maandag 31 augustus 2020

Gerardus van der Meer, avonturen van een directeur van het Baarnse Badhotel

Tussen de vele mailtjes die we bij Groenegraf.nl ontvangen zitten af en toe echte pareltjes. Een berichtje van Audrey C. de Rooze uit Broken Arrow, Oklahoma, Amerika, was het startsein voor een zoektocht naar het leven van haar grootvader Gerardus van der Meer, bij leven directeur van vele restaurants en hotels, waaronder het prachtige Baarnse Badhotel. Tijdens deze zoektocht vonden we nog een kleinzoon van Gerardus: Tom van der Meer uit Apeldoorn. Dankzij Audrey en Tom is het mogelijk om dit verhaal op te tekenen.


Een prachtige brochure die Gérard van der Meer liet maken
(Coll. John Kappers, Groenegraf.nl)

Gerardus (Gérard) van der Meer (1903-1979)
(Coll. Audrey C. Rooze)
Gerardus van der Meer, Gérard voor intimi, werd geboren in Amsterdam, zoon van Gerardus van der Meer en Steintje Stefana Kok. Zijn kleindochter, Audrey de Rooze, vertelde me dat haar grootvader een zeer charmante man was. Als ik zijn foto bekijk moet ik toegeven dat ze gelijk heeft. Hij was zonder twijfel een knappe, charmante man, gezegend met een groot zakelijk talent. Als hij kansen zag, dan ging hij er voor de volle 100% voor. Zijn Baarnse avontuur liep echter uit op een catastrofe, maar zoals een goed zakenman betaamt, weet hij dat tegenslagen je alleen maar sterker maken.



Vader Gerardus Sr. was zincograaf van beroep, tegenwoordig zouden we dat graficus noemen. Voor zoon Gérard zag hij een zelfde loopbaan in het verschiet. In 1918 zond hij hem naar Berlijn, waar hij een plaats kreeg als leerling in het destijds vermaarde atelier van de “Lustige Blätter” en “Elegante Welt”. Daar leerde hij beroemde tekenaars van vóór de Eerste Wereldoorlog kennen. In die tijd kreeg hij ook interesse voor het ontwerpen van interieurs. Dat zou hem later zeer goed van pas komen.

Gérard had het niet naar zijn zin in het atelier. Hij liep er weg en ging aan het werk als hulpje in het Berlijnse restaurant “Lunch”. Daar leerde hij de kneepjes in het horeca-vak. Hij droomde ervan om zijn eigen restaurant te hebben, een droom die ruimschoots uitkwam! Hij werkte bij verschillende gerenommeerde hotels en restaurants in Nederland, Londen en Parijs voordat hij zijn eerste eigen restaurant kocht.

Het eerste eigen restaurant van Gérard van der Meer
(Algemeen Handelsblad 2-11-1931)


Café Restaurant Astoria, Amsterdam
Het uithangbord van restaurant Astoria
 aan de Vijzelstraat
In 1931 was het zover. In die tijd werkte Gérard als directeur van het restaurant van het Carlton Hotel aan de Vijzelstraat in Amsterdam. Even verderop, op de hoek met de Herengracht was café-restaurant Astoria te vinden. Gérard kreeg de kans om Astoria te kopen en liet deze niet liggen. Blijkbaar hield hij niet van half werk, want hij liet het verbouwen onder leiding van de bekende kunstenaar-architect Anton Hamaker.

Briefpapier van Astoria in Amsterdam
(Coll. Tom van der Meer)

De zaken gingen voorspoedig want ruim een jaar later koopt hij een naastgelegen meubelzaak om zijn restaurant uit te breiden met een tearoom en ‘inloop-bioscoop’. In 1935 wordt hij door de nieuwe eigenaren van het casino in Noordwijk aangesteld om de exploitatie tot een succes te maken.

De feestelijke opening van Casino Noordwijk onder leiding van Gérard van der Meer.
(Bron: noordwijkblog.com)


Astoria Chalet in Blaricum(!)

Dirk Pieter Out
(1888-1947)
(Archief dorps-
en gemeentebestuur
Blaricum)
In mei 1936 verschijnt in de kranten het nieuwsbericht dat op de buitenplaats Crailoo in het Gooi, het chalet van de familie Out aan Oranje Nassaulaan 1 in Blaricum wordt omgebouwd tot restaurant. Een groep investeerders uit Maarssen, Baarn en Blaricum richten de N.V. Astoria-Chalet op en kopen het chalet voor 50.000 gulden van dhr. Out Sr., commissionair in effecten. Ze nemen architect A.J. Kleykamp in de arm om het tot restaurant te verbouwen. Gérard van der Meer krijgt het beheer over het geheel.

Op 25 juli 1936 verschijnt in de krant "Locomotief" het gerucht dat een aantal 'zwaar gefortuneerde jongelui', stamgasten bij het etablissement Hamdorff in Laren, ruzie kregen met de eigenaar. De ruzie liep hoog op. De jongelui verlieten Hamdorff, aankondigend dat zij tussen Amsterdam en Laren een nieuw etablissement zouden openen om de eigenaar van Hamdorff een hak te zetten. Voor meer dan het dubbele van de waarde kochten ze een vervallen, verwaarloosde chalet in Blaricum en toverden dat om tot modaine gelegenheid genaamd Astoria-Chalet.

Dit klinkt als een sterk verhaal en later zou Gérard van der Meer, in het Utrechtsch Nieuwsblad van 23 september 1936, dit gerucht ook afdoen als een compleet verzonnen verhaal. Volgens hem had hij al jarenlang de wens om naast restaurant Astoria in Amsterdam, dat vooral een winterzaak is, een zaak in het Gooi te openen waar vooral in de zomer wat te doen is. Eigenlijk was het de bedoeling in de buurt van Schiphol of Ouderkerk een oude boerderij te kopen en die om te bouwen tot taveerne.

(De Telegraaf 9-6-1936)


(Nieuwe Bussumsche Courant 2-6-1936)



(Bron: De Telegraaf, 22-9-1936)
Astoria Chalet in Blaricum wordt daadwerkelijk feestelijk geopend in juni 1936. Kosten noch moeite worden gespaard om deze opening tot een succes te maken, maar helaas, het restaurant is geen lang leven beschoren. Bouwmaatschappij "Oud-Crailoo", eigenaar van de gronden om het chalet, start een civiele procedure om sluiting van café-restaurant-dancing Astoria te bewerkstelligen op grond van een erfdienstbaarheid, die verbood in het betreffende perceel een café, restaurant, tapperij, dancing, etc. uit te oefenen. Op 22 september 1936 geeft de rechtbank de eiser gelijk. Het restaurant moet binnen acht dagen gesloten en geruimd worden. De directie besluit onmiddellijk om van Astoria Chalet een besloten club te maken, maar op dat besluit komen ze snel terug als Bouwmaatschappij "Oud-Crailoo" opnieuw dreigt met een rechtszaak.

Het feestje gaat dus niet door, maar er wordt niet opgegeven. De investeerders proberen het 'Theehuis Crailoo' aan te kopen en daar alsnog Astoria Chalet van de grond te krijgen. Ook dat gaat uiteindelijk niet door.

Gérard van der Meer is teleurgesteld. Na de uitspraak van de rechtbank geeft hij een interview met het Utrechtsch Nieuwsblad. Daarin geeft hij aan dat hem bekend was dat er een servituut op het gebouw rustte. Volgens Gérard was hij daarover ook in overleg geweest met de bouwmaatschappij, en dat zou allemaal wel geregeld worden. Maar toen ze merkten dat Astoria Chalet geweldig goed liep gingen ze dwars liggen. Waarschijnlijk roken ze geld. Als we de omliggende gronden, of een aanzienlijk deel daarvan, wilden kopen zouden ze afzien van het servituut. Er werd echter zo'n hoge prijs gevraagd voor de gronden, dat besloten werd daarvan af te zien, aldus Gérard van der Meer. Begrip voor de situatie kon hij echter niet opbrengen. Voordat het chalet door de familie Out als particuliere woning in gebruik genomen werd, was het ook al een 'uitspanning'. Ook toen rustte een servituut op het chalet, maar blijkbaar was dat toen geen probleem.

Zonder de mogelijkheid om het chalet als restaurant te exploiteren heeft het voor de NV Astoria Chalet geen waarde. Het chalet wordt omgebouwd tot particulier verblijf van één van de commissarissen van de NV Astoria Chalet, dhr. Th. S. van Linge, directeur der kininefabriek te Maarssen. Hij blijft daar wonen tot 1940, dan vertrekt hij naar New York.


Paviljoen Crailoo aan de Oranje Nassaulaan 1 in Blaricum.
Later werd dit bewoond door de familie Out, commissionairs in effecten, zij verkochten het 
aan de N.V. Astoria Chalet die er weer een restaurant van maakte, al was het maar van korte duur.
(Bron: beeldbankblaricum.nl)

Overblijfselen van Astoria Chalet na de sloop.
(Bron: beeldbankblaricum.nl)


Astoria-Châlet, Baarn

Hendrik (Henri) de Graaff, 
de vorige eigenaar 
van het badhotel.
(Coll. Groenegraf.nl)
In 1936 start de Baarnse periode voor Gérard van der Meer. Henri de Graaff (1874-1954), directeur van het Baarnse Badhotel aan de Julianalaan, zet het hotel te koop. Hij vraagt voor dit prachtige, door Sanders en Berlage ontworpen gebouw, maar liefst 400.000 gulden. Van der Meer laat zich door dat bedrag niet afschrikken. De N.V. Astoria-Châlet verwerft het prachtige hotel. Gérard noemt zijn nieuwe aanwinst Grand Hotel Astoria Châlet, een naam die uiteraard geïnspireerd is door zijn restaurant in Amsterdam, dat hij overigens ook nog steeds runt en het restaurant op Crailo, dat maar kort bestaan heeft.




Het prachtige Astoria-Châlet in Baarn in zijn gloriedagen
(Coll. Groenegraf.nl)


Het interieur van Astoria-Châlet
(Coll. John Kappers, Groenegraf.nl)
Henri de Graaff, de vorige eigenaar, wilde het hotel vooral voor welgestelde gasten beschikbaar maken. Verbleef je niet in het hotel, dan had je er niets te zoeken. Gérard van der Meer wilde het hotel niet exclusief voor de pension- en hotelgasten, maar ook voor dagjesmensen inzetten. Hij moest wel, de hoge exploitatiekosten moesten terugverdiend worden. 


Het personeel van Astoria-Châlet
werd aangestuurd door Gérards dochter
Dora Cornelia (Corrie) van der Meer,
moeder van Audrey de Rooze,
hier afgebeeld op de voorgrond.
(Coll. Audrey C. de Rooze)
Zo had hij een modern restaurant ingericht met een bar en luie zitjes in diverse zalen. In de feestzaal speelde dagelijks een orkestje en wekelijks werden er uitvoeringen gegeven door verschillende beroepsorkesten. Er was ook een parkeerplaats, zodat toeristen die met hun auto een tochtje door het Gooi maakten of mensen die gebruik maakten van de oude weg van Amsterdam naar Utrecht, langs Baarn, onderweg wat konden gebruiken in het Astoria-Châlet.



Astoria-Châlet, een prachtig hotel
(Coll. John Kappers, Groenegraf.nl)

(Coll. John Kappers, Groenegraf.nl)



Gerardus Reginald van der Meer
 (1923-1988)
(Coll. Tom van der Meer)
Gérard zal ongetwijfeld hoge verwachtingen van de exploitatie van Badhotel gehad hebben, maar het zat hem niet mee. In 1940 breekt de Tweede Wereldoorlog uit en de Duitse bezetter confisqueert het hotel. Friedrich Christiansen, bevelhebber van de Wehrmacht in Nederland, betrok het hotel met zijn officieren. Van geld verdienen was geen sprake meer. Bovendien werd in 1942 in Amsterdam zijn zoon Gerardus Reginald samen met zijn buurjongen Willem Pels aangehouden om te werk gesteld te worden in Duitsland. 
Buurjongen Willem Pels was de zoon van de eigenaar van restaurant ‘De Heerenhoek’ aan de Vijzelstraat. In restaurant Astoria in Amsterdam en in De Heerenhoek werd Löwenbräu bier geschonken, gebrouwen door een brouwerij in München. Vader Gérard van der Meer was bevriend met de eigenaar van de brouwerij. Deze kon ervoor zorgen dat de jongens niet naar Duitsland afgevoerd werden, maar konden gaan werken in Hotel Krantz Ambassador in Wenen. Een schrale troost. Na ongeveer een jaar mochten de jongens voor het eerst voor een korte vakantie terug naar Nederland, maar ze waren verplicht na een week terug te keren naar Wenen. Willem Pels ging inderdaad terug naar Wenen, maar Gerardus jr. dook onder.

In Baarn ging het intussen bergafwaarts. De confiscatie van het Astoria-Châlet door de Duitse bezetter deed het hotel natuurlijk geen goed. Nadat Nederland bevrijd werd, trokken de Canadese bevrijders in het hotel, en ook dat ging bepaald niet voorzichtig. Van der Meer claimt fl. 150.000 aan schadevergoeding bij zijn verzekeringsmaatschappij. Of  hem dat bedrag ook is uitgekeerd is niet bekend. 

Het schadeformulier, Gérard van der Meer claimt 150.000 gulden schade,
aangericht door de Canadezen
(Coll. Wil Hordijk, HKB)



The North Nova Scotia Highlanders, onze Canadese bevrijders bij het Badhotel.
(Coll. Audrey C. de Rooze)



Toen in 1949 ook nog een zondagsrijverbod uitgevaardigd werd was het voorbij. Gérard kon het hotel niet meer rendabel krijgen. N.V. Astoria-Châlet wordt failliet verklaard. De rijksgebouwendienst gaat het gebouw huren en er worden oorlogsslachtoffers in opgevangen. Het hotel heet dan BAVO-huis, Baarns Verzorgingshuis voor Oorlogsslachtoffers. Later worden er repatrianten in ondergebracht.

Het indrukwekkende ‘Grand Hotel Villa de France’
(Coll. Tom van der Meer)


Villa de France, Tanger, Marokko

Uitzicht over Tanger, vanuit het hotel
(Coll. Tom van der Meer)
Voordat in 1949 het doek viel voor Astoria-Châlet nam Gérard van der Meer deel aan een conferentie voor hoteldirecteuren in Madrid. Tijdens die conferentie werd een tweedaagse trip georganiseerd naar Tanger, Marokko. Gérard vond daar een oud vervallen hotel genaamd “Villa de France” dat op de nominatie stond om afgebroken te worden. In die tijd was het hotel in bezit van een Engelse markies die het wel aan Van der Meer wilde verkopen. De tweedaagse trip werd al snel een uitstapje van een week en Van der Meer besloot het hotel te kopen en er meteen te blijven. Echtgenote Helene had al snel spijt van zijn beslissing. Het was één vieze vervallen troep. Ze heeft daar menig traantje om gelaten. Gérard zag echter mogelijkheden om het hotel tot een succes te maken. De accommodatie onderging een gedaanteverwisseling. Het werd één van de meest toonaangevende hotels in Tanger. Er vond een verbouwing van ruim 600.000 gulden plaats! Er kwamen 35 badkamers, een eigen wasserij, nieuwe keukens, twee restaurants en een verwarmd zwembad. 
Een advertentie uit 1949
Personeel werd geworven uit het onuitputtelijke arsenaal van Marokkaanse marktjongens. Schoolplicht bestond niet, daarom organiseerde Gérard provisorische cursussen en mevr. Van der Meer gaf de meisjes les in de ‘hotelvakschool’. In totaal werkten in het hotel 240 personeelsleden. De meeste spraken Frans en Spaans, sommige zelfs enkele woorden Engels. De gasten kwamen vooral uit Noord-Europa, met name uit Scandinavië, Engeland en Duitsland. Gérard verwachtte dat de Nederlanders ook snel de stap naar Tanger zouden wagen en hij kreeg gelijk. 

Terras met uitzicht over Tanger
(Coll. Tom van der Meer)


Brochure Grand Hotel Villa de France
(Coll. Tom van der Meer)


1952: Gérard van der Meer koopt Café Anglais in Londen

Begin jaren vijftig koopt Gérard ook nog een aantal restaurants in Londen: het Benelux-restaurant in Soho en Café Anglais aan Leicester Square. Bar-Restaurant ‘The Flying Dutchman’ werd geopend op zijn trouwdag en tevens geboortedag van zijn vrouw Helene. Hij kocht het op naam van zijn dochter Dora omdat dat handiger was met de vergunning. Zij was Engelse van geboorte.

In 1965 draagt Gérard de leiding van het hotel in Tanger over aan zijn zoon. Er wordt uitgebreid van 40 naar 134 kamers. Zelf legt hij zich volledig toe op zijn zelf opgerichte reisbureau “Nemar” (afkorting van Nederland-Marokko). Dit reisbureau organiseert goedkope ontdekkingsreizen door Marokko met als hoogtepunt een bezoek aan het paleis van koning Hassan in Agadir. Hij maakt zelfs plannen om een hotel te bouwen in Agadir, met ruimte voor 400 gasten, dat zal in de winter van 1966 zijn deuren openen. De stad heeft daarvoor een stuk land van zes hectare afgestaan tegen geringe prijs en de regering geeft hem 20% subsidie op de kosten van de bouw en de inrichting. In de toekomst wil hij nog hotels en motels in Fes, Rabat en Marrakesh bouwen. Grote Nederlandse bedrijven hebben al aangegeven hem daarbij te willen ondersteunen met kapitaal. Of die hotels er uiteindelijk komen vertelt het verhaal niet. Na een paar jaar verkoopt Gérard het hotel aan een Zwitserse beleggingsmaatschappij, maar hij blijft directeur. 

Gérard van der Meer, echtgenote Helene, en Gerardus Reginald van der Meer,
zoon uit het eerste huwelijk van Gérard.
(Bron: Telegraaf 21-2-1966)




Villa de France in 2020, nog steeds prachtig!
In 1979 overlijdt hij op 75-jarige leeftijd in Tanger. Hij wordt aldaar begraven op de begraafplaats van de Engelse Anglicaanse Kerk St. Andrews. Villa de France zou nog open blijven tot 1992, dan gaat het dicht, hoewel het gebouw blijft staan en raakt steeds meer in verval. In 2009 besluit Hisham Mohamed Said Al Jumâa, op dat moment eigenaar, het hotel te verbouwen en opnieuw te openen. Vandaag de dag is het hotel nog steeds in bedrijf. Het ligt aan de Rue de Hollande, hoe toepasselijk! Bent u van plan om naar Tanger op vakantie te gaan, dan is dit hotel wellicht een mooie optie!

1975: Het Badhotel verwoest door brand.
(Coll. Historische Kring Baerne)


Hoe het met het badhotel is afgelopen weten we. In de jaren zeventig van de vorige eeuw lag het gebouw er vervallen en verlaten bij. Regelmatig werd er door vandalen brandjes gepleegd en vernielingen aangericht. Op 6 juli 1975 werd het grotendeels door brand verwoest. De rechtervleugel van het gebouw brandde als een fakkel.  In 1983 werd het grondig verbouwd. Alleen de toren bleef over. Aan die toren werden vleugels gebouwd met appartementen. 

Neem er eens een kijkje, die toren is nog steeds prachtig. Het adres: Julianalaan 4.

De tegenwoordige toren van het Badhotel.
(Bron: tracesofwar.nl, Willem Visser)


Dank aan: 
Audrey C. de Rooze en Tom van der Meer voor hun enthousiasme en hun hulp bij het verzamelen van informatie en beeldmateriaal bij dit artikel. 
Ron van den Berg en Vera ten Broeke-Abels van de Historische Kring Blaricum voor hun hulp bij het vinden van informatie over Astoria Chalet Blaricum.
Het schrijven van dit artikel was niet mogelijk geweest zonder de hulp en expertise van Groenegraf.nl-collega John Kappers.

P.S. Astoria-Châlet aan de Julianalaan is niet te verwarren met Astoria aan de Oranjestraat in Baarn, het restaurant en de theaterzaal van Van Oostrum. Het lijkt er echter op dat Van Oostrum de naam op zijn restaurant gekocht heeft uit de failliete boedel van Astoria-Châlet. Zie te twee foto's hieronder.


Wie weet of dit klopt?

Eric van der Ent











Dit verhaal verscheen op maandag 31 augustus 2020 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Groenegraf.nl.

maandag 10 augustus 2020

Het boekje van Vrugtman, de kringloop van de tijd in elf handtekeningen…1942-1945

Het verhaal van een klein boekje dat evenals zijn eigenaar het Japanse krijgsgevangenenkamp Harima, Osaka overleefde 


door Ed Vermeulen


Villa Rust-Lust, Molenweg 27 (Foto: John Kappers) en  het boekje van Vrugtman (Coll. Ed Vermeulen)

Zoals de aarde iets teruggeeft aan een archeoloog op zoek naar het verleden en de zee aan de duiker die uit een lang verloren gewaand scheepswrak een waardevol nautisch relikwie naar boven haalt, zo gaf de zolder van een oude, in 1905 aan de Molenweg in Baarn gebouwde villa met de rustieke naam 'Rust-Lust', een tiental jaren geleden via de weg naar de Baarnse kringloop winkel zijn geheim prijs: een klein en door de tand des tijds ietwat gehavend boekje met de titel: ’De relativiteitstheorie van Einstein’. Geschreven door H. Heukels uit Bloemendaal en uitgegeven in het jaar A.D 1923.  

Een uitgave in de reeks ’Handboekjes’ door ’De maatschappij voor goede en goedkoope lectuur’. De toenmalige prijs: ingenaaid fl. 0,75 en gebonden fl. 1.25. Totaal aantal pagina’s: 51. Het boekje kwam op 8 januari 1932 in het bezit van ene D.H. Vrugtman en was gekocht bij De Moderne Boekhandel, Leidschestraat 74, Amsterdam. Een handgeschreven aantekening en een fraai, door Anton Pieck ontworpen Ex Libris, getuigt hiervan. Ook voorzag Vrugtman de tekst met potlood van zijn commentaar, zoals bijvoorbeeld op pagina 34 waar hij, de materie op de juiste waarde schattend, schreef: ’gek, maar juist’.



Ex Libris D. H. Vrugtman  (Coll. Ed Vermeulen)


Daniel Hendrik Vrugtman
De oorspronkelijke eigenaar Daniel Hendrik Vrugtman werd op 15 juni 1908 in Haarlem geboren. Zijn ouders: Hendrik Vrugtman, banketbakker te Haarlem en Helena Catharina van Zonneveld. Daniel was vernoemd naar zijn grootvader en volgde, waarschijnlijk in de jaren 1927-1928, aan een M.T.S te Amsterdam een opleiding tot werktuigkundig constructeur. Hij trouwde op 26 maart 1936 in Amsterdam met de op 26 juli 1911 te Amsterdam geboren Aagje Schuddeboom.


Gehuwd op 26 maart 1936  (Coll. Koninklijke Bibliotheek, www.kb.nl)
              
Heugelijke tijding!
(Coll. Centraal Bureau voor de Genealogie)
Het echtpaar vertrok diezelfde maand nog naar Nederlands Indië, waar Vrugtman op diverse plaatsen werkzaam was waaronder Medan, Sumatra als agent van N.V Industrie Gebr. Van Swaay en kort voor de Japanse inval als elektrotechnisch ingenieur bij Handelmij. Vraag en Aanbod te Soerabaja, Oost Java. Het woonadres van het echtpaar: Baweanstraat 37. Op 28 juli 1939 werd in het Darmo Ziekenhuis zoon Hendrik Daniël Gerrit (Harri) geboren. 

In verband met de oorlogsdreiging werd Vrugtman in 1941 als militie sergeant I der Genie ingelijfd bij het KNIL, waar hij diende in het 2e bataljon Genietroepen te Soerabaja.

Van Insulinde naar Nippon 
Na een korte maar hevige strijd capituleerde het KNIL op 8 maart 1942, werden Vrugtman en veel andere lotgenoten krijgsgevangen gemaakt en via Singapore in november van hetzelfde jaar met het m.s. Kamakura Maru 1 getransporteerd naar Nagasaki, Japan, waar hij met P.O.W. (Prisoner of War) nummer 51 werd geïnterneerd in het kamp Harima, gelegen aan de Japanse zuidkust op het terrein van de Harima scheepswerf, een dertigtal kilometers ten westen van de stad Osaka. Huisvesting werd gerealiseerd in een oud fabrieksgebouw en later in barakken op een in de baai opgehoogd terrein. Hier werd hij en een grote groep medekrijgsgevangenen gedwongen te werk gesteld in de  Japanse oorlogsindustrie. 



m.s. Kamakura Maru (getorpedeerd 28 april 1943)

Japan-Nippon, het land van de rijzende zon, eiland Honshu


Plattegrond Kamp Harima (Coll. OGS)

Gebouw Kamp Harima (Coll. OGS)

De lange weg van oorlog naar vrede, voor allen min of meer gelijk, werd door kampgenoot Christiaan Hayes voor altijd vastgelegd door middel van de hieronder vermelde inscripties op zijn messtin:  

8 Dec. ’41 Oorlogsverklaring, 3 Febr. ’42 1e Bomb. S’baia , 28 Febr. ’42 3 Lan. o/ Java, 8 Mrt ’42 Capitulatie, 15 Mrt. ’42 Soekalilo, 11 April ’42 JCJL Perak, 5 Sept.’42 Jaarmarkt, 24 Oct ’42 Batavia (10e bat.), 29 Oct. ’42 a/b S.S. Tojo Maru, 2 Nov. ’42 Singapore, 28 Nov. ’42 a/b M.S. Kamakura, 7/8 Dec. ’42 Nagasaki, 9 Dec. ’42 Harima (oud), 20 Feb. ’43 Harima (nieuw), 20 Mei ’45 Noda, 15 Aug.’45 Vrede  


Messtin van C. A. Hayes met inscripties: reis van Java naar Japan  (Coll. Familiearchief Hayes)

(Het kamp Soekalilo bevond zich op Madura, JCJL Perak en Jaarmarkt in Surabaya, 10e Bataillon in Jakarta, Harima en Noda in Japan)

Portrettekening Dick Visker gemaakt
door M. van Kleef (POW 176)
op 16 sept. 1944.
Detail: Harimalogo op pet.
(Coll. Familiearchief Visker)
Het totaal aantal gevangenen bedroeg tegen de vierhonderd, grotendeels Nederlanders en een handvol Engelsen. De te verrichten werkzaamheden vonden plaats op de scheepswerf en in de machinefabriek en omvatten ondermeer: lassen, klinken, pijpen stapelen, zandstralen. In het najaar van 1944 werden  de P.O.W.’s ook ingezet bij het graven van een zestal overdekte loopgraven. Kortom: zeer zware arbeid, waarbij diverse ongevallen plaatsvonden. De kampvoeding werd als ronduit slecht ervaren en bestond uit rijst met een dunne soep, waaraan slechts zelden enige vis of vlees was toegevoegd. De medische zorg was in handen van drie (Nederlandse) artsen. De kampcommandanten waren, uiteraard, Japanners, evenals de bewaking. De dagelijkse kampleiding was, verdeeld over verschillende periodes, in handen van Nederlandse militairen en mede POW ’ers, de laatste daarvan: Dick Visker, sergeant Militaire Luchtvaart KNIL. 

Terug in Nederland organiseerde Visker, samen met o.a. medekampgenoot Christiaan Hayes, een jaarlijkse Harima reünie, voor het eerst gehouden in 1971. Op de 14e reünie in 1985 werd bijgaande groepsfoto gemaakt. 

Harima Reünie 1985 ...voor altijd verbonden! Dick Visker (12) en Chris Hayes (4). Overigen onbekend.
(Coll. Familiearchief Hayes)

De foto getuigt van de hechte band die er tussen de nu ex-krijgsgevangenen bestond. Het gevoel van verbondenheid laat onverlet dat het verblijf in het kamp Harima ongetwijfeld zijn sporen nagelaten zal hebben bij velen van de aanwezigen. Op de foto is ook het Harima scheepswerflogo, opgezet rond een gestileerde hoofdletter H, te zien. Hierbij dient te worden aangetekend dat het originele logo in zwart/wit is  en dat de kleuren rood en blauw er later, ten tijde van de reünies, aan zijn toegevoegd.


Logo Harima reünie, gebaseerd op het originele
Scheepswerf Harima logo (kleuren Nederlandse
vlag later toegevoegd) (Coll. Familiearchief Hayes)






















Ook was Visker auteur van ondermeer het boek ’Totok inTjimahi’ en de grote motor achter de oprichting in 1972 van de Stichting Indisch Familie Archief (SIFA). Een uiterst waardevol archief dat nu, vijfenveertig jaar later, nog steeds openstaat voor een ieder die zijn familiebanden met het voormalige Nederlands Indië wil ontrafelen. Dick Visker overleed op 28 juli 2013 te Voorschoten op zevenennegentig jarige leeftijd. Naast Visker kwam ik nog een mij bekende naam tegen op de lange, via internet te raadplegen, lijst van de Harima kampbewoners: Alfred Brijl , POW no. 50. Geboren op 14 juli 1901 te Sibolga, Sumatra. Alfred Brijl, oom van mijn zeer gewaardeerde ’penfriend’  luitenant-kolonel b.d. Jacques Brijl,  overleed in het Kamp Harima op 23 september 1943. Zijn as is bijgezet in het Columbarium van het Nederlandse Ereveld Menteng Pulo te Jakarta. 


Beeld van een voorbije tijd, gezin Brijl rond 1910, geheel rechts Alfred Brijl            Urn met as Alfred Brijl, Ereveld
                                      (Coll. Familiearchief Brijl)                                                       Menteng Pulo (Foto: OGS)

Wegens een tekort aan materialen werd Kamp Harima op 20 mei 1945 gesloten. Dit betekende echter niet dat de P.O.W.’s vrij man waren. Eerst met de definitieve capitulatie van de Japanse strijdkrachten in augustus 1945, voorafgegaan door de op 6 en 9 augustus door de Amerikaanse luchtmacht boven Hiroshima en Nagasaki afgeworpen verwoestende atoombommen, een gebeurtenis waarvan zij ooggetuigen moeten zijn geweest, zou dit voor de overlevenden het geval zijn. 

Hiroshima                                        Nagasaki
Dood en verderf over Nippon!
 
Kampbibliotheek en lezers
In de persoonlijke bezittingen van Vrugtman bevond zich het hierboven beschreven boekje ’De relativiteitstheorie van Einstein’. Het werd door de Japanners ingenomen, van de nodige stempels voorzien, waarvan één nog steeds in redelijk goede staat, en aansluitend opgenomen in de kampbibliotheek van Harima. 

Het boekje van Vrugtman met Japans stempel (Coll. Ed Vermeulen).

Deze bibliotheek bevatte naar verluid ongeveer 200 titels. In de daaropvolgende kampjaren werd het boekje gretig gelezen en bestudeerd door een aantal mede P.O.W.’s. Als blijvende herinnering aan deze periode had Vrugtman de lezers gevraagd hun P.O.W. registratienummer, handtekening, alsmede datum van lezing in het boekje te plaatsen. 

Het boekje en zijn lezers  (Coll.Ed Vermeulen)

Een elftal medekrijgsgevangenen hebben aan dit verzoek voldaan, de eerste in juli 1943 en de laatste op 13 december 1944. Allen hebben naast hun registratienummer ook  hun handtekening gezet, waarvan één met inkt en de overigen met potlood. Met behulp van de bewaard gebleven kamplijsten werd het mogelijk om van allen de juiste familienaam te onderkennen. Hun namen: G. Beth (soldaat KNIL, POW 248), R.O. Burgemeestre (sergeant KNIL, POW 87), A.F. Rolsma (matroos Koninklijke Marine, POW 307), M. den Ottolander (soldaat KNIL, POW 348), C.A. Hayes (sergeant KNIL, POW 119), J.C. Nolten (matroos Koninklijke Marine, POW 197), F.H. Heynen (soldaat KNIL, POW 215), F. Jordans (soldaat KNIL, POW 253), A.P. van Schieveen (sergeant KNIL, POW 80), J.F. van Eldik (sergeant KNIL, POW 99), F.F.W. Mijnlieff (sergeant KNIL, POW 103).

Overlevenden
Al snel rijst de vraag of deze lezers evenals Vrugtman ook de kampjaren hebben overleefd. Het antwoord op deze vraag liet zich vinden in het slachtofferregister van de Oorlogsgraven Stichting (OGS). Hierin kwam alleen de naam van de eerste lezer voor: de heer G. (Gerard) Beth (POW 248). Geboren op 14 december 1899 te Pretoria, Zuid Afrika en overleden aan de gevolgen van ondervoeding op 5 mei 1944 in Harima. Mogelijk is dus zijn ooit in juli 1943 geplaatste handtekening zijn laatste teken van in leven zijn geweest. Een bijzondere en vooral ook emoties oproepende gedachte. De overige genoemde lezers zijn na de sluiting van het kamp naar Nederlands  Indië teruggekeerd in de hoop op een hereniging met hun familie en tegelijkertijd in de veronderstelling om mogelijk hun vooroorlogse leven weer op te pakken. Dat dit niet voor iedereen even makkelijk of mogelijk was moge duidelijk zijn. 

Naam en toenaam
Om de lezers van Vrugtman ’s boekje in de tijd van de kampjaren (1942 -1945) te plaatsen en het eventueel traceren van mogelijke nabestaanden te vergemakkelijken volgen hier enige summiere en zeer zeker niet complete genealogische details per persoon, gerangschikt in de volgorde van plaatsing van de handtekeningen in het boekje: 

Beth, Gerard. Geboren op 14 december 1899 te Pretoria, Zuid-Afrika. Naam van moeder: Geertruida. Beth stond in de periode 1932-1938 vermeld als employee van Handelshuis Lindeteves waarvoor hij op veel standplaatsen heeft gewerkt ondermeer te  Semarang, Tegal, Surabaja (allen Java) en Medan, Padang (beiden Sumatra). Hij trouwde in oktober 1939 met Wilhelmina Chr. Beekink. In 1941 woonde het echtpaar in Soerabaja en werkte hij vermoedelijk bij Lindeteves (Technisch Bureau Lindeteves Stokvis).

Gebouw Lindeteves-Stokvis Soerabaja (Coll.Tropenmuseum)

Urn met as Gerard Beth 
(coll. OGS) 


Hij overleed op 5 mei 1944 in kamp Harima aan de gevolgen van ondervoeding. Een urn met zijn as is geplaatst in het Columbarium van het Nederlands ereveld Menteng Pulo, Jakarta. Zijn weduwe is waarschijnlijk hertrouwd in 1949 met Antonius F. Vogelsang. 


                                  Poort Ereveld Menteng Pulo Jakarta (Coll.OGS)                                  Ereveld Menteng Pulo Jakarta
                                                                                                                                                  (Coll.OGS)

Een zoektocht naar mogelijke nabestaanden van de heer Gerard Beth heeft tot op heden helaas nog geen resultaat opgeleverd.                

Burgemeestre, Robert Otto. Geboren 7 mei 1912 te Madioen (Oost Java); zoon van Robert W. Burgemeestre en Rosina. Voor 1939 gehuwd met Maria M. Middelbeek. Doorliep de HBS in Malang en studeerde aan de TH te Bandung,  Civiel Ing. in 1934. In 1942 was hij Ingenieur Provinciale Waterstaat afd. Irrigatie te Madioen. In 1955 hebben hij en zijn echtgenote zich gevestigd in Sao Paulo, Brazilië. Uit dit huwelijk mogelijk één dochter: Wieneke Rosina. 

Braziliaans identiteitsbewijs R.O Burgemeestre

Rolsma, Antonius Franciscus. Geboren 3 september 1911 te Nieuw Helvoet;  zoon van vuurstoker Sjoerd A.F. Rolsma uit Franeker en Maria F. Willemsen uit Arnhem. In november 1936 in Soerabaja getrouwd met J.F. Hengst. Uit dit huwelijk werd, waarschijnlijk in september 1937 een dochter geboren. Na de oorlog waarschijnlijk tweemaal hertrouwd: met E.E Smidt (?) en met Helena Tehusijarana. Uit dit laatste huwelijk werd in 1953 een dochter geboren: Daya Helene Rolsma.
 
Den Ottolander, Matheus Pieter. Geboren 5 juni 1901 te Rotterdam; zoon van Pieter den Ottolander en Johanna de Jong. In 1931 te Rotterdam gehuwd met Dorothea K. M. van Zeijl afkomstig uit Gladbeck, Duitsland. In 1941 was hij hoofd van de Europeesche Lagere School te Soerabaja. Zijn in 1942 door de U.S. Army uitgegeven kampbijbel (Engels/Japans) is bewaard gebleven. Had zichzelf met behulp hiervan enig Japans aangeleerd. Na de bevrijding gebruikte hij deze vaardigheid om als tolk tussen Amerikanen en Japanners op te treden. Bleef zodoende nog langer in Japan. Zijn echtgenote was inmiddels met hun zoon naar Nederland teruggegaan. Na terugkomst in Nederland wederom werkzaam in het onderwijs. Was schoolhoofd van een lagere school in Atjehstraat in Den Haag. Overleden op 14 april 1982 te Den Haag.  


De kampbijbel van Matheus Pieter den Ottolander

Hayes, Christiaan August. Geboren op 15 april 1914 te Tasikmalaja (West Java), zoon van August B. Hayes en Anna C. Bloemhard. Van 1932 tot 1937 woonachtig in Nederland. Afgestudeerd in elektrotechniek aan MTS Rotterdam. Ging in 1937 terug naar Ned. Indië. Trad in dienst bij de ANIEM (Algemene Nederlandsch-Indische Electriciteits Mij.)  als electrotechnisch ingenieur.

Gebouw ANIEM, Soerabaja  (Coll. Tropenmuseum)

Op 4 juli 1940 te Soerabaja gehuwd met Frieda van Naerssen. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren: Victor 31 juli 1941 te Soerabaja, Reginald 20 mei 1947 te Bandoeng, Yvonne 20 september 1948 te Soerabaja  en Jack 22 mei 1951 te Den Haag. Na demobilisatie KNIL wederom in dienst ANIEM. Was verantwoordelijk voor energievoorziening regio Oost Java. In 1950 met gezin naar Nederland vertrokken. Behaalde begin jaren ’50 de titel: register ingenieur en sloot zijn loopbaan af als directeur Intechmij. NV. Tijdens de kampjaren was hij samen met Dick Visker drijvende kracht achter de organisatie van allerlei activiteiten ten einde het moreel hoog te houden. Deze samenwerking werd voortgezet in het, na de oorlog, door beiden opgezette Harima Comité, waar hij verantwoordelijk was voor secretariaat en nieuwsbrief gevolgd door de organisatie, sinds 1971, van de jaarlijkse reünie. Ingenieur Chris Hayes is overleden op 7 juli 1994 te Leiden. 


Memorabilia Christiaan  A. Hayes: o.a messtins, kamppet,
kepi vaandrig KNIL, kampbijbel. (Coll.Familiearchief Hayes)

Parade KNIL te Soerabaja kort voor inval Japan 1942,
vooraan rechts sergeant Hayes.  (Coll. Familiearchief Hayes)


Nolten, Julius Cesar. Geboren te Djokjakarta (Midden Java) op 11 maart 1915,  zoon van Lucianus A. Nolten (spoorwegemployee) en Stancina H.F. van Affelen van Saemsfoort. In 1940 getrouwd  te Soerakarta met Elviere Hanssens, overleden te Landgraaf (L) in 2001. Julius C. Nolten overleed op 30 april 1968, eveneens te Landgraaf. 

Heynen, F. H. Mogelijk is hij Franciscus Josephus Hubertus Heynen. Geboren 30 juli 1906, zoon van Jan W. Heynen en Maria A. G. O Poll beiden geboren te Broeksittard (L).  

Jordans, Frans. Geboren op 27 oktober 1903 te Ambarawa (Midden Java), zoon van Johannes G. Jordans (onderwijzer) uit Bergen op Zoom en Marianne M. van Duijne. Schrijver bij de Belastingen. Op 28 maart 1934 getrouwd te Malang met Corrie A. van der Star, geboren op 29 juni 1907 te Seadjoe (Palembang, Sumatra). In 1941 staat hij geregistreerd als chemicus bij Suikerfabriek (Sf.) Djati. Na 1945 naar Nederland. Overleden op 28juli 1969 te Rotterdam.

De gebroeders Jordans v.l.n.r Piet, Ambarawa 1904,  Frans, Ambarawa 1903, Wim,
Ambarawa 1903 en Jan, 1900 Soemenep (Coll. B. Fokkelman)


Van Schieveen, Adrianus Paulus. Geboren 9 juli 1894 te Amsterdam; zoon van Jan van Schieveen (makelaar) en Pieternella M. van Haalen. In 1919 getrouwd met Catharina Lok. Uit dit huwelijk zeker één dochter geboren in januari 1927 te Soerabaja. Vanaf mei 1953 weer in Nederland. Mogelijk werkzaam als adj. directeur uitgeverij en procuratiehouder te Amsterdam. Overleden 3 februari 1961 te Amsterdam

Van Eldik, Jan Frederik. Geboren 28 augustus 1908 te Deventer; zoon van Antoon van Eldik (behanger/stoffeerder) en Jantje E. de Boer. Waarschijnlijk in 1936 gehuwd met Theresa Prerost. Olie-adviseur bij de Bataafse Petroleum Mij. (BPM). Overleden 30 december 1984 te Apeldoorn. 

Mijnlieff, Frans Frederik Willem. Geboren 15 mei 1898  te Utrecht in Huize Rotsoord; zoon van Jan Willem Mijnlieff en Elizabeth J.M de Meijer. Getrouwd met Marcella Th. E. de Waal op 20 augustus 1925 te Bussum. Uit dit huwelijk drie zoons: Frank, juli 1926 te Pandokan, Peter, juli 1927 eveneens te Pandokan en Hans, 1929, te Djokjakarta. Machinist suikerfabriek (sf) Pandokan, Djokjakarta in 1927; idem sf Demak Idjoe te Djokjakarta, 1932-1941; idem sf Ketegan te Sepamdjang. Waarschijnlijk na 1945 naar Nederland. Employé technisch bureau. Overleden 7 september 1975 te Den Haag. 

Suikerfabriek Padokan nabij Djokjakarta (Coll. Tropenmuseum)

Wonderbaarlijke hereniging
Na de zware jaren in Harima overleefd te hebben maakten Vrugtman en zijn medekampgenoten zich later in het jaar op voor de ’thuisvaart’ naar Indië. Het in 1943 ingenomen boekje was inmiddels weer terug bij zijn eigenaar. Op enig moment na terugkeer heeft Vrugtman zijn echtgenote en zoon teruggevonden. In 1946 repatrieerde hij met zijn gezin naar Nederland en vestigde zich in Voorburg waar in resp. 1947 en 1948 twee kinderen, zoon Rudolf Peter en dochter Gerda Agatha, werden geboren. In 1953 vertrok hij weer naar Indonesië. In de augustus 1953 editie  van het blad ’De Ingenieur in Indonesië’  komen we, te midden van een groot aantal Indonesische familienamen, zijn naam tegen met daarbij de aantekening dat hij is opgenomen in de kring Surabaja. Ook zijn mede ex P.O.W ’ers Ir. Burgemeestre en Dipl. Ing. Van Eldik  worden in deze lijst vermeld. Beiden met standplaats: Djakarta. In januari 1958 keerde hij, nu voorgoed, terug naar Nederland en vestigde zich wederom in Voorburg. Daniel Hendrik Vrugtman is op 25 januari 1968 in Den Haag overleden. In zijn nalatenschap bevond zich nog steeds het boekje dat hem en zijn medelezers gedurende de zware kampjaren afleiding en een welkome tijdsbesteding had geboden. 

Het boekje van Vrugtman: Poesaka en Boekoe
Pienter tegelijk! (Coll. Ed Vermeulen)
De precieze weg die het boekje aansluitend heeft afgelegd ligt verborgen in de kringloop van de tijd: tot de dag dat het, een kleine vijftig jaar later, in Baarn opdook en het de basis vormde van het verhaal:
 
Het boekje van Vrugtman, de kringloop van de tijd in elf handtekeningen…1942-1945


Tenslotte
Op het eerste gezicht bestond er tussen de oorspronkelijke eigenaar van het boekje en Baarn geen direct aantoonbare band. Naar later zou blijken was er via de familielijn van zijn echtgenote Aagje (Agaath) Vrugtman – Schuddeboom, overleden te Baarn op 20 maart 2000,  wel degelijk sprake van een sterke en duidelijke Baarnse connectie. De vondst werd immers gedaan in de Baarnse villa Rust-Lust, de villa waar de familie Schuddeboom zich al in het begin van de 20e eeuw had gevestigd, en werd daarmee Baarns erfgoed. Erfgoed dat inmiddels als een verloren maar nu hervonden Poesaka  is teruggekeerd bij de zoon van de oorspronkelijke eigenaar. Mocht de lezer meer willen weten over de band met Baarn van Daniel Hendrik Vrugtman’s echtgenote Aagje  Schuddeboom: zie verhaal ’Levensloop van Henriëtte Josephine Schuddeboom – Hartsteen’  door mr. E.R. Schuddeboom en geplaatst op Groenegraf.nl op 11 april 2016.    

Het verhaal ’Het boekje van Vrugtman, de kringloop van de tijd in elf handtekeningen’ is opgedragen aan Jacques Zeno Brijl (1927), sinds december 2008 een zeer gewaardeerde ’penfriend’, bovenal echter de man die met een niet aflatende energie door middel van het verzorgen van aanvragen van herinneringsmedailles tracht onze in de strijd in Z.O Azië gesneuvelde militairen waardige en vooral individuele aandacht te geven en aan Jan van Dulm (1934-2011), auteur van het standaardwerk ‘Geïllustreerde Atlas van de Japanse kampen in Ned. Indië 1942-1945’. Tijdens onze ontmoetingen op de Pasar Malam Besar in Den Haag (nu Tong Tong Fair), voor het eerst in 1998, werd mijn openingsvraag: ’Hoe gaat het Jan?’ altijd door hem beantwoord met: ’Een race tegen de tijd, Ed!’ Nu, zoveel jaren later, ook voor mij een realiteit!

Bronnen: 
CBG: Centrum voor familiegeschiedenis, Den Haag
H. Heukels: ’De relativiteitstheorie van Einstein’ (het boekje van Vrugtman)
Oorlogsgravenstichting: Slachtofferregister
Dick Visker Sr.:  Informatie en namenlijst kamp Harima 
Genealogische gegevens en wetenswaardigheden verkregen via Boeroeng, webmaster Indisch4ever en Eric van der Ent, webmaster Groenegraf.nl.

Dank aan:
Mevr. Greet Dijxhoorn–van Kouterik, Hans Boers, Reg Hayes, John Mierop, Maarten den Ottolander, Dick Visker Jr., fam. A.E. Vrugtman en Marcel Vrugtman, hh. Harri en Robert Vrugtman (resp. zoon en kleinzoon van Daniel H. Vrugtman). 

Spelling: plaatsnamen genoemd in genealogische informatie en historische foto’s weergegeven in de spelling van de tijd van het verhaal. 

Ed Vermeulen (1942)











Dit verhaal verscheen op maandag 10 augustus 2020 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Groenegraf.nl.