na 184000 pechgevallen weer op de schoolbanken |
Het is nu al
vier jaar geleden (1946) dat, de wegenwacht voor het eerst op de grote verkeerswegen
verscheen.
Na een bescheiden begin met zes man en een inspecteur is zij thans
uitgegroeid tot een hechte organisatie van negentig man, die geregeld van half
negen tot zes uur op de voornaamste autowegen patrouilleren. In deze vier jaar
tijd heeft zij haar bestaansrecht ruimschoots bewezen. In de Parkstraat te Den
Haag kan men er de papieren op naslaan. Sinds haar eerste optreden naar buiten
heeft de wegenwacht bij 184.000 pechgevallen de behulpzame en vakbekwame hand
geboden. In tweeduizend gevallen werd eerste hulp verleend bij ongelukken, want
iedere wegenwachter moet een jaar na zijn aanstelling in het. bezit zijn van
een officieel diploma E.H.B.O. In tweehonderdvijftig gevallen hebben de wegenwachters
brand geblust. Het betreft hier zowel autobranden als huisbranden en
alarmeringen bij heidebrand. Het brandweerwezen, dat de wegenwacht erkentelijk
is voor haar diensten, heeft dan ook zijn bemiddeling verleend voor het
benodigde blusmateriaal, dat de wegenwachter bij zich heeft. Voorts beeft de
wegenwacht een enorm aantal diensten op haar naam staan, die onder het schier
alles omvattende woord "service" kunnen worden ondergebracht. Deze
service behelst vooral persoonlijke diensten, zoals het redden van een
drenkeling, het terugbrengen van verloren voorwerpen enzovoort. Als tastbaar
bewijs voor de activiteit van de wegenwachters in dit opzicht kan men in het magazijn
enige tientallen autowieldoppen van ieder soort en merk aantreffen, die alle op
een of andere weg in Nederland door een wachter gevonden zijn. Als men een
automobilist in het land om een dringende reden moet bereiken, behoeft men
slechts het hoofdkantoor in Den Haag op te bellen.
Het smeersysteem wordt aan de hand van een kaart behandeld |
Men geeft het nummer van de auto en de te volgen route op en heeft negenennegentig procent kans dat de
wegenwachter hem ergens voor u opduikt. De wegenwacht heeft, daarvoor bij brugwachters,
E.H.H.0.-posten en cafés telefoonverbindingen over heel Nederland. Vanuit Den
Haag zoekt men dan verbinding met een wegenwachter op de betrokken route. Deze
kijkt uit, naar het nummer van de auto. Slechts eenmaal is een wegenwachter het
slachtoffer geweest van zijn hulpvaardigheid. Dat was in 1947 op de afsluitdijk,
toen de man een ingesneeuwde auto wilde bevrijden. Hij vermocht er echter niet
in te slagen en ten slotte kon hij ook zijn eigen motor niet meer op gang
krijgen. Hij heeft toen maar met de automobilist zijn intrek in de wagen genomen
en samen hebben zij daarin de nacht moeten doorbrengen.
Dhr. R. van Leeuwen |
Bij het hoofd
van de wegenwacht, de heer R. van Leeuwen te Den Haag hebben wij een kijkje
kunnen nemen achter de schermen n we hebben iets begrepen van de organisatie, die
achter dit werk schuilgaat. De heer van Leeuwen
is een man met een open blik voor de realiteit. Hij weet, dat de hoerastemming
over de wegenwacht voorbij is, en dat zij thans met de rauwe werkelijkheid te
maken heeft. Zij moet laten zien wat zij kan. De mannen dienen een groot besef
van verantwoordelijkheid te hebben; kleding en gedrag moeten onberispelijk zijn
en er mag niets mankeren aan hun vakkennis. Het kiezen van personeel is dan ook
zeer moeilijk. De aspirant dient eerst een technisch examen af te leggen, zelfs
als hij vakdiploma's heeft. Het stellen van de diagnose bij een motorstoring is
in deze functie van nog groter belang dan bij een garagemonteur, die er rustig
de tijd voor kan nemen. Als hij dit examen met goed gevolg aflegt komen de
medische keuringen enzovoort aan de orde. Daarna krijgt hij een veertiendaagse cursus
te volgen aan de eigen garage, waarbij hij tevens een grondige kennis van de
eigen motor moet opdoen, want het spreekt vanzelf, dat hij deze allereerst moet
kunnen repareren. Voorts krijgt hij les in motorstoring,
bondsdiensten (de
wegenwachter is tevens vertegenwoordiger van de A.N.W.B. en toeristische
gegevens omtrent het rayon waarin hij zijn route krijgt.
Thans is men
in Den Haag begonnen met een herhalingscursus voor alle wegenwachters. In
groepen komen zij daar om de nieuwste technische snufjes te leren en het reeds
bekende weer op te halen. Vijf dagen hebben zij de weg verwisseld voor een
klein klaslokaal, waar de platen aan de muur, de motoren op de lessenaar, ja
letterlijk alles, tot zelfs de asbakjes, die van oliebusjes gemaakt zijn,
herinneren aan het motorvak. Op een tafel, waar de complete electrische installatie
van een auto is aangebracht, moeten zij storingen opsporen en verder staan er
keurig gepoetste motormodellen, waarmee hun vakbekwaamheid kan worden getest. Met
de nodige theoretische en praktische kennis kunnen zij dan weer veilig de weg op
gaan. een electrische storing |
In een kamer
naast het klaslokaal is het magazijn voor de wegenwachters. Alle uitrustingsstukken
van een leren jas en een motorwiel tot een handdoek en een stukje zeep kan men
daar vinden. Maar dit alles is niet zo indrukwekkend als het organisatorische
deel van deze sympathieke dienst, die diep in het zuiden en hoog in het noorden
zijn straffe hand doet gevoelen ter wille van de dienstbaarheid. Dit is niet te
fotograferen, maar vele automobilisten en duizenden anderen hebben de
uitwerking hiervan ondervonden en zij zijn er de wegenwacht dankbaar voor.
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter
Kom in actie en deel ook uw Baarnse herinneringen op Groenegraf.nl