeervol met rondlopende paden die langs de graven voeren. Latere uitbreidingen van de begraafplaats kregen lange rechte paden waardoor de indeling van die gedeelten wat ‘zakelijker’ overkomt.

De serene rust nodigt uit tot een wandeling over onze mooie begraafplaats
(Foto: Stichting Groenegraf.nl)

Het eenvoudige grafmonument van Escher
(Foto: Stichting Groenegraf.nl)
De eerste teraardebestelling vond plaats op 8 januari 1919, dit jaar dus precies 100 jaar geleden. Die twijfelachtige eer viel te beurt aan Clazina de Jong (1842-1919), echtgenote van Bart Grootveld. In 1935 is haar graf geruimd. Duizenden Baarnaars volgden en werden hier ter aarde besteld. Op onze website www.groenegraf.nl kunt u vele levensverhalen en oude foto’s van deze Baarnaars terug vinden. Bekende personen die hier hun laatste rustplaats vonden zijn bijvoorbeeld: de wereldberoemde kunstenaar en graficus Maurits Escher, beroemd geworden door zijn complexe, wiskundige kunstwerken heeft helaas een zeer eenvoudig grafmonument gekregen. Eén van zijn prachtige kunstwerken zou niet hebben misstaan op zijn graf.
Frans Stracké, Jaap de Ruig, Jan Broerze, Else Lohmann, Jim Frater, Daniël Been en Gerrit Haverkamp zijn ook voorbeelden van (lokaal) bekende kunstenaars, hier begraven. Baarnse burgervaders zoals d’ Aulnis de Bourouill, Rutgers van Rozenburg en Miedema, en wat te denken van topvoetballer Manus van Diermen die diverse wedstrijden in het Nederlands Elftal op zijn naam heeft staan.

Begrafenis van een bijzondere Baarnaar: dahliakoning Hendrik Hornsveld in 1956
(Coll. Anneke van Dalen)

Wat mij betreft is het echter niet belangrijk of iemand bekend of ‘belangrijk’ was. Elke persoon op onze begraafplaats heeft zijn eigen verhaal en zijn eigen plek in de historie. De begraafplaats staat bol van geschiedenis. Om die reden is het heel belangrijk dat de oude begraafplaats door de inzet van de Historische Kring Baerne voor ons nageslacht bewaard blijft en ook voor de door het Gemeentelijk team (onder leiding van beheerder Jan Naber) schitterend onderhouden Nieuwe begraafplaats moeten belangrijke keuzes gemaakt worden. Welke graven moeten voor het nageslacht bewaard blijven en welke kunnen geruimd worden? Ik ben blij dat ik dat niet hoef te beslissen. Wat mij betreft mogen alle en natuurlijk vooral de oude graven, gespaard blijven. In de praktijk weten we dat dit op basis van de te volgen regelgeving uiteraard niet zo werkt, maar laten we zuinig zijn op de 100 jaar geschiedenis die hier te vinden is: eenmaal verdwenen, blijft verdwenen!


Eric van der Ent

















Dit verhaal verscheen op maandag 23 september 2019 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

 ’Vandaag is morgen alweer gisteren 


‘Vandaag is morgen alweer gisteren’ is een initiatief van de Historische Kring Baerne en Stichting Groenegraf.nl en verschijnt periodiek op maandag in de Baarnsche Courant en in het weblog van Groenegraf.nl. De verhalen worden afwisselend geschreven door 
Ed Vermeulen en Eric van der Ent. 

Wilt u meer lezen over oud Baarn?

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat 
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
 per email aan groenegraf.baarn@gmail.com

vrijdag 20 september 2019

Tuinbouwhuis Timmer

Tuinbouwhuis Timmer (door Eric van der Ent in 2013)

Het tuinbouwhuis Timmer zullen veel oudere Baarnaars zich nog wel herinneren. Het was te vinden op de hoek van de Zandvoortweg en de Johannalaan (later Essenlaan). De laatste jaren werd de winkel gerund door Johan Gerard (Joop) Timmer (1927-2011), zoon van Yke Jan Timmer (1897-1964) en Phlippina Janna Frederika van Brummelen. Joop zette het bedrijf van zijn vader Yke voort die het op zijn beurt weer overgenomen had van zijn vader Johannes Timmer (1859-1927) echtgenoot van Albertina Rippen.
Firma Timmer, Zandvoortweg 41 op de hoek met de Johannalaan in 1934.

Volgens het adresboek van 1917 zat het bedrijf oorspronkelijk aan Zandvoortweg 13. Ik weet niet of de nummering van de Zandvoortweg veranderd is, maar nu is Zandvoortweg 13 de helft van een dubbel woonhuis. In 1927 was het bedrijf in ieder geval op de hoek Zandvoortweg / Johannalaan te vinden op het adres Zandvoortweg 41, want Joop en zijn zus Truus zijn beiden geboren op dat adres. Joop had nog een oudere broer Jan en een jongere broer Ab.

Volgens het bord op bovenstaande foto heette het bedrijf destijds Firma J. Timmer en Zn. bloemisterij en zaadhandel, aanleg- en onderhoud van tuinen. Ik vermoed dat J. Timmer de oude Johannes Timmer is en de zoon zal dan Yke Timmer zijn. Johannes zal op Zandvoortweg 13 gewoond hebben en toen Yke zelfstandig ging wonen kwam hij op Zandvoortweg 41 te wonen. Johannes stierf in 1927 op 67-jarige leeftijd, dus rond die tijd zal ook de firma Timmer naar nummer 41 verhuisd zijn.
In de tijd dat ik het bedrijf kende (ik ben nog een jonkie van 47 jaar oud) was Joop jr. eigenaar. Het was al geen bloemisterij meer, aanleg van tuinen deed hij ook niet meer. Wel verkocht hij zaden, tuingereedschap, dierbenodigdheden etc. Op de gevel prijkte toen de naam 'Tuinbouwhuis'.

Adriaan Mijndert Rebel, waarschijnlijk bij
Firma Timmer aan de Zandvoortweg in Baarn.
Van dhr. J.M. Rebel uit Lelystad ontving ik nog deze foto rechts waarop zijn vader Adriaan Mijndert Rebel (1914-2000) te zien is. Dhr. Rebel vermoedt dat de foto genomen is bij zaadhandel Timmer. Naar schatting is de foto in de jaren dertig van de vorige eeuw gemaakt. De locatie zou daarom Zandvoortweg 41 moeten zijn. Zijn er mensen die dat kunnen bevestigen? Herkent u de kassen? Het zou tevens leuk zijn als we nog een mooie oude foto van de familie Timmer zouden kunnen plaatsen.


vrijdag 13 september 2019

Roken op Baarnse scholen


Roken op Baarnse scholen
Door Eric van der Ent

Als je zo vaak oude krantenberichten leest als ik, dan kom je nog wel eens wat vreemde berichten tegen. Op onze site zijn al verschillende van dat soort vreemde krantenberichten de revue gepasseerd, zoals: Baarnaar verdronken in een emmer water en Ierse persfotograaf op zoek naar muizen-etende Baarnaars.

Onlangs stuitte ik op een bericht uit de Gooi- en Eemlander van 22 november 1913 waar ik toch wel even stil van werd. Natuurlijk weet ik wel dat over roken vroeger minder moeilijk gedaan werd dan tegenwoordig. Sterker nog, aanvankelijk werd roken ook ingezet als geneesmiddel. Zo werd het gebruikt tegen verkoudheid, astma, reuma, koorts, slangenbeten, zweren en zelfs syfilis. Ik heb wel advertenties gezien waarin het roken gestimuleerd werd omdat dat het vastzittende slijm zo lekker losmaakte en dat zo eenvoudig opgehoest kon worden. 

Tijden veranderen dat blijkt maar weer eens.
Ik heb verschillende foto’s van mijn opa, Willem de Ruiter (1915-2002), waar hij als jonge knaap van nog geen zestien jaar oud, rokend op staat. Over roken werd dus gemakkelijker gedacht dan tegenwoordig, dat is duidelijk, maar dit krantenbericht uit 1913 schudde mij wel even wakker. Een plaatselijke commissie van schooltoezicht in Baarn liet op de Baarnse scholen onderzoeken hoe het zit met het rookgedrag van kinderen op negen Baarnse scholen. In het krantenartikel wordt uit de doeken gedaan wat de uitkomsten van het onderzoek zijn.

Op bijna alle negen scholen in Baarn wordt door kinderen gerookt. Van de 774 mannelijke leerlingen is wel eens gerookt of wordt gerookt door 260 leerlingen. Dat is dus een derde van de mannelijke leerlingen! Er wordt ook een opsplitsing naar leeftijd gemaakt:
1e leerjaar: 6 à 7 jaar oud: 14 leerlingen
2e leerjaar: 7 à 8 jaar oud: 20 leerlingen
3e leerjaar: 8 à 9 jaar oud: 36 leerlingen
4e leerjaar: 9 à 10 jaar oud: 54 leerlingen
5e leerjaar: 10 à 11 jaar oud: 65 leerlingen
6e leerjaar: 11 à 12 jaar oud: 65 leerlingen

In het 5e en 6e leerjaar blijkt het percentage onder de jongens zelfs rond de 50% rokers te liggen. We spreken hier dus over kinderen van 12 jaar en jonger. Ik vind dat schokkend. Wist u dat dat zo was? In het artikel wordt verder ingegaan op de wijze waarop de Prinses Julianaschool maatregelen neemt tegen het roken van kinderen.  Zij zenden een ‘circulaire’ aan de ouders van de betrokken jongeren met de waarschuwing dat hun kind rookt. De commissie van onderzoek beveelt die wijze van maatregelen nemen ook aan bij andere scholen hoewel zij de wijze van bestrijding op de scholen vrij wenst te laten. 
Rokende kinderen

Men hoopt dat het roken op scholen zodoende binnenkort niet meer voorkomt, zodat het ook niet nodig zal zijn een wettelijk verbod voor roken door kinderen uit te vaardigen. In het artikel wordt overigens alleen gesproken over roken door jongens. Hoe het met de meisjes zat weet ik niet, maar ik stel me zo voor dat het roken door meisjes in die tijd vrijwel niet gedaan werd.



geplaatst door L.J.A.Bakker

vrijdag 6 september 2019

Straten in Baarn vernoemd naar Baarnaars


Straten in Baarn vernoemd naar Baarnaars, Wijkamplaan
Door Eric van der Ent.

De Wijkamplaan, tussen Torenlaan en Oosterstraat heette tot begin jaren vijftig van de vorige eeuw Eikenboschweg, dat zullen de oudere Baarnaars zich nog wel herinneren. Oorspronkelijk was het een pad dat vanuit Baarn de Oosterhei op liep, en met Oosterhei bedoel ik ook echt de heidevelden. Jazeker, de wijk Oosterhei heet niet zomaar zo, het was van oorsprong echt heidegebied waar schaapherders hun schapen lieten grazen. 

de begraafplaats aan de Wijkamplaan

Rond 1920 kwam de wijk Oosterhei tot ontwikkeling. In die jaren werden de meeste woningen daar gebouwd. In 1919 kocht de gemeente grond van H.M. de Koningin-Moeder aan de Torenlaan en de Eikenboschweg om daar de nieuwe algemene begraafplaats aan te leggen. De woningen aan de Eikenboschweg hadden enorme tuinen voor de huizen. Later zijn die tuinen verdwenen en is er plantsoen voor in de plaats gekomen. Begin jaren vijftig werd besloten om de Eikenboschweg om te dopen tot Wijkamplaan.

 Dhr. Wijkamp was in Baarn een zeer geliefd man die zich inzette voor de zwakkeren in de samenleving. Bernardus Johannes Josephus Wijkamp werd geboren op 11 maart 1879 in Zwolle als zoon van Martinus Hendrikus Wijkamp en Alexandrina Hendrica Maria van Aalderen. Vader Martinus was chef in een ijzergieterij. Dhr. Wijkamp begon zijn loopbaan in 1898 als onderwijzer op de openbare school (Oosterschool) in Baarn. Dat beroep zou hij tot 1921 blijven uitoefenen. Daar leerde hij ook zijn echtgenote kennen, Lena Wilhelmina Goudswaard (1877-1975), geboren Baarnse en dochter van rijtuigschilder Jan Goudswaard en Henriette Cornelia Rodi. Het echtpaar ging wonen in de Verlengde Dalweg (Berkenweg). 
De Oosterschool met recht dhr. Wijkamp

In 1905 werd Wijkamp secretaris van de SDAP, de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, afdeling Baarn. De SDAP ging in 1946 op in de PvdA. Zijn politieke kleur was dus overduidelijk rood. Hij zette zich in voor de rechten van de gewone arbeider. Rond 1919 werd hij voorzitter van de afdeling Baarn en later zelfs van het gewest Utrecht. Hij werd de eerste en een belangrijk socialistisch gedeputeerde van Utrecht. Van 1921 tot 1941 zou hij lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht blijven. In de jaren twintig was hij lid van de Tweede Kamer voor de SDAP.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Wijkamp geïnterneerd in een gijzelaarskamp in Sint-Michielsgestel, waar hij van juli 1942 tot 1943 vastgezeten heeft. Na de bevrijding werd hij lid van het noodparlement en waarnemend Commissaris van de Koningin van de Provincie Utrecht. Vanaf 1946 was hij lid van de gemeenteraad in Baarn en wethouder van Baarn, tot aan zijn dood in 1951.

Dhr. B.J.J. Wijkamp (1879-1951)
Een indrukwekkende, maar 'omgekeerde' loopbaan. De meeste politici vangen hun loopbaan lokaal aan, in de gemeenteraad, om daarna hun loopbaan in de provinciale- en landelijke politiek voort te zetten. Wijkamp eindigde juist zijn loopbaan op lokaal niveau en deed dat met hart en ziel. Naast zijn politieke loopbaan zette hij zich in voor tal van sociale doelen. Zo zette hij zich zijn leven lang in voor de drankbestrijding en vervulde hij vele functies op gebied van volksgezondheid. 

Hij richtte in 1902 de Vereniging tot Afschaffing van alcoholhoudende dranken op, waarvan hij 35 jaar lang bestuurslid was. Op 23 juni 1951 stierf Bernardus Johannes Josephus Wijkamp op 72-jarige leeftijd.  Dhr. Wijkamp werd op 27 juni 1951 begraven op de nieuwe algemene begraafplaats. Zijn enorme staat van dienst, maar vooral zijn hart voor de minder bedeelden waren aanleiding om een straat in Baarn naar hem te vernoemen. Zo kon het gebeuren dat Dhr. Wijkamp nog steeds rust op de begraafplaats aan zijn eigen laan: de Wijkamplaan.



geplaatst door L.J.A.Bakker


maandag 2 september 2019

Baarn op de wereldzeeën (deel 2)

Een Baarns verhaal met een nautisch tintje.
Plaatsgenoten (een gesprek bij de Historische Kring Baerne, een ontmoeting in Beirut, een herinnering)

door Ed Vermeulen



Gesprek, ontmoeting en herinnering
Ten eerste: Historische Kring Baerne 
Ik vertelde het u al eerder: op de woensdagmiddagen verricht ik hand- en spandiensten in het uitgebreide fotoarchief van de Historische Kring Baerne (HKB). Het beeldarchief van de HKB omvat meer dan 18.000 (!) veelal unieke foto’s. Helaas ontbreekt bij een aanzienlijk aantal daarvan naam en plaats. U raadt het al: hier ligt een schone taak voor een toegewijde vrijwilliger, die zoals in mijn geval, weliswaar in 1942 elders geboren, de status van Baarnaar A.D. 1944 heeft bereikt. Ik  doe dit, mocht u dit denken, niet alleen, maar samen met andere betrokken collega’s, ingebed in de afdeling ’Oudheidkamer’. Ieder met zijn of haar eigen taak. Allen delen de liefde en belangstelling voor het Baarn van vroeger. Naast de werkzaamheden in het fotoarchief sta ik ook allerlei bezoekers op zoek naar beelden van vroeger te woord. Dit levert interessante en vermakelijke gesprekken op, die een hoog ’weet je nog van toen’ of om in de stijl van de onvergetelijke Baarnkenner Cees van de Steeg te spreken ’hiero en daaro’ gehalte hebben. Dit alles onder het genot van een kop thee met een prima ’seizoensgebonden’ koekje er bij. Geschiedenis en gezelligheid kennen geen tijd!


Westerstraat: correcte straat, verkeerde foto  (Coll. Historische Kring Baerne)
  
Op een woensdagmiddag in november, nu een paar jaar geleden, stond ik een bezoeker te woord die mij vertelde op zoek te zijn naar een foto van een huis in de Westerstraat (verbindingsstraat tussen de Noorder- en de Oosterstraat: heette in vroeger tijden Oosterdwarsstraat en werd ook wel Moffensteeg genoemd). Knap bedacht overigens door de gemeentelijke stratenplanners van weleer en ja, er is ook een Zuiderstraat. De bezoeker stelde zich voor als Staal. Dan denk je natuurlijk bij het horen van deze ijzersterke familienaam als eerste: Staal, boerderij op de Zandvoortweg!

Boerderij van Staal, Zandvoortweg (Coll. Historische Kring Baerne)
Vanzelfsprekend raak geschoten: inderdaad een telg uit deze bekende Baarnse familie. Helaas vonden we niet de gezochte foto, maar wel voldoende aanknopingspunten voor het delen van een herinnering. Op mijn vraag namelijk of hij een Cees Staal kende, ooit, eind vijftiger, begin zestiger jaren van de vorige eeuw, werkzaam bij Cafetaria Rodenrijs in de Laandwarsstraat, later gaan varen, antwoordde hij bevestigend en voegde er aan toe: ’Cees is een neef van mij, helaas dit jaar overleden. Waarom vraag je dit, ken je hem?’



Cafetaria Rodenrijs…plaats van ontmoeting en smakelijke happen (Coll. Historische Kring Baerne)
Baarnaars op de wereldzeeën

Voor de zoveelste keer vertelde ik het verhaal van mijn bijzondere ontmoeting met mijn mede Baarnaar in het Beirut van de jaren zestig van de vorige eeuw. Ik had hem gekend zoals bijna alle Baarnaars van toen elkaar kenden en kende je elkaar niet, dan (her)kende je elkaar toch. Duidelijk andere tijden. Even tussendoor: in de jaren 1959-1969 voer ik als stuurman bij de Rotterdamse rederij van Nievelt, Goudriaan & Co’s Stoomvaartmij., kortweg Nigoco genoemd. In het jaar 1964 maakte ik, net een tweetal weken getrouwd, als 3e stuurman een reis op het mooie m.s. Alchiba, één van een serie van vijf identieke schepen, gebouwd in de jaren 1959-60 en voorzien van wonderschone sterrennamen als Alamak, Algorab, Alnitak en Aludra.




Januari 1964, onder de paraplu van de altijd
goedlachse Wim Kuijer vanuit Laanstraat 66a
op weg naar Laanstraat 1
(Coll. Marty Vermeulen)

Het was een soort huwelijksreis, maar dan wel eentje zonder de bruid: een reis die begon op 12 februari in onze thuishaven Rotterdam en eindigde op 1 september van hetzelfde jaar in Marseille. 

m.s. Alchiba in Marseille, onze tijdelijke thuishaven (Coll. Ed Vermeulen)

Via de USA, Middellandse Zee en Suezkanaal naar de Perzische Golf( in het spraakgebruik op de vloot Pé Gé), met voor ons als voornaamste aanloophavens Kuweit, Mina al Ahmadi en Khorramshar aan de rivier Shatt-el-Arab. Dat de PéGé in de op het Arabisch schiereiland gelegen landen de Arabische golf wordt genoemd is slechts een detail en niet meer dan logisch. Deze route, waarbij uiteraard de Straat van Hormuz (!) werd gepasseerd werd tweemaal afgelegd, waarbij ook in de Middellandse zee een flink aantal havens werden aangelopen. Eén daarvan was Beirut, de flamboyante hoofdstad van Libanon, nog niet geteisterd door de vreselijke burgeroorlog in later jaren. Beirut werd het toneel van een opmerkelijke ontmoeting! 

Beirut 1964: een ontmoeting
Het m.s. Alchiba vanuit New York op weg naar de Perzische Golf: de eerst aan te lopen haven (first port of call): Beirut, parel van de Levant. Onze opdracht: het lossen van stukgoed. Bij aankomst Beirut was er post: een brief van mijn geliefde met naast liefdevolle teksten en beschrijvingen van het dagelijkse Baarnse leven ook de opdracht uit te kijken naar het m.s. Neder Rijn van de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN). Hier zou Willem (Wim) de Ridder, ras Hagenees, en baksmaat tijdens mijn opleiding op de Kweekschool voor de Zeevaart aan boord zijn. 

1960: Partytime op de Kweekschool voor de Zeevaart!
Op rechts Wim de Ridder  (Coll. Ed Vermeulen)
Met daarbij de mededeling dat Willem mogelijk de nautische dienst verwisseld zou hebben voor de civiele dienst, waar hij nu de functie van hofmeester vervulde. Uitkijken naar: makkelijk gezegd, maar hoe? De haven van Beirut was redelijk overzichtelijk, maar wel groot! Tijdens het werk aan dek ging ik regelmatig even, gewapend met een kijker, naar het schavotje (dak van het stuurhuis) en jawel, kort na pikheet (zeemanstaal voor koffietijd) werd de Neder Rijn, buitengaats voor anker liggend, door mij gespot.

Haven van Beirut

Aan het eind van de ochtend ging het schip ankerop, om korte tijd later, ditmaal in de binnenhaven, weer opnieuw het anker te laten vallen. Het toeval wilde dat wij ons gemotoriseerde en altijd inzetbare werkbootje, in verband met werkzaamheden buitenboord, in het water hadden liggen. Een paar welwillende collega’s brachten mij met dit kleine, uiterst betrouwbare bootje naar de Neder Rijn. Na de dienstdoende wachtsman van mijn oprechte bedoelingen overtuigd te hebben klom ik via een uitgehangen gangway aan boord en werd door mijn inmiddels ingeseinde maat Wim allerhartelijkst begroet. Een gezellige middag volgde, we hadden veel bij te kletsen over de ‘goede oude tijd op de Kweekschool en daarbij behorende feesten, partijen en verkeringen’ en vervolgens werd ik, naar goed zeemansgebruik, uitgenodigd om te blijven eten. Gezellig natuurlijk. Om onze telefonisch van hut naar kombuis doorgegeven bestelling, Wim sprak van een warme hap, op te halen verplaatsten we ons een dek lager, waar naar ik mij meen te herinneren, vlak bij de ingang van de kombuis een  doorgeefluik was, waarachter door de kok van dienst, onze borden werden gevuld met het menu van de dag. Het was mijn beurt. Opeens verscheen er vanuit het luik een hoofd en werd ik aangesproken met de woorden: ’Hé, jij komt toch uit Baarn? Je kent me toch nog wel?’ Ik stond perplex, alle relais in mijn hoofd schakelden op volle toeren en opeens begon het te dagen: de stem behoorde toe aan Cees Staal, ooit, in de jaren dat ik zelf in de Laanstraat woonde, werkzaam bij Automatiek Rodenrijs in de Laandwarsstraat, hij had er zelfs gewoond, nu kok bij de SMN. Bij hem had ik menig uiterst smakelijke kroket, bal gehakt, slaatjes en andere (gefrituurde) lekkernijen aangeschaft en opgepeuzeld. En nu was hij opnieuw degene die mijn ’bordje’ vulde en mijn trek stilde. Ik stond perplex! ’Eet smakelijk, zie je straks nog wel’ voegde Cees mij met een grote grijns toe. In de hut van mijn vriend Wim (de hofmeester) deden we ons tegoed aan de kookkunsten van kok Staal die zich nadat de kombuis aan kant was gemaakt bij ons voegde. Onder het genot van een ijskoud biertje volgde een geanimeerd gesprek over allerlei typisch Baarnse onderwerpen: van Rodenrijs sr. die zelf nog als kok op de sleepboten van Wijsmuller had gevaren, het café en de automatiek in de Laandwarsstraat, de Florabioscoop, de Tivolibar in de Laanstraat naar de Zandvoortweg waar in mijn schooljaren de velden van BVV Baarn lagen, min of meer in de weilanden achter Cees’ ouderlijk huis. Uiteindelijk namen we met een welgemeend ’het beste en tot ziens’ afscheid van elkaar. Wim en ik praatten verder tot er op de deur geklopt werd en hij, in zijn functie als hofmeester, vereerd werd met een bezoek van de kapitein vergezeld van de 2e stuurman. Ik stelde mij, beleefd en met twee woorden (u en meneer) sprekend, voor als de 3e stuurman van het m.s. Alchiba en vertelde desgevraagd dat ik uit Baarn kwam. Wat er toen gebeurde: het kon niet waar zijn, maar was het wel, ook de kapitein, zijn naam was Meijer kwam uit Baarn en woonde nota bene een tweetal straten bij mij vandaan, op de Eemweg, nummer 19 naar ik mij herinner (bevestigd door een jaren zestig adresboek uit de uitgebreide bibliotheek van de HKB). Ikzelf woonde op De Ruyterlaan, om precies te zijn op no. 4. Met als grote verschil dat kapitein Meijer ongetwijfeld in een eigen huis woonde en ik, pasgetrouwd en met beperkte financiële armslag, op de bovenetage van een oude villa, toen in eigendom van de familie Dijkman. 

De Ruyterlaan 4, links boven was ons domein   (Coll. Ed Vermeulen)

Vakmanschap is meesterschap, chef kok m.s. Alchiba:
Bertus van Beest  (Coll. Familiearchief Van Beest)
Verschil moet er zijn natuurlijk en ook was maar weer eens bewezen dat de wereld kleiner is dan je over het algemeen denkt. Het gesprek verliep uiterst formeel, iets dat ik bij mijn eigen rederij, waar de toon duidelijk losser was, niet was gewend. Toen ook nog bleek dat de 2e stuurman uit Eemnes kwam, werd het mij te veel. Bang dat er nog meer plaats- en streekgenoten op zouden duiken nam ik afscheid van mijn vriend Wim en ging met een watertaxi terug naar de mij vertrouwde Alchiba. Hier was ik, zeker weten, de enige Baarnaar. Op weg naar mijn hut kwam ik langs de kombuis, waar ik mijn belevenissen van die dag deelde met onze eigen chef kok, de op de Nigocovloot alom gekende en gewaardeerde Bertus van Beest. 


Aandachtig luisterend en als altijd spontaan meelevend bood hij me een kop soep en biertje aan en sprak de woorden: ’op de enige Baarnaar aan boord van de Alchiba’. En zo was het maar net!

Ten leste: Historische Kring Baerne 2017
Terug in het hier en nu: het gesprek met bezoeker Staal nam een verrassende wending. Hij beloofde mij een copy van het overlijdensbericht van zijn neef Cees te sturen. Nog diezelfde dag ontving ik per e-mail het document, waarin het afscheid van het leven van oud scheepskok Cees Staal (Cornelis Johannes Gerardus) was vastgelegd: overleden op 24 juli 2017 te Hilversum, op de leeftijd van 77 jaar.


           m.s. Neder Rijn zoals afgebeeld op overlijdensbericht                                              Cees Staal  
Tot mijn grote verrassing toonde de kaart, naast een portretfoto van de overledene, ook een mooie afbeelding van het fraaie in 1962 gebouwde en in 1984 gesloopte m.s. Neder Rijn, het schip waarop Cees en ik elkaar, nu meer dan drieënvijftig (!) jaar geleden, naar nu bleek voor het laatst gezien en gesproken hadden. De tekst op de kaart werd afgesloten met de woorden: ’na afloop is er nog gelegenheid om te proosten op zijn leven’. De herinnering aan onze ontmoeting in Beirut waarbij we proostten op onze ontmoeting van toen flitste door mijn hoofd. Duidelijk was dat Cees de Neder Rijn in zijn hart had gesloten; een bekend verschijnsel: elke zeeman heeft zijn lievelingsschip. Op 24 juli 2017 is Cees aan zijn laatste lange reis begonnen. Met het gedicht ’Anker’, wenste ik hem een goede reis en een behouden vaart:  

Vergezichten, zilte poëzie
Anker*
Ik heb m’n laatste anker uitgegooid  
nu voor de laatste keer
m’n aflosser is onderweg
en ik, ik keer straks weer.  

M’n vertrek dat is aanstaande
doch ditmaal zonder vracht
ik mag hopen dat er boven
weer ’n scheepje op mij wacht.


*Anker: Uit de bundel ’Vergezichten, zilte poëzie’, tekst van Leo Bersee en foto’s van Willem H. Moojen. In 2007 uitgegeven door Lanasta

Dank aan: Ed Staal


Ed Vermeulen (1942)

















Dit verhaal verscheen op maandag 2 september 2019 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

 ’Vandaag is morgen alweer gisteren 


‘Vandaag is morgen alweer gisteren’ is een initiatief van de Historische Kring Baerne en Stichting Groenegraf.nl en verschijnt periodiek op maandag in de Baarnsche Courant en in het weblog van Groenegraf.nl. De verhalen worden afwisselend geschreven door 
Ed Vermeulen en Eric van der Ent. 

Wilt u meer lezen over oud Baarn?

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat 
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
 per email aan groenegraf.baarn@gmail.com