31.5.21

De kringloop van een kunstwerk

 door Ed Vermeulen

Het verhaal van een bij de Baarnse Kringloopwinkel opgedoken parel en een nieuw verschenen gedichtenbundel. Wat zij gemeen hebben: het Texelgevoel met een Baarns randje!

Mijn eigen favoriete plekje hoog op
de duinen bij De Koog… Pad Zeereep.
(Foto: Ed Vermeulen)


Judith van de Vlekkert
(Foto: Boekscout)

Een bericht in de Baarnsche Courant trok mijn aandacht: ‘Texel dichtbij- ontdek het eiland en de natuur met deze prachtige gedichtenbundel’, waarin onze plaatsgenoot Judith van de Vlekkert (1969) ons in eenenvijftig gedichten meeneemt naar Nederlands grootste Waddeneiland: Texel. Een nieuwe Texel parel met een Baarns tintje een feit! 


Bundel Texel dichtbij van Judith van de Vlekkert
(Foto: Boekscout)


Geniet van het gedicht ’De zoute zee’. 


Wapperende haren.

De wind tegen je huid.

Schouders opgetrokken.

Je nek warm in je jas verscholen.

Voetje voor voetje tegen de wind in wandelend.

Stuivend zand tegen je broek.

Met je tong de zoute smaak proeven van je lippen.

Het maakt allemaal niet uit.

Wat is het leven volmaakt.


Ook ik had ooit het eiland ontdekt en in mijn hart gesloten. Dit nieuw verschenen pareltje bracht herinneringen terug aan eerdere ­geluksmomenten. Het moment van een opgedoken Texelparel in de Baarnse kringloopwinkel, nu ongeveer twintig jaar geleden.


Opgedoken pareltjes: boeken met opdracht, tekeningen, documenten, foto’s en allerhande andere voorwerpen met een zichtbaar en soms ook verborgen Baarns verleden. De wonderlijke wereld van de kringloop: verzamelplek van aardse zaken en herinneringen, bij uitstek de plek waar ’verleden en heden’ elkaar soms in de vorm van ’kunst en kitsch’ ontmoeten.   


Ex- en Interieur Kringloopwinkel Baarn 
(Foto’s: Kringloopcentrum Baarn)


Kringloopcentrum Baarn. Op een regenachtige novemberdag een twintigtal jaar geleden liepen wij de kringloopwinkel aan de Tolweg binnen. Speciale aandacht voor de boekenhoek: op zoek naar? Ja, naar wat eigenlijk. Die dag niets van mijn gading te vinden. Op naar huis. Vlak bij de kassa keek ik nog even in de bak met in- en niet ingelijste ’kunstwerken’: iets trok mijn aandacht: een op spaanplaat verlijmde, licht beschadigde, zwartwit foto van het pittoreske witte kerkje van Den Hoorn op Texel, Nederlands grootste Waddeneiland. Dit prachtige, in de 15e eeuw gebouwde kerkje met zijn charmante en zeer herkenbare torentje wordt wel het meest gefotografeerde kerkje van Nederland genoemd.



(Coll. Ed Vermeulen)
Een toeristische trekpleister van de eerste orde: zo één waar menig VVV directeur jaloers op is. De foto was voorzien van een tekststicker: Foto De Waal. Bij nadere bestudering ook een signatuur J. (voor Jan) de Waal. Voor mij als fervent Texelbezoeker geen onbekende: fotograaf van de Texelse natuur en historie. Mijn nieuwsgierigheid of was het mijn hebberigheid was gewekt. De complete inhoud van de bak met ’kunst’ ging door mijn handen. Niets ontsnapte aan mijn aandacht! Toen gebeurde er iets dat zich later zou ontpoppen tot een Baarns-Texels blijspel in drie bedrijven. 


Aquarel Souwtje de Wijn: zicht op Den Hoorn
(Coll. Ed Vermeulen)

Als laatste pakte ik uit de bak een verstofte achter glas ingelijste aquarel: verbleekte kleuren op stevig kartonachtig bruin papier, gezicht op Den Hoorn, met als stralend middelpunt, het laat zich raden: wederom het beroemde kerkje! Alles wees erop dat een in Baarn wonende Texelliefhebber afstand had gedaan van zijn of haar Texelse herinneringen. Nu was ik aan zet! Bij het zien van dit kunstwerk herkende ik tekentalent alsmede vakmanschap! De gevraagde prijzen van fl. 1.50 en fl. 6.50  voor foto en aquarel werden door mij grif voldaan en met een opgewonden gevoel gingen wij met onze pas verworven kunstschatten naar huis, waar de aankopen aandachtig bekeken werden. Het gezicht op Den Hoorn is min of meer gezien vanaf de toenmalige boerderij van Willem Kikkert, nu bekend als landgoed De Bonte Belevenis aan het Rommelpot, net buiten het dorp. Kikkert, overleden in 2010, was historicus, verhalenbewaarder en schrijver van het boek ’Texelse verhalen’, verhalen uit voorbije tijden. Het verhaal ‘Schatgraven’, eindigend met de onsterfelijke woorden ’Koppiestied, manne!’, (Texels voor: ’tijd voor een bakkie’) is mijn favoriet. Op de aquarel ook een jaartal, 1948, en een  signatuur: Zwanenburg. Wie zich achter de naam Zwanenburg verschool was mij nog onbekend. Het begin van een zoektocht op Texel. 


Texelse verhalen van Willem J. Kikkert



Signatuur: Zwanenburg 1948


Texel: tijdens onze toen tweewekelijkse bezoeken aan Texel, was het een goede gewoonte om op de dag van aankomst, de vrijdagavond, bij buurman Guus Buijs, exploitant van Hotel De Branding, als gastspeler mijn biljartkunsten te vertonen bij DKC oftewel De Kleine Club.         


Hotel De Branding, De Koog
(Foto: Hotel De Branding)

          

Het speelveld van DKC
(Foto: Hotel De Branding)




Z. Graaf Schilders en Woonwinkel (sinds 1902),
Hogerstraat. Boven: Theo Timmer, Het Open
 Boek, Binnenburg, midden:
Hans van der Klift, Kunsthandel Weverstraat

DKC deed zijn naam eer aan: zes leden! En ook opmerkelijk: geen direct aanwijsbaar bestuur! Het spelniveau van de vaste DKC-leden lag hoog, het mijne was en is nog steeds bedroevend laag. We speelden het uiterst spannende tien-over–rood. Met enig bravoure, gepaard aan een beetje geluk, lukte het soms niet als laatste te eindigen. Een plaats goed voor het geven van een rondje! Via mijn DKC contacten hoopte ik er achter te komen wie de mij onbekende Zwanenburg was. Dit viel echter tegen, de DKC’ers riepen om het hardst dat zij niet wisten wie Zwanenburg was, totdat de naam van een in Den Hoorn wonende Zwanenburg werd genoemd, maar of die nou kon tekenen en schilderen was nog maar de vraag. Mijn onderzoek liep die avond op niets uit. Anders werd het de volgende ochtend toen onze Texelse huisbewaarder een bakkie kwam doen en bij het zien van de aquarel uitriep: ’Hé een Souwtje de Wijn*, hoe kom je daar aan?’ ’Nee’ zei ik ’een Zwanenburg’. ’Nooit van gehoord, ik zou zweren dat het een Souwtje de Wijn was’. Na de koffie naar Den Burg om bij de mooie schilders- en woonwinkel van Graaf in de Hogerstraat een doe-het-zelf lijst voor onze ‘Zwanenburg’ uit te zoeken. Ik legde de geïnteresseerd luisterende winkeldame uit hoe ons ‘kunstwerk’ er uit zag: bij het noemen van de naam Zwanenburg reageerde ze verrast met: ’Souwtje de Wijn!’ Of ik maar zo vriendelijk wilde zijn om de aquarel even langs te brengen voor een nadere inspectie. Zo gezegd, zo gedaan. Voor de tweede keer die dag naar Den Burg nu met aquarel. ’Geen twijfel mogelijk…een echte Souwtje de Wijn’, was het oordeel! ’Loopt u voor de zekerheid even naar Het Open Boek (boekhandel Binnenburg) en laat ook Theo Timmer (de eigenaar) even kijken’. Zo gezegd, zo gedaan. Na een hartelijke begroeting door Theo en zijn echtgenote Julia werd de aquarel indringend bekeken. Voor de tweede keer die dag: ’Geen twijfel mogelijk…een echte Souwtje de Wijn, mij onbekend, wacht, ik maak een foto’. Daarna de vraag of ik het in 1980 in eigen beheer uitgegeven boekje ’Souwtje de Wijn, leven en illusies van een Texels kunstenares’ kende. Ooit ingezien maar het ontbrak in mijn Texelbibliotheek. ’Het is uitverkocht, misschien hebben we nog een exemplaar, zo ja, dan is die voor jou’, kreeg ik te horen en tevens het advies ook even langs de kunstwinkel van Hans van der Klift in de Weverstraat te gaan voor een definitieve taxatie. ’Ongetwijfeld een echte Souwtje de Wijn, man hoe kom ja daar aan? Zeker fl.1000,- waard!’, klonk het enthousiast. Tijd voor een versierde koffie in De 12 Balcken, onze favoriete pleisterplaats in Den Burg. Vol artistieke emoties terug naar De Koog, waar ons een voicemailbericht wachtte: ’Julia van Het Open Boek. We hebben nog één exemplaar van het boekje over Souwtje. Het ligt voor je klaar’.  Het zal u duidelijk zijn: voor de derde keer die dag naar Den Burg. Driemaal is natuurlijk niet voor niets scheepsrecht. Werd het geheim van Zwanenburg onthuld? Of was het toch Souwtje de Wijn?

Het leven van Souwtje de Wijn, 1e druk!


*Souwtje de Wijn, Texels ­kunstenares: Bladerend door haar leven las ik dat Souwtje op 28 oktober 1888 was geboren in het Texelse vissersdorp Oudeschild. Haar ouders: Teunis de Wijn en Trijntje Zwanenburg (!). Ook werd duidelijk dat in haar moeders familienaam het geheim van de signatuur verborgen lag. Souwtje signeerde zowel met haar familienaam alsmede, ingegeven door haar kijk op het leven, met die van haar moeder. Duidelijk werd dat de talentvolle,  uiterst excentrieke, kunstenares het Texel van voor de ruilverkaveling had vastgelegd. Het Texel zoals ik het in mijn jeugd had leren kennen, met iedere weg zijn eigen kronkels en de daarachter opdoemende verrassingen en windval. Bij het kijken naar Souwtjes’ werken komen de herinneringen aan de ogenschijnlijk eenvoudiger tijden van vroeger terug. Over het leven van Souwtje is niet veel geschreven, met uitzondering van een artikel in Elsevier in 1960 en natuurlijk het boekje waaruit ik mijn gegevens putte. Souwtje woonde lang in het ooit voor de aanleg van de Pontweg en in september 1960 verplaatste en nog steeds bestaande huisje De Roef, na aankomst op Texel meteen links na de 1e verkeerslichten. Zij overleed op 22 maart 1969 in het toenmalige verzorgingshuis Irene in Den Burg.

Zicht op Texel door Souwtje de Wijn (Foto's: Het Open Boek)


Baarn-Texelparel: terug in Baarn, een echte Souwtje de Wijn rijker, wees niets erop dat ik nog een aantal jaren zou moeten wachten op de vondst van weer een nieuwe parel: Texel dichtbij. Een kwestie van tijd en geduld. Vandaar mijn advies: houdt uw ogen en oren open, lees de Baarnsche Courant, kijk omhoog, omlaag en om u heen en bedenk: de niet voor de zwijnen geworpen parels zullen, voor wie ze wil zien, zichtbaar worden! 

Gedicht ’De Zoute Zee’ geplaatst met toestemming van uitgeverij Boek-scout en de auteur Judith van de Vlekkert.

Bronnen:

’Souwtje de Wijn, leven en illusies van een Texels kunstenares’, uitgave Het Open Boek, Binnenburg 3, Den Burg Texel, uitgave 1980. 

Texel dichtbij, gedichtenbundel Judith van de Vlekkert, uitgave Boekscout Soest, 2021. 


Ed Vermeulen (1942)











Dit verhaal verscheen op maandag 31 mei 2021 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Groenegraf.nl.

28.5.21

Zoekplaatje in Baarn

 Zoekplaatje in Baarn

1: Wie is de man op de motor links met kenteken L 36762 ?


U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje aan:


Stichting Groenegraf.nl
T.a.v. Baarnsch Geheugen
Marisstraat 4
3741 SK BAARN


of stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com.


Onder de goede inzenders verloten we het boek "Baarn in de Tweede wereldoorlog ……..terugblik".


Dit boek is geschreven door Wim Veldhuizen en uitgegeven door de stichting Groenegraf.nl


Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een en een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn - Van de Steeg Laanstraat 72, 3743 BH Baarn tel; 035-5426063.


Links op de motor zit ................




25.5.21

Boerderij Schouten aan de Hoofdstraat

In augustus 2016 schreef ik (Eric van der Ent) in ons weblog het verhaal "Baarns Boerenverstand" over de afbraak van de boederij van familie Schouten aan de Hoofdstraat. In het artikel maakte ik me zorgen over het feit dat zoveel historisch belangrijke gebouwen in Baarn verdwijnen. Met het verdwijnen van de boerderij zou het beeld van de Hoofdstraat mogelijk zwaar aangetast worden. In een reactie op mijn artikel kon dhr. Simon Schouten uit Oostenrijk, zoon van de laatste veehouder / melkhandelaar die op de boerderij werkzaam was, Jan Schouten (1917-2011), me geruststellen. De geplande nieuwbouw die op de plek van de afgebroken boerderij gesitueerd zou worden, zou zo veel als mogelijk de uitstraling krijgen als de oude boerderij. Hij kreeg gelijk. De sfeer en uitstraling van de nieuwbouw zorgde ervoor dat het beeld in de Hoofdstraat behouden bleef. Een hele geruststelling, hoewel het natuurlijk jammer blijft dat de oude boerderij verdwenen is.

Onlangs ontvingen we van dhr. Bierlaagh, één van de huidige bewoners van de Hoofdstraat, een door dhr. Simon Schouten geschreven historisch overzicht van boerderij. Dhr. Schouten schreef het ter gelegenheid van de afbraak en nieuwbouw om de buurtbewoners te informeren. Wij vinden het artikel zo interessant dat we gevraagd hebben of we het op onze website mogen publicieren. Die toestemming kregen we onmiddellijk, waarvoor dank.


Boerderij Schouten aan de Hoofdstraat

door Simon Schouten

Ter gelegenheid van de afbraak van de panden aan de Hoofdstraat en de Eemstraat is het wellicht passend om even stil te staan en wat informatie te verschaffen over de historie van dit oude stukje Baarn.

In modern jargon noemt men een huis als dit een stadsboerderij. In Baarn stonden vroeger heel wat van deze boerderijen. Veel van deze boerderijen werden gebouwd in de 18e eeuw. Ze stonden in de Kerkstraat, de Weteringstraat, de Zandvoortweg, de Schoolstraat en hier, in de Hoofdstraat. Vrijwel allemaal zijn ze in de loop de tijd afgebroken en nu is deze, als één van de allerlaatsten, helaas ook aan de beurt. De oudste afbeelding van dit huis is een aquarel: een Saksische boerderij met naar alle waarschijnlijkheid een rieten kap.

De stadsboerderij aan de Hoofdstraat vóór 1880

Het huis in deze vorm werd ergens in de tweede helft van de 19e eeuw aangekocht door Gerrit Schouten (1817-1889) en zijn vrouw Theodora Schothorst (1834-1900). Sedert die tijd is het huis tot 2014 bewoond gebleven door leden van de familie Schouten. De laatste bewoners waren Jan Schouten (1917-2011) en zijn vrouw Cor geboren Koenders (1920-1995) en hun gezin met negen kinderen en tenslotte hun dochter Coos Schouten en haar gezin. De laatsten verlieten het huis in 2014. Gerrit Schouten verbouwde rond 1880 het huis ongeveer naar het uiterlijk, zoals het al die tijd tot op heden (2016) is gebleven.

Het huis aan de Hoofdstraat anno 1882

Aan de zijde waar nu twee vrijstaande woningen zullen worden gebouwd, bevond zich een grote moestuin met aan de Eemstraat de bleek (grasveld om de witte was in de zon te laten bleken).

De Hoofdstraat, gezien vanaf de zolder.
De moestuin bevindt zich rechts.

De schuur aan de Eemstraatzijde was oorspronkelijk nog wat groter. In de zestiger jaren is er een deel van deze schuur, een varkensstal en een ruimte, die we nu een garage zouden noemen, tezamen met de bleek opgeofferd voor de verbreding van de Eemstraat.

De Eemstraat vóór de verbreding. Op de plek waar de auto staat, zijn nu
 de twee garages (bouwnummer 4).


Als doekje voor het bloeden werden toen de beide garages gebouwd, die nu zullen gaan horen bij woning 4.


De Eemstraat na de verbreding met de twee nieuwe garages op de voorgrond.
Het hoge gedeelte is de voormalige hooiberg.

In de grote schuur was een koetsierswoninkje. Hierin was een deur, die rechtstreeks toegang gaf tot de paardestal en de koeiestal (het lage gedeelte van de grote schuur, waar nu nog twee garages zijn.)

De koetsierswoning aan de Eemstraatkant van het terrein

Jan Elschot alias Jan Boon

Gedurende lange tijd heeft Jan Elschot erin gewoond, beter bekend in Baarn als dorpsfiguur onder de bijnaam Jan Boon (1880-1969). Jan Boon was verantwoordelijk voor de moestuin en had in ruil hiervoor vrije kost- en inwoning. Later is deze woning steeds gedurende vrij korte periodes verhuurd geweest aan mensen van buiten de familie, maar ook binnen de familie Schouten. Van onze familie hebben hier Coos, Joop en Casper Schouten gewoond.

Achter de grote deuren in de hoge schuur werden de koetsen gestald van sjieke families, die het bovenhuis van Gerrit Schouten en zijn zoon Simon Schouten (1867-1948) huurden voor hun vakantie. In de 19e en vroeg-20e eeuw stond Baarn met zijn bossen en zuivere lucht immers bekend als een geliefd kuuroord.





De koetsenstalling in de grote schuur

De drie hoge garages, vanuit de Hoofdstraat gezien grenzend aan de rechterzijde, dienden oorspronkelijk als hooiberg. Deze hooiberg werd kort na de tweede wereldoorlog gebouwd nadat onbekenden de vorige hooiberg en de grote schuur in brand hadden gestoken

De oorspronkelijke hooiberg aan de Eemstraatzijde

De brand in de oorlogsjaren, gezien vanaf de Eemstraat

De nieuwe hooiberg (links)

Oorspronkelijk waren het huis en de opstallen in gebruik als veehouderij. Er werd boter, kaas en melk geproduceerd. Deze producten werden rechtstreeks verkocht aan mensen in het dorp. Op enig moment werd deze directe verkoop van de melk wegens gevaar voor TBC-besmetting van staatswege verboden. De melk moest voortaan via de Verenigde Gooische Melkbedrijven worden verkocht. Joop Schouten sr. werd melkboer en Jan Schouten werd (in naam) veehouder. In praktijk hadden ze samen met hun zuster Jacoba (1909-1996), die in de winkel stond, het TBC-vrije zuivelbedrijf. Halverwege de vijftiger jaren verdwenen de koeien en werd het accent alleen nog gelegd op de verkoop van melk en melkproducten in de melkwijk en in de winkel. De zaken liepen goed, zodat in 1962 werd besloten om de winkel en daarmee het assortiment uit te breiden. Ook in het huis werden grote verbouwingen gedaan om de beroerde huisvesting van de familie te verbeteren.


De nieuwe winkel in 1963

De voorspoedige, welvarende periode duurde nog enige tijd voort, maar door de opkomst van de supermarkten nam de concurrentie zodanige vormen aan, dat de winstgevendheid langzaamaan verloren ging.

Luchtfoto begin 70-er jaren


In 1975 werd daarom besloten de melkwinkel te sluiten. In de jaren daarna werd de winkel na weer een verbouwing verhuurd aan slagerij van Hensbergen. De moestuin werd tevens verhuurd aan deze slagerij en werd parkeerterrein voor de klanten. In de laatste jaren is de winkel tenslotte verhuurd aan Icarus, handel in tweedehandskleding.

De winkel in 2015


Na de dood van Jan Schouten in 2011 heeft de familie besloten om de panden te verkopen. Het zou te veel hebben gekost om deze in de bestaande vorm aan de huidige behoeften aan te passen en daarmee te behouden. Het is zeer verheugend, dat in de architectuur, dankzij het bedrijf van Dennie van de Vijzel en de architect Egbert Kielstra, zoveel in herinnering blijft aan wat er eens heeft gestaan. De twee huizen in de voormalige moestuin passen bovendien voortreffelijk bij de overige bebouwing in de omgeving. De twee garages aan de Eemstraat konden ook nog worden behouden.

Wij, familie Schouten, vijf generaties, die hier hebben gewoond, zijn hiervoor zeer dankbaar. Door zo te bouwen blijft ons gezichtsbepalende oude huis in nieuwe gedaante voor de Hoofdstraat en de Eemstraat behouden. Wij wensen de nieuwe bewoners veel geluk met hun nieuwe huizen. We wensen Dennie van de Vijzel veel succes met het realiseren van dit prachtige plan.


Het plan voor de nieuwbouw aan de Hoofdstraat


Afbraak in mei 2016

De nieuwbouw in 2020


21.5.21

Zwemmen voor een stuiver in het bad van de rijke deel 2

Deel 2

 Vijf cent

Enige tijd later weet niemand in Baarn beter dan dat je in het bad van De Ruig kunt zwemmen voor vijf cent per keer en wie dit bedrag niet neer kan tellen mag gratis te water." Overigens komt van het gescheiden zwemmen van rijken en armen al snel niet veel meer terecht en het armenbad wordt gebruikt voor het afmeren van boten.

 Watersport

De heer De Ruig zegt over die periode: “De watersport begon een steeds grotere vlucht te nemen en er kwam steeds meer vraag naar lig­plaatsen. De rij langs de oever werd steeds langer, hetgeen resulteerde in mijn besluit een aparte jachthaven te laten graven.  Nou, dat is me een karwei geweest.

Graven van de jachthaven
Vooral de jongeren kunnen zich niet voorstellen hoe dat gegaan is. Er heerste een enorme werkeloosheid, er waren praktisch geen materialen te krijgen en alles moest dus met de hand uitgegraven worden. Een man of 36, waaronder een slager en een bakker, hebben ongeveer drie maan­den lang gezwoegd.

Zevenduizend kubieke meter grond moest eruit worden gehaald. Grond, die dan met behulp van door een stoomlokje getrokken wagentjes naar het Oosterkwarlier werd gebracht. Het was eigenlijk een zeer gewaagde onderneming, want als er een dag niet gewerkt kon worden, bijvoor­beeld door regen, dan kostte dat han­den vol geld. Gelukkig was het een droge zomer met niet meer dan een stuk of vier regendagen."

 Sluiten

In 1952 wordt de heer De Ruig gedwongen zijn zwembad te sluiten. De verontreiniging van het rivierwater heeft dan onaanvaardbare vormen aangenomen. De heer De Ruig: “Het waren vooral de verfafvalstoffen van de wolspinnerijen in Ede en Veenen­daal, die de vervuiling veroorzaakten. Er viel echt niet langer fatsoenlijk te zwemmen. Gelukkig is de Eem momenteel weer een stuk schoner. Er wordt hier en daar weer gezwommen en er zit ook weer vis. Ik ben ervan overtuigd, dat de rivier op den duur weer even schoon als vroeger wordt."

 Genieten

Hij en zijn echtgenote willen nog zo lang mogelijk blijven genieten van die Eem en het rustgevende uitzicht daarop vanuit hun bungalow. Wat de gemeente Baarn met de kersvers aan­gekochte campinggrond naast die bungalow gaat doen, houdt de Ruigs erg bezig.

Hij zegt daarover: "Ik hoop vurig, dat men er door zal gaan met kam­peerbedrijf. Er is gewoon behoeft aan, kijk alleen maar eens naar onze vroegere gasten. Die beginnen al on­geduldig te worden, want in septem­ber moet er voor de meeste campings geboekt worden voor het nieuwe sei­zoen. Ik denk trouwens, dat ook de Baarnse winkeliers er blij mee zou­den zijn, Als de gemeente van plan is de camping voort te laten zetten lijkt hij mij verstandig zo snel mogelijk de knoop door te hakken. Trouwens, het is toch zonde om zo'n prachtig plekje langer dan noodzakelijk ongebruikt te laten liggen?"

Voor de heer De Ruig is de bestem­ming van de grond, waarin hlj zelf alle bomen heeft geplant, dus geen enkel punt. Of men er in gemeentelij­ke kringen dezelfde gedachten op na­houdt moet de toekomst leren.

Thijmen de Ruig is overleden op 14 mei 2000.





Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://www.grijsvuur.nl

e-mail: bakker.groenegraf@gmail.com


19.5.21

5 mei 1945 Het was in de dagen net ervoor en kort daarna dat er in Baarn iets is gebeurd…

Ed Vermeulen

Op 6 mei 2019 plaatsten wij onder deze titel een verhaal (klik hier om het verhaal te lezen) waarin een drietal bijna of nagenoeg geheel vergeten gebeurtenissen uit WO2 zijn beschreven. Gebeurtenissen in en rond Baarn. Heftige gebeurtenissen ontegenzeggelijk maar alle drie nauwelijks in het collectieve Baarnse geheugen ingedaald: de brute moord op de Joodse tandarts Aaron Loterijman op 27 april 1945 in het Baarnse bos, de aftocht van de Duitse troepen, waaronder de Hermann Göring Para divisie, nabij paleis Soestdijk en de tragische, waarschijnlijk door een ontploffende landmijn veroorzaakte explosie op 10 mei tijdens de inname van de door de Duitsers afgegeven wapens en ammunitie op een weiland eveneens nabij paleis Soestdijk. Bij deze explosie zijn dertien Britse militairen en een onbekend aantal, maar zeker twee, Duitse militairen omgekomen. Over deze laatst genoemde tragedie gaat dit verhaal. Het gebeurde op Baarns grondgebied, echter, de dertien Britse slachtoffers werden in Hilversum op de Noorderbegraafplaats begraven. Hun graven waren ook dit jaar het middelpunt van een herdenking. Hilversummer Meindert Tepper vertelde tijdens deze herdenking hoe hij eind 2019 besloot de omgekomen militairen, van wie de namen bekend zijn, een gezicht te geven: ‘Faces to graves’. Een immens, maar ook een heel dankbaar project, dat er toe heeft geleid dat hij momenteel van acht van de omgekomen militairen een foto bij het graf heeft kunnen plaatsen. Tepper maakte hiervan een verslag, dat wij met zijn toestemming, hier integraal mogen plaatsen.

’Opdat wij niet vergeten en zij niet vergeten worden’ 


Herdenking Polar Bears Noorderbegraafplaats vrijdag 7 mei 2021

door Meindert Tepper

Wethouders Arno Scheepers en Annette Wolthers, pastoor Jules Dresmé en de president van het Royal Canadian Legion, Martin Reelick,waren vrijdagmorgen 7 mei één van de pakweg vijftien aanwezigen op de Noorderbegraafplaats in Hilversum bij de herdenking van de Polar Bears. Deze Britse soldaten waren onderdeel van het Canadese leger en, zoals Reelick verwoord, ‘kameraden’. Vorig jaar was hij eveneens bij deze herdenking, toen voor het eerst gehouden.













Dat deze Britse soldaten nu pas voor de tweede keer worden herdacht en niet al veel eerder, komt volgens Reelick ook door de toch schandalige rol van het Hilversumse gemeentebestuur tijdens de oorlog. “Het is natuurlijk een schande dat een burgemeester als eerste kan claimen dat zijn stad Jodenvrij is. Maar dat betekent niet dat we het niet moeten herdenken.”

Historicus Pieter Hoogenraad vertelde op de begraafplaats het verhaal van wat zich op 10 mei 1945 afspeelde op een weiland naast paleis Soestdijk. De Duitsers moesten afstand doen van hun oorlogstuig zoals hun vuurwapens, bajonetten, stalen helmen, munitie, granaten, mijnen en andere explosieven. Ook werden ze gescreend op mogelijke betrokkenheid bij oorlogsmisdaden.”. Maar op 10 mei, als aan het einde van de middag een trekker met oorlogstuig arriveert, gaat het helemaal mis. “Een paar Duitsers laadden de spullen uit en gooiden die onder toezicht van Britse militairen op een hoop. Opeens klonk het geluid van een zware explosie. Een antitankmijn was geëxplodeerd te midden van de andere munitie. De ontploffing sloeg een krater in het weiland. Verschillende ruiten in de omgeving sprongen.” Het gevolg was dat dertien soldaten van het Leicestershire Regiment die in de buurt stonden, op slag dood waren. Zes anderen raakten er zwaar gewond. Ook kwamen er ten minste twee Duitse soldaten om onder wie de man die de mijn op de stapel had gegooid. “Het gerucht ging dat hij daarmee zelfmoord wilde plegen”, vertelde Pieter Hoogenraad. “Maar wellicht was het ook een ongeluk. De ravage was enorm. De verslagenheid onder de mannen van het mortierpeloton, die nadat de oorlog voorbij was nog zo veel strijdmakkers verloren, was groot.”



De stoffelijke resten van de dertien Britten werden twee dagen later onder grote publieke belangstelling vanuit de Geraniumschool in een plechtige stoet overgebracht naar de Noorderbegraafplaats en daar begraven. “De dood van de soldaten, die na Nederland te hebben bevrijd en de oorlog te hebben overleefd alsnog sneuvelden, maakte diepe indruk op de Hilversummers.



Later werden naast hen nog drie andere militairen van de Polar Bear Divisie begraven. Een van hen overleed als gevolg van een auto-ongeluk, toen zijn wagen plotseling moest stoppen voor een overstekend kind. Van beide anderen is helaas niet bekend hoe zij om het leven zijn gekomen.

Na het verhaal van Pieter mocht ik iets vertellen over mijn zoektocht naar de gezichten van de omgekomen soldaten.



Ik vertelde, dat ik in november 2019 begonnen ben. De meesten van de Polar Bears kwamen uit Midden-Engeland, maar ook één soldaat kwam uit Londen. Ik ben gaan zoeken op internet naar familieregisters, geboorteregisters, online telefoonboeken op de achternamen, heb historische verenigingen aangeschreven, brieven verstuurd naar mensen met dezelfde achternamen en kreeg het advies om interviews te geven aan lokale kranten:de Leicester Mercury en de Melton Times. De Leicester Mercury heeft mij een telefonisch interview afgenomen, en dat heeft twee foto’s opgeleverd.Daarnaast heb ik een een Facebookpagina, podcast en filmpje in het Engels gemaakt om zo beter familieleden in Engeland te kunnen vinden.Er is inmiddels een jaar verstreken. Er is 1 foto bijgekomen. Er heeft zich een familielid gemeld van soldaat Ronald Wood. De kleindochter (Andrea Stubbs) is lerares en behandelde vorig jaar in de klas Remembrance Day in Engeland. Ze vertelde ook over haar opa, die omgekomen was in de Tweede Wereldoorlog en begraven ligt in Hilversum. Een klasse assistent ging tijdens de les zoeken op het onderwerp en kwam het artikel tegen in de Leicester Mercury: De kleindochter zocht contact met mij en stuurde een foto van haar opa.  Inmiddels staan bij de graven 9 displays met foto’s. Deze displays staan ook op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten. Ik ben in contact gekomen met Sebastiaan Vonk van de Fields of Honor Foundation. Deze Foundation heeft ervoor gezorgd dat in Margraten inmiddels 8000 soldaten een gezicht hebben gekregen. Sebastiaan gaf mij het advies om contact op te nemen met het staalbedrijf van der Lee in Nistelrode, die deze displays maakt. De foto’s op aluminiummateriaal werden gemaakt door een fotobedrijf in Amersfoort. Het staalbedrijf uit Nistelrode had toevallig net een order voor 700 displays binnengekregen vanuit Suresnes(Fr) en daar kon ik op meeliften. Ze maakten voor mij 16 extra. De begraafplaats in Suresnes ,die net buiten Parijs ligt, bevat de rustplaats van omgekomen soldaten van zowel de Eerste, als de Tweede Wereldoorlog.






Op het prikbord van de Noorderbegraafplaats hangt in de vitrinekast een oproep aan mensen in Engeland om zich bij mij te melden.

DEAR VISITOR OF THE WAR GRAVES IN HILVERSUM


I DO TAKE CARE OF THESE WAR GRAVES WITH GREAT HONOR. IT WOULD BE VERY WELCOME TO GET IN CONTACT WITH RELATIVES OF THE FOLLOWING SOLDIERS:




ATKIN , THOMAS VINCENT HAIG

FISHER, JACK

HYDE, ROBERT HENRY CLEMENT

LANGLEY, VERNON GEORGE

SPENCER, ALBERT

THOMPSON, GEORGE VALENTINE

WALLEY, ROY JAMES


PLEASE CONTACT ME FOR INFORMATION

MOBILE PHONE: +31653778776

EMAIL: m.e.tepper@gmail.com

THANK YOU IN ADVANCE,

MEINDERT TEPPER

Vervolgens noemde wethouder Arno Scheepers alle namen van de Polar Bears op en de aanwezigen legden blauw-gele bloemen (naar de kleur van het wapen van de gemeente Hilversum) bij de zestien graven.


Ook liepen de aanwezigen nog langs het graf van de oom van burgemeester Pieter Broertjes, Ies Wessel. Hij overleed eveneens vlak na de Tweede Wereldoorlog. Hij was op 7 mei 1945 doodgeschoten door een groepje Duitse soldaten dat bezig was Utrecht te verlaten.



Link naar de podcast:

Podcast zoektocht naar gezichten bij graven 13 Engelse soldaten Leicestershire Regiment

Videolink naar het filmpje:

Search for Soldiers Leicestershire Regiment

Samenstelling Meindert Tepper


Dank aan Meindert Tepper voor het mogen plaatsen van het door hem samengestelde document.


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Groenegraf.nl.

17.5.21

Van korenveld tot tafelbel

door Marga Veldkamp-Soen

Even voorstellen:
Ik ben Marga, geboren in de Nachtegaallaan en getogen Baarnse, dochter van Will en Chris Soen-van Dort, kleindochter van Christina en Joop van Dort-Westerik. Dit verhaal gaat over de bijzondere vriendschap tussen mijn grootmoeder Christina en Elisabeth Du Quesne-van Gogh. Ik wil het graag doorgeven zoals mijn grootmoeder het mij heeft verteld.

Elisabeth Hubertina du Quesne-van Gogh (1859-1936)
(Bron: De Prins, 25 mei 1929)

Christina
Mijn grootmoeder Christina Westerik wordt geboren in 1888 in Baarn. Ze is de tweede dochter van Willem Westerik en Wilhelmina van der Heide. De oudste dochter heet ook Wilhelmina en na Christina komen nog drie zusjes: Geertrui en de tweeling Marie en Greet. Christina groeit op in de Dijkweg, waar haar vader een bakkerij heeft. Ze gaat naar de School met den Bijbel in de Laanstraat en na schooltijd naar de Breischool. Als ze 12 jaar oud is moet ze ‘met het haar op zolder in een dienstje’ zoals dat heet. In die tijd dragen meisjes hun lange haar los of in vlechten. Als ze op hun 12de jaar van school komen en ‘in betrekking gaan’ wordt het haar opgestoken. Christina is er trots op dat ze wordt aangenomen als dienstbode bij de familie Du Quesne van Bruchem-van Gogh.

 

Christina Westerik, 12 jaar oud, 1900


Elisabeth
In Zundert krijgen Ds. Theodorus van Gogh en Anna Cornelia Carbentus zeven kinderen, waarvan de eerste zoon overlijdt. Het volgende kind, Vincent, is daarom de oudste. Daarna volgen Anna, Theo, Elisabeth, Willemina en Cor. Elisabeth is het vierde kind, geboren in 1859.
De kinderen Van Gogh krijgen privé onderwijs, passend bij de status van een domineesfamilie. Ze spelen niet met de Rooms Katholieke kinderen uit het dorp, maar wandelen veel in de natuur met hun gouvernante, die ook aandacht besteedt aan muziek, kunst en literatuur.
Later leren ze verder op kostscholen o.a. in Leeuwarden en Tiel. Elisabeth krijgt er les in Engels, Frans en een opleiding tot onderwijzeres.
Na hun studie doen ze hun best een goede baan te vinden om zo hun ouders te ontlasten, hetgeen maar moeizaam lukt. 

Elisabeth probeert het in het onderwijs in Dordrecht, maar dat werk valt haar te zwaar. Haar zuster Anna heeft als gezelschapsdame meer geluk en vindt op die manier ook haar echtgenoot. Vincent volgt in die tijd een korte opleiding tot evangelist in België, nadat een poging om dominee te worden is mislukt. De schilderkunst is zijn passie. In 1880 vindt Elisabeth een betrekking als gezelschapsdame en verzorgster in het gezin van Mr. Jean Philippe Du Quesne van Bruchem, wiens vrouw ernstig ziek is. Zij wonen op landgoed Eikenhorst in Soesterberg. 

Als vader Theodorus van Gogh in 1885 onverwacht overlijdt, valt het inkomen weg en staat de familie Van Gogh er slecht voor. De kinderen proberen zoveel mogelijk hun moeder financieel te ondersteunen, omdat zij ook hun broer Vincent onderhoudt. 

Schandaal
Elisabeth en haar werkgever hebben inmiddels een verhouding en ze raakt zwanger. Om een schandaal te voorkomen, gaat ze op reis naar Engeland. Onopvallend reist Jean Phillipe haar een tijdje later achterna. Onderweg bevalt ze op een hotelkamer in Saint-Sauveur-Le-Vicomte, Normandië, in augustus 1886 van Hubertina Normance van Gogh. Vanwege het dreigende schandaal moet Elisabeth afstand doen van de baby. Het kind wordt toevertrouwd aan de jonge Franse weduwe Frédéric Balley, die een maandelijkse vergoeding krijgt tot Hubertina volwassen is. Een dramatische situatie voor zowel moeder als kind.

Na het overlijden van zijn eerste vrouw, trouwt Mr. Jean Philippe Du Quesne in 1891 met Elisabeth van Gogh. Omdat landgoed Eikenhorst erg groot is, besluiten ze het in 1893 te verhuren en naar Baarn te verhuizen. Daar betrekken ze Villa Edzardina, Dalweg 10, tegenover de D’Aulnis de Bourouilllaan. De kinderen uit het eerste huwelijk studeren en komen maar af en toe thuis. Het paar krijgt samen nog vier kinderen: Theo (1892-1939), Jeanette (1895-1952), Mien (1897-1972) en Felix (1899-1993). Het bestaan van Hubertina wordt echter verzwegen. 

 

Villa Edzardina, Dalweg 10, afgebrand in 1971 vlak voor de sloop. De familie
Du Quesne-van Gogh heeft hier gewoond van 1893 tot 1928.
Vanaf 1933 heeft hier dr. Samuel Meihuizen gewoond.
Over hem staat ook een verhaal op Groenegraf.nl.
(Coll. Groenegraf.nl)

Christina
Mijn grootmoeder Christina woont vlak bij haar werk. Ze hoeft vanaf de Dijkweg alleen maar de Verlengde Dalweg (nu Berkenweg) af te lopen en dan is ze al bij Villa Edzardina. De jonge Christina is ijverig, slim en creatief. Ze vindt al snel haar weg in het drukke gezin, waar ze goed overweg kan met haar werkgeefster en de vier kinderen Du Quesne: Theo (8), Jeanette (5), Mien (3) en Felix (1).

Het hebben van een betrekking is in die tijd ook bedoeld om je te leren bekwamen in het huishouden, zoals bijvoorbeeld schoonmaken, poetsen en wassen. Daarna volgen vaardigheden als koken, bedienen en kinderverzorging.
Elisabeth ziet met haar onderwijs achtergrond veel meer mogelijkheden in de jonge Christina. Ze stimuleert haar om te lezen en geeft haar boeken te leen. Christina is hier erg blij mee en grijpt deze mogelijkheid met beide handen aan. Later zal ze het belang van lezen overbrengen op haar kinderen en kleinkinderen. ‘Je moet veel lezen, daar leer je van’, zei ze altijd.


Christina Westerik, 20 jaar oud, 1908

 

In die tijd hangt in de salon van Huize Du Quesne boven de schoorsteenmantel schilderij het Korenveld, van de in 1890 overleden broer van Elisabeth, Vincent van Gogh. Er zijn verschillende schilderijen van Vincent met deze titel en het is niet bekend welke dit is. Elisabeth is erg gesteld op Christina en weet dat ze het schilderij mooi vindt. Ze zegt bij herhaling tegen haar: ‘Christientje, als ik er niet meer ben, is dat schilderij voor jou!’ 

In 1912 trouwt Christina Westerik met Johannes Hendrik (Joop) van Dort, over wie ook een verhaal op de site Groenegraf.nl staat. Joop werkt bij de Gasfabriek in Baarn. Hij is er in 1905 begonnen als lantaarnopsteker en zal opklimmen tot chef-gasfitter. Het is in die tijd ongepast dat getrouwde vrouwen buitenshuis werken. De man moet zijn vrouw kunnen onderhouden. Christina stopt dus met werken bij de familie Du Quesne vanwege haar huwelijk, maar ze blijft goed bevriend met Elisabeth. Christina en Joop krijgen twee kinderen: Johannes Hendrik jr. (1913) en Wilhelmina Gerda, mijn moeder (1918).

 

Christina Westerik en Joop van Dort, verlovingsfoto 1912


Elisabeth
In 1910 schrijft Elisabeth een boek over haar broer Vincent. Ook brengt ze een gedichtenbundel uit bij de Baarnse uitgeverij J.F. van de Ven.
Tijdens de  Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland neutraal blijft, trekt ze zich het lot aan van de vele Belgische vluchtelingen in Kamp Zeist. Ze bezoekt het kamp verschillende malen en deelt er soep, brood en kaas uit èn een aantal van haar gedichtenbundels waaruit voorgelezen kan worden. In 1915 publiceert ze ‘Oorlogsgedichten’, om soldaten aan het Vlaamse front te steunen. Tot op hoge leeftijd schrijft ze maandelijks gedichten voor het Baarnsch Zondagsblad en voor de Baarnsche Courant.

 

Artikel uit de Baarnsche Courant (1930) over het 25-jarig jubileum
 van mijn grootvader Joop van Dort als chef-gasfitter
 bij de Gasfabriek, waar toevallig (!)
een gedicht van Elisabeth Du Quesne-van Gogh
 naast staat. (klik op de afbeelding voor een vergroting)


Jean Philippe
De loopbaan van Mr. Du Quesne als plaatsvervangend kantonrechter in Amersfoort, verloopt niet zoals verwacht. Als de aanstelling tot kantonrechter uitblijft, neemt hij ontslag en vestigt zich in 1898 als  advocaat en procureur te Baarn. Het inkomen valt echter tegen, omdat hij veel pro Deo-zaken aanneemt. In 1916 stopt hij om gezondheidsredenen met de advocatuur. Er wacht hem en Elisabeth een moeilijke tijd.

Het inkomen van de familie Du Quesne bestaat nu alleen nog uit de rente van belegd vermogen, waarvan een groot deel is verdampt door de Russische revolutie en WO I. Ze moeten overgaan tot de verkoop van kostbare bezittingen, zoals zilver, serviezen, sieraden en schilderijen van Vincent. Ook landgoed Eikenhorst in Soesterberg wordt verkocht, maar door de hoge hypotheeklast geeft het geen winst. 

Toch lukt het hen om de kinderen een universitaire opleiding te laten volgen. Alleen dochter Mien zet zich af tegen het deftige milieu van haar ouders en gaat naar de Meisjes Mulo in Amersfoort.  

Jean Phillipe overlijdt in 1921, na een periode van fysiek ongemak en psychische problemen. Hij richt zich sterk op zijn godsdienst, is in de war en spreekt veel over zijn verloren dochter Hubertina. Elisabeth verzorgt hem zelf en wil hem niet laten opnemen in een inrichting.

Hubertina
Na het overlijden van haar man, reist Elisabeth naar Frankrijk om Hubertina te ontmoeten, die dan al 35 jaar oud is. Hoewel ze elkaar wel af en toe hebben geschreven, blijken ze toch vreemden voor elkaar te zijn. Elisabeth vraagt haar om mee te gaan naar Baarn, maar Hubertina blijft liever in Frankrijk bij haar pleegmoeder.

Villa Edzardina wordt in 1928 geveild, maar brengt te weinig op. Volgens mijn grootmoeder woont Elisabeth daarna op verschillende adressen in Baarn, o.a. aan de Eemnesserweg, Nassaulaan hoek Molenweg en de Schoolstraat.

Christina
Na het overlijden van Elisabeth in 1936 blijkt er niets op papier te staan over schilderij het Korenveld. Door de financiële situatie van het gezin Du Quesne is het waarschijnlijk verkocht. Mijn grootmoeder heeft echter wel een tafelbel van Elisabeth gekregen, die ik via mijn moeder heb geërfd.

 

de tafelbel van Elisabeth Du Quesne-van Gogh.

Net als Elisabeth is Christina erg sociaal. Ze helpt mensen die het minder hebben met naaiwerk, koken en verstrekt groente, fruit en bloemen uit eigen tuin. Ook doet ze vrijwillig de was van de voetbalploeg van haar man Joop, die bij Blauw-Wit in Amsterdam speelt. Ze staat er om bekend dat ze de vuile voetbalkleding ècht schoon kan krijgen.

Ik herinner me dat er bij mijn grootouders (Acacialaan 1) op de schoorsteenmantel een foto stond van Elisabeth Du Quesne-van Gogh. In het blog van Het Groene Graf over mijn grootvader Joop van Dort staan ook foto’s van hem. Op een van de foto’s zie je vaag op de achtergrond de schoorsteenmantel met de foto van Elisabeth rechts naast de pendule. 

 

Joop van Dort, 75 jaar oud, met op de achtergrond de
 schoorsteenmantel met foto van Elisabeth, 1961.


Vriendschap
Ondanks het leeftijdsverschil hadden Christina en Elisabeth een bijzondere vriendschap die ruim 30 jaar duurde. Ze waren allebei creatief, sociaal, trouw, integer, zeer gelovig en konden niet tegen onrecht.
Mijn grootmoeder sprak altijd met warmte en genegenheid over haar ‘mevrouw Dukijne’, zoals ze Elisabeth tegenover ons noemde, en prees haar wijsheid en integriteit. Of ze iets wist over de voorechtelijke dochter van de heer en mevrouw Du Quesne is niet bekend. Maar àls ze er van wist, heeft ze er met niemand over gesproken. Ze had een groot respect voor mensen die haar een geheim toevertrouwden. Want ook zij was liefdevol, wijs en integer, net als haar vriendin Elisabeth.

 

Christina van Dort-Westerik, 40 jaar oud, 1928.


Korenveld
Dit verhaal over het Korenveld wordt tot op de dag van vandaag in mijn familie verteld. Ik heb het uit de eerste hand van mijn grootmoeder, maar ook mijn moeder Will Soen-van Dort spreekt er tot op hoge leeftijd over: Stel je voor dat we het Korenveld in de familie gehad zouden hebben? Mijn moeder heeft Elisabeth Du Quesne-van Gogh natuurlijk ook gekend en is als kind wel eens mee op bezoek gegaan.

 

Willy van Dort, 14 jaar oud, voor het huis waar Elisabeth
gewoond heeft Nassaulaan hoek Molenweg, 1932.


Van Gogh Museum

Op de site van het Van Gogh Museum heb ik vijf schilderijen gevonden:

  • Korenveld met patrijs, Parijs 1887
  • Korenveld, Arles 1888
  • Korenveld met maaier, St.Rémy-de-Provence 1889
  • Korenveld onder onweersluchten, Auvers-sur-Oise bij Parijs 1890
  • Korenveld met kraaien, Auvers-sur-Oise 1890

Over de herkomst van deze schilderijen staat bij elk schilderij dezelfde informatie: via Theo van Gogh en diens erfgenamen opgenomen in de Vincent van Gogh Stichting en in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum Vincent van Gogh te Amsterdam. De naam van Elisabeth Du Quesne-van Gogh wordt hier nergens genoemd.

Raadsel
Als ik aan mijn grootmoeder denk en de Korenveld-schilderijen van het Van Gogh Museum zie, springen er twee uit:

  1. het Korenveld met maaier uit 1889: ze groeide op in een bakkerij dus dat kan een connectie zijn, 
  2. het Korenveld met patrijs uit 1887: ze hield van de natuur, klaprozen en wilde bloemen, die ze ‘s zomers plukte en thuis in een vaas op tafel zette, een andere connectie.

Daarom vermoed ik dat één van deze twee bij de familie Du Quesne-van Gogh in de salon heeft gehangen. Naast de genoemde vijf bestaan er misschien nog meer schilderijen van Vincent van Gogh met als titel het Korenveld. Het blijft dus een raadsel...

 

Christina van Dort-Westerik, 75 jaar oud, 1963.


De cirkel is rond
Om de verhalen van mijn grootmoeder aan te vullen, heb ik verschillende bronnen geraadpleegd, boeken en artikelen op het internet gelezen om het beeld van de familie Van Gogh te completeren. De schrijvers van de boeken over de gezusters van Gogh, hebben de vele onderlinge brieven van deze familie bestudeerd en alle belangrijke plaatsen bezocht.
In het boek van Willem-Jan Verlinden, De Zussen Van Gogh, lees ik dat Elisabeth Du Quesne-van Gogh op 3 december 1936 is begraven op de Nieuwe Algemene Begraafplaats te Baarn. Mijn grootmoeder is ongetwijfeld aanwezig geweest bij de plechtigheid, die werd geleid door Ds. E.H. Blaauwendraad (1891-1956) predikant van de Hervormde Kerk op de Brink (nu Pauluskerk). In 1938 was deze dominee betrokken bij de doop van prinses Beatrix.
Het toeval wil dat mijn ouders Will en Chris Soen-van Dort catechisatie volgden en belijdenis deden bij Ds. Blaauwendraad, die ook hun huwelijk inzegende in december 1942. Bovendien heeft Ds. Blaauwendraad mij gedoopt in het voorjaar van 1947. En daarmee is de cirkel rond.

 

Marga, gedoopt en wel in het zonnetje, 1947.


Tot besluit
Mijn herinneringen aan de verhalen van mijn grootmoeder over haar vriendschap met Elisabeth Du Quesne-van Gogh liggen hiermee vast voor de volgende generaties, met de tafelbel als stille getuige.

Bronnen:

  • De verhalen van Christina van Dort-Westerik
  • Boek: Willem-Jan Verlinden, De Zussen Van Gogh, Querido
  • Boek: Els Knoope, Vincent was onze broer, SKRPT
  • Artikel uit de Baarnsche Courant van 1930 


Websites: