vrijdag 30 april 2021

Het Badhotel

 

Het allermooiste gebouw dat ooit in Baarn heeft gestaan is voor mij zonder twijfel het badhotel in het Prins Hendrikpark in Baarn. Het Prins Hendrikpark werd kort na de aanleg van de spoorlijn langs Baarn ontwikkeld. Een groep Baarnse notabelen namen het initiatief voor de bouw van een sanatorium in het park.  De commissie bestaande uit baron baron d'Aulnis de Bourouill, Elinck Schuurman, Jacob Hartsen (directeur van de gasfabriek), de vermogende tabakshandelaar Jacob Nienhuys, burgemeester Teding van Berkhout en Teixeira de Mattos als voorzitter van de Baarnse Bouw Maatschappij, gaf aan het architectenbureau Th. Sanders en Berlage opdracht om de plannen uit te werken.



Het Badhotel in de beginjaren, volgens mij het mooiste gebouw van Baarn!

In 1887 was het eerste deel klaar om geopend te worden. Het prachtige gebouw lag erbij om door een ringetje te halen. Zoiets moois had Baarn nog nooit gezien. Van begin af aan was het sanatorium een succes. Van heinde en verre kwamen mensen naar Baarn om rust te vinden en te herstellen van ziektes. Toen in 1888 het sanatorium helemaal gereed was, waren er maar liefst 68 logeerkamers beschikbaar. Het gebouw had toen f 100.000 gekost. Een kapitaal in die tijd! Tot de ziekten die bestreden konden worden hoorden volgens geneesheer-directeur dr. Henri Philippe Baudet (1855-1912), de zenuwspecialist, ziekten van het zenuwstelsel, zoowel algemeene zenuwzwakte (neurasthenie), hysterie en hypochondrie als sommige meer ernstige ziekten van Hersenen en Ruggemerg.

H.P. Berlage

De architect die het gebouw ontwierp, H.P. Berlage stond nog maar aan het begin van zijn carriere. Pas in 1889 ging hij voor zichzelf werken. Hij zou één van de meest succesvolle architecten van Nederland worden. Tal van bekende gebouwen zijn door hem ontworpen. Het bekendste gebouw is wel de  'Beurs van Berlage' in Amsterdam, een gebouw dat zelfs zijn naam mocht dragen.

Het pronkstuk van het Sanatorium was wel de toren. De toren bood de gasten uitzicht op de Zuiderzee en de Dom van Utrecht. Als gast van het Sanatorium moest men een dikke portemonnee meebrengen. Voor de gemiddelde Nederlander was het onbetaalbaar om in het Sanatorium te verblijven.

Al na een paar jaar werd het Sanatorium omgedoopt in "Badhotel". Hierdoor werden naast zieken ook 'normale' pensiongasten getrokken. Tot de tweede wereldoorlog bleef die naam bestaan. In 1949 heette het "Grand Hotel Astoria Châlet". Het diende toen als opvang van oorlogsslachtoffers en gerepatrieerden.


In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw lag het gebouw er vervallen en verlaten bij. In 1975 werd het pand grotendeels door brand verwoest. Regelmatig werden er brandjes gesticht en vandalisten pleegden regelmatig vernielingen. In 1983 werd het ingrijpend verbouwd. Alleen de torenpartij bleef. Aan de torenpartij werden vleugels gebouwd met appartementen. Hiermee verloor het gebouw toch wel de enorme luxe uitstraling die het had.

Machiel Bakker heeft voor ons een filmpje gemaakt waarin u kunt zien hoe het gebouw er oorspronkelijk uitzag. Heel langzaam transformeert het gebouw naar de huidige situatie. Het is treurig om te zien wat Baarn verloren heeft. Was er geen mogelijkheid om het gebouw te restaureren? Jammer, jammer, jammer...




dinsdag 27 april 2021

Tasmaanse whisky met Baarnse roots

 door Eric van der Ent


Trouwfoto van Cornelis (Kees)
Overeem en Jantine Meyer
(Coll. John Kappers)
Whisky, we kennen dit 'levenswater' uit Schotland en Ierland natuurlijk allemaal, maar wist u dat er ook een whisky bestaat met Baarnse roots? 

Na de Tweede Wereldoorlog verlieten veel Nederlanders het land om hun geluk elders te beproeven. In de periode 1947-1963 emigreerden maar liefst 410.000 Nederlanders. De meeste gingen naar Canada (147.000), Australië (119.000) en de Verenigde Staten (76.000). Ongeveer 3,5% van de Nederlandse bevolking vertrok vanwege somber toekomsperspectief, tekort aan woningen en de dreiging van een derde wereldoorlog.

Begin jaren vijftig van de vorige eeuw besloten ook Baarnaar Cornelis (Kees) Overeem (1923-1994) en Jantine Meijer (1922-1995) zoals zoveel Nederlanders in die tijd, de sprong naar het grote onbekende te wagen. Tasmanië was het doel. Voordat ze vertrokken woonden ze nog even in bij de ouders van Kees, Arie Overeem en Teuntje Overeem-Nagel, aan de Nachtegaallaan 1 in Baarn.

De eerste drie kinderen van Kees en Jantine, Ada, Ike en Annelies werden in Nederland geboren. Eénmaal in Tasmanië werden nog vijf kinderen geboren: Jaap, Willem, Kees, Wendy en Rosemary Carolyn. In totaal dus maar liefst acht kinderen.


Cornelis (Casey) Overeem
Grondlegger van Overeem Whisky
(Bron: overeemwhisky.com)
Zoon Kees, doopnaam Cornelis, geboren in 1956, ging zich in Tasmanië Casey noemen, ongetwijfeld een verbastering van Keessie. Een prachtige vondst. 

Casey Overeem, richtte in 2007 Overeem Distillery op. Dat was toen de vierde distilleerderij in Tasmanië. In Noorwegen had hij in de jaren tachtig al distilleerervaring opgedaan en dat had zijn passie alleen maar groter gemaakt. Na jaren van onderzoek en experimenten begon zijn ambitieuze zoektocht om een ​​whisky te creëren die 'trots naast de beste whisky's ter wereld zou staan'. Hij werd een nauwgezette en nauwkeurige vakman met een scherp oog voor detail, Casey oefende geduld in alle aspecten van de distilleerderij. Van lange fermentatietijden tot langdurige en zachte rijping, Casey's toewijding aan kwaliteit zorgde volgens kenners voor een prachtig produkt: Overeem Whisky. 




(Bron: overeemwhisky.com)

Na de lancering van de eerste releases van Overeem Single Malt Whisky in 2012 samen met zijn dochter Jane als marketing- en verkoopmanager, won het merk snel aan populariteit in het hele land en kreeg het wereldwijde lof. In Tasmanië vormde zich een loyale aanhang die ervoor zorgde dat nieuwe jaargangen regelmatig binnen enkele minuten uitverkocht waren. 

Jane Overeem en Mark Sawford zetten de traditie voort
(Bron: overeemwhisky.com)

Casey noemt zich tegenwoordig "semi-gepensioneerd". Hij doet het rustiger aan, maar loslaten kan hij het nog steeds niet. De passie is te groot. Tegenwoordig zetten dochter Jane Overeem en haar man Mark Sawford het bedrijf voort, op dezelfde manier als Casey het oorspronkelijk deed. Ze blijven het merk 'Overeem Whisky' nationaal en internationaal promoten, maar blijven daarbij trouw aan Casey's oorspronkelijke ambitie.

Baarnaar Kees Overeem en Jantine Meijer leven inmiddels niet meer. Zij overleden in respectievelijk 1994 en 1995 en zijn begraven in Kingston, Tasmanië op Hobart Regional Cemetary. Maar de Baarnse naam Overeem leeft ook in Tasmanië voort, door de afstammelingen van Kees en Jantine, maar zeker ook door het merk Overeem Whisky, wat mij betreft toch een beetje een "Baarnse Whisky"...

De vraag is nu of ik Overeem Whisky een keer kan proeven. Ik heb nog niet kunnen ontdekken waar deze whisky in Nederland te verkrijgen is, maar ik ben eigenlijk wel benieuwd of deze echt zo lekker is als kenners beweren. Als iemand weet waar de whisky in Nederland te verkrijgen is, dan hou ik me aanbevolen!

Dank aan Marga Veldkamp-Soen en John Kappers voor de inspiratie voor dit verhaal.

Eric van der Ent











Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Groenegraf.nl.

vrijdag 23 april 2021

Het antwoord van vorige week:

 Het antwoord van vorige week:

1: Stationsweg


2: Pekingtuin


Het koetshuis van Villa Peking.

Villa Peking vormt de beëindiging van de Torenlaan, van oorsprong een zichtas van het buiten (het Baarnse Bos) op de toren van de Pauluskerk ten noorden van het huidige Peking. De laan werd in de eerste helft van de 18de eeuw aangelegd. Het park bestaat uit een groot gazon met enorme bomen, waaronder veel oude eiken.

De Amerikaanse eik in het park is omstreeks 1850 aangeplant en heeft een omtrek van 5,52 m. Aan de rand van het park staan diverse villa’s en een koetshuis annex woning van rond 1880 (aan de Stationsweg).Een koetshuis is een gebouw waarin de koetsen worden gestald, met name tijdens de winterperiode. Het koetshuis kan worden gezien als de voorloper van de garage. 

Het koetshuis is vaak gecombineerd, met de paardenstal, dat wil zeggen dat de stal en het koetshuis een geheel vormen of dat ze in elkaars nabijheid zijn gebouwd. Momenteel wordt het koetshuis gebruikt door de Baarnse kunstenaars.

De winnaar van het zoekplaatje is: ...................

De paardenstal in het koetshuis

Het koetshuis

maandag 19 april 2021

The Polygram Years (Part 2)

Van Hoezenboek en Packaging & Design naar The Boomtown Rats: het verhaal achter een foto. 

door Ed Vermeulen

Leo Boudewijns’ Hoezenboek

Het door Baarnaar en (oud) Phonogram directeur Leo Boudewijns geschreven in oktober 2010 uitgebrachte Hoezenboek laat zich lezen als een kunstroman en kan gezien worden als het standaardwerk over de vormgeving van de Nederlandse platenhoes 1950-1970. Het boek behandelt het ontwerptraject voorafgaand aan het eindproduct: de (prachtige) platenhoes. De hiervoor verantwoordelijke afdeling heette in mijn Polygramtijd  ’Packaging & Design’ (P&D). Een goedgevulde afdeling! Uit het  archief van Henk Smeekes, zelf ooit ontwerper bij P&D, komt deze in  1975 gemaakte  groepsfoto met zesendertig (!) medewerkers van deze uiterst creatieve afdeling. Locatie: achterzijde van het aan de Amalialaan gelegen, toen spiksplinternieuwe, kantoorpand ’Amaliawolde’.  De fotograaf: Remmelt van Heerde. Weerspiegeld in de ruiten van de gelijkvloerse etage ziet u hem staan. 


Team Packaging & Design (achterzijde Amaliawolde). We herkennen: 1: Hil Boelhouwer, 2: Joop Steen, 3: Cor van Tol, 4: Ton Friesen, 5: ?, 6: Arie Benkemper, 7: ?, 8: Wim Husslage, 9: Henk Smeekes, 10: Bernard Nusselder, 11: ?, 12: ? , 13 Hr. Lenoir, 14: ?, 15: José Koot, 16: ?, 17: ?, 18: Jan Algera, 19: Marga Altena, 20: ?, 21: Rob Heinzen, 22: ?,  23: David Hogarth, 24 : Jet Steinmetz, 25: Gaston Richter, 26: Hans Haak, 27: hr. Kartov, 28: Frida Benkemper, 29: mevr. Van Oosten, 30: Ruud Nooy, 31: Theo de Vos, 32: ?,  33: Wim Koppens, 34: Berty Beuken, 35: Chris Thiele en last but not least op 36 de fotograaf zelf: Remmelt van Heerde. Wie o wie vult de ontbrekende namen aan? 
(Foto: Remmelt van Heerde, coll. Henk Smeekes)

Pannenbier bij bouw Amaliawolde
(Coll. HKB)

Monumentje minder:
dat voor de bouw van het immense kantoortuinpand Amaliawolde veel prachtige oude en karakteristieke villa’s moesten wijken is nu, zoveel jaren later, geschiedenis. Een geschiedenis die zich zo nu en dan nog steeds herhaalt. De sloop van de villa’s en de bouw van Amaliawolde heb ik vanuit mijn werkkamer op de afdeling Special Projects, achterzijde aanbouw van Hoog Wolde, van begin tot eind kunnen volgen. Het was de tijd van de ouderwetse betonbouw met daarin een hoofdrol voor een grote groep flink uit de kluiten gewassen en zwaar gespierde betonijzervlechters. De aanblik van deze stevige jongens maakte dat mijn, het leven en de liefde door een roze bril bekijkende, toenmalige collega en kamergenoot, iedere dag met veel plezier vroeg op zijn werk kwam. Ja, het oog wilde ook wat.


Villa Maria Oord
(Coll. Groenegraf.nl)

P&D - Kerkstraat: in 1969, mijn eerste jaar bij P.P.I., was Packaging & Design gehuisvest in de rond 1875 gebouwde villa Maria Oord in de Kerkstraat. Een gezellige en rommelige maar uiterst artistiek verantwoorde ambiance. Door mijn werkzaamheden bij Special Projects kwam ik er dikwijls en had een goed en intensief contact met ontwerper Hans Leyssius en hoofd grafische productie de heer Lenoir. Meerdere reorganisaties verder dook P&D op in de catacomben van de aanbouw van Hoog Wolde en weer later zelfs in de houten keet, ooit de bakermat van de afdeling Popular Repertoire (’de Popafdeling’). In 1975 volgde een verhuizing naar Amaliawolde. De afdeling stond onder leiding van Bernard Nusselder. De man van wie werd gezegd dat hij toen op zeker moment de dames en heren vormgevers om meer werkruimte hadden gevraagd antwoordde: ’Lijkt me niet nodig, een ontwerper heeft immers ruimte in de geest’. Waar of niet waar, er werd naar harte lust en op hoog niveau ontworpen, creatieve ideeën uitgewerkt, geknipt, geplakt, gefröbeld, gefotografeerd, getekend, hoesteksten geschreven, gecorrigeerd, opnieuw gecorrigeerd en vertaald. Kortom hier werd alles gedaan om het mooie eindproduct (plaat, cassette en later de CD) zo attractief mogelijk over de toonbank te brengen. Niet zelden werd er, met name bij de verpakkingen van de door Philips Classics uitgegeven geluidsdragers, kunst, pure kunst, gemaakt! In de tijd dat ikzelf als productmanager Populair Repertoire op Hoog Wolde werkte ( 1976 – 1990) werd het merendeel van de hoesfilms vanuit het Artistmanagement of platenmaatschappij (zowel binnen- als buitenland), aangeleverd. Slechts een enkele LP hoes werd nog in eigen beheer ontworpen. Wel waren de hoezen van de vele uitgebrachte singles en maxi-singles, op basis van aangeleverd diamateriaal, huisgemaakt. Mijn vaste contact  was ontwerper Hil Boelhouwer (no. 1 op de groepsfoto). 


Ik leverde de dia’s en (soms) een bruikbaar idee en hij ontwierp de hoezen. 

Ed en zijn steun en toeverlaat Mary de Haan, 1978
(Coll. Ed Vermeulen)

Life in the city

Een aantal voorbeelden variërend van The Boomtown Rats, Flash & The Pan, Player, Santa Esmeralda, Graham Bonnet zijn te zien op het prikbord op de wand achter mij. Een gewaagd voorbeeld  van onze samenwerking was de singlehoes rond Demis Roussos’ ’Life in the city’. Een redelijk gedurfd gebruik van een mixage van een artiesten - en een skylinefoto. Op het in onze ogen artistieke hoogstandje werd niet door iedereen even enthousiast gereageerd. Maar ja, je bent creatief of je bent het niet!                                 

The Boomtown Rats: op het prikbord ziet u recht achter mij een foto van de band gemaakt bij het verschijnen van het album ’The Boomtown Rats’. Nu hoor ik u denken: Ed Vermeulen en The Boomtown Rats? Hoezo en waarom? Het zat zo: in 1976, het jaar waarin ik mijn eerste stappen zette op de Pop-afdeling  werd in Londen door ene Nigel Grainge het label Ensign Records opgericht. Grainge was in de periode 1970 tot 1976 zowel Productmanager als ook Artist & Repertoire (A&R) manager bij Phonogram UK geweest. Uiterst succesvol ook! Onder zijn bewind werden acts als Thin Lizzy, 10 CC en The Steve Miller Band getekend. In 1976 werd op de Midem, de jaarlijkse Muziekmarkt in het  Zuid Franse Cannes door Ensign in samenwerking met Phonogram UK en Phonogram International, Baarn een contract met de veelbelovende Ierse band The Boomtown Rats ondertekend. 

Contract: signed, sealed and delivered. V.l.n.r: nn., Nigel Grainge,
bandmembers Gerry Cott en Bob Geldof 
(Coll. Nigel Grainge Biography)

Toen veelbelovend, later na de hitsingles ’Rat Trap’ (1978) en zeker na ’I Don’t Like Mondays’ (1979) wereldberoemd. Na terugkomst uit Cannes besloot onze toenmalige directeur Rein Klaassen mij medeverantwoordelijk te maken voor de internationale exploitatie (buiten de UK en USA) van het totale Ensign label, inclusief The Boomtown Rats. 

The Boomtown Rats (v.l.n.r. Garry Roberts, Simon Crowe, Bob Geldof,
Pete Briquette, Johnny Fingers, Gerry Cott) 
(Coll. Nigel Grainge Biography)

Een beslissing die viel in de categorie: ’He made me an offer I couldn’t refuse’. Vanaf de dag dat de heer Klaassen zijn beslissing met mij deelde, begon ik een band op te bouwen met het op het Londense Seymour Place 19 (hartje stad) kantoorhoudende Ensign-team: Nigel Grainge en vriend en deejay Chris Hill. Vakbekwaam ondersteund door de alleraardigste afdelingsassistente en duizendpoot, Christine.

Ensignmanagement: Chris Hill (l) en Nigel Grainge († 11-6-2017)
(Coll. Nigel Grainge Biography)

Grainge was naast een fervent muziekliefhebber ook een trouw en groot fan van het Londense voetbalclub en Highbury-based Arsenal. In een Londens overblijf weekend nam hij me mee naar een wedstrijd. De naam van de tegenstander ben ik vergeten, maar wat een sfeer. Na afloop een  grote portie fish and chips en een pint in Nigels´ favoriete pub. Weer eens wat anders dan het Baarn 1 uit mijn schooljaren tegen Watergraafsmeer, Zeeburgia en Donar te zien spelen en dat was, naast de wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Botafogo, Olympische dag in 1955, voor mij al het summum van voetbalvreugde. Op Seymour Place 19 had ik mijn eerste gesprekken met Bob Geldof en de band over hoe onze samenwerking vorm te geven. Een leeftijdsverschil van bijna elf jaar en een redelijk (!) afwijkende persoonlijke muzikale smaak (mijn muzikale ontwikkeling was blijven steken bij de laatste single van Buddy Holly) vormde hierbij, zoals al snel zou blijken, geen belemmering. Ik voelde mij geaccepteerd door de band en ging binnen de mij geboden mogelijkheden van de ’Polygram rules of conduct’ voor ze door het vuur. Vanaf die dag dook ik op waar nodig en waar de band ook maar optrad: Londen, Hamburg, Bremen, Amsterdam, Turijn, Stockholm. Zo kwam ik nog eens ergens! 

The Boomtown Rats: de eerste drie albums: 1977, 1978 en 1979, daarna volgden nog
Mondo Bongo, V Deep en In the long grass

Bij mijn exploitatie werkzaamheden stond ik er uiteraard niet alleen voor. Ik was onderdeel van een ijzersterk team waarin alle disciplines  (promotie, financieel-administratieve kennis en contractuele en juridische aspecten)  vertegenwoordigd waren. Bob Geldof bezocht, zoals zoveel andere artiesten, ook ooit het Baarnse kantoor. Eerlijkheid gebiedt me om te stellen dat deze bezoeken van artiesten weinig van doen hadden met bezoekjes aan Vorstelijk Baarn en bijna altijd een financiële achtergrond hadden. Follow the money! Dat het merendeel van mijn exploitatiewerkzaamheden van achter mijn Baarns bureau bedreven werden zal duidelijk zijn. Een hoogtepunt voor mij was het, samen met mijn echtgenote, bijwonen van een door The Rats gegeven Christmas Concert op een uiterst sfeervolle locatie in Londen. Bob Geldof’s woorden: ’Merry Christmas and God Bless you all’ en de over het publiek neerdwarrelende (kunst) sneeuw zorgden voor een bijzondere ambiance. Naast The Boomtown Rats had Ensign Records meer muzikale ijzers in het vuur: Flash & The Pan (Hey St. Peter), Eddy Grant, Light of the World, Black Slate (Amigo), Danny Williams (Dancin’ Easy) en losse, maar uiterst lucratieve singles, zoals Drum-Lalabye en Lipstique-At the Discotheque. Genoeg repertoire om met veel succes en plezier te exploiteren. Never a dull moment! 

Hitpotentie!


In 1984 werd Ensign Records verkocht aan Chrysalis Records, ook een grote speler in de muziekwereld. Het betekende mijn afscheid van Nigel Grainge en Ensign records. Tijdens een klein feestje in het knusse souterrain op Seymourplace werd mij een blijvende herinnering overhandigd: een zilveren plaat van ’A Tonic for the Troops’, het tweede succesvolle album van The Boomtown Rats met daarop een klein zilverkleurig plaatje met daarin een tekst gegraveerd:


Presented to Ed Vermuelen                   


(Coll. Ed Vermeulen)


Eén van mijn favoriete nummers op deze plaat is het door Bob Geldof geschreven ’Don’t believe what you read’ met zijn visie op wat ’de’ kranten ons voorschotelen. Woorden die nog niets aan kracht hebben ingeboet! Tijdens de overhandiging van dit bijzondere cadeau werd mij gevraagd of mijn achternaam goed was gespeld (ik werd immers altijd aangesproken met Ed Vermuelen). Natuurlijk zei ik ja, het was immers de gedachte erachter die telde! 

(Coll. Ed Vermeulen)

The Artists’ Art of Cooking:
in 1980 was onder de bezielende supervisie van Piet Schellevis, President van Phonogram International, een als relatiegeschenk bedoeld kookboek verschenen: ’The Artists’ Art Of Cooking- favourite recipes from Phonogram artists the world over.’ Het enthousiaste en welluidende voorwoord was van zijn hand. In dit fraaie in het Engels uitgegeven boek ook een recept van ’Irish-style stew’, naar verluidt het favoriete gerecht van The Boomtown Rats. Ik wil het u niet onthouden.  Eet smakelijk! 



(Coll. Ed Vermeulen)


Inmiddels weet u weer ietsje meer over de platen business van toen. Het gebeurde in Baarn, als het ware bij u en mij om de hoek. Voorbije geschiedenis? Op de plek waar ooit Villa Hoog Wolde stond en waar nu alleen het oude toegangshek nog herinnert aan vroeger tijden heeft nog jaren muziekgigant Universal, na de overname van het Polygram concern, de wereld op haar muzikale grondvesten doen schudden!



Bronnen: 
Leo Boudewijns: Hoezenboek (uitgave 2010)
The Artists’ Art Of Cooking  (uitgave 1980)
www.nigelgrainge.com/biography

Dank aan: 
Jet Steinmetz, Ton Friesen, Ruud Nooy en Henk Smeekes (groepsfoto en namen)


Ed Vermeulen (1942)









Dit verhaal verscheen op maandag 19 april 2021 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Groenegraf.nl.

vrijdag 16 april 2021

 Zoekplaatje in Baarn

Vraag 1: In welke straat staat dit gebouw?

Vraag 2: In welke tuin staat dit gebouw voorzien van 2 paardenkoppen? 


2 Paardenkoppen aan de wand. Het is geen slagerij ook al lijkt het wel zo. Tijdens de Koningsdagmarkt komen er vele bezoekers van deze markt langs heen.


U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje aan:


Stichting Groenegraf.nl
T.a.v. Baarnsch Geheugen
Marisstraat 4
3741 SK BAARN


of stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. Onder de goede inzenders verloten we het boek "Baarn in de Tweede wereldoorlog ……..terugblik". Dit boek is geschreven door Wim Veldhuizen en uitgegeven door de stichting Groenegraf.nl.


Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een en een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn - Van de Steeg Laanstraat 72, 3743 BH Baarn. tel:035-5426063

Kan een afbeelding zijn van buitenshuis
Kan een afbeelding zijn van de tekst '1940 1945 BAARN in de Tweede Wereldoorlog... Wim Velthuizen'

vrijdag 9 april 2021

Van Snackbar tot Wasserette in 1969

Het bedrijfspand met bijbehorend erf, ondergrond en op­stal van C. Th. Timmers aan de Sta­tionsweg 5, de brood- en banketbak­kerij die tegenwoordig meer bekend staat als o.a. snackbar zal wanneer de gemeenteraad zijn goedkeuring hecht aan een voorstel van B. en W. voor f 106.000 in handen overgaan van de gemeente. Deze heeft het per­ceel, groot 200 m2, nodig om het Brinkplan te kunnen realiseren.

De eigenaar zal als tegenprestatie in staat worden gesteld, een stuk bouwgrond aan te kopen aan de Prof. Krabbelaan om daar een nieuw be­drijfspand met bovenwoning te kun­nen vestigen. Deze verkoop behelst een bedrag van f 20.016 waarvoor de raad ook een krediet wordt ge­vraagd. Overigens zal de eigenaar het perceel Stationsweg 5 gratis kun­nen blijven gebruiken en bewonen tot­dat de verhuizing naar de Prof. Krabbelaan een feit is tot een maximale duur van anderhalf jaar gerekend vanaf het tijdstip waarop de grond aan de Prof. Krabbelaan in eigendom is afgedragen.
Het nieuwe bedrijfspand met wo­ning aan de Prof. Krabbelaan zal een onderdeel gaan vormen van een blok­je van drie winkel-woonhuizen met garages aan deze laan. B. en W. stel­len namelijk ook voor grond te ver­kopen aan G. de Jong en J. Huurde­man beiden uit Baarn, die aan de Prof. Krabbelaan de bouwplannen willen verwezenlijken in samenwer­king met C. Th. Timmers.
De heer C. Th. Timmers, die zich 16 jaar geleden in het meer dan 150 jaar oude zakenpand van de familie Brou­wer als banketbakker vestigde en in 1957 zijn op de hoek van de Stationsweg en Bosstraat gelegen automatiek opende, heeft zich aan de Prof. Krabbelaan gevestigd omdat zijn oude zaak in het saneringsplan voor de Brink ligt en binnenkort gesloopt zal worden.
Met het betrekken van het nieuwe pand slaat de heer Timmers nieuwe wegen in op zakelijk gebied. Hij heeft zijn oude stiel vaarwelgezegd en opent he­denmiddag in het pand Prof. Krabbe­laan 8 met een receptie een moderne wassalon, annex zelfbediening chemisch reinigen.
In de nieuwe zaak staat een batterij van volautomatische wasmachines op­gesteld, die per machine zo'n 6 á 7 kg wasgoed voor hun rekening kunnen nemen (voorwas, hoofdwas, spoelen en centrifugeren). Er staat zelfs een ma­chine, die 11 kg wasgoed tegelijk kan verwerken (iets voor grote gezinnen). Tot de uitrusting van de wassalon be­hoort ook een 1.90 m. brede mangel, die met het werpen van een munt in een gleuf in werking wordt gesteld.
Bezoeksters die van de mangel ge­bruik maken kunnen hun schone goed kast droog mee naar huis nemen.
Nieuw voor Baarn is de afdeling zelfbe­diening chemisch reinigen. Hiervoor is een grote Böwemachine (geleverd door het Baarnse Ingenieurs­bureau De Ridder) opgesteld. Met be­hulp van deze machine kan men binnen 20 minuten 5 kg kleding - onverschillig of dit nu herenkostuums, japonnen of wollen truien zijn - zelf reinigen, zon­der dat het goed kreukt, of krimpt. Heeft men slechts enkele kledingstukken te reinigen, dan kan men ook in de Wassalon terecht, want de heer Tim­mers is depothouder van Chemische Wasserij 1A (Brinkstraat) geworden. Hedenavond kan men deze moderne zaak vrijblijvend bezichtigen. Onge­twijfeld zullen vele plaatsgenoten van deze gelegenheid in 1969 gebruik hebben gemaakt om eens te zien hoe gemakkelijk men toen de was zelf buitenshuis kan doen.

Snackbar Stationsweg hoek Bosstraat

Krabbelaan net na de nieuwbouw

diverse jaren later



vrijdag 2 april 2021

Boek Baarnsch Geheugen 2014-2020 nu te koop in de winkel

 Boek Baarnsch Geheugen 2014-2020 nu te koop in de winkel voor € 22,50

Dit boek gaat – volgens de ondertitel – over het Baarnsch Geheugen tussen 1850 en 2020.

Herinneringen uit die tijd over Baarn, Eembrugge en natuurlijk Lage Vuursche zijn nu vastgelegd in een boek. Voor veel mensen is Baarn een prachtige gemeente om in te wonen, te werken of gewoon om er te zijn. Veel minder mensen weten dat Baarn in oorsprong een tamelijk arme, agrarische gemeente was, waar vooral veel kleine boerderijen stonden. Pas in de 19de eeuw, toen de spoorlijn tussen Hilversum en Amersfoort (de zogeheten Gooilijn) is aangelegd, veranderde Baarn ingrijpend. In dit boek staan verhalen en anekdotes geschreven. Daarmee krijgen geïnteresseerden een uniek inkijkje in het Baarnsche historisch erfgoed en een beter beeld van de Baarnse geschiedenis. De combinatie van beelden en verhalen maakt dit boek van blijvende waarde. Veel vertoonde beelden geven, in het 164 pagina’s tellende boek, een unieke inkijk in het verleden en het heden.

En zoals burgemeester M. Röell in zijn voorwoord schreef:
Onze gemeente heeft een rijke geschiedenis die zich in een brede belangstelling mag verheugen van vele lokale historici en geïnteresseerde inwoners. Regelmatig duiken zij de archieven in, doen navraag en onderzoek om hun bevindingen vast te leggen voor toekomstige generaties. De verhalen bieden prachtige inkijkjes in ons rijke lokale erfgoed van 1850 tot heden, die door vele trouwe lezers zeer worden gewaardeerd.

Een aanwinst voor iedere liefhebber van de vele boeiende verhalen en weetjes die schuilgaan achter panden, straten en wijken in onze mooie gemeente. Een boek ook dat in mijn boekenkast niet mag en zal ontbreken. Ik hoop dat u veel plezier beleeft aan het lezen van de verhalen van Leen Bakker en het – wellicht met af en toe een vleugje weemoed – bekijken van de historische foto’s.

Inmiddels is het boek verzonden naar meer dan 30 locaties in Nederland. Daarnaast is het boek ook verzonden naar Verenigd Koninkrijk, Duitsland, België en naar Nieuw Zeeland.

Boek is verkrijgbaar

Het boek is verkrijgbaar in Baarn bij:

- Hoeve Ravenstein, Ravensteinselaan 3,

- Boekhandel den Boer, Laanstraat 67-69,

- Bruna Baarn, Laanstraat 32,

- Mitra v.d. Steeg Laanstraat 72

Verzenden kan ook:

De kosten voor het boek en het verzenden bedragen € 30,50. Het boek wordt dan verzonden in een speciale kartonnen verpakking. Indien u dit bedrag overmaakt op bankrekeningnummer NL56 RABO 0351 2427 40 t.n.v. J. K. Tupker, voorzien van adres en e-mailadres verzorgen wij de rest.

Heeft u nog vragen stuur dan een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com.


Boek bij de Buna

Boek bij Hoeve Ravenstein

Boek bij boekhandel de Boer