donderdag 29 maart 2018

Eembrugge vier eeuwen geleden


Eembrugge
Eembrugge vier eeuwen geleden was zoveel groter dan Baarn, dat deze buurtschap 6 tegen Baarn (samen met de Vuursche nog wel) slechts 5 gravers voor de Eemverbeteringen moest leveren. Eembrugge werd op 21 oktober 1811 gelijk met de Vuursche bij Baarn gevoegd, het zelfde jaar waarop ook de beide Eemnessen (Buiten en Binnen) samengebracht werden. Indertijd heeft Eemnes-Binnen trouwens nog bij Eembrugge gehoord.

Kerspel
Zo'n kleine duizend jaar geleden was het in de Eemmonding veel drassiger dan nu achter ons sportpark nog te bespeuren is. In feite trof men slechts hier en daar drogere plekken met vastere grond aan, de melmen (zoals we hen nu zouden noemen). Het schijnt tot omstreeks 1100 geduurd te hebben vóór zich op dit land langs de Eem de eerste mensen vestigden. Logisch dat men ergens langs de rivier een plek vond, waar het oversteken de minste moeilijkheden opleverde en ziedaar de totstandkoming van... Eembrugge. Een punt dat daardoor tevens om strategische en economische rede van toenemend belang zou worden. Overigens, een brug is er niet vanaf het eerste ogenblik geweest en als naam werd dan ook gesproken van Ter Eem. Volgens gevonden gegevens uit 1254 moet het een kerspel geweest zijn, waarmee een dorp met een kerk, aangeduid wordt.

Eerste brug
Eembrugge lang geleden
In die tijd moet daar op de oostelijke oever (dus aan de overkant) ook al het Huis Ter Eem hebben gestaan. Wie de stichter van dit kasteel geweest is, schijnt niet vast te stellen te zijn. In een oorkonde van 21 november 1300 wordt echter - voor de eerste keer - over schepenen en buurmeesters van „Emebrucghe” gesproken en niet meer over Ter Eem. Dat zou derhalve moeten betekenen dat de eerste brug aldaar van vóór dat jaar dateert.

Grensincidenten
Ook in de huidige tijd komt de oriëntatie van Baarn en vooral Eemnes op Hilversum (en dus Noord-Hollands gebied) herhaaldelijk ter sprake. Tot grote ergernis van het Utrechts provinciaal bestuur overigens. Niets nieuws echter onder de zon, de geschiedenis herhaalt zich weer eens. Er schijnt al een document te bestaan, gedateerd 23 augustus 1331, waarin die „van Emebrucghe ende van Emenesse" de Bisschop van Urecht beloven geen woningen te zullen bouwen, of zich te vestigen aan de Hollandse zijde van de grens, die toen reeds met palen en sloten aangebracht bleek te zijn.

Natuurlijk was van groot belang wie Huis ter Eem bewoonde. Halverwege de 13e eeuw moet heer Jan van Woudenberg het Huis aan heer Gijsbrecht van Abcoude verkocht te hebben en dat zou op een switch naar Hollandse zijde duiden. Het kasteel beheerste de toegangspoort tot het Gelderse, maar (van zee uit) ook via de Eem naar het Stichtse. Daarom zag men in Utrecht liever, dat Huis Ter Eem in handen van de Bisschop of althans een loyaal slotheer was. Wat nog vóór 1300 voor tientallen jaren gelukt schijnt te zijn.

Stadsrechten
Het moet tussen 1336 en zijn sterfjaar 1341 geweest zijn, dat de toenmalige Bisschop van Utrecht Jan van Diest aan Eembrugge stadsrechten verleende. Ommuurd is de „stad" evenwel nooit geweest en evenmin ooit tot grote bloei gekomen. Integendeel, het bleef een van de kleinste Eemland-plaatsen. In deze graslanden was een grote dichtheid van de bevolking niet mogelijk en ook als verkeerskruispunt bleef Eembrugge onder de maat.

„Toch waren de Eembruggers bisschop van Diest vaar die stadsrechten kennelijk erg dankbaar. Want omstreeks 1340 boden zij hem aan een nieuwe brugverbinding te verzorgen". „Er zullen heus wel meer redenen voor dankbaarheid aanleiding hebben gegeven, want ook de andere Eemlandgemeenten waren bereid daaraan mee te werken".

Al bestond Huize Peking toen nog niet, heffingen werden reeds geheven. Zowel van akkeroogst als van jongvee moest wat (ruwweg meestal zo'n tien procent) aan de kerkstichter of degene, die zijn rechten verworven had, worden afgestaan. Daarin zal echter geen verandering gekomen zijn.

"Het schijnt niet mogelijk na te gaan of er van bewezen diensten of vrijheden sprake was. Wel is er nog een gunstig scheidsgerecht uit 1339, waarbij de Eemnesser pacht kregen toegewezen van grond, die „over de grens" in Gooiland gebruikt werd".

Tolgeld
Hoe het, ook zij, in het Groot Utrechts Placaatboek (deel II, pagina 357) is nog terug te vinden, dat er omstreeks 1340 een nieuwe Eembrug gebouwd werd. De onderhoudskosten kwamen ten laste van de aan- en omwonenden. Bisschop Jan van Arkel, die zijn voorganger van Diest, opvolgde, stond in 1360 toe dat ter bestrijding van die lasten tol geheven mocht worden. Gelijktijdig werd dit „Octrooi" verleend voor een tol te Soestdijk.

De bisschop zelf had het tarief voor de Eembrug vastgesteld: voor een wagen, betaalden men 4 penningen, voor een kar 2, voor een rund, ongezadeld paard, varken of schaap 1 penning. Met die toevoeging, dat het verschuldigde nooit hoger mocht oplopen dan 4 penningen per koppel.

Vrijdom van dit bruggeld kregen de burgers van de drie belangrijkste Stichtse steden: Utrecht, Amersfoort en Rhenen. Terwijl de inwonende van de vier Eemlandgemeenten Eembrugge, Baarn, Bunschoten en Eemnes evenmin tol behoefden te betalen. Maar wel voor het onderhoud van de brug moesten zorgen.

„Toen al een goede reden om een commissie uit deze vier gemeenten te benoemen. Een college dat echter maar eenmaal per jaar bijeenkwam (Sint Jansdag) om verantwoording af te leggen, een brugmeester te kiezen en de inning van het bruggeld te verpachten".

Bron: Baarnsche Courant uit 1979

Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter  






donderdag 22 maart 2018

2. Verhalen over Oud Baarn “De Klaphekjes”

De klaphekjes. Vele oude Baarnaars zullen zich deze hekjes nog herinneren, welke zich bevonden langs 't spoorwegravijn, op de plaats waar men de spoorlijn kon oversteken. Ja, de spoorlijn op 10 juni 1874 werd de lijn Amsterdam-Amersfoort geopend en alle treinen stopten in Baarn. Aardig is het te lezen, wat de heer Pluim daarover schrijft in zijn boek:

"Op deze 10e juni zit heel Baarn langs het nieuwe spoorwegravijn geschaard, om het verschrikkelijke monster dat "spoortrein" heet, te zien voorbijrazen. 't Was ook verschrikkelijk - wat een snelheid! 't Is duivelswerk," riepen velen, daor kriegen ze me nooit niet in!" Maar ... die t' hardst schreeuwden, hebben er het eerst een ritje mee gedaan.
de Klaphekjes gezien vanaf de Gerrit van de Veenlaan

Maar diezelfde spoorlijn deelde Baarn in tweeën en hoewel er "aan de overkant" nog lang niet zoveel huizen stonden dan thans, om de bossen en de straatweg te bereiken, moest men de spoorlijn oversteken en naast de "grotjes" (aan de kant van de Gerrit van de Veenlaan) dienden daartoe de "klaphekjes". Bovenstaande foto van Adriaan Boer uit het begin dezer eeuw toont het klaphekje bij de Gerrit van de Veenlaan. Op foto's uit later in de tijd zagen wij bij het hekje een bordje staan met het opschrift: "Voorzichtig Let op de Treinen".

Men vertelde ons, dat de oversteekplaatsen en dus ook de hekjes, verdwenen zijn ln het jaar 1909, toen een jongen van 9 jaar, Willem Zondag geheten, door de trein werd gegrepen en gedood. Op maandag 6 december 1909 werd hij onder grote belangstelling begraven.
 

De voetbrug over het ravijn maakte trouwens de gevaarlijke oversteekplaatsen overbodig, deze brug werd in 1911 in gebruik genomen. De brugjes waaronder men doorliep, voor men de klaphekjes bereikte, zijn er heden ten dage nóg, u vindt ze in het wandelpad langs het spoorwegravijn, tussen de voetbrug en de Emmabrug. Nog altijd een geliefd wandelpad voor plaatsgenoot en vreemdeling.

De Klaphekje en de "Grotjes" gezien vanaf de "Prinses Marielaan"

         


maandag 19 maart 2018

Een zolder vol meel, maar de bakker kon er géén brood van bakken!

door Ed Vermeulen

Vaste lezers en kijkers van Groenegraf.nl herkennen in deze titel natuurlijk meteen mijn eigen en vooral vrije interpretatie van de door Leen Bakker gebruikte regel: ’regelmatig kom ik losse foto’s en andersoortige afbeeldingen tegen waar je geen verhaal over kunt schrijven’.
Foto’s en andersoortige afbeeldingen, die door mij en gezien de scores in de Groenegraf.nl Verhalentoptien ook door u met veel plezier en belangstelling bekeken worden. Maar of je er geen verhaal over kunt schrijven?

1950: Van oude plaatjes en een oude plaatsgenoot
We gaan terug naar 7 december 2017, toen door Leen een verzameling foto’s werd geplaatst onder kop ’Oude plaatjes van Baarn’ met onder meer:

1950: De teloorgang van de Oude Plaatsgenoot  (Coll. Historische Kring Baerne)
Over deze foto kan ik kort zijn: hij vormde de in mijn herinnering opgeslagen getuigenis van het noodweer dat op vrijdag 21 juli 1950 over Baarn trok. Vastgelegd in een artikel in de Baarnsche Courant van 25 juli en weer bijna zestig jaar later op 17 oktober 2016 op Groenegraf.nl in het verhaal ’Huis onder water en natte voeten’. De boom in kwestie werd in het BC artikel van toen de ’Oude Plaatsgenoot’ genoemd! Hoeveel andere dierbare oude plaatsgenoten er inmiddels gesneuveld zijn? Meer dan u en mij lief zijn. Nu dierbare herinneringen. Oh ja en dan nog even dit: mocht u gaan kijken op hoek Laanstraat-Oranjestraat, dan ziet u dat de huidige, inmiddels ook bejaarde Plaatsgenoot binnen het hekje staat van het  bescheiden tuintje  van Onder het rieten dakje no 31, terwijl de Oude toch echt buiten het hekje stond! De in 2007 overleden kenner van het Baarn van toen, de onvergetelijke Cees van der Steeg, zei het immers al: ’Voor de kastanjeboom die u hiero ziet, is er ooit daaro eentje omgevallen.’ En zo is het maar net. Mocht u zich overigens afvragen wat er op het aan de boom bevestigde bordje staat: Warenhuis 1001! Of de heer Freek Voskuijl, de toenmalige eigenaar, hiervoor precariorechten heeft betaald? Wie het weet mag het zeggen!

Een nog vitale Oude Plaatsgenoot met bordje Warenhuis 1001 (Foto uitgave Tazet)

In dezelfde verzameling werd door Leen ook geplaatst:

Laanstraat 72 t/m 90 oftewel van Nagel naar de schilders werkplaats Van Kesteren  (Coll. HKB)
1953: Steeg van Nagel                                   
Wat zien we hier? Het antwoord is redelijk simpel: u kijkt naar een gedeelte van de Laanstraat dat begint na no.70, ooit Vink, Joosse en De Magneet, nu Lincherie.

Laanstraat: De Magneet (no.70), Huize Wijers (No.68) en Groenten & Fruithandel Robberse (No.66)  (Coll. HKB)

Op de andere hoek no. 92, ooit Schildersbedrijf Van Kesteren, later de woontextielwinkel van Smits, en vervolgens Leo’s Mode, nu gekend als de Jeanscorner van Erna en Herman Nijholt. Dit gedeelte van de Laanstraat werd ook wel ’de steeg van Nagel’ genoemd, naar kleermaker Nagel van no.72, het eerste huis rechts. Sommigen bezigen zelfs de term ’reet van Nagel’, maar ik kan u verzekeren dat ik in mijn Laanstraatjaren (1950-1964) deze uitdrukking nooit gehoord heb, laat staan gebezigd. Voor mij was het gewoon: Laanstraat! Wel kende ik natuurlijk die van en Bart en Egypte. Wie niet overigens?

2018: Hier en nu 
U heeft boodschappen gedaan bij Jumbo Den Blanken of gewinkeld in de Laanstraat en loopt richting het grote parkeerterrein, ook wel heel deftig en met veel misplaatste bravoure Laanplein genoemd, met op rechts de Lincherie en op links de Jeanscorner. Loop rechtdoor en sta stil even voorbij de verzamelcontainers. Kijk naar rechts en probeer u voor te stellen dat hier ooit de hierboven genoemde kleermaker Nagel woonde. Moeilijk?

Het grote parkeerterrein (Laanplein), zoekt u mee?   (Coll. HKB)
Gewoon uw best doen en gebruik maken van nog steeds bestaande oriëntatiepunten zoals de achterzijde van het nu steeds armoediger wordende pand van speelgoed gigant Intertoys voorheen Bart Smit.

1953: Laanstraat 68, Huize Wijers
Bij oudere Baarnaars is dit pand beter bekend als Banketbakkerij Wijers, oftewel Huize Wijers. Hier werden onder de strenge, maar rechtvaardige leiding van banketbakker Egbert Wijers tientallen jaren lang de meest exquise soorten gebak en allerlei andere heerlijkheden op puur ambachtelijke wijze bereid en natuurlijk ook verkocht. Mijn persoonlijke favoriet was Wijers’ kersengebak. Ik droom er nu nog wel eens van! Soms, heel soms kregen we van mevrouw Wijers zo’n lekker gebakje. Dit had te maken met de beperkte overblijf- en  opslagruimte in de koelkast. Een banketbakkerij waar veel latere Baarnse gebakstoppers hun opleiding hebben gekregen. Nu zou je zo’n bedrijf een leerbedrijf noemen. Wij voetbalden in de tuin achter de bakkerij, mijn buurjongen (ik woonde op no. 66A) en vriend Evert Wijers, oudste van de drie kinderen Wijers, gaf hier keeperstraining in een met krijt op de muur afgetekend doel. Ja, u leest het goed: keeperstraining! Evert zou uiteindelijk nog het doel van Baarn 1 verdedigen. In de tuin stond een schuurtje waar onder kalkwater de in de bakkerij te verwerken eieren bewaard werden, maar ook, heel nadrukkelijk aanwezig, een appelboom, waaraan kleine en redelijk harde appeltjes groeiden. Zeer geschikt om mee te gooien. En dat deden we …op een mooie zomeravond gooide ik na een aantal missers raak! De keukenruit van Nagel zei krak, niets aan de hand dacht ik nog, maar even later verscheen er een barst, Nagel boos, mijn  moeder, zachtjes uitgedrukt niet blij, we hadden immers géén verzekering. Hoe dit is afgelopen? Nieuwe ruit natuurlijk en voortaan beter uitkijken en mikken!

1953: Steeg van Nagel, het vervolg
Op no. 78 woonde de familie Slagboom. De heer des huizes, Anton Slagboom, was stukadoor, schilder, behanger en klusjesman. Multi inzetbaar dus, al heette dat in die tijd niet zo. Hij kon gewoon van alles. Op verzoek van mijn moeder heeft hij in onze toenmalige woonkamer op 66A, boven de winkel van Robberse, nu Principe, een verlaagd plafond gemaakt. Een hele aanwinst en verbetering, waar we trots op waren!

Het uiteinde van de Steeg van Nagel gezien vanaf de Eemnesserweg, met op rechts de
bedrijfsschoorsteen van Wasserij Andriessen (Coll. HKB)
Door mijn kinderogen gezien het meest bijzondere: de wasserij van Andriessen op No. 84. Gevestigd op de plek waar ooit de WASCH, MANGEL en STRIJK Inrichting van P. de Weyer zat. Wij waren hier vaste klant. Ja, wat wil je, ons huis op 66A had één koud waterpunt (in de keuken). De was werd derhalve, voorwaar geen pretje, gekookt in een grote ketel op een gaspit. Eigenlijk niet te doen vond mijn moeder en al gauw kocht ze bij Puper in de Schoolstraat , een grote wasmand (met deksel), waarin het wasgoed werd verzameld. Zeker het beddengoed. U raadt het al: het werd mijn taak deze mand te transporteren naar de Wasserij waar hij door de heer Andriessen in ontvangst werd genomen. Ik moest er overigens bij ons thuis wel een hele steile trap mee af; had daar al snel iets op gevonden, touw er omheen en vieren maar. Nu spreken we van kinderarbeid, maar toen moest je gewoon meehelpen, daar werd je flink van! Overigens moest er voor ieder transport een lijst ingevuld worden met de precieze aantallen hemden, onderbroeken, borstrokken, directoires, bh’s, lakens, slopen en andersoortig wasgoed waarover geen verhaal te vertellen valt. Niet teveel tegelijk, want dat werd te duur. Eenmaal bij de wasserij aangekomen keek ik altijd met veel ver- en bewondering naar alle draaiende, met leren riemen aangedreven, onderdelen. De werkplaats van professor Lupardi, de grote vijand van mijn jeugdheld Kapitein Rob, was er niets bij! Maar het meest is mij bijgebleven de warme, vochtige, enigszins muffe en benauwende lucht van al dat verzamelde wasgoed. Hoe Andriessen in deze lucht kon werken en leven is mij altijd een raadsel geweest. Twee decennia later, in 1969, werden de heer, want dat was hij, Andriessen, en ik collega’s bij PPI of zo u wilt Polygram. Hij werkte op de afdeling Copyright. Kwam ik dus weer bij hem langs met ingevulde lijsten! Ditmaal géén wasgoed maar repertoire! Een mooi voorbeeld hoe ook hier de geschiedenis zich herhaalde.

Een bedrijvig stukje Laanstraat!  (Coll. HKB)
2018: Hier en nu: test uw kennis van het Baarn van vroeger! 
Natuurlijk woonden er meer mensen in deze bijzondere uitstulping van de Laanstraat o.a. Gros, Jetten en vele anderen. Wilt u er meer over weten? Mijn advies: kijk in de oude adresboeken, te raadplegen op Groenegraf.nl, en kom langs bij de Historische Kring Baerne en ga op zoek in het rijk gevulde fotoarchief, waar meer dan zeventienduizend (!), veelal unieke, foto’s wachten om bekeken te worden. Gewoon doen!


Ed Vermeulen (1942)











Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat 
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
 per email aan groenegraf.baarn@gmail.com

zaterdag 17 maart 2018

Wie, wat, waar: Villa Prins Hendriklaan


Speurder, de speurhond van Groenegraf.nl
In de rubriek Wie, Wat, Waar zoeken we in samenwerking met RTV Baarn naar oplossingen voor vragen over oude foto's van Baarn.  U kent inmiddels onze speurhond "Speurneus". Tijdens de uitzending van de rubriek Wie, Wat, Waar? graaft Speurneus telkens een foto van Groengraf.nl op. Wij hopen dan dat de kijkers van RTV Baarn en de volgers van Groenegraf.nl de vragen die we hebben over de foto kunnen beantwoorden.


Op de achterzijde van deze foto staat geschreven: Villa Tusculun? (of Fusculun?), Prins Hendriklaan. Het handschrift is zeer onduidelijk. Vermoedelijk moet dat zijn villa Insulinde, maar zeker weten doen we het niet. Villa Insulinde stond op de plek van het appartementengebouw genaamd Sparrenhorst aan de Prins Hendriklaan.

Wie herkent deze villa? Wie kan zekerheid geven over de naam van deze villa?

Wat we precies willen weten leest u op onze site via deze link, of bekijkt u op RTV Baarn. De uitzending blijft ook te zien op onze site via deze link. Op die plek kunt u gelijk ook uw reacties plaatsen.

We zijn heel erg benieuwd of u ons kunt helpen!

Update 17 maart 2018:
De oplossing kwam van Ton van den Oudenalder van de Historische Kring Baerne.
Hij schreef me: De villa heette Villa Tusculum. En stond Prins Hendriklaan 6. Het terrein was 20 are groot. Informatie te vinden in het Baarnsche Nieuwsblad van 2 maart 1918.
Tusculum is de klassieke Romeinse naam voor een belangrijke stad in de Albaanse Heuvels, in de regio Lazio in Italië.


De uitzendingen van RTV Baarn zijn te zien via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42 of via de stream op www.rtvbaarn.nlYouTube en Facebook

Ook via Xs4all en Telfort met de witte afstandsbediening op kanaal 626 en via XMS, Edutel, Fiber.nl, Stipte, Lybrandt en Telfort met de zwarte afstandsbediening op kanaal 2125.

Op onze site is deze rubriek te volgen via www.groengraf.nl/wiewatwaar

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen?

donderdag 15 maart 2018

2. Bruine plaatjes van Baarn

Regelmatig kom ik losse foto's en ander soortig afbeeldingen van Baarn tegen waar je geen verhaal over kunt schrijven. Hierbij weer zo'n verzameling van deze plaatjes.

Amsterdamse Straatweg




Baarnsch Lyceum met rector Vorderhake




Oude Station nu de Generaal

Gasfabriek in 1903


Gasfabriek 1945


Laanstraat 2 het wolwinkeltje

Meester Onvlee met de schoolkinderen in de Laanstraat

Stationsplein 1929

Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter  


maandag 12 maart 2018

De kraamkamer van Pietje Bell

door Cees Roodnat

Ontwerp van Jan Rinke voor
het omslag, 1920
Wist u dat de kraamkamer van “Pietje Bell”, het bekendste straatschoffie uit de jeugdliteratuur, in Baarn stond? En wel in een allang verdwenen huis op nummer 11 in de Schoolstraat (waar nu het  appartementencomplex “De Scheerenberg” staat.) En dat de geestelijke vader ervan, Chris van Abkoude, minstens zo avontuurlijk was als zijn helden? Hoe deze geboren en getogen Rotterdammer in mei 1913 in ons dorp verzeild raakt, heeft vooral een financieel/praktische achtergrond. De schrijver, die in zijn jonge jaren als onderwijzer tien jaar op een volksschool in het Rotterdamse Crooswijk werkt, ondervind bij zijn pogingen het saaie onderwijs wat op te vrolijken alleen maar tegenwerking. Omdat hij goed met de pen overweg kan besluit hij naast het lesgeven ook aan journalistiek te gaan doen, gaat kinderboeken schrijven en organiseert met regelmaat kinderfeesten. 

Uit: “Het Rotterdammertje” van 1903
Dat bevalt goed, het Rotterdamsch Nieuwsblad doet er enthousiast verslag van. Dit vrije leventje is aan Chris zeer besteed, hij kapt met het onderwijs en begint een bestaan als schrijver, journalist en artiest. Inmiddels getrouwd en vader van drie jongens op rij, valt het ondanks alle belangstelling voor zijn werk, knap tegen de schoorsteen rokend te houden. Zijn optredens door het hele land leveren onvoldoende op, hij koopt op krediet en leeft ‘op de pof’, deurwaarders zijn kind aan huis.

Er moet iets gebeuren! 
Van Abkoude besluit noodgedwongen een gestoffeerde kamer (zomerhuisje) in Laren te huren en stalt vrouw en kinderen in Baarn waar ze bij een familie aan de Sparrenlaan 17 onderdak vinden. (het rechter hoekhuis van een woonblokje, met het hoge puntdak - toen vrij nieuw - staat er nog steeds) Apart wonen in het centraal gelegen Laren maakt het in alle rust schrijven een stuk makkelijker en het optreden door het hele land wat minder zwaar. Het levert  de ‘brood-schrijver’ in 1913 vier nieuwe boeken en diverse korte verhalen op, die om de fiscus te misleiden onder pseudoniem verschijnen. Omdat hij vrouw en kinderen toch wel erg mist neemt hij de kosten van nóg een verhuizing voor lief en verenigd zich in mei 1913 met zijn gezin op Schoolstraat 11, zij het niet voor lang. Hoe populair hij is blijkt wel uit de uitnodiging die hij van Paleis Soestdijk krijgt om voor de jonge prinses Juliana een voorstelling te komen geven. In datzelfde jaar wordt de kiel gelegd voor twee nieuwe boeken die in 1914 bij Kluitman verschijnen: Pietje Bell of de lotgevallen van een ondeugende jongen en Instituut Sparrenheide. Het eerst zal zowel geroemd als verguisd worden, het tweede lijkt inmiddels geheel vergeten. Curieus is wel dat Sparrenheide geïnspireerd is op een twee-klassig schooltje voor kinderen ‘die niet zo vlug kunnen leren als andere jongens en meisjes’, dat halverwege Lage Vuursche en Baarn zou hebben gestaan.

Jolige Liedjes
Hoewel hij bij kinderen veel succes heeft worden Pietje Bell en zijn bundel met Jolige Liedjes in veel krantenrecensies en binnen het christelijk onderwijs ongenadig afgekraakt. Het zou kinderen maar tot leedvermaak of oneerbiedig gedrag tegenover ouderen aanzetten. Sommigen spreken van een hoogte- anderen van een absoluut dieptepunt. Van Abkoude zou eigenlijk wel weg willen uit die verstikkende sfeer in het benauwde vaderland. Ver weg van al die kritische journalisten, ‘pedagoochelaars’ en deurwaarders. Hij zint op plannen om naar Amerika, het land van de onbegrensde mogelijkheden, te emigreren. Helaas haalt het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een forse streep door die rekening.

Prentbriefkaart uit de serie Mobilisatie 1914, teksten Chr. van Abkoude en foto’s van Jos Nuss uit Baarn.

Mobilisatie
Flyer van Holland Dutch show, 1937
Van Abkoude wordt gemobiliseerd, en mag als succesvol cabaretier in de wintermaanden op tournee langs de troepen. Maar kan van zijn karige soldij van 25ct per dag natuurlijk geen gezin onderhouden. Hij verdient bij door met vriend en fotograaf Joss Nuss uit Baarn een serie prentbriefkaarten te verkopen met anti-oorlogsfoto’s en rijmpjes. Uiteindelijk lukt het van Abkoude in april 1915 onder de dienst uit te komen en nog geen vijf weken later, samen met collega/zangeres Betty Poulus de oversteek naar Amerika te maken. Als pas een jaar later zijn gezin overkomt heeft Chris het een en ander uit te leggen. Betty is net bevallen van hun dochter Mary. Zijn vrouw Ans staat min of meer voor het blok. Vrouwen zijn nog geheel afhankelijk van hun man en teruggaan is geen optie. De financiële zorg voor twee gezinnen (in 1918 blijkt Betty opnieuw zwanger van Chris) noopt hem zijn inkomen als organist met royalty’s uit nieuwe boeken aan te vullen. Hij breekt met Betty die in New York blijft wonen en voor een muziekcarriere kiest. Chris neemt hun kinderen in zijn gezin op en vertrekt naar New Yersey.
Kruimeltje kwam uit in 1923
De ingrijpende beslissing van Betty om afstand van haar beide kinderen te doen wordt de belangrijkste inspiratiebron voor Kruimeltje, het andere beroemde boek van van Abkoude, dat vanaf 1923 Nederland zal veroveren. Onder de naam Charles Winters zal van Abkoude in zijn ‘Droomland’ Amerika als entertainer van kinderen, pianist bij stomme films en met zijn Holland Dutch Show (goocheltoeren, poppenkastspel en verhalen uit Nederland) nog lang furore maken. Hij sterft op 79-jarige leeftijd in een verzorgingstehuis in Portland. In totaal heeft Chris van Abkoude ca. 40 boeken geschreven waarvan sommige nog steeds verschijnen, waaronder uiteraard zijn grootste successen Pietje Bell en Kruimeltje, die ook meermalen verfilmd werden. Dat Chris en zijn gezin weinig sporen in Baarn hebben achtergelaten zal u niet verbazen. Buren, of klasgenoten van zijn drie zonen zijn vast niet meer in leven. Een bordje, Pietje Bell-plantsoen of Kruimeltjespad zie ik in de Schoolstraat nog niet verschijnen. Maar een bijzonder verhaal vind ik het wel. Vandaar!






Geraadpleegd:
- Wikipedia: Chris van Abkoude
- Monica Soeting: Chris v Abkoude had lak aan de grote boze mensenwereld. Trouw, 25-11-2017  
- Jan Maliepaard & Jan Oudenaarden. Pepperbooks, imprint Uit. Kluitman, Alkmaar. 2017



Cees Roodnat












Dit verhaal verscheen op maandag 12 maart 2018 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat 
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
 per email aan groenegraf.baarn@gmail.com