donderdag 29 oktober 2015

Stoom- Wasch- en Strijk­inrichting van de firma W. C. v. d. Veen


Baarn 3 oktober 1925

Laat uw lijfgoed in zuiver water wasschen

Het is van algemene bekendheid, dat de stadsmen­schen bij voorkeur hun wasch daarheen zenden waar men de beschikking heeft over zuiver water. En natuurlijk! In dit opzicht mochten wij constateren, dat de Hygiënische Stoom-, Wasch- en Strijk­inrichting van Willem Cornelis van der Veen beschikt over dit zuivere water. De Wasch- en Strijk­inrichting is opgericht begin 1900 en is gelegen aan de Kerkhoflaan (nu de Acacialaan) no: 20 te Baarn. 


Deze wasscherij bestaat binnenkort 30 jaar en mag zich, vooral dank zij de uitmuntende lei­ding van den heer De Ruiter, in een uitge­breide en eerste klas clien­tèle verheugen. De was­scherij beschikt over ruime lokalen voor het reinigen der goederen, en een uitstekende mangelzaal met strijkerij, waarin het goed gebracht wordt, nadat de vuile wasch in verschillende lokalen is onder­gebracht.
De was­scherij
Er wordt hier speciaal gewerkt met zuiver water, goede, niet schadelijke of bijtende chemica­liën, terwijl ook wollen en zijden stoffen, bonte goe­deren van verschillende kleuren enz., met zorg op de hand worden gewasschen. De goederen worden gedroogd op de droogzolders, waar de versche buitenlucht steeds vrijelijk toegang vindt.
Het strijklokaal
Ook aan de strijkgoederen wordt de meest mogelijke zorg besteed; boorden worden met de Amerikaansche strijkmachine behandeld en de huishoudgoederen; in het bijzonder damast, worden na het vouwen nog bijge­streken, hetgeen ook geldt voor damasttafelgoed, dat gestreken wordt om den mooien glans te verkrijgen. Voor "droog-toe" wasschen is een speciale afdeling ingericht, waar de goederen ingepakt en schoon gesorteerd worden. Dit zijn de wasschen die niet gestreken worden. Een zeer belangrijk feit is, dat de goederen tegen brand­schade verzekerd zijn, dus met andere woor­den: mocht er brand uit­breken in deze wassche­rij, dan krijgt de cliënte niet haar goed, doch baar geld, dat zij ervoor betaald heeft, terug.

Transportwagens van Fa. W.C. v.d.Veen


De wasschen worden franco gehaald van Amsterdam en omstreken, terwijl het vervoer ge­schiedt per eigen auto. Een en ander geeft ons aanleiding de speciale aandacht van onze dameslezers te vestigen op deze Hygiënische Stoom- Wasch- en Strijkinrichting van de firma W. C. v. d. Veen te Baarn.

Later werd de wassserij voortgezet door De Ruiter onder zijn eigen naam. Nog later werd het wasserijpand in gebruik genomen als machinefabriek van broodbakinstallaties van de Fa. Ringnalda en nog later in gebruik genomen als magazijn/boekbinderij van de firma De Slegte.


Aanvulling op het verhaal van Henk Kroon.

 Het wasserijpand werd door de fa. Ringnalda als machinefabriek gebruikt en door de fa. Ringnalda werd er een stuk aangebouwd wat nooit helemaal afkwam de fundering lag er wel maar de rest werd nooit gerealiseerd . Het nieuwbouwgedeelte werd verhuurd en later verkocht aan de fa. Van der Pol welke broodbakovens bouwde en deze is later verhuisd naar Bunschoten .
Daarna werd het verkocht aan de Slegte die het als magazijn in gebruik nam ook werd er gedeelte verhuurd aan G. van der Zalm , die een boekbinderij had en hij was uit Rotterdam gekomen met zijn binderij. Het meerendeel van zijn werkzaamheden was voor fa. De Slegte.  De Slegte verhuisde naar Amersfoort en de boekbinderij naar Soest.


Leen Bakker

 
Geplaatst door L.J.A.Bakker

 http://ljabakker.magix.net/website


 http://www.grijsvuur.nl








Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

dinsdag 27 oktober 2015

Herinneringen van Hans (5) ‘s Zondags naar ‘t voetballen: De gloriejaren van V.V. Baarn

door Hans Smeekes


Ik ben een voetbalgek en dat is me in feite met de paplepel ingegeven. Al van kleins af aan nam mijn vader me mee naar het voetballen. En dat begon dus al toen we nog aan de Zandvoortweg woonden. Wanneer er een thuiswedstrijd was van VV Baarn vond ik het prachtig  om de aanzwellende stroom mensen (voornamelijk mannen op z’n zondags met hoeden op) te aanschouwen, die ons huis passeerden. Zoveel mensen had ik nog nooit in  één keer gezien. Wat een gezellige drukte. Ik stond dan al ongeduldig in het poortje te wachten tot mijn vader me aan de hand meenam en wij ons voegden in de stoet van druk pratende mannen. Veelvuldig klonk dan: ‘Hallo Joop’. Want mijn vader kende veel mensen. 


Voetbalvereniging Baarn

De namen van Voetbalvereniging Baarn
Ver hoefden we niet te gaan, want voorbij de boerderij van Van de Wardt gingen we dan rechtsaf. De weilanden in. Toch was het dan nog een stukje lopen langs het paadje. Mijn vader kocht de kaartjes aan een simpel overdekt witgepleisterd hokje. En simpel waren ook de kleedlokalen. Het kon er flink waaien zo midden in de velden en koud kon het er ook zijn, maar dat deerde ons niet.

De doelpalen waren nog van hout. Als daar een bal tegen aan kwam dan hoorde je een flinke knal en het hout knarsen. En als de bal hoog over geschoten werd, het andere weiland in, dan duurde het even voordat die weer terug was. Een ijverige supporter was dan wel zo vriendelijk de drassige velden in te springen tussen de koeien door. Eigenlijk denk ik dat het voetbalveld alleen op die zondag als zodanig dienst deed. Door de week zou het wel eens het territorium van de koetjes geweest kunnen zijn.

Als ik me goed herinner was het veld afgezet met witte betonnen paaltjes, aan elkaar verbonden op een meter hoogte door een horizontale metalen buis. Daar konden de mannen lekker overheen hangen, als je er tenminste vroeg bij was. Wij waren wel eens aan de late kant en dan stond mijn vader op de 2e rij. Maar ik mocht vooraan op de grond zitten. Vlakbij de witte kalklijn dus. Daardoor leken de spelers nog groter en steviger dan ze al waren. En ik deinsde naar achter als er een heftig duel aan de lijn werd uitgevochten. En die bal vond ik ook heel groot. Echt een bruin leren monster. En de spelers hadden nog van die zware bruinzwarte kickers met metalen noppen aan. Het zag er gevaarlijk uit als er een speler een sliding mijn kant op aan het maken was.

De grensrechter had het altijd zwaar te verduren. Want de Baarn supporters waren het nooit eens als hij fanatiek, overtuigd van zijn gelijk, voor buitenspel van een Baarn speler stond te vlaggen. Het getier en gevloek was dan niet van de lucht en mijn vader deed daar druk aan mee.

Een oer-oude foto van BVV Baarn. Ook toen al in de kleuren Blauw-Geel, al was het ene shirt wel wat valer dan het andere.
Jaren later speelde de club nog steeds in blauw-geel.
Imposant vond ik het als het Baarn team de kleedkamers uitkwam. Er werd dan van alle kanten geroepen: “Baarn, Baarn”!!! Ik denk dat de bezoekende clubs hiervan wel van onder de indruk moeten zijn geweest. En wat vond ik onze Baarn spelers stoer in de kleuren geel en blauw (het strakke voetbalhemd met de verticale banen: blauw/geel/blauw en met witte broek). Sindsdien ben ik altijd een voorkeur blijven houden voor clubs die in dezelfde kleuren spelen.

Baarn speelde toen in de tweede klasse en speelde tegen de top amateurclubs uit die tijd, voornamelijk uit Amsterdam. Klassiek waren de wedstrijden tegen Zeeburgia, de aartsrivaal. Verder herinner ik me de namen van clubs als Watergraafsmeer, D.C.G. en O.V.V.O. De spelers die ik me herinner zijn voornamelijk uit de tijd, dat we al in de Lepelaarstraat woonden. Dus toen was ik al een jaar of tien. Ook toen gingen we regelmatig.

Met name in de zogenaamde glorietijd.  Dat was omstreeks 1958. Ik kan me een wedstrijd herinneren, waarbij het er echt om ging. Baarn kon namelijk promoveren naar de eerste klasse (hoger bestond toen nog niet in het amateur voetbal), maar moest dan wel eerst nog winnen van de roemruchte club H.F.C. uit Haarlem (toen nog niet koninklijk). Dat is uiteindelijk niet gelukt. Maar wat een sensatie toen. Het hele dorp stond op zijn kop.

De middenvoor van Baarn was nog een echte ouderwetse middenvoor. Stevig en robuust. Hij kon echt heel hard schieten. Zijn naam was Woudenberg, als ik me goed herinner. Wel weet ik zijn bijnaam nog heel goed: De Schiere. Als hij een penalty nam hoefde hij alleen maar hard op doel te schieten, in mijn beleving. De keeper kon hem toch niet houden. Als hij de bal al ‘had’, zou hij toch met bal en al het doel in zijn gevlogen.

En ja onze keeper natuurlijk. Een opvallende persoonlijkheid die Henk Lüschen. Zijn blonde haar was strak naar achter gekamd (volgens mij bijeengehouden door een bandje). Hij had ook zo’n echte keepersklep op. Hij werd ‘de Witte’ genoemd. Volgens sommigen was hij beter dan Piet Kraak, de keeper van Stormvogels en keeper van het Nederlands elftal in de begin jaren vijftig. De clubs speelden eens tegen elkaar en toen was het goed te vergelijken. Ja je moest van goede huize komen om die Witte te passeren. En als hij weer eens een moeilijke bal had gevangen of uit het doel had gestompt, ging er een groot gejuich op.

Ja en ik herinner me Jan Onrust nog, hij speelde op het middenveld. Die heeft heel wat jaartjes voor het eerste gespeeld en werd van voren op zijn hoofd steeds kaler.

Mijn vader kende hem goed. Je kon hem tegenkomen op het Gemeentehuis. Hij was er de bode.

Cees van Wilpen in 't Gooi
En dan was er nog Natter, van Wilpen en van Ginkel. Bekende voetbalnamen in Baarn.

Maar de grote favoriet van iedereen was Baltus Burgman. Dat was onze Coen Moulijn.

Een klein gedrongen mannetje, net als Coen eigenlijk (dus ik voelde me wel verwant met die twee) en ook net als Coen buitenspeler. Als Baltus wat werd aangedaan, stond iedereen van verontwaardiging te roepen en te schreeuwen. Ja zijn rushes waren geweldig. Ik genoot ervan dat ik dat als klein mannetje van zo dichtbij kon aanschouwen. Want omdat ik klein was en nog lang aan de kleine kant bleef, werd ik altijd naar voren geschoven. Het zondagskind eens te meer.

Cees van Wilpen
Ik snoof het gras, het leer, het zweet.

Volgens de lijst van Baarnse bijnamen had Baltus de bijnaam Balli Balli, maar dat kan ik me niet herinneren. Maar de bijnaam is wel heel toepasselijk en voorstelbaar. Hij heeft later geloof ik nog even voor de semi profclub ‘t Gooi in Hilversum (2e divisie semi profs)gevoetbald. Ook daar zijn we nog wel eens een enkel keertje gaan kijken. Dat was in het sportpark. Van het intieme stadionnetje met de groen geschilderde houten overdekte tribunes heb ik nog goed beeld. Alleen jammer dat door de sintelbaan je zo ver van het voetbalveld af stond.

Ja Baarn had toen diverse talenten en die werden overgehaald om bij naburige (semi)profclubs te voetballen. We vonden dat heel wat. Het zette Baarn op de voetbalkaart.

Zo gingen we speciaal naar Hilversum om onze plaatselijke held Cees van Wilpen aan te moedigen. Ik denk dat hij de eerste Baarn speler ooit was, die een profcontract kreeg aangeboden. In die tijd moet Gerd Bals keeper van ‘t Gooi zijn geweest.

Hetzelfde stadionnetje werd ook gebruikt door ‘Hilversum’, de andere profclub in Hilversum. De beide clubs waren water en vuur. Een fusie, waar om financiële redenen even sprake van is geweest, is om sentimentele redenen nooit gerealiseerd kunnen worden.



Joop de Haan bij FC Hilversum
Joop de Haan



Ook voor Hilversum speelde er in die tijd een Baarnaar: Joop de Haan. Echter die heb ik nooit gezien, tenminste niet bij mijn weten. Misschien als aanstormend talent heel even bij Baarn, maar dat weet ik niet meer.

Evert van Ginkel in HVC
Ja en dan was er nog H.V.C. uit Amersfoort. Een grote club in die tijd (1e divisie). Dat was op het roemruchte sportpark ‘Birkhoven’. Ook daar zijn we (mijn vader en ik) eens gaan kijken. Om er een ander talent uit Baarn te bewonderen: Evert van Ginkel.

Opvallend was het aantal toeschouwers. Het zat helemaal vol. H.V.C. was toen ook heel goed.

Ik moet toen ongeveer dertien jaar oud zijn geweest en ik heb er toen we weer thuis waren een verslag van geschreven. Want ik was er vast van overtuigd dat ik sportjournalist zou worden, dus ik oefende al wat. Ik weet nog dat ik het mijn vader heb laten lezen en die vond het prachtig. Helaas is dat stukje verloren gegaan en van dat idee van sportjournalist is niets geworden.

Evert van Ginkel
In het stukje stond  uiteraard onze held Evert van Ginkel centraal, ik denk dat hij toen net zijn contract had getekend. Een andere ster was Bennie Marcus, maar die kwam uit Amersfoort. Maar ook voor hem gingen we. Er is een foto uit 1963 waar beiden op staan. En (opvallend achteraf): Piet Schrijvers. Die zal toen wel gekeept hebben, maar hij was toen nog niet bekend.

De elftalfoto’s van bovengenoemde profclubs hingen aan de muur op mijn kamer. Ik haalde ze uit tijdschriften als de Panorama en Nieuwe Revu. We hadden thuis de leesportefeuille en op mijn verzoek hadden we de map die je mocht houden.

Toen ik een jaar of zestien was en kon beschikken over een brommer, ben ik een enkel keertje bij Ajax gaan kijken in de Meer en bij D.O.S. in Utrecht in de oude Galgenwaard. Ik heb er Frans de Munck nog zien keepen.

Mijn vader is later helemaal idolaat van Ajax geworden. Ik ook trouwens. Maar is er nooit wezen kijken. Wel volgde hij alles op de voet. Als hij op vakantie was, luisterde hij naar de wereldomroep om de uitslag van Ajax te kunnen horen.

Grappig is, dat mijn moeder die liefde voor Ajax heeft voortgezet: Ook toen mijn vader al was overleden, bleef ze steevast kijken als er een wedstrijd van Ajax op de tv was. En toen ze al bijna negentig was hebben mijn broer Henk en zijn vrouw José haar een keer meegenomen naar de Arena. Ze kreeg er echt een VIP behandeling inclusief skybox. Het was de dag van haar leven.

‘Dat ik dat nog mag meemaken ...,’ zei ze toen lachend.

Hans Smeekes












Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

zondag 25 oktober 2015

Herinneringen van Jan (2): Postduivenvereniging "De Pool"

Door Jan van Wilsum

Hoek Oosterstraat / Bremstraat, later kwam
hier de Rabobank
Ik kan me nog herinneren, dat de postduivenvereniging "De Pool", vlak bij de hoek Bremstraat/Oosterstraat was. Op die hoek woonde indertijd de familie Jo Camper. Die woonde in een oud huisje, waarvan de kamervloer wel een halve meter beneden het straatniveau lag. Als je er langs liep, kon je zo op de tafel kijken en zien wat er gegeten werd. Jo Camper had ook
altijd een volkstuintje op de hoek naast zijn woning. Op dat punt werd later de Rabobank gebouwd. Jammer dat dat oude huisje daarvoor gesloopt is. Het postduivengebouwtje bevond zich ook naast de tuin en huis van Jan van de Brakel. Toen de postduivenvereniging weer vertrok uit de Oosterstraat, kreeg het gebouwtje de naam "De Vluchtheuvel" en werd gebruikt als zondagsschool.

Indertijd, zeg maar zo'n 50 jaar geleden, waren er veel "duivenmelkers" op de Oosterhei. Alleen al bij ons in de buurt zater er aardig wat,zoals onze buurman Jan van Nieuwenhuizen, (een collega van mijn vader op het slachthuis), Evert Hooijer, fam. Hendriks op de hoek van de Dahliastraat/Irisstraat, Tinus Bokma van de sigarenhandel in de Tulpstraat, Jan van de Vuurst in de Leliestraat, mijn vader zelf, Jan van Wilsum, (ook wel Jan Wonder) in de Oosterstraat met vlak bij hem Ko Koffrie, en in de Verbindingsweg Jo van Nieuwkasteel.

Mijn vader, Gijsbertus van Wilsum (1910-1972)
bij zijn duivenhok in de Bremstraat
Het was aan het eind van week altijd een heel gedoe met de duiven. Nadat ze thuis in de rieten manden waren gestopt, ging de hele handel naar het verenigingsgebouw "De Pool". Dat gebouwtje stond toen in de Ericastraat, zo schuin naast het slachthuis ter hoogte van het vrijbankhuisje en achter de gebouwen van drukkerij Bosch en Keuning. Nadat de wedstrijd- formulieren waren ingevuld, moesten de duiven van een gummiring worden voorzien. Daarvoor hadden ze een mooi apparaatje. De ring werd op de punt van dat apparaat geplaatst. Die punt bestond uit drie delen, die van elkaar gedrukt werden,de poot van de duif er tussen, en de drie delen werden weer samengevoegd, waardoor de duif de gummiring om de poot had. Het opschrijven van die aktie, neemt meer tijd in beslag, dan het ringen van de duiven. Vervolgens werden alle duiven, die mee zouden doen aan de wedvlucht, in grote manden verzameld en nadat alles geringd was, werden ze op transport gesteld naar de plaats van lossing. Vaak was dat in België en Frankrijk. Later werd er gebruik gemaakt van een echte "duivenauto". Dat was een vrachtwagen met luchtgaten in de wanden. Ook werden de duiven van water en eten voorzien. Vervolgens werden door de duivenmelkers de klokken op gelijke tijd gesteld. Dat om misverstanden te voorkomen.

Ook was er bij elke vlucht de mogelijkheid om een weddenschap af te sluiten. Op de wed- strijdformulieren kon ieder aangeven, op welke duif/duiven hij een gokje wou wagen. Als je dan het geluk had, dat er een duif vroeg aankwam, kon je wat verdienen. Maar rijk werd je er niet van.
De postduivenvereniging heeft ook een tijd lang samengewerkt met de vereniging uit Soest. Zelfs prins Bernhard had postduiven, en deed volop mee. Als je zo links en rechts je oor ten luister legde, was niet iedereen met die samenwerking in zijn nopjes. Maar alles heeft zijn voor en tegen.
Voordat de duiven terugkwamen van hun startplaats, was mijn vader op zondagmorgen er altijd vroeg uit. Want om 07.00 uur werden de tijden en plaatsen op de radio bekend gemaakt van de lossing van de duiven. Ook werd vaak de windrichting bij vertrek meegedeeld. En dan was het wachten tot ze kwamen. Dat was ook altijd een hele belevenis. Door de vele ervaring die de duivenmelkers hadden, konden ze aan de hand van de radiogegevens ongeveer bepalen, hoe laat de eerste duiven verwacht konden worden. Tegen de aankomsttijd moesten mijn broer en ik vaak binnenblijven, want stel je voor dat er een vroege duif (zo noemde ze een duif die snel terug was) zou schrikken van mijn broer of mij. Maar we konden altijd in de bijkeuken staan kijken achter het gordijn.
Mijn vader en buurman Jan van Nieuwenhuizen hebben vroeger eens mot gekregen en praatten vanaf die tijd niet met elkaar. Op het werk op het slachthuis maakte dat niet uit, ze wisten allebei wat er moest gebeuren. En waar die ruzie over ging, hebben we thuis nooit gehoord. Maar als er bij ons een vroege duif kwam, en mijn vader zag dat niet,stuurde Jan van Nieuwenhuizen één van zijn jongens naar ons toe om te zeggen dat er een duif was. En andersom ging het ook zo. Er werd verder ook niet over gesproken, maar op die manier hielpen ze elkaar toch ook weer.

Duivenkorven
De vluchten bestonden uit twee delen: jonge en oude duiven. Aan het eind van het wedstrijdseizoen werden de resultaten bij elkaar opgeteld. Onderscheid werd gemaakt in korte, middenlange en lange afstanden. Je kon per categorie dus een prijs winnen.En tenslotte kwam er ook nog 1 winnaar uit die over het hele seizoen zowel met de jonge als oude duiven het beste had gevlogen. De generaal-kampioen. Thuis heb ik nog zo'n kampioensbewijs Jonge Duiven uit 1949, ondertekend door de voorzitter van der Veer, en de sekretaris Ko Koffrie.

De belangrijkste vlucht was een nationale vlucht. Dat was naar Orléans in Frankrijk. Dan deed heel de duivenwereld in Nederland mee. Met deze wedstrijd kon je leuke prijzen winnen. Maar het kwam er wel vaak op neer, dat de snelste duiven in het zuiden van het land werden gemeld. Met die wedstrijd waren de duivenmelkers toch wel een beetje zenuwachtig.

De duiven gingen soms een behoorlijk eind weg. En als ze ver weg moesten, werden er niet veel duiven ingekorfd. (meedoen met een wedvlucht). Af en toe was er een vlucht naar Barcelona. Maar op dergelijke vluchten, kwamen de duiven een dag later terug. Het is na- tuurlijk ook een hele afstand. Dat het ze lukte, was al een wonder. Ook werd er af en toe een vlucht gedaan uit Engeland. Met zulke grote afstanden, bleef er wel regelmatig een aantal duiven weg. Mijn vader vertelde wel eens, dat er ook duiven gepakt werden door een krem. Mijn broer en ik wisten niet wat een krem was, maar dat is een valk.

Als de duiven terugkwamen van een vlucht, en dat gebeurde ook lang niet altijd, dan moest die gummiring van de poot worden verwijderd. Het was een hele toer om een duif in het hok te krijgen; eerder kon je niet bij die ring komen. Dus lokten ze de duiven door met een blikje voer te rammelen. Vaak bleven de duiven op de dak van het huis zitten of op het duivenhok.
Eén keer hebben mijn broer en ik in een deuk gelegen. Onze pa kreeg een hele vroege duif. Maar die ging op de schoorsteen zitten van het huis van onze buren (niet bij van Nieuwenhuizen, maar onze andere buren). Mijn vader kon roepen wat hij wilde en rammelen met voer, de duif kwam niet. En met zulke dingen had hij een heel kort lontje. Hij ging al scheldend ons huis binnen en pakte de luchtbuks. Even richten en poef, de duif van de schoorsteen geschoten.Hij dacht dat die duif naar beneden zou vallen,zodat hij de gummiring kon pakken en snel klokken. Dat naar beneden komen gebeurde ook, maar die kwam terecht op een dakkapel bij de buren. Kon hij er nog niet bij. Dat was een hele beroerde dag voor hem. Vroege duif, duif dood en toch geen prijs. Later hebben we hem daar nog wel eens mee gepest.
P.V. De Pool bij hun clubgebouw aan de Ericastraat

Waar vogels zijn, zijn ook vaak katten. Dat was bij ons niet anders. Onze buurman Jan van Nieuwenhuizen had ook last van katten. Die trad heel rigoreus op. Onder zijn hok had hij een kattenval geplaatst en heel af en toe, volgens zijn zeggen, zat er wel eens een kat in. Die haal- de het weekeinde niet. Het slachthuis was dichtbij en zo verdween er wel eens een kat. Om die kattenreden, had mijn vader een luchtbuks. Onze andere buren hadden een grote tuin, maar omdat het oudere mensen waren, werd de tuin niet onderhouden. Vooral achterin niet en dat was de plek waar ook het duivenhok in de buurt stond. De buren hadden twee katten en elk voorjaar was het weer raak: een nest jong spul. Maar bij ons in de tuin kwamen ze bijna niet. Katten weten heel goed, waar de grens ligt.
Willem van Gelder (1912-1994)
alias Bolle van Gelder

Bij veel duivenhouders kwam in het najaar het probleem naar voren, dat ze eigenlijk teveel duiven hadden. Want in het voorjaar kwamen de jongen. Zowel bij de jonge als oude duiven, waren er altijd een aantal die ongeschikt waren voor wedvluchten en kweek. Dus moest de bezem er door heen. Bij onze buurman van den Nieuwenhuizen en bij ons was dat geen probleem. De overtollige duiven werden geslacht. Mijn moeder braadde ze en maakte er soep van. Maar de meeste brachten hun teveel aan gevederde vrienden naar de poelier. Je kan tenslotte niet alles bewaren.

Op de foto's van de vereniging staan ook nog twee personen die ik wel gekend heb. Dat zijn Bolle van Gelder uit de Sumatrastraat. Hij had een aannemersbedrijf. En Jaap van der Veer uit het dorp, die een lampenzaak had.


De postduivenvereniging verhuurde haar akkomodatie ook wel voor feestjes. Het was een heel geschikt gebouwtje, voorzien van een keuken. Volgens mij stond er ook een podium in. En het lag mooi buiten gehoorafstand van eventuele buren. Van de horecabedrijven in het dorp hoorde je nooit iets over konkurrentie. En voor de vereniging een leuke bijverdienste.

Jan van Wilsum
Harlingen

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

donderdag 22 oktober 2015

Brandweerwedstrijden 1946 - 2004

Brandweerwedstrijden
Waarom brandweerwedstrijden. Na de tweede wereldoorlog hadden alle korpsen eigen systemen om de brand te blussen. Er werd weinig geoefend en om hier verandering in te krijgen werd al in december 1945 het brandweer wedstrijd comité opgericht. Het uiteindelijke doel was om een systeem in Nederland te krijgen en dat er regelmatiger geoefend werd. Dit is ook gelukt want na enige tijd bestond het landelijke aflegsysteem. De meeste korpsen deden hieraan mee. Het werd later ook een voorwaarde om aan de wedstrijden deel te nemen zodat er objectief beoordeeld kon worden . De eerste landelijke wedstrijden werden op 17 augustus 1946 gehouden te Utrecht.

Hiervoor werden wel regionale wedstrijden gehouden tussen de korpsen onderling. De objecten waren eerst "SPEELS" dat wil zeggen blokjes wegspuiten, hindernisbaan, en dergelijke.

In de jaren 50 zijn ook nog van deze wedstrijden gehouden. Het is nu niet meer te geloven maar deze werden gehouden aan het begin van de Torenlaan Javalaan t.o.huize Peking. Hierna bestonden de objecten uit paaltjes met latten hiermee werd dan een huis o.i.d bedoeld. De tekening hiervan werd van tevoren aan de deelnemers toegestuurd zodat er vlijtig geoefend kon worden dit door gebrek aan echte branden.

In 1952 werden het echte huizen en fabrieken waar de wedstrijden gehouden werden. Dit is anno 2005 nog zo. Brandweer Baarn heeft al in een vroeg stadium meegedaan aan de wedstrijden en vaak goede resultaten behaald. Tijdens de wedstrijden in 1948 van de Utrechtse Vrijwillige Brandweer (klasse B) werd de eerste prijs behaald. Het volgende jaar werd in Zeist de eerste prijs behaald en was goed voor een plaats in de landelijke finale te Ede op 23 juli 1949. Van de 24 deelnemers behaalde Baarn een eervolle 10e plaats.
rond de jaren '50

In 1950 lukte het voor de derde maal om eerste te worden in Zeist 18 ploegen deden er aan deel. Baarn bewees hiermee dat het de best geoefende brandweer in de provincie is. Op 8 juli was de landelijke finale te Deventer. Hier ging het een en ander mis ,een lekkende koppeling en het knappen van een slang. Maar was wel de snelste met opruimen en kreeg hiervoor een zilveren medaille van de VVV Deventer. De Baarnse ploeg bestond uit de volgende leden:
Groepscommandant(bevelvoerder) C.E.van Beek,A.J.Boterenbrood, J.G.van Hagen, G.Hasselbach, B.R.van Hornsveld, J.v.d.Horst, .A.Lichtenberg, P.van Uden en J.Veldhuysen.

In1959 werd het landelijk kampioenschap klasse 1 Landelijk behaald.Deze wedstrijden werden gehouden te Hilversum. Het object was in Loosdrecht bij de Marine.
De Baarnse ploeg bestond toen uit:
J. v.d.Horst, C.Dijkman, W .v .Hagen, L.Ravenhorst, R. v .Doorn, J.Piek, J.Staal, B.Keppel, A. Boterenbrood.
 
Op 30 mei 1964 werden er door de groep Lage Vuursche meegedaan aan de Lage Druk brandweerwedstrijden, klasse 2, te Westbroek. Dit onder leiding van bevelvoerder de heer G. Vervat sr (B). De ploeg eindigde op de 8e plaats.
Technische Hulpverlening
Tot 1974 waren de wedstrijden alleen brandbestrijding. In eind jaren 60 werd er door de brandweer steeds meer aan hulpverlening gedaan .auto ongevallen en dergelijke. Om hier ook een systeem te krijgen werden er in 1974 te Bussum de eerste landelijke wedstrijden technische hulpverlening gehouden. Baarn deed hier ook aan mee en werd gelijk 1e (landskampioen).Vreemd genoeg waren er toen korpsen die duidelijk de kat uit de boom keken. ln 2004 zijn deze wedstrijden opgenomen in de klasse 112. Hierna heeft Baarn regelmatig aan diverse wedstrijden deelgenomen met goede resultaten echter nooit meer een landskampioenschap behaald.
Tijdens wedstrijden staat de chauffeur alleen maar aan de pomp en worden er geen andere handelingen zoals rijden beoordeeld. Om dit te veranderen zijn in de regio Eemland door Brandweer Baarn chauffeurs wedstrijden georganiseerd. Ook dit kwam langzaam op gang maar gaat steeds beter.

Chaufferswedstrijden 2004 (L naar R) Leen Bakker, Frank Snel en Harm Terschegget




Het boek over de Brandweer van Baarn "Waarom Redden" is te koop voor een klein prijsje (€ 8,00). Kijk in onze webwinkel
Het Boek "Waarom Redden"









Geplaatst door L.J.A.Bakker oud korpslid van Brandweer Baarn
http://www.grijsvuur.nl

http://knipselsuitkranten.nl
http://ljabakker.magix.net/website#Startpagina

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter 

woensdag 21 oktober 2015

Vluchtelingen in Baarn

door Eric van der Ent


Dhr. en mevr. Van Wessel, latere bewoners van de noodwoningen voor
Belgische vluchtelingen aan de Padangstraat.
(Foto: coll. Fam. Vet)
Het is een zorgelijke tijd. De situatie in Syrië en Irak en vele andere gebieden loopt volledig uit de hand. Miljoenen mensen in het Midden-Oosten zijn slachtoffer van oorlog en geweld. Zij slaan op de vlucht om hun levens te redden of ze zitten vast in gebieden waar het leven is ontwricht door het wegvallen van allerlei voorzieningen. In Europa ziet men met angst en beven de grote stroom vluchtelingen op zich af komen. Men maakt zich daar grote zorgen over. En terecht. Ook ik maak mij zorgen over al die ontheemde mensen die geen kant meer op kunnen en hopen dat ze hier een betere toekomst kunnen opbouwen. Nederland biedt opvang aan heel veel vluchtelingen. Ook Baarn moest zijn steentje bijdragen. Op maandag 5 oktober kwam een groep van 150 vluchtelingen aan in de tot crisisnoodopvang omgebouwde sporthal De Trits om op zaterdag 10 oktober weer te verhuizen naar opvang elders in het land. Onze burgemeester Mark Röell deed een oproep om vrijwilligers te werven en spullen voor noodhulp in te zamelen. Baarn hielp massaal, prachtig! Helaas werd ook in Baarn via sociale media gal gespuid door mensen die de vluchtelingen het liefst onmiddellijk weer zouden zien vertrekken. Mensen die zich opwindenover het feit dat hun zoontje of dochtertje een dagje niet kon zwemmen of sporten. Ook ik ben bezorgd over de grote stroom vluchtelingen, maar laten we elkaar alstublieft als mensen blijven zien. Gelukkig toonden de meeste Baarnaars een hartverwarmende gastvrijheid, ondanks de grote zorgen die ze bij de grote stroom vluchtelingen hebben.

Waarschijnlijk vraagt u zich af waarom dit betoog in deze rubriek aan de orde komt. Deze rubriek gaat over de geschiedenis van Baarn en haar inwoners. U bent van ons gewend dat we vaak een bruggetje van het heden naar het verleden maken. In dit geval wil ik u mee terugnemen naar de tijd van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Ook toen kreeg Nederland te maken met een enorme stroom vluchtelingen voor oorlogsgeweld. Ongeveer een miljoen Belgen vluchtten de grens over naar Nederland, dat in die tijd ongeveer 6,5 miljoen inwoners telde. Het inwonertal van Nederland nam dus maar liefst met 15% toe door die vluchtelingen.

Ook in die tijd zal men zich zorgen gemaakt hebben, maar ook toen werd (ook in Baarn) voor opvang gezorgd. Baarn liet aan de Padangstraat zelfs houten noodwoningen bouwen. Die woningen bleven, overigens ook nadat de Belgische vluchtelingen weer huiswaarts keerden, in gebruik. Gewone Baarnse gezinnen trokken in de woningen. Aan de Spoorweglaan (later Gerrit van de Veenlaan) stelde dhr. Korthals Altes enige kamers van zijn villa Eikenhorst ter beschikking om als schoollokalen te kunnen dienen. Acht gevluchte Belgische onderwijzers gaven daar les aan 32 Belgische kinderen. In de Gooi- en Eemlander van 4-11-1914 is te lezen dat fanfarekorps Crescendo en de gymnastiekvereniging een uitvoering gaven in hotel Central ter ontspanning van de alhier vertoevende Belgische vluchtelingen. Ook in die tijd werden gymlokalen van scholen ingericht als noodopvang. Tevens werd er een comité opgericht dat zich tot doel stelde om Belgische gezinnen onder te brengen bij Baarnse gezinnen. Het bestuur van dat comité bestond uit de heren Enthoven, Beets, Van Ditzhuijzen en Wijkamp. Men probeerde om de Belgische gezinnen onder te brengen bij ‘armere’ Baarnse gezinnen. Voor het verlenen van pension werd een vergoeding gegeven. En zo sneed het mes aan twee kanten. Dat geld voor die vergoedingen werd door vermogender Baarnse gezinnen opgebracht.

Militairen ingekwartierd bij een boerderij aan het Zuidereind in Baarn
(Foto: coll. Stichting Groenegraf.nl)
Militairen aan het Zuidereind.
Foto: Coll. Stichting Groenegraf.nl
In 1915 werden bovendien ongeveer 2000 militairen ingekwartierd in Baarn. Dat maakte het probleem niet eenvoudiger. Ook zij moesten huisvesting hebben. Vaak werd die huisvesting gevonden bij boerderijen, bijvoorbeeld aan het Zuidereind in Baarn.
In totaal werden enkele honderden Belgische vluchtelingen in Baarn opgevangen. Zo ook bij de weduwe Albertha Wilhelmina Staal-Lankamp. Zij woonde aan de De Wetstraat 49, Baarn en was al een aantal jaar weduwe. Hierdoor had ze plaats voor het Belgische echtpaar Temmerman-Kinjet en hun zoon Joseph. In het Baarns Nieuwsblad van 15-11-1918 is te lezen dat het gezin Temmerman aan het front in België hun andere zoon Bazil Temmerman moest verliezen.
In die oorlogsjaren werden de vluchtelingen in Nederland en Baarn geholpen. Ongetwijfeld zal men zich over de grote stroom vluchtelingen destijds ook zorgen gemaakt hebben. Die jaren waren voor de Baarnaars ook moeilijk. Denk maar eens aan de Spaanse griep en de crisis door de oorlog. Tegenwoordig hebben we het toch behoorlijk goed met zijn allen. Laten we humaan met de vluchtelingen omgaan en hulp bieden aan die vluchtelingen die het zo hard nodig hebben.


Voor het samenstellen van dit artikel zijn  krantenberichten uit 1914-1918 uit de collectie van de Koninklijke Bibliotheek geraadpleegd.

Dit verhaal verscheen op maandag 28 september 2015 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    








Eric van der Ent











Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

maandag 19 oktober 2015

Circus in Baarn!

Een aanplakbiljet van Circus Caroli
met een afbeelding van
"Madame la directrice Caroli"

door Eric van der Ent


Circus in Baarn! Dat is lang geleden. Kunt u zich nog herinneren wanneer Baarn voor het laatst een circus binnen haar gemeentegrenzen had? Ik niet.

In mijn jeugd stond het circus altijd op het terrein naast speeltuin Noorderkwartier aan de Israëlsstraat. Op datzelfde terrein stond toen ook altijd de kermis. Dat was een schitterend groot terrein waar zoiets prachtig kon. Niet zo'n achteraf-parkeerplaatsje waar de kermis tegenwoordig weggedrukt wordt.

Mijn oma Grietje de Ruiter-Koenen woonde even verderop aan de Israëlsstraat. De kleinkinderen, en dat waren er nogal wat, gingen als er kermis was altijd eerst langs oma. We kregen dan elk een gulden en vermaakten ons dan de hele dag op de kermis. Aan het eind van de dag weer even langs oma om een glaasje Ranja te drinken en dan weer terug naar huis.

Ik kan me ook nog de indringende lucht van paarden ruiken als het circus weer in het dorp kwam. Het was al een belevenis als de wagens op het terrein werden neergezet. Vaak werd er ook nog een optocht door Baarn georganiseerd zodat het niemand kon ontgaan dat het circus weer in Baarn was.

Brinkstraat in Baarn, foto gemaakt kort na het afbranden van de schouwburg van Hotel Central aan de Brink
Onlangs stuitte ik in onze collectie oude foto's op de afbeelding hierboven. We zien hier de achterzijde van Hotel Central aan de Brink. De foto is genomen vanuit de Brinkstraat kijkend richting de Brink en de Pauluskerk. De foto is goed te dateren wan op het braakliggende terrein links hoort de schouwburg van Hotel Central te staan. Die schouwburg brandde in februari 1922 uit. Die gebeurtenis haalde het landelijke nieuws en werd breed uitgemeten in alle kranten. Het stuk terrein heeft nog jarenlang braak gelegen. Zo lang, dat mensen zich gingen storen aan het lelijke 'gat' in de Brinkstraat.

Circus Caroli komt naar Baarn!
Toen ik op de foto ging inzoomen viel me een aantal aanplakbiljetten op dat aan de achtergevel van het hotel geplakt was. Naast een paar verkiezingsposters zag ik een aanplakbiljet van Circus Caroli. Hiernaast ziet u een uitsnede uit de foto hierboven. Duidelijk zijn de woorden Circus Caroli te lezen. Benieuwd geworden of er van dat circus nog wat te vinden is zocht ik op de site van de Koninklijke Bibliotheek in de krantendatabase naar meer informatie over dit circus. Misschien zijn er advertenties of recensies te lezen over hun optreden in Baarn? Dat zou dan in kranten van kort na februari 1922 te vinden moeten zijn.

Ik had geluk! In 1923 maakte het circus een grote tour door Nederland. In die tour werd ook Baarn voor twee voorstellingen aangedaan. Ik vond onderstaande advertentie.

Onderaan de advertentie is te lezen dat Circus Caroli op 22 en 23
augustus 1923 Baarn aandeed voor een aantal voorstellingen
Circus Caroli was een Frans circus dat een groot gedeelte van 1923 door Nederland trok. Voordat Baarn aangedaan werd was het circus in Laren te zien. Na Baarn kwam Hilversum aan de beurt. Tijdens één van de voorstellingen in Hilversum brak noodweer uit. Dat noodweer verstoorde de avond flink, maar desondanks werd de voorstelling tot het einde uitgevoerd, zo is te lezen in kranten uit die tijd. In heel veel kranten uit 1923 is te lezen dat het circus door heel Nederland trok.

De aankomst van Circus Caroli in het Rode Dorp aan Marisstraat


Nu we dit weten kunnen we de foto van de afgebrande Schouwburg vrij nauwkeurig dateren. De foto moet rond augustus 1923 gemaakt zijn. Een zoektocht naar beeldmateriaal van het circus bracht nog een prachtig verrassing. Op website www.circusmuseum.nl is een prachtige beeldbank te vinden met beeldmateriaal van circussen. Ook van Circus Caroli is daar prachtig beeldmateriaal te vinden. Toen ik de foto's bekeek vielen mij een paar foto's op waarvan de woningen op de foto mij wel heel erg bekend voorkwamen. Op de foto hierboven zijn onmiskenbaar de woningen aan de Marisstraat in het Rode Dorp te herkennen. In de afgebeelde advertentie is te lezen dat het circus in Baarn op standplaats "Ons Belang" zou staan. "Ons Belang" is de arbeiders-woningbouwvereniging die begin jaren twintig de woningen van het Rode Dorp liet bouwen. Geen twijfel dus. Deze foto is gemaakt op 22 augustus 1923.

Foto genomen ter hoogte van de Breitnerstraat


Op de site zijn nog een paar foto's te vinden die op hetzelfde terrein gemaakt moeten zijn. Dhr. H. Voogd, bestuurslid van Stichting Circusarchief Jaap Best, heeft ons toestemming gegeven om deze foto's met u te delen. Uiteraard zijn we hem daar zeer dankbaar voor.









Foto's van Madame Caroli, directrice van het circus. Zij trad op met een paardenact.
Het programma van de voorstelling in Baarn

Zelfs is het programma van de Baarnse voorstellingen te bekijken, compleet met advertenties van onze Baarnse middenstanders. Wat een mooie vondst op www.circusmuseum.nl

Klik hier om de site circusmuseum.nl te bezoeken.


Update 30-11-2017: Wij ontvingen een berichtje met aanvullende informatie en correcties van dhr. F.G. Nauwelaerts uit België, waarvoor dank:

Mag ik er u op wijzen dat CIRCUS CAROLI eigenlijk een Belgisch circus was. Zij kondigden zich wel aan en vertoonden voorstellingen rond 1922 als Caroli-cirque-Français maar de stichter Romeo Callebaut was afkomstig uit Aalst een Belgische stad waar hij is geboren omstreeks 1875.
De man "met de stalen huid" had tijdens de eerste wereldoorlog reeds zijn eigen circus waar hij mee in Frankrijk voorstellingen gaf.  In België lag het circusleven toen totaal stil. 
De Franse naam van het circus klonk goed in het buitenland maar ook in het Franstalig gedeelte van België.  Zijn vrouw was van Algerijnse afkomst. 
Ik wil u uiteraard niet terecht wijzen, enkel aanvullen. Momenteel schrijf ik een boek over de circusfamilie KEAN, een Engelse stamvader die in Nederland in 1846 in (het Pruissische) circus Wollschläger begon als clown en nadien met een eigen circus “voyageerde” tussen Nederland - België en Frankrijk.



Eric van der Ent
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter