maandag 30 maart 2015

Peet Limper, misschien wel de eerste radio-bezitter van Baarn

door Eric van der Ent


Kunt u zich nog herinneren dat eerste televisies in de Baarnse huishoudens verschenen? Ik wel! En ik ben nog geen vijftig jaar oud. Ongelooflijk hoe snel die techniek zich de laatste decennia ontwikkeld heeft. Al in de jaren dertig van de vorige eeuw werden de eerste televisie-uitzendingen in Nederland verzorgd, maar dat was allemaal nog in experimentele fase. Pas in 1949 werd in Nederland officieel door de toenmalige Minister van Verkeer en Waterstaat toestemming gegeven voor het uitzenden van televisiebeelden.




Twee jaar later werd de Nederlandse Televisie Stichting (NTS) opgericht. In die stichting waren aanvankelijk vier grote omroepverenigingen opgenomen, AVRO, KRO, VARA en NCRV. Later kwam daar ook de VPRO bij. De eerste zwart-wit uitzending was op 2 oktober 1951. Veel kijkers zullen er nog niet geweest zijn, want niemand had een televisietoestel.

Pas eind jaren vijftig, begin jaren zestig kwamen er steeds meer televisietoestellen in de huiskamers. Bij ons thuis hadden we pas eind jaren zestig televisie, met alleen nog maar zwart-wit beelden uiteraard. Mijn oudste zoon Marlon vroeg mij toen hij nog een peuter was, wanneer de kleuren waren uitgevonden. Ik vertelde hem dat kleuren altijd al hebben bestaan. Zijn logische vervolgvraag was waarom oude films dan altijd zwart-wit waren. Hij dacht dus dat de wereld vroeger zwart wit was...

Ook de komst van de eerste kleurentelevisies kan ik me herinneren. Mijn oom en tante Henk en Wil Mooij hadden al zo'n prachtig toestel. Lang niet alles werd in kleur uitgezonden, maar sommige programma's wel. Dat werd dan in de televisiegids ook speciaal aangegeven. Wij keken thuis op onze zwart-wit televisie vaak naar "Operation Petticoat", een comedy met een roze onderzeeboot, genaamd "Pink Panther". Pas toen ik bij oom Henk en tante Wil een aflevering in kleur zag, begreep ik waarom de onderzeeboot "Pink Panther" genoemd werd. Bij ons thuis was die onderzeeër altijd gewoon grijs!

Operation Petticoat, gezien zoals bij Ome Henk en zoals thuis

De televisie bestaat dus nog helemaal niet zo lang, maar hoe zit dat dan met radio? In 1895 werden al de eerste radiosignalen uitgezonden. In 1899 was er de eerste radioverbinding over Het Kanaal tussen Frankrijk en Engeland, maar aanvankelijk was radio alleen bedoeld om met elkaar te kunnen communiceren. Pas in 1919 werd in Nederland de eerste radioprogramma uitgezonden. Voordat radiotoestellen echt in de Nederlandse huiskamers kwamen waren we al in de jaren dertig van de vorige eeuw. Ook nog niet eens zo lang geleden toch? Beide uitvindingen hebben de wereld een stuk kleiner gemaakt, figuurlijk gesproken uiteraard.

Petrus Limper
(1871-1947)
Eén van de eerste Baarnaars met een radio was timmerman Peet Limper uit de Weteringstraat. Misschien was hij zelfs wel de eerste met zo'n wonderapparaat! Petrus Limper werd geboren op 14 juli 1871 in Amsterdam als zoon van Franciscus Johannes Limper en Antonia van der Linden. Rond de eeuwwisseling (1900) kwam hij naar Baarn en trouwde met Marianne Antonette Bon (1871-1947). Marianne Antonette had al een dochter Hendrika Johanna. Zij werd bij het huwelijk geëcht. De kinderen die daarna werden allen in Baarn geboren. De naam Limper wordt nu gezien als een echte veel voorkomende Baarnse naam.

Kleinzoon Dick de Gier gaf onze een prachtige foto waarop Peet Limper te zien is met zijn prachtige radio. Ik schat dat de foto rond 1930 gemaakt moet zijn. De aanschafprijs van een radio was in die tijd enorm. Daar moest echt voor gespaard worden. Niet zelden werden door de eerste bezitters van radio's het toestel in losse onderdelen aangeschaft. Als een bouwpakket werd het toestel dan samengesteld. Had je alle onderdelen bij elkaar, dan was het tijd om te testen of het allemaal werkte. En werkte het dan, dan was je zo trots als een pauw!

Peet Limper met zijn wonder-machine


Het wonder der techniek
Het zou me niet verbazen als Peet Limper zijn radio zelf gebouwd heeft. Kijk hoe trots hij kijkt op deze foto. Niet verwonderlijk, vrijwel niemand bezat zo'n wonder-ding. Zijn naam zal flink over te tong gegaan zijn in Baarn: "Heb je het al gehoord? Peet Limper heeft zo'n modern radiotoestel!" Aan bezoek zal het niet ontbroken hebben. De hele buurt zal bij hem op visite geweest zijn om te luisteren naar de prachtige tonen die het wonderapparaat voortbracht. Zie die prachtige toeter waar het geluid uitkomt en de lampen (buizen) die eerst moesten opwarmen voordat er geluid geproduceerd werd. Prachtig allemaal!

Ik ben heel benieuwd of er mensen zijn die weten wat voor radio-toestel Peet Limper bezat. Was het inderdaad een zelfbouw-pakket?

Met dank aan Dick de Gier voor de foto's van Peet Limper.


Eric van der Ent
radioliefhebber








Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

zaterdag 28 maart 2015

Koninklijke Onderscheidingen bij de Brandweer van Baarn

Wolter Wiersema
Wolter Ite Wiersema. Hij investeert in tijd, opleidingen, vriendschap en collegialiteit. Als geen ander zet de heer Wiersema zich in voor de vrijwilligers en voelt zich daar nauw bij betrokken. Hij was bijvoorbeeld de trekker van activiteiten op landelijk niveau als het ging om de belastingregeling voor de vrijwilligers van brandweerkorpsen. Als vakbondslid heeft hij voorts zitting genomen in diverse werkgroepen. Naast zijn activiteiten in het licht van het brandweerwerk heeft de heer Wiersema zich ook op andere fronten ingezet. Zo is hij bijvoorbeeld voorzitter geweest van woningbouwvereniging Ons Belang en van de werkgroep  Jeugdmilieubescherming. Mede op initiatief van Wolter Wiersema is het Comité Wintervoedering Baarn in 1979 opgericht. Tenslotte is hij bestuurslid van De Baarnse Kring 't Peerd, die beoogt mannen met onderscheiden opvattingen en inzichten met elkaar in contact te brengen.
Leen Bakker
Leen Bakker dwong door zijn optreden binnen de brandweer veel respect af en werkte stimulerend op de overige korpsleden. Dat hij zich niet beperkte tot louter de uitvoering van het brandweervak. Zo is hij belangenvertegenwoordiger van het personeel geweest en hanteerde hij de voorzittershamer van de onderdeelcommissie van de brandweer. Daarnaast is hij voorzitter geweest van de personeelsvereniging. Hij was trekker van de commissie, die zich inspande voor het behoud van historisch Baarns brandweermaterieel. Zo had hij brandweervrijwilliger zitting in de Ondernemingsraad van de gemeente Baarn. Hierin had hij niet alleen oog voor de belangen van de brandweervrijwilligers, maar had hij ook nadrukkelijk belangstelling en een gefundeerde mening over alle andere zaken, waarover de Ondernemingsraad sprak. In de Ondernemingsraad is hij enkele jaren voorzitter geweest.
Johan Piek
Johan Piek werd gekwalificeerd als iemand die zich geruime tijd ten bate van de samenleving heeft ingespannen en anderen heeft gestimuleerd. Bovendien getuigde zijn inzet van een karaktervolle en voorbeeldige plichtsvervulling. De afgelopen 35 jaar liet de heer Piek zien geen doorsnee brandweerman te zijn. Hij was lid van de contactcommissie, verzorgde als instructeur de opleidingen van brandwacht tot en met hoofdbrandwacht, was hij lid van de commissie van commandanten in de regio Eemland, was voorzitter
van de werkgroep Verbindingen en lid van de sectorstaf van de brandweer. De professionalisering van de uitrukorganisatie is mede op zijn conto te schrijven. Daarnaast zette de heer Piek zich als onderwijzer van de Nieuw Baarnse school in voor de ontwikkelingen op het gebied van de informatie- en communicatietechniek.

 
Harm Terschegget is 37 jaar actief geweest als vrijwilliger. Eerst bij de blusgroep Lage Vuursche en later, na de opheffing, bij de blusgroep in Baarn. Hij was naast chauffeurpomp­bediende op de brandweerwagen ook vele jaren actief bin­nen het brandweerkorps. Bij de jeugdbrandweer is hij jaren instructeur en hoofdinstructeur geweest. Hij heeft bijgedragen aan de oprichting van de jeugdbrandweer in Harderwijk.  

En hij zorgde voor het opbouwen van de contacten met het brandweerkorps van Salà in Italië. Verder organiseerde hij chauffeurswedstrijden, was hij vice-voorzitter van de perso­neelsvereniging en verrichtte hij vele andere vrijwilligers­activiteiten. Door zijn inzet dwong hij veel respect af en dat werkte stimulerend op de overige korpsleden. Commandant Wim van Egmond bedankte Harm voor de diensten die hij de Brandweer Baarn heeft bewezen. De nieuwe burgemeester

van Baarn, de heer De Groot, speldde hem bij zijn afscheid op 1 juli 2007 een lintje op.
Hun langdurige bijdrage, inzet en enthousiasme aan de open­bare veiligheid in Baarn en de uitstraling en betekenis van hun activiteiten vormden ten slotte goede redenen voor een koninklijke onderscheiding. Zij werden benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Het boek over de Brandweer van Baarn "Waarom Redden" is te koop voor een klein prijsje (€ 8,00). Kijk in onze webwinkel
Het Boek "Waarom Redden"









Geplaatst door L.J.A.Bakker oud korpslid van Brandweer Baarn

http://www.grijsvuur.nl

http://knipselsuitkranten.nl
http://ljabakker.magix.net/website#Startpagina

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

donderdag 26 maart 2015

Het Cantonspark bij RTV Baarn

De Herinnering Blijft



De Wintertuin in het Cantonspark
Veel Baarnaars herinneren zich nog het Cantonspark waar veel studenten van de Utrechtse Universiteit hun kennis kwamen opdoen. Er werkten ook veel mensen, want deze bijzondere, botanische tuin vroeg veel onderhoud. John Nieuwenhuis werkte in het Cantonspark. Toen hij 16 was ging hij  bij de vader van Piet Korver stage lopen. Hij bleef altijd in het Cantonspark werken en verhuisde later mee naar Utrecht. Ook de vader van Piet Korver was tuinman in het Cantonspark en Piet zelf heeft er ook nog stage gelopen. De vader van Wil Fromme was bedrijfsleider op een grote kwekerij in Deventer en wilde ontzettend graag in dit prachtige park aan het werk. Hij werd aangenomen, maar wel gewoon als tuinknecht.
John, Piet en Wil hebben mooie herinneringen uit die tijd. Tijdens hun wandeling door het park vertellen zij over deze prachtige, bijzonder plek in Baarn.  

Oorspronkelijk was het Cantonspark de overtuin van de rijke Amsterdammer August Janssen. Zijn tuinbaas, J. Goossens, richtte deze 3,5 ha. grote tuin in met een Wintertuin, tennisbanen met een tennishuisje, er kwamen kassen en exotische planten en bomen, een collonade en een parkwachterswoning.
Na de dood van August Janssen werd het Cantonspark aan de Staat der Nederlanden geschonken, onder voorwaarde dat het als botanische tuin zou blijven bestaan. En zo werd het Cantonspark in 1920 de Hortus Botanicus van de Utrechtse Universiteit. De Wintertuin en een groot deel van het park werd dienstbaar gemaakt aan het onderwijs in de plantkunde.
Veel studenten kwamen naar Baarn. Huub v.d. Aa is Drs. Wis-en Natuurkunde en was destijds student onder professor Lanjouw. Hij vertelt daarover en in het vroegere Perenlaantje laat hij zijn oude  studieboek,  “Compendium” van professor Pulle, zien.

Wil Fromme

Het Cantonspark zelf vroeg ook het nodige onderhoud. De tuinmannen die daar werkten hadden ieder een vast onderdeel van de tuin onder beheer. Op het grote grasveld waar nu veel wilde crocussen staan, legde Wil Fromme, de vader van Wil, de rotstuin aan. Piet Korver ging vaak met zijn vader mee naar het Cantonspark. Die had de systeemtuin onder zijn beheer en richtte samen met John de kas in. Later kwam John bij Kroese op de kwekerij te werken, orchideeën werden toen echt zijn ding.
Zo wandelend in het Cantonspark komen mooie verhalen boven. Over de planten die van Hortulanus Muyser om en om moesten staan en niet op een rij.. Piet die vertelt dat hij in het Cantonspark op een brommer leerde rijden, een Eysink. Dat je iemand niet met de voornaam mocht aanspreken en ook een stropdas moest dragen en beslist GEEN korte broek, want dan werd je teruggestuurd. Dat John elke dag een lijstje meekreeg met de namen van 10 bomen/planten en dan de volgende dag werd overhoord.

De kassen in het Cantonspark

Samen met de mooie opnames van het Cantonspark is dit een bijzondere aflevering geworden die in twee delen wordt uitgezonden.
Het eerste deel van “De herinnering blijft”is van zaterdag 28 maart t/m woensdag 1 april te zien. Het tweede deel wordt uitgezonden van 1 april t/m  4 april.
Deze uitzending  is gemaakt door: Ans van Egdom, Paul van der Laan, Jan Andries Smit en Eric van der Ent van Groenegraf.nl.

“De herinnering blijft” is te zien op RTV Baarn via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42
 Of via de stream op www.rtvbaarn.nl, YouTube en Facebook.

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

dinsdag 24 maart 2015

Het Badhotel, het allermooiste gebouw van Baarn

door Eric van der Ent


Het allermooiste gebouw dat ooit in Baarn heeft gestaan is voor mij zonder twijfel het badhotel in het Prins Hendrikpark in Baarn. Het Prins Hendrikpark werd kort na de aanleg van de spoorlijn langs Baarn ontwikkeld. Een groep Baarnse notabelen namen het initiatief voor de bouw van een sanatorium in het park.  De commissie bestaande uit baron baron d'Aulnis de Bourouill, Elinck Schuurman, Jacob Hartsen (directeur van de gasfabriek), de vermogende tabakshandelaar Jacob Nienhuys, burgemeester Teding van Berkhout en Teixeira de Mattos als voorzitter van de Baarnse Bouw Maatschappij, gaf aan het architectenbureau Th. Sanders en Berlage opdracht om de plannen uit te werken.

Het Badhotel in de beginjaren, volgens mij het mooiste gebouw van Baarn!


In 1887 was het eerste deel klaar om geopend te worden. Het prachtige gebouw lag erbij om door een ringetje te halen. Zoiets moois had Baarn nog nooit gezien. Van begin af aan was het sanatorium een succes. Van heinde en verre kwamen mensen naar Baarn om rust te vinden en te herstellen van ziektes. Toen in 1888 het sanatorium helemaal gereed was, waren er maar liefst 68 logeerkamers beschikbaar. Het gebouw had toen f 100.000 gekost. Een kapitaal in die tijd! Tot de ziekten die bestreden konden worden hoorden volgens geneesheer-directeur dr. Henri Philippe Baudet (1855-1912), de zenuwspecialist, ziekten van het zenuwstelsel, zoowel algemeene zenuwzwakte (neurasthenie), hysterie en hypochondrie als sommige meer ernstige ziekten van Hersenen en Ruggemerg.

Hendrik Petrus Berlage
(1856-1934)
De architect die het gebouw ontwierp, H.P. Berlage stond nog maar aan het begin van zijn carriere. Pas in 1889 ging hij voor zichzelf werken. Hij zou één van de meest succesvolle architecten van Nederland worden. Tal van bekende gebouwen zijn door hem ontworpen. Het bekendste gebouw is wel de  'Beurs van Berlage' in Amsterdam, een gebouw dat zelfs zijn naam mocht dragen.

Het pronkstuk van het Sanatorium was wel de toren. De toren bood de gasten uitzicht op de Zuiderzee en de Dom van Utrecht. Als gast van het Sanatorium moest men een dikke portemonnee meebrengen. Voor de gemiddelde Nederlander was het onbetaalbaar om in het Sanatorium te verblijven.

Al na een paar jaar werd het Sanatorium omgedoopt in "Badhotel". Hierdoor werden naast zieken ook 'normale' pensiongasten getrokken. Tot de tweede wereldoorlog bleef die naam bestaan. In 1949 heette het "Grand Hotel Astoria Châlet". Het diende toen als opvang van oorlogsslachtoffers en gerepatrieerden.

De toren en de appartementen, de situatie in 2015
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw lag het gebouw er vervallen en verlaten bij. In 1975 werd het pand grotendeels door brand verwoest. Regelmatig werden er brandjes gesticht en vandalisten pleegden regelmatig vernielingen. In 1983 werd het ingrijpend verbouwd. Alleen de torenpartij bleef. Aan de torenpartij werden vleugels gebouwd met appartementen. Hiermee verloor het gebouw toch wel de enorme luxe uitstraling die het had.

Machiel Bakker heeft voor ons een filmpje gemaakt waarin u kunt zien hoe het gebouw er oorspronkelijk uitzag. Heel langzaam transformeert het gebouw naar de huidige situatie. Het is treurig om te zien wat Baarn verloren heeft. Was er geen mogelijkheid om het gebouw te restaureren? Jammer, jammer, jammer...



Meer lezen over het Badhotel? Klik hier.

Eric van der Ent

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen opFacebook en Twitter

zondag 22 maart 2015

Hollywood in de Essenlaan

door Johan Hut


Het hoekhuis aan de Essenlaan waar Roel Keppel woonde
Baarnse plekjes op tv of in een film, dat is niet uniek. Uit mijn hoofd denk ik aan villa Helvetia, De Beaufortlaan 4, die uitgebreid in beeld kwam in een aflevering van Baantjer. Villa Parkwijk, Wilhelminalaan 3, was soms heel even in beeld in de serie Gooise Vrouwen. Het personage Evert Lodewijkx werkte er als beleggingsadviseur. Villa Liliane, Wilhelminalaan 9, was bijzonder uitgebreid te zien in een serie met acteur Peter Faber, ik ben vergeten waar dat over ging. Er zijn meer voorbeelden en je kunt het je allemaal voorstellen, al die prachtige villa’s. En er is natuurlijk het Pipo-bruggetje achter kasteel Groeneveld. Maar een doodgewoon rijtjeshuis in de Essenlaan?

In 1984 zat ik in de redactie van het buurtkrantje Poorthuisnieuws. Eerder schreef ik al over een bezoek dat ik had gebracht aan Ben van Diermen, beheerder van het Badhuis, waar later het Poorthuis in kwam. Bladerend door de krantjes zie ik dat ik ook op bezoek ben geweest bij Roel Keppel in de Essenlaan. Aanleiding was het gebruik van zijn huis voor tv- en filmopnames. De Essenlaan loopt van de Berkenweg naar de Zandvoortweg, de U-vormige Goudenregenlaan komt er twee keer op uit. Keppel woonde in het huis op de tweede hoek.

Roel Keppel met echtgenote Zus Radstok
Het begon op zomaar een zomerse dag, toen er twee onbekende mannen op de stoep stonden. Ze maakten zich bekend als medewerkers van een Amsterdams reclamebureau. Het bureau was op zoek naar foto’s van huizen voor een hypotheekreclame. Keppel kreeg 25 gulden als de mannen een foto van zijn huis mochten gebruiken. Uiteraard stemde hij erin toe.
Kort daarna stonden de mannen weer op de stoep, nu in het gezelschap van een omroepmedewerker. Die wilde graag even binnen kijken, want hij zocht een huis voor een filmopname. Het huis beviel kennelijk en huize Keppel figureerde in de TROS-serie ‘De Weg naar Peruelz’, met in de hoofdrol Ton Lensink. De serie werd opgenomen in onder andere Italië, België en het huis van Roel Keppel. Later volgden de korte film ‘De Nimf’ van de AVRO en de populaire serie ‘Transport’ van de VARA, met Jaap Stobbe en Paul Brandenburg. Dat het om drie verschillende omroepen ging, is niet gek. Mensen die naar plekken zoeken heten locatiescouts en werken waarschijnlijk voor meerdere omroepen. Als ze eenmaal een huis hebben gevonden waar de bewoners goed meewerken, maken ze dankbaar vaker gebruik van die locatie.

Roel Keppel vertelde dat hij zelf niet bij de opnames aanwezig mocht zijn. Dat was een voorwaarde, hij moest zijn huis helemaal uit handen geven en maar een dagje bij familie of vrienden verblijven. Dat klinkt riskant, maar is het niet. Buiten de acteurs waren er ongeveer vijftien medewerkers aanwezig, waaronder mensen die ervoor zorgden dat alles in de oorspronkelijke staat werd terug geleverd. Eerst maakten ze foto’s van alle mogelijke hoeken en gaten, toen verwijderden ze meubels of versieringen die ze niet zo passend vonden, waar ze andere meubels voor terugzetten. Na de opnames werden die veranderingen teruggedraaid, waarna de gebruikte ruimtes een grondige schoonmaakbeurt kregen. Toen iedereen weg was, kwam er nog iemand langs om te vragen of alles naar wens was opgeruimd en schoongemaakt. Nee, je huis wordt echt niet slechter van een filmopname.


Natuurlijk was Keppel niet ver uit de buurt, hij verbleef bij straatgenoten en nam een kijkje bij de buitenopnames. Bij ‘Transport’ speelde een acteur voor vrachtwagenchauffeur. Maar acteurs zijn doorgaans geen vrachtwagenchauffeur. Het is niet zo moeilijk te raden hoe dat gaat en Keppel vertelde het me. Een vrachtwagen kwam de straat in rijden, de camera’s stopten even, een onbekende chauffeur stapte uit en een bekende acteur stapte in, waarna de camera’s weer verder draaiden. “Zo zie je eens in het echt hoe je genept wordt”, zei Keppel. Nou ja, zo zouden we het toch allemaal kunnen bedenken.

Hoe lang duurt zo’n opname eigenlijk? Ik las eens dat bij een tv-serie er in een dag  van acht uur vijf minuten worden opgenomen. Bij een film worden er in een dag drie minuten opgenomen. GTST is een uitzondering, daar nemen ze een uitzending van bijna een halfuur op een dag op. Ongelofelijk, hoe veel erbij komt kijken. Vooral buitenopnames zijn bewerkelijk. In 1984 wist ik dit nog niet, maar Keppel liet me het opnameschema van ‘Transport’ zien. Het vermeldde onder andere:
- Piet neemt afscheid – 11 seconden
- Truus in de deuropening – 2 seconden
Tja, je kunt je voorstellen dat als je een shot van twee seconden wilt opnemen, dat dat een veelvoud van die tijd kost. Je moet immers alle apparatuur installeren, zorgen dat het licht goed is, er geen storend geluid in de buurt is enzovoort enzovoort.
Ik telde de seconden op en kwam ongeveer op tien minuten. Daarvoor was de ploeg een week in huis geweest.

Roel Keppel had ervan genoten en zou het zo weer toestaan.





Johan Hut




Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen opFacebook en Twitter 

donderdag 19 maart 2015

Baarnsche Autohandel van Carsjens & Groussot

 Een avondtochtje met de Baarnsche autofirma  Carsjens  & Groussot. 

We vonden verleden week, lees 1911, op een ochtend- op, onzen lessenaar de uitnodiging van de Baarnsche autofirma Carsjens  & Groussot, een der avonden eens gebruik te willen maken van de "avondtochtjes", door haar ingesteld, waarmede zij in korten tijd veel succes had. Een avondtochtje met een auto, dat kon ons in deze snikhitte wel bekoren en omdat we onze vacantie al op zee verdobberd hebben en we op het ogenblik ook vallen binnen de categorie der thuisblijvers, zouden we eens gaan bekijken, wat er in zo'n avond­tochtje "in zit", want daar gaat het speciaal om - de zakenman, die op dit moment niet op reis is, des avonds doen kan om zich te verpozen, frisse lucht in te nemen en gal over de warme hoofdstad, die 's zomers ville morte bij uitnemendheid is, te lossen.
 


 En we geven dus het program, ingericht naar den eisch, dat de zakenman, of laat ons zeggen dat twee ' zakenlieden, ieder met hun respectievelijke eega, tegen halfvijf "vrij zijn" en met den forensen-sneltrein van tien minuten voor vijf naar Baarn kunnen vertrekken. Aldus gedaan. Aankomst in Baarn om halfzes. Wan­deling, lucht gehapt, paar kennissen gesproken, d'r nieuwe villa bekeken, plannen gemaakt voor volgend jaar ook "zoo'n dingetje te laten zetten", boom opgezet van 's winters bij ons in Amsterdam, wij 's zomers bij hun in Baarn logeeren, wederzijdsche voordengekhouderij, waar niets van komt.
Toen dood op ons gemak in schaduwrijk plekje, nisje van boomen, borrel geslurpt, kopje thee voor de dames, ouderwetsch gezellig met een boulloir in een stoof. Daarna gaan eten, uitstekend, volgens program uitgetrokken met, een vol uur, sigaartje, kleintje koffie.
Dan komt, precies op de minuut, zooals we dat tele­grafisch hadden verzocht, om kwart over zevenen de landaulette van de Firma Carsjens & Croussot vóór, een elegante wagen, stoer van carrosserie, elegant van boven- bouw, met heel veel ruimte en makkelijk gecapitonneerd.
 
Een der firmanten, de heer Carsjens bewees ons de opmerkzaamheid den wagen persoonlijk te leiden. En toen hebben we in den heerlijken zomeravond Baarn, hoe mooi en hoe lieflijk ook, den rug toegekeerd en zijn er met een snelheid matig, omdat het bovenal te doen was kalmpjes, rustigjes op ons dooie gemak te leven, met een gangetje van een dertig Kilometer de bossen, ingetuft, de heerlijke lanen door, schitterend van beklinkering, waarboven als "een berceau de takken elkaar beroeren. Over de hei glom het violette licht der dalende zon over het heidekruid, dat insgelijks al aangloorde tot violette betinting, waarschuwing van de middaghoogte des zomers. En rustigjes, kalmpjes op zijn dooie gemak liep ook de wagen, volkomen geluideloos, reukloos en schud­deloos over de -zachte glooïng door Soest, en Soestdijk naar Amersfoort toe, welks vierkante toren al van heel verre massief opbonkte uit de zee van hei en groen.
Dan sloeg de weg om naar Oud-Leusden en bij de piramide van Austerlitz hebben we thee gedronken, de meegenomen kranten doorgebladerd, dé zuil bekeken. Daarna, omdat we toch ook de snelheidscapaciteit van den wagen wilden leeren kennen, verzochten we onzen bestuurder om sneltreinvaart en vlogen toen met een gemiddelde vitesse van 70 tor 75 Kilometer per uur langs de Zeistsche villacolonies, langs het Huis ter Heide.
D'r zat schot in, de boormen floepten ons voorbij als te midden van staalplaten van coloriet sneden we door de tuinaangelegde tapijten van het landschap, smeerden, in aangenaam aandoenden luchttrek in snerpend en vaart den Dolderschen weg op ....
We schrijven geen Baedeker en we zullen niet school­meesteren! Maar toen we een uur later boven op het Baarnsche stationnetje, luxe-treinhuisje bij uitstek, nog even napraatten om met den sneltrein van tien uur huistoe te gaan, toen overwogen we, dat we in de vijf uur uit-en-thuis ontzettend veel gedáán hadden, veel gezien, in een tempo dat verzwakte of versnelde, juist zooals we het begeerden, heerlijk ópgefrischt in de zuivere dennenlucht, met nieuwen moed en gestaalde energie en hebben een loflied gezongen op de auto, het, modernste vervoermiddel dat ons journalistiek hart menigmaal gestolen heeft en zal blijven stelen, totdat op onzen zeventigsten verjaardag de algemeene vergadering van aandeelhouders van ons blad, ons, als blijk hunner ge­voelens een auto zal komen, offreeren. Maar in de . . . . zesendertig lange jaren die we dan nog den tijd hebben, hopen we nog menig keer zoo'n gezelligen avond te mogen beleven. Van geld gesproken, onafwendbare proza; zoo'n avondritje van twee, drie uur, met een van haar nieuwe wagens, waarin vijf, zes personen heel ruim en gemakkelijk zitten, berekent de Baarnsche autohandel en verhuurinrichting Firma Carsjens en Groussot met tien gulden, alles inbegrepen.
de werkplaats van Carsjens & Groussot in de Laanstraat
Op deze foto is de werkplaats te zien van het garagebedrijf van de families Carsjens en Groussot aan de Laanstraat in Baarn. Foto gemaakt in 1911. Op 20 december 1911 werd het bedrijf volgens de krant "Nieuws van de Dag" failliet verklaard. De firmanten waren Frederik Johan George Carsjens en L. Groussot.
Frederik Johan George Carsjens is geboren op 01-05-1885 in Boskoop, zoon van Frederik Johan George Carsjens en Cornelia Magdalena van der Sluis Wildt. Frederik is overleden. Frederik trouwde, 26 jaar oud, op 27-06-1911 in Baarn met Jeanne Louise Groussot, ongeveer 28 jaar oud. Jeanne is geboren omstreeks 1883 in Brussel, dochter van François Antoine Groussot en Hermine Edzerdina Freund. Jeanne is overleden. Update 13-5-2012: Dhr. F. Alkemade deelde ons het volgende mede: Deze firma adverteerde in de periode 1911-1912 met de volgende merken: Opel, Hotchkiss (Frans) en Excelsior (Belgisch). Ik vermoed dat deze firma dezelfde was als de Baarnsche Autohandel die in dezelfde periode aan de Laanstraat 128 gevestigd was.
 
De showroom van Carjens en Groussot in 1911
 
 

  
Leen Bakker

Geplaatst door L.J.A.Bakker


http://knipselsuitkranten.nl

http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter
 
 

 

zondag 15 maart 2015

De logica achter huisnummers

Heeft u zich al eens verdiept in de logica van huisnummers? Ik niet, tot voor kort. Gisteren ontving ik een emailberichtje van Ed Vermeulen. Hij wees mij erop dat aan de Kettingweg in Baarn de weg begint te nummeren aan de spoorzijde, en verder dat de oneven nummers aan de rechter kant en de even nummers aan de linker kant van de weg te vinden zijn. Mijn eerste reactie was: Nou en? Tot ik erover na ging denken. In heel Baarn zijn de even nummers, gezien vanaf het begin van de straat, aan de rechter kant van de weg, en de oneven nummers links. Mij was het nooit opgevallen. Ik moest me er toch maar eens in verdiepen.

Op de website zoekplaatjes.nl hebben ze er een hele studie van gemaakt. Op die site worden oude panden op oude foto's geïdentificeerd door bezoekers. Die panden worden herkend aan vele uiterlijke kenmerken. Omgeving, bouwstijl, soort dakpannen, bestrating van wegen, luiken voor de ramen, noem maar op. Huisnummers zijn daarbij uiteraard ook een hele belangrijke factor. Achter huisnummers is een wereld aan informatie te vinden. De vorm van het bordje, het gebruikte lettertype, het gebruik van wijkaanduidingen op de bordjes, de plaats van het bordje op het pand, het zijn allemaal indicaties die belangrijk kunnen zijn bij de identificatie van het pand. Op deze site is een pagina gewijd aan huisnummers. Zeer interessant! Klik hier.


In Nederland is het gebruik van huisnummers rond 1800 verplicht gesteld. Een idee van Napoleon, die ook al het gebruik van achternamen verplicht stelde. Nee, die Napoleon had niet alleen maar slechte ideeën. Op het gebied van registratie van personen heeft hij heel veel betekend in Europa. Daar hebben we nu nog steeds profijt van.  In de meeste gemeenten, ook in Baarn, werd een systeem van wijkletters gecombineerd met een huisnummer toegepast. Een huisnummer D-103 was dus te vinden in wijk D. In Baarn werd gewoon doorgenummerd door de wijken heen. Als nummer 103 in wijk D te vinden was, dan had je geen nummer 103 in wijk A. Van dat systeem werd afgestapt toen de bevolking groeide en het aantal woningen in de plaatsen enorm toenam. Toen werden straatnamen ingevoerd met elke straat zijn eigen nummering. Maar het is nog niet eens zolang geleden dat nog met wijknummers gewerkt werd. In het telefoonboek van Baarn van 1915 staan al wel straatnamen, maar er worden nog steeds wijk- en huisnummers aangegeven. Die nummering is dus niet te vergelijken met de huidige nummering van de huizen in dezelfde straten toen.

De familie Hut voor hun woning aan de Weteringstraat op nummer 56.
Een even nummer, keurig aan de rechter kant van de straat, zoals het hoort in Baarn!

Vleeschhouwerij Das, nog in de oude nummering: Wijk F, huis nummer 110.
Maar hoe zit het nu? Natuurlijk wist ik dat even nummers meestal aan de ene kant van de straat te vinden zijn en de oneven nummers aan de overkant. Maar is het overal net als in Baarn? Even rechts en oneven links? En aan welke kant van de straat begint men met nummeren? Er zijn geen vaste regels voor. Het verschilt per gemeente, maar binnen een gemeente wordt in de regel wel consequent hetzelfde systeem toegepast. In Baarn begint de nummering van de woningen aan de kant van de straat die het dichts bij het centrum ligt. Zo is dat in bijna elke gemeente. De lage nummers van de Eemnesserweg zijn dus aan de kant van de Brink te vinden, de hoge nummers zijn aan de kant van de Van Heemstralaan te vinden. Links de oneven nummers, rechts de even nummers.

Dit klinkt allemaal logisch, maar is dat nu zo in heel Nederland? Het antwoord is nee. In de buurtgemeenten Soest en Hilversum wordt hetzelfde systeem gehanteerd, maar bijvoorbeeld in Amersfoort, toch ook niet zover weg van Baarn is het precies andersom. De even nummers aan de linker zijde van de straat en de oneven nummers rechts. En Amersfoort is geen uitzondering. Er zijn veel gemeenten in Nederland waar het zo werkt.

Ed Vermeulen merkte terecht op: de nummering van de Kettingweg loopt verkeerd. Het nummeren begint aan de kant van de Stationsweg en eindigt aan de kant van de Javalaan. Het centrum is het dichtst bij de Javalaan, dus de nummering zou andersom moeten lopen. Bovendien zijn de oneven nummers rechts en de even nummers links te vinden. Ook precies andersom als in de rest van Baarn. Waarom? Geen idee. Misschien een idee van iemand die oorspronkelijk uit Amersfoort komt? Wie het weet mag het zeggen. Kent iemand nog meer van dit soort uitzonderingen in huisnummeringen in Baarn? Ik ben benieuwd!

Eric van der Ent

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen opFacebook en Twitter

donderdag 12 maart 2015

Grappige voorvallen brandweer Baarn deel 2

Leen Bakker met zijn geredde duif

Redding van een duif
Op 14 februari 1979 redden de korpsleden een duif van het gebouw aan de Amalialaan dat toentertijd in gebruik was bij Phonogram. De duif was met zijn pootjes vastgevroren op de rand onder aan één van de vele ramen in het gebouw. Nadeel bij deze redding was dat de ramen niet open konden. Vandaar dat de redding van buitenaf ondernomen diende te worden. Na enkele uren kon de geredde duif de vrijheid weer kiezen. Eind goed al goed.

De rechercheur in de rododendrons
Op het terrein van Kasteel Drakensteyn werd vaak in de avond geoefend. Daar was een buitenzwembad dat kon worden gebruikt als extra watervoorziening. Dit bad was op een redelijke afstand gelegen van de ‘brandhaard’ in kwestie. Voor de brandweer dringt de tijd altijd, dat stimuleert de creativiteit en leidt tot innovaties in het snel en kort uitrollen van slangen. Een hovenier weet dat een ‘rodo’ vaak hol is vanbinnen en daarom zou je er een slang dwars doorheen kunnen laten rollen. Om dat te doen gooi je de rol van je af en hou je het einde vast. De rol schoot dwars door de struik... en opeens was daar een gil van iemand in ware doodsnood en er klonk een luid gekraak van brekende takken. Daar vloog iemand uit de struik die zich was doodgeschrokken door de plots uit het niets aan rollende slang. Het was een beveiligingsrechercheur die een ‘te mooi’ observatieplekje had gevonden.
 
Superglad  
Eind jaren '60 kreeg de brandweer nieuwe nylon slangen. Dit was een grote verbetering ten opzichte van de oude onhan­delbare vlasslangen. Het nadeel was dat de nylon slangen nogal glad waren en bij het oprollen de neiging hadden om weer uit elkaar te gaan. Het was nodig om daar eens goed mee te oefenen. De zandstrook naast de Acacialaan was een beste plek en de brandweermannen gingen daar het donker met de nieuwe slangen aan de slag. Bij het oprollen vond een brandwacht de slangen wel superglad. Wat bleek ... hij had ook een paar hondendrollen mee opgerold!

Verkeerde zuinigheid
Eind jaren '30 was de A-Ford aan een nieuwe uitlaat toe. De commandant vond dit nog niet nodig, want een beetje lawaai tijdens de uitruk was niet verkeerd. Op een dag was er brand in het Baarnse Bos. Met veel lawaai reed de brand­weer met de A-Ford naar de brand in de buurt van de Grote Kom. Daar aangekomen moesten ze water halen uit de kom. Maar de spuit met de oververhitte uitlaat stond in het droge gras, dat hierdoor in brand vloog. Ook de spuit stond al snel in brand. De Baarnse spuitgasten moesten eerst hun eigen voertuig blussen en toen kwamen ze pas toe aan de brand. Na deze onfortuinlijke gebeurtenis werd de uitlaat van de A-Ford vervangen. Zo heeft de heer Berend van Hornsveld ons het verhaal verteld.
redden van een paard in de polder

Poederblusser
In het oude brandweergebouw was een gecombineerd magazijn- seinkamer- instructielokaal van tien vierkante me­ter. Voor één persoon was er een stoel, de anderen moesten staan. Er stond echter ook een poederblusser die vaak als zit­plaats diende. Tot iemand op een dag op de slagpen is gaan zitten en de blusser begon te spuiten. Het gehele magazijn zat onder de poeder.

Koeien redden
Tijdens een brandweeroefening op een boerderij was het de bedoeling dat er ook koeien gered moesten worden die op stal stonden. Een brandweerman ging geblinddoekt en met perslucht op de stal in. Hij benaderde een koe van achteren in een reddingspoging, en ineens vond hij het aan de voorkant van zijn lichaam vreemd verdacht warm worden. De man moest lopend naar huis omdat het verdacht warme de koeienvlaai was waarop de geschrokken koe hem had getrakteerd





Het boek over de Brandweer van Baarn "Waarom Redden" is te koop voor een klein prijsje (€ 8,00). Kijk in onze webwinkel
Het Boek "Waarom Redden"









Geplaatst door L.J.A.Bakker oud korpslid van Brandweer Baarn

http://www.grijsvuur.nl

http://knipselsuitkranten.nl
http://ljabakker.magix.net/website#Startpagina

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter