donderdag 27 december 2018

STEM OP DE BRANDWEERVRIJWILLIGERS VAN BAARN



Stem hier op Brandweer Baarn tot 30 december 2018




De "Brandweervrijwilligers Post Baarn" en de “Personeelsvereniging Veiligheidsregio Utrecht – Post Baarn” zijn genomineerd voor de Vrijwilligersprijs Baarn 2019.

Toegevoegd een filmpje( ± 2,5 minuut) over de Vrijwilligers en de Personeelsvereniging Veiligheidsregio Utrecht - Post Baarn

Brandweer in Baarn
De Brandweer in Baarn is al 187 jaar georganiseerd actief. Hiervan is de Personeelsvereniging van de Brandweer in Baarn al 87 jaar actief.

Brandweer vrijwilligers Post Baarn
Post Baarn is onderdeel van de veiligheidsregio Utrecht. Op de brandweerpost van Baarn werken, naast een postcommandant, twee beroepskrachten en een kleine vijfentwintig vrijwillige brandweermannen en vrouwen. Gezamenlijk zorgen wij ervoor dat incidenten in Baarn maar ook regelmatig in de omliggende gemeenten adequaat bestreden worden. Jaarlijks komen er ruim 300 meldingen binnen bij de alarmcentrale voor onze post. Deze meldingen variëren van brand en verkeersongevallen tot wateroverlast en een koe, paard of schaap in sloot.

Om alle binnenkomende meldingen goed af te kunnen handelen hebben we verschillende voertuigen tot onze beschikking. Tot ons wagenpark behoren twee tankautospuiten, een hoogwerker en een hulpverleningsvoertuig. Ter ondersteuning hebben wij twee dienstvoertuigen. Deze worden voornamelijk gebruikt voor logistieke doeleinden, oefeningen en cursussen.

Natuurbrandbestrijding is voor onze brandweerpost het absolute specialisme.
Baarn is gelegen in een bosrijke omgeving. Twee van onze voertuigen zijn daarom 4×4 uitgevoerd en maken het voor ons mogelijk bos en heidegebieden te betreden om daar de brand te bestrijden. In Nederland is slechts een beperkt aantal korpsen uitgerust met materiaal om deze werkzaamheden uit te voeren. Bij grote natuurbranden moeten wij daarom incidenteel zelfs andere veiligheidsregio’s ondersteunen.

Het korps is heel divers en iedereen is anders. Ieder korpslid heeft zijn eigen redenen om brandweerman/vrouw te zijn.
Naast de reguliere regels en algemeen geldende normen en waarden is er ook ruimte voor eigen inbreng en kan eenieder zich verdiepen in datgene waar zijn of haar interesse ligt. Ze vormen een hecht team en dat is maar goed ook want ze moeten de klus altijd samen klaren!

365 dagen per jaar staan ze voor de inwoners van Baarn e.o. klaar!
365 dagen per jaar staat het korps stand-by voor het redden van mens en dier, hetgeen vraagt om toewijding en discipline. Maar niemand is natuurlijk 365 dagen per jaar beschikbaar. Zij doen het vrijwilligerschap bij de brandweer in de regel allemaal naast hun reguliere werk en hebben ook privé de nodige afspraken. Het korps is daarom opgedeeld in 4 ploegen. Elke ploeg is opgebouwd uit minimaal 2 bevelvoerders, 2 chauffeurs en 4 manschappen. Dat betekent in de praktijk dat je een week dienst draait en dan drie weken niet.

Opleiding en oefenen
Het is belangrijk te realiseren dat vrijwilliger zijn bij de brandweer Baarn niet iets is dat je er zomaar even bijdoet. Voor je aangesteld wordt krijg je een keuring om te kijken of je lichamelijk geschikt bent. Je krijgt voordat je ingezet kunt worden een gedegen opleiding.  De opleiding is voor beroeps en vrijwilligers gelijk en te volgen in de avonduren. In eerste instantie zal je binnentreden als aspirant en opgeleid worden tot Manschap A. Later in je brandweercarrière kun je doorgroeien tot Manschap B, chauffeur of bevelvoerder.

Naast je opleiding en je dienstweken oefenen we elke donderdagavond van 19:30 tot ongeveer 22:00 uur. Alle vaardigheden die we nodig hebben om ons werk goed uit te kunnen voeren, oefenen we regelmatig. Je weet namelijk nooit precies wat je te wachten staat. Daarom zijn we op het haast onmogelijke voorbereid zijn. Niet alleen je vaardigheden maar ook het samenwerken wordt op deze avonden getraind. De oefenavonden zijn opgedeeld in theorie en praktijksessies. De avonden zijn zo opgezet dat ze je inzicht verruimen op het gebied van hulpverlenen en brandbestrijding.

Personeelsvereniging Veiligheidsregio Utrecht - Post Baarn
De oprichtingsdatum van de personeelsvereniging Brandweer Post Baarn.
De komst van de eerste gemotoriseerde brandspuit op 17 augustus 1931, zorgde tevens voor een hecht verband van vrijwillige spuitgasten in Baarn. In die tijd ontstond een verschil van mening over de vraag of Baarn zou overgaan tot een betaalde bezetting of vrijwilligers zou handhaven. Dat laatste kreeg de voorkeur en vanaf die datum wordt daarom het bestaan gerekend van de Personeelsvereniging Brandweer Baarn.

Doelstelling van de personeelsvereniging
De doelstelling van de personeelsvereniging is:
• Al datgene te doen wat voor een goede samenwerking tussen de leden van het brandweerkorps noodzakelijk moet worden geacht,
• Het bevorderen van contacten met andere brandweerverenigingen,
• Het in standhouden van de eerste Baarnse gemotoriseerde brandweervoertuig.

Lidmaatschap
Alleen vrijwilligers van de brandweer Post Baarn kunnen lid worden van de personeelsvereniging. De personeelsvereniging kent – gewone leden, ereleden, buitengewone leden, betrokken leden en jeugdleden.

Statuten en huishoudelijk reglement
De statuten zijn goedgekeurd bij koninklijk Besluit van 16 januari 1976 onder nummer 60. In oktober 2015 zijn de statuten en het huishoudelijk reglement aangepast aan de huidige wetgeving middels een notariële akte.

Activiteiten:
Om een goede samenwerking tussen de brandweervrijwilligers te bevorderen organiseert
de Personeelsvereniging de navolgende activiteiten;
• Wekelijks een bijeenkomst na het oefenen van de brandweervrijwilligers,
• Bingoavond,
• Jaarlijkse uitgaansdag,
• Avondvierdaagse in Baarn,

maandag 24 december 2018

Voetstappen in de Laanstraat, kerstherinneringen en perikelen

door Ed Vermeulen


Winterse sferen in de Laanstraat, schilderij van Jaap de Ruig (1909-1992)
(Coll. HKB)
Dit verhaaltje was bestemd om deel 3 in de reeks ’Gelukkig in de Laanstraat’, waar ik van 1950 tot 1964 woonde op no. 66a, gebaseerd op en geïnspireerd door het door de Baarnse dichter Albert Weijman geschreven gedichtje ’Gelukkig in de Laanstraat’, te worden. Maar omdat Kerstgeluk niet hetzelfde is als doordeweeks geluk, werd het een apart verhaaltje.








Kerst 1953: Zwartneus en poelier Groeneveld. In het pand Laanstraat 60, links naast het kantoor Van Drukkerij Bakker, woonde en werkte poelier Berend Groeneveld met echtgenote Christina en gezin. De oudste van de kinderen was dochter Gerda. Voor Groeneveld had hier tientallen jaren (sinds 1903) A. Koelewijn ‘vischhandelaar’ zijn zeebanket verkocht.

                    De vischhandel van Koelewijn (als sinds 1903).                         Keulse pot voor de zure bommen  (Coll. HKB)
Haaien bij de vleet!  (Coll. HKB)                                                                                                         
De ’visch’ werd duur betaald.    (Coll. HKB)


Begin jaren vijftig van de vorige eeuw emigreerde Koelewijn naar Canada. Onder de naam Art Coolwine deed hij af en toe verslag in de Baarnsche Courant van zijn nieuwe, overzeese, leven. Daarna kwam poelier Pijpers, komende van Laandwarsstraat no. 5, weer later gevolgd door de van de Krugerlaan komende Berend Groeneveld.

Winkel Poelier Groeneveld, dochter Gerda heet u welkom. (Coll. Fam. Groeneveld)

Van alles in de aanbieding: gelukkig géén konijnen!   (Coll. HKB)
Door mijn moeder werd hij, niet kwaad bedoeld overigens, de kippennekker genoemd, een duidelijk verwijzing naar zijn professie.  Ik vroeg haar ooit naar het hoe en waarom. Haar antwoord: ’de één lapt schoenen, de ander bakt brood en weer een ander nekt kippen’. Ik hoor me zelf nog zeggen: ‘Schoenenlappen, wat is dat nu weer’. Dat ramen gelapt werden wist ik maar schoenen? Aan Berend Groeneveld draag ik mijn herinnering op: een soort ’Flappie’ verhaal avant la lettre: Youps’ Flappie moest immers nog geboren worden. Groeneveld was een gemoedelijke, goedlachse meestal in een stofjas geklede man. Wij kochten bij hem eitjes en af en toe poulet, de basis voor de zaterdagse kippensoep. Mijn Flappie heette Zwartneus.

Zwartneus, in dierbare herinnering

Zijn ruime hok hing aan de schutting van buurman Robberse, onbereikbaar voor de katten uit de buurt. ’s Winters verhuisde hij met hok en al naar de schuur en werd alles afgedekt met juten aardappelzakken. Hooi en stro werden bij boer Doornenbal in de Schoolstraat gehaald. Soms gebruikte ik stro uit de bananenkisten van Robberse. Volgens kenners niet echt goed voor konijnen. ‘s Zomers gingen mijn moeder en ik altijd langere tijd naar Texel, waar zij werkte in het hotel van haar broer. Zwartneus logeerde dan, volpension, bij de dierenopvang van Witteveen aan de Dalweg. Prima verzorging! De jaren gingen voorbij. Zwartneus en ik groeiden voorspoedig op en werden beiden zichtbaar dikker. Op een dag in oktober 1953  besloot ik, gedwongen door gebrek aan tijd vanwege mijn vele huiswerk, afstand te doen van Zwartneus. Wie kon er beter voor hem zorgen dan buurman Groeneveld? ’Regel het maar met hem’ waren mijn moeders woorden. Zo gezegd, zo gedaan.
Drie generaties Groeneveld: Berend, dochter Gerda
en kleinzoon Frans (Coll. Fam. Groeneveld)

Groeneveld begreep mijn probleem en zei me dat Zwartneus welkom was, waarna ik hem wegbracht en in tranen afscheid nam. Kerstmis kwam dichterbij en ook de wetenschap welk lot Zwartneus wachtte. Een week voor Kerst sloeg de vertwijfeling toe. Ik holde naar Groeneveld en vroeg hem of Zwartneus nog in leven was. ’Ga maar kijken, je weet de weg’ zei Groeneveld. En ja daar was hij, opgewekt als altijd, knabbelend aan een verse wortel. Samen zijn we weer naar huis gegaan. Mijn actie heeft het leven van Zwartneus zeker met een jaar verlengd. Jaren later kwam ik er achter dat mijn moeder, in haar voorzienigheid, aan Groeneveld had gevraagd om mijn konijn het lot van een gewelddadige dood te besparen. Vrede op aarde, ook voor konijnen.

Kerst 1953: Zondagsschool. Je hebt scholen in velerlei soorten: kleuter-, lagere-, middelbare- en natuurlijk ook zondagsscholen. Waar de eerste drie genoemde scholen van maandag tot en met vrijdag werden bezocht (de middelbare zelfs in de begin 50er jaren ook op zaterdagochtend) was de  zondagsschool van de Nederlands Hervormde Gemeente, de naam zegt het al, alleen op zondag toegankelijk en dat al sinds 1890. Onder de bezielende leiding van mej. A. E. van Garderen heb ik er op de locaties Christelijk Belangen aan de Leestraat en de Pauluskerk heel wat uurtjes zoet gebracht.

Onderwijstoppers! Dames Dissel (Amaliakleuterschool), van Garderen (Zondagsschool)
en van Harn (Herv. Lagere School), foto januari 1964. (Coll. Ed Vermeulen)

Kerstgeschenk 1953  
Luisterend naar en genietend van de immens spannende en door mij, toen, voor de absolute waarheid aangenomen verhalen uit de Bijbel: Daniël in de leeuwenkuil, het brandende braambos, de tocht door de Rode Zee, de val van Jericho, Simson en Delila, David en Goliath, de geboorte in de stal van Bethlehem en gezien mijn grote verlangen om later te gaan varen ook de Ark van Noach. Uiteraard was het Kerstfeest óók hier een hoogtepunt, waarbij een passend geschenk niet mocht en kon ontbreken; In 1953, het jaar van de watersnood, een spannend boek getiteld ’Houen, jongens!’  geschreven door de in die jaren immens populaire K.(Klaas) Norel, en verluchtigd met prachtige zwart/wit tekeningen van W.G. van der Hulst Jr. Natuurlijk ook voorzien van een opdracht: ’Baarn, Kerstfeest 1953, Eddy Vermeulen, A van Garderen’. Nu een dierbare herinnering.


Een hoogtepunt in het leven van ons, pubers in wording, bij de bijeenkomsten in de grote zaal van Chr. Belangen was het moment wanneer juffrouw van Garderen staande op de kansel, haar neus wilde snuiten en hiertoe haar jurk optilde om haar zakdoekje uit de boord van haar kous te halen.

Wie zingt mee? 1950: de Zondagsschool
bestaat 60 jaar! 
Aansluitend zongen we uit de bundel ’Wie zingt mee’ op waardige wijze het ’Stille nacht, heilige nacht’ om een gebed en een kop chocolademelk later weer door de winterkou naar huis te gaan.

1959: Kerstwijding Het Baarnsch Lyceum: de jaarlijkse kerstwijding behoorde tot de schooltraditie. Deze bijzonder stijlvolle bijeenkomst werd in de week voor kerst in de Aulo van de school gehouden en in later jaren in de Pauluskerk op de Brink. Voor sommigen een geestelijk hoogtepunt, maar voor alles het teken van de naderende kerstvakantie. Rector Driessen sprak op gloedvolle wijze een kerstboodschap. Hij verstond de kunst de inhoud van de Bijbel op een bijzondere manier weer te geven. Ik kon het weten, had immers niets voor niets vijf jaar op de Hervormde Lagere School in de Spoorstraat gezeten. Het schoolkoor onder leiding van onze muziekleraar en koordirigent, de onvergetelijke en inspirerende Carel Laoût, zong een aantal kerstliederen. Gelouterd en gesterkt door de mooie woorden gingen wij de Kerstdagen tegemoet. Iedereen hoopte dat het bij het verlaten van de kerk zou sneeuwen, maar helaas was, ook toen al, een witte kerst een zeldzaamheid.

De onvergetelijke Carel Laoût  (Coll. Groenegraf.nl)



Een korte terugblik: na het eindexamen in juni 1959 en de daarbij behorend diploma uitreiking organiseerden mijn boezemvriend Nico Driessen, met wie ik vijf schooljaren lang lief en leed gedeeld had, en ik, ons afscheidsfeest in de tuin van Villa Boekenrode aan de Eemnesserweg.  Het werd een mooi feest met veel romantische hoogtepunten. Op 12 juni monsterde ik aan als lichtmatroos op de coaster m.s. Lelystad en maakte een mini wilde vaart reis van ruim zes weken langs diverse Noord Europese havens. Begin augustus ging ik nog twee weken naar Bonn, Duitsland. Ik logeerde bij een goede vriend en zijn ouders, ooit ontmoet op Texel. In Bonn had ik ook Annette leren kennen: Die, der, dem, das. Sie liebt mich, Sie liebt mich nicht. Mijn Duits werd met de dag beter. Begin september begon ik aan de éénjarige, interne, opleiding tot stuurmansleerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Mijn vriend Nico ging scheikunde studeren aan de Technische Hogeschool van Eindhoven. Zijn beslissing om uiteindelijk ook naar zee te gaan, lag nog in de toekomst verborgen.

m.s. Lelystad (roepnaam PFOD)   (Coll. Ed Vermeulen)

Kerst 1959. In december, tijdens weekend verlof, bezocht ik de kerstwijding van mijn ’oude’ school Het Baarnsch Lyceum. In mijn uniform, uitgaanstenue, voelde ik mij een hele bink. Tijdens de dienst zag ik het meisje, waarmee ik nog maar slechts een half jaar geleden het eindexamenfeest had gevierd. Er was oogcontact en na afloop spraken wij elkaar. Ik kreeg het gevoel dat het een bijzondere kerst zou kunnen worden. Dit gevoel was echter van korte duur: al snel werd mij duidelijk dat zij inmiddels een vaste vriend had. Weg romantisch Kerstgevoel. Door een koude en druilerige Laanstraat liep ik naar huis. Kerst 1959 kocht ik mijn eigen kerstcadeau: singles van Elvis, ’Blue Christmas’ en Buddy Holly, ‘That’ll be the day’ . Beiden nog steeds onbeschrijflijk mooi! Oud en nieuw vierde ik in Bonn. Van mijn Duitse vriendin Annette kreeg ik als kerstcadeau: ’Das Buch der sieben Meere’, verhalen van de zee! Ondanks dit liefdevolle gebaar was het ’Junge komm bald wieder’ gevoel weg, ingehaald door de tijd, uitgegaan als een opgebrande kerstkaars.

Uitgaanstenue , ikzelf onderste rij (2e van rechts)  (Coll. Ed Vermeulen)

Winterse Laanstraat, bijna thuis.  (Coll. HKB)
Nieuwjaar 1960, scheepsbel
 Kaatje (Coll Ed Vermeulen)

Nieuwjaar 1960. Begin januari, terug in Amsterdam, op weg naar de zeevaartschool deed ik in mijn toenmalige stamcafé in de Utrechtsestraat een gulden in de jukebox en tikte ’Broken Hearted Melody’ van Sarah Vaughan in. De scheepsbel luidde het nieuwe jaar in.






De schrijvers van deze rubriek:  Cees Roodnat, Eric van der Ent en Ed Vermeulen wensen u een mooi en warm Kerstfeest en een voorspoedig 2019












Ed Vermeulen (1942)











Dit verhaal verscheen op maandag 24 december 2018 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

 ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’


‘Vandaag is morgen alweer gisteren’ is een initiatief van de Historische Kring Baerne en Stichting Groenegraf.nl en verschijnt drie-wekelijks op maandag in de Baarnsche Courant en in het weblog van Groenegraf.nl. De verhalen worden afwisselend geschreven door 
Cees Roodnat, Ed Vermeulen en Eric van der Ent. 

Wilt u meer lezen over oud Baarn?

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat 
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
 per email aan groenegraf.baarn@gmail.com

donderdag 20 december 2018

(13) Bruine Plaatjes uit Baarn

Regelmatig kom ik losse foto's en andere afbeeldingen van Baarn tegen. Nu weer een kleine verzameling plaatjes.




Dalweg rechts Wilhelminaschool

De naald

Villa Dovenvreugd De beaufortlaan (Polderman)

Elektriciteitscentrale Gaslaan (1878 - na 2e wereldoorlog afgebroken)

Emma monument Gerrit van de Veenlaan

Kapper Dick Geijtenbeek Dijkweg hoek Berkenweg

Brinkstraat Kruidenier Kesteloo nu meubelzaak Jansen

Slagerij Metten Dijkweg

Smederij de Ruijter

Villa Anna Paulonalaan

Villa Torenlaan


Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

dinsdag 18 december 2018

Herinneringen van Hans (32): Onze zomertripjes deel 2 - Soesterberg & Austerlitz

door Hans Smeekes

Eén van mijn oudste herinneringen wat tripjes betreft is dat we naar vliegveld Soesterberg gingen. Minstens éénmaal per jaar en soms wel meerdere keren als daar aanleiding toe was. 
Aanleiding kon zijn dat er een nieuw detachement met daarbij horende vliegtuigen was gearriveerd, waarvan het geluid tot in Baarn waargenomen kon worden. En dan kreeg met name mijn vader de kriebels. En dan togen we er naar toe, op de fiets. Er is een hele oude foto waar we op staan, ik op het voorzitje, ik denk dat ik 3 jaar oud was en mijn broertje Henk in de mand achterop bij mijn moeder. 
We woonden toen nog op de Zandvoortweg. Mijn vader in een prachtig tweed pak, ik herinner me dat kostuum nog goed. Het was gemaakt door mijn opa, de vader van mijn moeder, die kleermaker was. Duidelijk zijn de hangars te zien. Later konden we nooit meer zo dichtbij komen. In die tijd kon je zelfs nog over een deel van de baan fietsen.


 Maar de eerste straaljager moest toen nog arriveren. We moesten 
het toen nog doen met de oude 
vliegtuigjes direct na de oorlog zoals de Ansons, Oxford of Austers.

Enkele van die zijn op de achtergrond voor de hangar op de foto te zien.

Halverwege de vijftiger jaren werden de eerste supersonische straaljagers gedetacheerd. Die waren te horen tot in de Lepelaarstraat, waar we intussen naartoe verhuisd waren. 
‘Die gaan sneller dan het geluid,’ hoor ik mijn vader nog enthousiast zeggen.
Dus wij er naartoe. Op een gewone zondag en daarna nog eens in de zomervakantie. Het werd een vaste zomertrip.
Maar het was niet altijd mooi weer. Zo herinner ik me, dat we al helemaal gepakt en gezakt klaar stonden in de keuken om te vertrekken. Maar toen begon het te regenen. En zo hebben we wel een uur staan wachten, waarbij mijn vader steeds even buiten een kijkje ging nemen en dan steevast terugkwam met zijn grapje: ‘Het is opgehouden … met zachtjes regenen.’ 
Tot mijn ouders tot de conclusie kwamen, om die dag maar niet meer te gaan. En toen het dan eindelijk een beetje minder werd, ik er op uit werd gestuurd om bij Benning een spellendoos te gaan kopen, waarmee we ons toen verder op die druilerige dag hebben bezig gehouden. 



Het was de bekende 6 spellendoos van Jumbo. 





Zo maakten we kennis met het spel ‘Mens erger je niet’, heel toepasselijk dus.




Maar zo ging het dus niet altijd. Natuurlijk waren er ook hele mooie dagen. Want we zijn er toch vaak geweest. De route vanuit de Lepelaarstraat naar Soesterberg herinner ik me nog goed. Die wil ik graag beschrijven, omdat die zo in mijn geheugen is gegrift.




Bij de kiosk aan de Torenlaan het spoor over. Als het budgettair mogelijk was, kregen we er op de terugweg nog wel eens een ijsje van een dubbeltje, dat was een ijsje op een stokje met chocolade omhulsel, het had een naam maar die ben ik kwijt, maar je zou kunnen zeggen dat het de voorloper van de Magnum was, maar dan kleiner. 


Of we kregen zowaar met name in de zomervakantie als lekkernij een zak patat. Kosten een kwartje. Mijn moeder hoefde dan niet te koken.
Het nieuwe lyceum was er toen nog niet. Na de bocht was er rechts de boerderij de Eult, schuin tegenover de Naald. 
Even een blik op het paleis aan het einde van de kaarsrechte Koningslaan,  de Praamgracht over via het karakteristieke bruggetje en dan bevonden we ons op de Stadhouderslaan. Een laan met grote villa’s.
Een klasgenootje op de lagere school woonde daar ergens. Bij Soestdijk arriverend gingen we in de regel gelijk linksaf de Korte Brinkweg op. Links  met name boerderijen. Het spoortunneltje onderdoor. Vlak daarvoor rechts de boerderij waar een klasgenoot op de middelbare school (in Hilversum) woonde, met nog verderop het leuke stationnetje van Soestdijk .

De weg vervolgend, ging die van zelf over in de ook zeer landelijke Lange Brinkweg. 
Ergens rechtsaf en dan kwamen we uit bij de Petrus en Paulus kerk.

Die fraaie kerk herinner ik me nog goed. 
Even oversteken en dan ‘zaten’ we op de hoofdweg die door Soest loopt. Het was de straat die in het verlengde van de Burg. Grothestraat lag, waar een andere vriend van de middelbare school woonde en waar ik wel eens kwam.
Daar was het wel wat drukker met verkeer, maar nog redelijk te doen, als je het vergelijkt met nu.
Bovendien was je veilig op het fietspad.
Iets verderop was er een splitsing. Althans zo zit het in mijn herinnering. Vlakbij een benzinestation. Ging je linksaf de Birkstraat in, dan ging je richting Amersfoort. Die ‘deden’ we wel eens, vooral als het dierenpark Amersfoort ons doel was. Maar daar zijn we toch niet zo vaak geweest. 
Rechts aanhoudend was de weg naar Soesterberg en de Soesterduinen.
Ergens halverwege de Soesterbergsestraat was er links de ingang van het sanatorium Zonnegloren.

Ik heb daar nog goed beeld van. Het is er niet meer, het is nu een parkeerterrein voor als je de prachtige bossen in wil.



Rechts de Soesterduinen passerend, waar we ook nog wel eens wilden rondtoeren, kwamen we dan aan bij de Van Weerden Poelmanweg. Van dit kruispunt heb ik ook nog goed beeld.







We waren er dan bijna, een beetje omhoog en dan openbaarde zich het uitzicht op het vliegveld.


We positioneerden ons boven op de talud en dan was het hopelijk genieten van de vliegtuigen, want het was daar natuurlijk niet alle dagen feest met vliegen, maar als we een beetje geluk hadden, snorden de vliegtuigen boven onze hoofden. En dan was mijn vader weer in alle staten. 

Hij attendeerde ons speciaal op het fenomeen van de geluidsbarrière: dat het geluid erachter aan kwam met een geweldige knal. Ik zelf ben niet zo van de knallen, ik hou er ook niet van met oud en nieuw, maar dat dat technisch mogelijk was, vond ik wel geweldig.




Ik ‘hield’ ook wel van vliegtuigen. Thuis spaarde ik de vliegtuigplaatjes van Croydon. 

Ik had er niet zo heel veel, maar die ik te pakken heb kunnen krijgen (want ja, wie rookte er Croydon sigaretjes bij ons in de familie), bewaarde ik als kleinootjes in een doosje. 

De albums had ik in die tijd niet, ik heb ze onlangs kunnen bemachtigen. 


De Super Sabres waren de eerste supersonische vliegtuigen die op Soesterberg waren gedetacheerd. 

Ik heb het nog eens nagezocht en in die tijd moeten er vliegtuigen te zien zijn geweest met illustere namen als bijvoorbeeld de Gloster Meteor, Hawker Seafury, Fairey Firefly, Delta Dagger.



Het was in die tijd echt wel een aantrekkelijke plek om er even te verblijven. En we waren echt niet de enige.

Er stond zelfs vanaf een bepaald moment een paviljoen, waar je wat kon nuttigen, maar daar hebben we nooit gebruik van gemaakt, want we hadden ons eigen eten en drinken bij ons.

Als we dus onze magen tevreden hadden gesteld met de broodjes en een Exota drankje en inmiddels genoeg gezien hadden, wilden we nog wel eens verder toeren op de fiets.
En dan togen we richting de Pyramide van Austerlitz.


Bij de oude Rijksstraatweg herinner ik me Hotel ‘t Zwaantje. Een prominent punt.




De betekenis van de Pyramide en waarom het zich daar bevond, daar had ik in die tijd maar een beetje weet van. Het had iets met Napoleon te maken en dat was alles. Dat het al bestond sinds 1800 en daar was gebouwd door een vriend van Napoleon om hem daarmee te eren, ik denk niet dat ik dat toen wist. We gingen er gewoon heen, als leuk tripjesdoel. Ik heb
begrepen dat ook veel schoolreisjes de Pyramide tot doel hadden. 

Mede natuurlijk vanwege de speeltuin. En wat de Pyramide zelf betreft, er was van onder af weinig te zien van zoiets als een piramide, het uitzicht erop werd ontnomen door de overweldigende bosschage. Alleen de trappen waren te zien.

Ik kan me niet herinneren of we die trappen wel eens omhoog gegaan zijn. Ik neem aan van wel, maar weet het gewoon niet meer. Dus ik weet niets van het uitzicht dat je daarboven gehad moet hebben. Maar wat in mijn herinnering zit is de bosrijke omgeving. 


De foto van het nabijgelegen Woudenberg is typisch voor die omgeving.
En waar onderstaande foto precies genomen is, weet ik niet meer, maar moet daar wel ergens genomen zijn.



Net als ik in mijn vorige tripjesverhaal schreef, ben ik mijn ouders nog altijd dankbaar, dat we van die tripjes maakten en kennelijk hebben ze indruk gemaakt, want ze kunnen nog steeds terugkomen in mijn dromen.

Eigenlijk had ik dit verhaal al willen schrijven toen we nog middenin ‘the long hot summer’ zaten en hoewel de aanzet voor het artikel er al was, moest ik de ‘finishing’ toch even uitstellen, omdat ik nog helemaal in de ‘flow’ van het tekenen zat. Tekeningen voor het prentenboek dat Eric en ik willen uitgeven. Die zijn nu klaar en het boek is samengesteld, alleen nu de tekstjes nog. 

Hans Smeekes
















Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter