zondag 31 mei 2020

Geen kerk meer… wat dan?


Op 15 mei j.l. is onverwacht Baarnaar Johan Hut op 59-jarige leeftijd is overleden.

Johan was zeer geïnteresseerd in de Baarnse geschiedenis. Bovendien kon hij als journalist zijn kennis op prachtige wijze op papier zetten. Voor ons weblog schreef hij menig artikel over oud Baarn, vooral over de geschiedenis van de Baarnse kerken. Wij zullen hem missen, natuurlijk als vraagbaak, maar vooral als persoon.

De komende weken zullen wij een aantal van zijn oud-Baarnse verhalen opnieuw publiceren, in zijn nagedachtenis. Hieronder het eerste verhaal, eerder gepubliceerd in augustus 2019.

Geen kerk meer… wat dan?

door Johan Hut


Eén op de vijf kerkgebouwen in Nederland is niet meer in gebruik als kerk. Dat is geteld door het dagblad Trouw. Van de 6900 kerken hebben er 1400 een nieuwe bestemming gekregen. Dat is 20%. Hoe zou dat percentage in Baarn zijn? Tot mijn verbazing kwam ik op 31%, namelijk vijf van de zestien. Bij een klein aantal, dus in een dorp, zit je natuurlijk al snel boven of onder het landelijk gemiddelde. Wat kregen de afgestoten kerken in Baarn voor nieuwe bestemming?



Houtwerkplaats
Weinig mensen zullen in het oude gebouw achter
drukkerij Bakker een kerkgebouw herkennen
Misschien is Baarn wel de eerste plaats in Nederland waar een kerkgebouw een nieuwe bestemming kreeg. In 1888 bouwde de nieuwe Nederduitsch Gereformeerde Kerk van Baarn een kerkgebouw aan de Eemnesserweg. Al in 1893 ging de kerk samen met de Christelijke Gereformeerde Kerk tot wat vanaf dat moment gewoon de Gereformeerde Kerk van Baarn heette. Die kwam bijeen in het gebouw dat nu Paaskerk heet, aan de Oude Utrechtseweg. Mensen die het daarmee niet eens waren, behielden de naam Christelijke Gereformeerde Kerk en zitten nu aan de Nassaulaan.


Het gebouw aan de Eemnesserweg is nu nog te zien vanaf wat we het Laanplein noemen, maar die naam officieel niet heeft. Het staat aan het eind van een steeg aan de Eemnesserweg. In 1893 werd het verkocht aan een wagenmaker. Die verhuurde het in de avonduren aan Crescendo. In het jubileumboekje van de muziekvereniging van 25 jaar geleden noemen ze het een houtwerkplaats, dat is wel een treffende omschrijving. In het voorste deel maakte de wagenmaker een woning, waarschijnlijk in 1911. Tegenwoordig bestaat dat deel uit een benedenwoning en een bovenwoning. Het bedrijfsgedeelte aan de kant van de Laanstraat was tot voor kort in gebruik bij drukkerij Bakker. Nu er op het terrein van Bakker een nieuwbouwproject op stapel staat, zou de projectontwikkelaar het liefst het voormalige kerkgebouw ook kopen en slopen. Dat zal nog veel voeten in de aarde hebben, omdat de twee woningen in eigendom zijn bij de bewoners.



Uitvaartcentrum
In de jaren vijftig kreeg Baarn aan de zuidoostkant een enorme uitbreiding: de vogelbuurt en bloemenbuurt oftewel de Oosterhei. In 1960 bouwde de hervormde gemeente aan de Reigerstraat De Ark. 
De hervormde kerkenraad kwam al heel snel terug van het idee De Ark als wijkkerk te gebruiken.

Voor een afgestoten kerkgebouw is een uitvaartcentrum een mooie bestemming.
Zo’n centrum heeft immers een kerkzaal nodig, met een orgel.
Deze was bedoeld als wijkkerk voor de jonge gezinnen in die nieuwe buurt. Al na een paar jaar kwam de kerkenraad hierop terug, iedereen kon eigenlijk wel op de Brink bijeenkomen. De Ark werd vervolgens gebruikt voor bijzondere diensten, zoals jeugddiensten, en vooral als vergaderlocatie. De hervormde kerk had nog een vergadergebouw, namelijk het gebouw voor Christelijke Belangen in de Leestraat, tegen de Astroschool aan. In 1986 bouwde de kerk De Herberg van Paulus, achter de Pauluskerk, aan de Stationsweg. Christelijke Belangen werd toegevoegd aan de school en De Ark werd verkocht aan de eigen koster, Arie van Pijpen. Die begon er zijn uitvaartbedrijf, wat een prachtige bestemming was voor een afgestoten kerkgebouw. Een uitvaartbedrijf heeft immers ook een kerkzaal nodig. Het orgeltje kon ook blijven staan.





Fysiotherapeut
Als ik begin over gereformeerde kerkscheuringen, roepen mensen vaak: “De slang!” Heeft de slang in het paradijs echt gesproken? Dit gaat om een relatief kleine scheuring in 1926, die vooral plaatsvond in grote steden, maar opvallend genoeg ook in Baarn. De afgescheidenen verbouwden een gebouwtje in de Korte Schoolstraat tot kerk, die ze in 1927 betrokken. De straat heet nu Kapelstraat.

De straat heet Kapelstraat, maar dat is ook het enige waardoor je kunt vermoeden dat dit gebouwtje een kerk is geweest.

In 1946 werd de kerk opgeheven, de leden gingen over naar de hervormde kerk. Ruimtelijk gesproken een zeer korte overstap, zo’n 100 meter. Het kerkje werd verkocht aan de Lutherse Gemeente. Toen die te klein werd en de leden overgingen naar Amersfoort, kwam het gebouwtje in particuliere handen en vestigde zich er een fysiotherapeut in. Het klokkentorentje bleef erop staan, maar zonder klok. Bij een latere dakrenovatie verdween ook het torentje.



Appartementengebouw
In 1937 kreeg de Gereformeerde Kerk (Oude Utrechtseweg) een tweede kerkgebouw aan de Laanstraat, op de plek waar nu apotheek Julius zit. In 1960 werd het gebouw verkocht en in 1965 werd aan de Eemweg de Opstandingskerk in gebruik genomen. 

De klokkentoren herinnert nog aan de bestemming als kerk. De klokken hangen er niet meer,
 die zijn geschonken aan een kerk op de Filippijnen


Karakteristiek voor de Opstandingskerk waren de onregelmatig gevormde ramen, claustra’s geheten.
Veel daarvan zijn behouden, maar ze worden nu wel onderbroken door voordeuren en normale ramen.
Maar het ledental liep terug en in de jaren negentig besloot de kerkenraad de Opstandingskerk te verkopen en met de opbrengst de Kruiskerk (zo heette de kerk aan de Oude Utrechtseweg inmiddels) te renoveren en vergroten. Die renovatie vond plaats in 1996.
De kerkenraad wilde de Opstandingskerk best verkopen aan de moslimgemeenschap, die 500.000 gulden bood. Buurtbewoners waren daar niet blij mee, maar belangrijker was dat een projectontwikkelaar 825.000 gulden bood. Het gebouw zou niet per se naar de hoogste bieder gaan, maar dit verschil was wel heel groot. De ontwikkelaar verbouwde de kerk tot appartementengebouw, dat de naam Ruysdaelhof kreeg. Jacob van Ruysdael was een schilder uit de zeventiende eeuw en het gebouw staat aan de rand van de Schildersbuurt.































Het kerkje van het Leger des Heils is nu een woonhuis en 
wordt door de bewoners met liefde onderhouden.
Woonhuis
Aan de De Wetstraat staat een gebouwtje dat bekend is van het Leger des Heils. 

Het is in 1898 echter gebouwd door een gereformeerde jongelingsvereniging. Die verkocht het in 1907 aan het Leger. Honderd jaar later verhuisde het Leger naar het oude Poorthuis aan de Acacialaan en verkocht het het kerkje aan een particulier, die er een woonhuis van maakte. Het huis, inmiddels niet meer van de eerste bewoner, wordt duidelijk met liefde onderhouden.






De foto’s van de huidige situatie van de vijf voormalige kerkgebouwen zijn gemaakt door Harm Boerma.






Johan Hut
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op  Facebook en Twitter

Een Duitse schuilkelder in Baarn


Baarnaar Eric van der Ent met verhalen uit het groene graf



Eerlijk gezegd had ik er nog nooit van gehoord, maar wist u dat er in Baarn een Duitse schuilkelder te vinden is? De kelder is te vinden achter de villa's aan de Prinses Beatrixlaan en loopt vanaf de hoek met de Lt.Gen. van Heutszlaan door de achtertuinen van de Beatrixlaan richting voormalig Badhotel. Karla Roskamp tipte mij hierover en zij trok de stoute schoenen aan. Ze vroeg aan de bewoners van de Beatrixlaan of Groenegraf.nl een kijkje mocht nemen in deze schuilkelder. En dat mocht! Hier een verslag.


Toen ik mijn echtgenote Anja vroeg of zij op de hoogte was van het bestaan van deze schuilkelder keek ze me verbaasd aan. 'Wist je dat niet dan?", was haar antwoord. Zij wist het blijkbaar wel. Ze vertelde me dat haar vader, dus mijn schoonvader Karel Jansen, die als particulier chauffeur bij Wijsmuller werkte, haar regelmatig meenam naar de woning van Bram Wijsmuller aan de Beatrixlaan. Bram Wijsmuller (1920-1987) was directeur van de bekende rederij Wijsmuller. De schuilkelder liep door de achtertuin van zijn woning. Anja heeft in die schuilkelder nog wel gespeeld. Op de plek van de woning van Wijsmuller is nu de prestigieuze "residentie Beatrijs" te vinden, maar bij de bouw van dit appartementencomplex is de schuilkelder in tact gebleven. De schuilkelder is zeer bijzonder. Wegens kostenbesparing hebben de Duitsers de kelder niet van beton maar van  baksteen gemaakt. Het is gebouwd ná 1943. In Nederland is slechts één vergelijkbaar object bekend en dat is te vinden in het Limburgse Echt.


Ons bezoek begon in de tuin van Prinses Beatrixlaan 5 waar één van de ingangen van de schuilkelder te vinden is. De bewoners verleenden Karla en mij de toegang tot de schuilkelder en stonden toe om foto's te maken. De heer des huizes vertelde dat de schuilkelder tegenwoordig door vleermuizen, die daar 's winters overwinteren, bewoond wordt. Inmiddels hadden deze bewoners hun onderkomen verlaten want de winter is voorbij. En zo mochten en konden wij een kijkje nemen. Een mooie gemetselde trap bracht ons naar beneden in de kelder waar een grote houten deur ons toegang verschafte tot de kelder.


Voor de ingang van de kelder ligt een betonnen vloertje waarin de voetafdrukken van Duitse laarzen (met spijkers) nog steeds te zien zijn. Door de deur links is een kleine ruimte waar nu metselstenen opgestapeld liggen, die overgebleven zijn bij de bouw van de mooie woning op Beatrixlaan 5. Rechtsaf loop je de gang in die al snel tegen een blinde muur loopt. De gang is dichtgemetseld en hoewel de gang aan de andere kant nog tientallen meters doorloopt, kunnen we niet verder. Onze begeleider zag wel dat we natuurlijk heel erg nieuwsgierig waren naar wat er aan de andere kant van de muur te zien was. Hij bood ons aan de buurman te bellen en te vragen of we daar ook een kijkje mochten nemen. Van dat aanbod maakten we dankbaar gebruik.


Ook de buurman heette ons van harte welkom en bracht ons naar de ingang van het vervolg van de schuilkelder. Dit deel ligt dus in de tuin van 'Residentie Beatrijs' waar voorheen de woning van Bram Wijsmuller stond. Midden in de prachtige tuin was de ingang te vinden en ook hier moesten we via een gemetselde trap afdalen naar een houten deur die ons de toegang verschafte. In het eerste gedeelte van de kelder, het gedeelte dat we eerder hadden bezocht, was verlichting  aangebracht, maar hier moesten we gewapend met zaklantaarn naar binnen. De verlichting in de kelder zelf werkte niet meer.

Wat we binnen tegenkwamen was indrukwekkend. Binnenkomend door de houten deur zijn links en rechts twee tientallen meters lange gangen te zien. De linker gang loopt naar het eerste deel van de schuilkelder, wat we dus al bezocht hadden. De rechtergang is  een  lange gang met verschillende kamers links en rechts. Met een zaklantaarn door de donkere gangen en ruimtes struinen was best spannend!


In een paar ruimtes waren overduidelijk nog herinneringen aan de familie Wijsmuller te vinden. Op de muren staan muurschilderingen van schepen afgebeeld, onder andere van sleepboot 'Holland'. Een afbeelding die ik bij contacten met de familie Wijsmuller wel vaker ben tegen gekomen. Dhr. Fred Wijsmuller uit Soest, zoon van Bram Wijsmuller vertelde dat de kinderen Wijsmuller elk een eigen kamer in de schuilkelder hadden  in de tijd dat zij op dat adres woonden. De muurschilderingen zijn rond 1960 aangebracht. De sleepboot is door broer John geschilderd en Fred heeft het kaperschip in een andere kamer geschilderd. Aan het eind van de lange donkere gang was rechts nog een kleine ruimte waar vroeger  het toilet was.


Ik vond het bezoek een bijzondere ervaring en ik hoop dat u het leuk vond dat ik deze ervaring met u deelde. In deze tijd van herdenken past dit verslag ook goed.

Met dank aan dhr. en mw. Mastenbroek, dhr. Kamerbeek en dhr. F. Wijsmuller.






woensdag 20 mei 2020

Baarnaar Johan Hut overleden

Johan Hut
(Foto: dhr. H. Gielen)

Afgelopen weekend vernamen wij tot onze schrik dat Baarnaar Johan Hut op 59-jarige leeftijd is overleden.

Johan was zeer geïnteresseerd in de Baarnse geschiedenis. Bovendien kon hij als journalist zijn kennis op prachtige wijze op papier zetten. Voor ons weblog schreef hij menig artikel over oud Baarn, vooral over de geschiedenis van de Baarnse kerken. Wij zullen hem missen, natuurlijk als vraagbaak, maar vooral als persoon.

De komende weken zullen wij een aantal van zijn oud-Baarnse verhalen opnieuw publiceren, in zijn nagedachtenis.

Wij wensen zijn familie en vrienden heel veel sterkte toe bij het verwerken van dit verlies.

Namens alle vrijwilligers van Stichting Groenegraf.nl

Eric van der Ent

maandag 18 mei 2020

Baarnse boeren

door Eric van der Ent


Wat zou er gebeurd zijn als Baarn geen spoorlijn en station had gekregen? Dan had Baarn er zeer waarschijnlijk heel anders uitgezien, mogelijk vergelijkbaar met Eemnes. Zou het oorspronkelijke agrarische karakter dan meer behouden zijn gebleven?


Kerkstraat had nog echt een landelijke uitstraling. Hier  nabij de Eemweg, rechts de boerderij van familie Haarman, lang geleden gesloopt. Een Kerstraat zonder auto’s is nu ondenkbaar. (Coll. Groenegraf.nl)
Baarn is van oorsprong een agrarisch dorp. Vóór de aanleg van de spoorlijn langs Baarn in 1874 was het dorp niet veel meer dan een kerk, wat kleine woningen en boerderijen. Het aantal inwoners bedroeg in die tijd rond de 2500 zielen. Een paar grote boerderijen, maar vooral veel keuterboeren, bepaalden het gezicht van het dorp. Dat de huidige Kerkstraat vroeger Schapendrift heette bewijst ook de agrarische oorsprong van Baarn. Via de Schapendrift werden de schapen richting Oosterhei, in die tijd nog echte heidevelden, gedreven. Binnen de bebouwde kom zijn nu vrijwel alle boerderijen verdwenen. Met name eind jaren zestig, begin jaren zeventig verdwenen de oude boerenbedrijven uit het straatbeeld. Het oorspronkelijke agrarische karakter van ons mooie Baarn verdween definitief.

Vele rijke Amsterdammers lieten na de aanleg van de spoorlijn hun zomerhuizen in Baarn bouwen. Dat zorgde ervoor dat het plaatsje Baarn veranderde van boerengehucht naar villadorp. In 1890 was het inwoneraantal al verdubbeld naar 5000 zielen en die groei zou doorzetten tot aan de jaren zestig van de vorige eeuw. De bevolking groeide daarna nog wel, maar lang niet meer zo snel als de jaren daarvoor. De afgelopen veertig jaar ligt het aantal stabiel rond 25000 inwoners.
De komst van de villabewoners zorgde ervoor dat er behoefte kwam aan personeel en middenstand. In de villawijken woonden de rijke industriëlen, het personeel en de arbeiders vestigden zich vooral in het noorden en oosten van Baarn, daar waar tot dan toe veel (keuter)boeren te vinden waren. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was Baarn zo uit zijn jasje gegroeid, dat de situatie onhoudbaar werd. Er moesten woningen bijgebouwd worden. En dat gebeurde ook, vooral in het noorden van Baarn. De wijk Zandvoort werd gesaneerd, nieuwbouwwoningen kwamen ervoor in de plaats. Ook de boerderijen langs de Zandvoortweg, en dat waren er veel, moesten plaatsmaken voor nieuwbouwprojecten. Zo ontstonden de componisten- en de staatsliedenbuurt.

De boerderijen van Van der Wardt en Schimmel aan de Zandvoortweg. Deze werden eind jaren zestig gesloopt
(Coll. Fam. Schimmel)


Links Hendrikus Cornelis Schimmel bovenop in het  hooi
vader Arnoldus Schimmel.  Zij woonden aan de Zandvoortweg.
(Coll. Fam. Schimmel)
Wie herinnert zich niet de reeks boerderijen langs de Zandvoortweg met de namen van hun bewoners zoals Schimmel, Van der Wardt, Zonneveld, Daatzelaar en Schothorst, of Haarman aan de Kerkstraat en diverse keuterboeren aan de Weteringstraat en de Schoolstraat, om maar wat te noemen. Allemaal zijn ze verdwenen. Rond 2010 werd ook de markante boerderij van Van Paridon, Eemstraat / Kerkstraat gesloopt. Gelukkig werden de woningen die ervoor terug kwamen in de vorm van de boerderij met hooiberg gebouwd, zodat het er toch nog ‘agrarisch’ uit bleef zien.
Eén van de laatste boerderijen die uit het straatbeeld verdween was de boerderij van Schouten aan de Hoofdstraat. Die boerderij verdween in 2016. Ook daar werd ervoor gekozen om het nieuwe pand in de vorm van de oude boerderij te bouwen. Een goede keuze, dat gedeelte van de Hoofdstraat behoudt hierdoor nog steeds dezelfde sfeer als vroeger.

De boerderij van Schouten in de Hoofdstraat. In 2016 gesloopt, maar het nieuwe pand heeft dezelfde uitstraling
(Coll. Groenegraf.nl)

Zijn er dan helemaal geen boerderijen meer in Baarn te vinden? Jawel. Buiten de bebouwde kom, aan het Zuidereind, in Eembrugge en bij Groeneveld zijn nog boerderijen. Binnen de kom, op de hoek van de Noorderstraat en de Piet Heinlaan is nog een mooie kleine boerderij te vinden. Aan de Van Heemstralaan staat nog steeds de boerderij van Groenestein en... wat dacht u van ‘De Rieten Dakjes’ aan de Laanstraat, onze oudste herinnering aan het agrarische verleden van Baarn. Veel van deze boerderijen hebben de functie van agrarisch bedrijf verloren, maar herinneren nog steeds aan het boerenverleden van Baarn. Laten we proberen die mooie pandjes voor de toekomst te bewaren.

Van Paridon
De boerderijen mogen dan veelal uit het straatbeeld verdwenen zijn, de namen van deze boerenfamilies komen nog steeds veel voor in Baarn. Leden van die families voelen vaak nog een enorme band met het boerenbedrijf, al boeren ze zelf niet meer. Ze vertellen graag over hun herinneringen aan de boerenbedrijven die hun families hadden. Zo vertelde de familie Van Paridon over hoe Mr. Joan Huydecoper van Maarsseveen, kasteelheer van Groeneveld, Pieter van Paridon als bedrijfsboer had aangesteld op één van de boerderijen die hij op het landgoed liet bouwen. Dat was al in 1835. Als u vroeger de statige oprijlaan van Groeneveld afliep, richting Baarn, dan zag u aan uw linker hand, aan een brede zijlaan, een boerenhofstede van Pieter van Paridon. Hoe dit contact tot stand kwam? Tussen 1832 en 1835 ging Huydecoper naar Leiden om zijn veestapel uit te breiden. Door toeval maakte hij, op weg naar huis, kennis met Pieter van Paridon, die een drietal koeien in Woerden moest afleveren. Ze raakten aan de praat over de drooglegging van de Haarlemmermeerpolder. Blijkbaar was dat een leuk gesprek, want kort daarna vroeg Huydecoper of Van Paridon geen bedrijfsboer op Groeneveld wilde worden. Die vraag kwam onverwacht voor Pieter, maar hij accepteerde, hoewel zijn jeugdige echtgenote, Anna van Velsen, met wie hij kort daarvoor was getrouwd, er niets vanaf wist. Spijt hebben ze er nooit van gehad, want Pieter en Anna zijn tot aan hun dood Baarnaars gebleven. In 1873 werd de boerderij op de hoek Eemstraat  / Kerkstraat betrokken door de familie Van Paridon. Overigens hoorde dat stukje straat toen nog bij de Hoofdstraat. Deze boerderij is al rond 1650 gebouwd. Vele Baarnaars zullen zich deze boerderij nog wel herinneren.

De boerderij van Van Paridon aan de Eemstraat, hoek Kerkstraat
(Coll. Groenegraf.nl)



Gerarda’s Hoeve
Het oorspronkelijke adres van Gerarda’s Hoeve was Piet Heinlaan 56, maar toen de Zeeheldenbuurt gebouwd werd veranderde de situatie en werd het adres Abel Tasmanlaan 1, daar waar nu het bedrijf van witgoedhandelaar Breunesse te vinden is. Vergeleken met andere Baarnse boerderijen nog maar een jonkie. Theunis Groenesteijn en Heintje Hoeve lieten Gerarda’s Hoeve in 1936 bouwen. “Gerarda’s Hoeve” is vernoemd naar Theus en Heintjes dochter: Gerarda (Gradda) Groenesteijn. Zij was niet de eerste dochter in het gezin, maar wel de eerste dochter die op deze boerderij geboren is. Heintje Hoeve kwam van de boerderij aan de Weteringstraat. Haar ouders, Huibert Bertus Hoeve (1870-1935) en Gerarda Hop (1873-1917) bewoonden een boerderij aan Weteringstraat 80 in Baarn. Nadat Theunis en Heintje getrouwd waren namen ze de werkzaamheden op de boerderij aan de Weteringstraat over. Vader Huibert Bertus woonde bij hen in. Ook nadat vader Hoeve in 1935 overleed zetten Heintje en haar echtgenoot Theunis Groenesteijn de werkzaamheden op de boerderij voort totdat Heintjes broer Hermanus oud genoeg was om de boerderij over te nemen. Na loting werd bepaald dat Hermanus de boerderij aan de Weteringstraat zou voortzetten en Theunis Groenesteijn en Heintje een nieuwe start op Gerarda’s Hoeve maakten.

Gerarda’s Hoeve van de familie Groenesteijn, tegenwoordig Joop Breunesse Witgoed
(Coll. Fam. Groenesteijn)


Baarnsche Boeren & Families, het boek
Zo hebben al die boerenbedrijven hun eigen geschiedenis. Een geschiedenis die tot nu toe eigenlijk nooit goed onderzocht en vastgelegd is. Enige jaren geleden besloot Groenegraf.nl om Baarnse boerenfamilies te interviewen. Met name Leen Bakker heeft zich ervoor ingezet om deze geschiedenis op papier te krijgen, en dat is gelukt! Binnenkort verschijnt het boek Baarnsche Boeren & Families. In dit boek staan verhalen en anekdotes geschreven door en over 20 boerenfamilies die in Baarn nog op de boerderij wonen of gewoond hebben tussen 1850 en 2020. Daarmee krijgt u een uniek inkijkje in ons eigen historisch erfgoed, en krijgt u een beter beeld van onze Baarnse geschiedenis. De combinatie van beelden en verhalen maakt dit boek van blijvende waarde.

Het boek Baarnsche Boeren & Families wordt uitgegeven door Hoeve Ravenstein en gedrukt door Nabij Producties te Nijkerk.

Bestellen kan door voor 1 juni 2020, € 22,50 over te maken op bankrekeningnummer NL56 RABO 0351 2427 40 t.n.v. J. K. Tupker, voorzien van adres en e-mailadres.
Verzenden kan ook. Inclusief verzending kost het boek € 30,50. Het wordt dan verzonden in een speciale kartonnen verpakking. Indien u dit bedrag overmaakt op bovengenoemd bankrekeningnummer, verzorgen wij de rest.

Nadere informatie over het boek kunt u verkrijgen door te bellen met Leen Bakker 
tel. 06-30127717 of via internet: groenegraf.nl/boek.



Eric van der Ent



















Dit verhaal verscheen op maandag 18 mei 2020 in de Baarnsche Courant in de rubriek

 ’Vandaag is morgen alweer gisteren 


‘Vandaag is morgen alweer gisteren’ is een initiatief van de Historische Kring Baerne en Stichting Groenegraf.nl en verschijnt periodiek op maandag in de Baarnsche Courant en in het weblog van Groenegraf.nl. De verhalen worden afwisselend geschreven door 
Ed Vermeulen en Eric van der Ent. 

Wilt u meer lezen over oud Baarn?

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

donderdag 14 mei 2020

Herinneringen aan Philips

bij RTV Baarn


Philips Phonografische Industrie aan de Torenlaan was 40 jaar lang een van de grootste grammofoonplaten fabrieken ter wereld. De fabricage van LP's, singles en later musicasettes boden aan veel Baarnaars een mooie, muzikale werkplek. 
Maar Philips was niet alleen in Baarn actief. Ook in het buitenland, werden platenfabrieken neergezet en werd ondersteuning geboden bij het vervaardigen van mengtafels, en de bouw en inrichting van studio's. Door de komst van de CD in 1983 was de platenproductie niet meer rendabel en werd in 1992 besloten de Phillips fabriek aan de Torenlaan te sluiten
Er werden in die 40 jaar 625 miljoen platen en cassettes geproduceerd !
Met Han Tendeloo en Jan Hemmes praten we over hun tijd bij deze bijzondere fabriek .


De fabriek aan de Torenlaan in zijn gloriejaren

Het is bijna niet meer te zien. Maar waar nu de Plantage is, stonden de gebouwen van Philips.
Veel Baarnaars werkten daar in de perserij of waren bezig met de muzikale, technische kant. Er werd niet alleen in Baarn gewerkt, maar ook vaak in het buitenland. Door de vele commerciële activiteiten die werden ontplooid werden daar ook platenfabrieken en studio's neergezet. Vanuit Phonogram in Baarn, de moederfabriek, werd daar de technische knowhow voor aangeleverd.

De fabriek wordt afgebroken


Muziek was waar het om draaide, er werd ook muziek opgenomen. Veel gerenommeerde artiesten kwamen naar Nederland, naar de Wisseloordstudio's, om hun platen te laten opnemen en met grote regelmaat werd er klassieke muziek opgenomen in het Concertgebouw.
Han Tendeloo en Jan Hemmes praten in twee afleveringen over de tijd dat zij bij Philips werkten. En natuurlijk worden daarbij ook een paar anekdotes, de personeelsvereniging en de goede onderlinge sfeer niet vergeten.

Deze twee aflevering over Philips aan de Torenlaan zijn gemaakt door: Jan Andries Smit, Eric van der Ent en Ans van Egdom. Het eerste deel is nu te zien, deel twee vanaf 16 mei a.s.

De uitzendingen van RTV Baarn zijn te zien via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42 of via de stream op www.rtvbaarn.nl, YouTube en Facebook. 

donderdag 7 mei 2020

Nieuw boek over “Baarnsche Boeren & Families"


Voorblad van het boek
Nieuw boek over “Baarnsche Boeren & Families"

Voor veel mensen is Baarn een prachtige gemeente om in te wonen, te werken of gewoon om er te zijn. Veel minder mensen weten dat Baarn in oorsprong een tamelijk arme, agrarische gemeente was, waar vooral veel kleine boerderijen stonden.  Pas in de 19de eeuw, toen de spoorlijn tussen Hilversum en Amersfoort (de zogeheten Gooilijn) is aangelegd, veranderde Baarn ingrijpend. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zijn vrijwel alle boerderijen uit de bebouwde kom verdwenen. Alle boerderijen? Nee, gelukkig niet. Zowel in als buiten het dorp zijn nog mooie voorbeelden zichtbaar van het Baarns historisch erfgoed. In dit boek staan verhalen en anekdotes geschreven door en over 20 boerenfamilies die in Baarn nog op de boerderij wonen of gewoond hebben tussen 1850 en 2020. Daarmee krijgt u een uniek inkijkje in ons eigen historisch erfgoed, en krijgt u een beter beeld van onze Baarnse geschiedenis. De combinatie van beelden en verhalen maakt dit boek van blijvende waarde.

Het boek heeft de afmetingen van 23 x 23 cm en telt ± 170 pagina’s. Het boek bestaat uit 20 hoofdstukken met als onderwerp de “Baarnsche Boeren & Families” van de navolgende boerderijen, De Koekoek,  Groenesteijn, Ravenstein, Schothorst, Boerderij bij Drakensteyn, Brandenburg, Grimmestein, Gerarda’s Hoeve, Van de Wardt, Daatselaar (zandvoortweg), Franken, Wegerif,  Daatselaar (schoolstraat), Staal, Wolkenberg, De Eult, Paridon, Haarman, Hilhorst & van Romen en Schimmel.

Hoofdstuk 21 bestaat uit 42 afbeeldingen van Baarnsche Boeren en Boerderijen zonder een verhaal. Daarnaast is er nog een overzicht gemaakt van 152 mogelijke adressen van Baarnsche boerderijen, boerenknechten en veeartsen.

Het boek is geschreven door Leen Bakker en Eric van der Ent. Het ontwerp is van Leen Bakker. Het boek is taalkundig gecorrigeerd door 2 medewerkers van de Historische Kring Baerne. De boekverzorging is uitgevoerd door Leen Bakker. Tevens is het boek voorzien van het ISBN no: 9789090328966.

Het boek is qua uitvoering gelijk aan het recentelijk uitgekomen boek “Op de stoep van Soestdijk” en kost € 22,50. Het boek is voorzien van een harde kaft en is ALLEEN MAAR TE BESTELLEN. De oplage is zeer beperkt.

Het boek wordt uitgegeven door Hoeve Ravenstein en gedrukt bij Nabij Producties te Nijkerk.

Het boek zal in augustus gedrukt worden en in oktober af te halen zijn bij Hoeve Ravenstein. Diegene die het boek besteld heeft krijg in augustus een berichtje, voorzien van een bestelnummer, via e-mail, met de exacte datums wanneer het boek af te halen is. Hierbij wordt rekening gehouden met de RIVM voorwaarden die op dat moment van toepassing zijn.

Een boek laten drukken kost veel geld. We hebben al een groot deel in de kosten kunnen besparen door het ontwerp zelf uit te voeren. Daarom willen we graag het gehele bedrag vooruit laten betalen bij inschrijving. Hiermee spreiden we het financiële risico.

Wilt u verzekerd zijn van een boek dan kan dit maar op één manier t.w.:


Verzenden kan ook. De kosten voor het boek en het verzenden bedragen € 30,50. Het boek wordt dan verzonden in een speciale kartonnenverpakking. Indien u dit bedrag overmaakt op bankrekeningnummer NL56 RABO 0351 2427 40 t.n.v. J. K. Tupker, voorzien van adres en e-mailadres verzorgen wij de rest.

Nadere informatie over het boek kunt u verkrijgen door te mailen  met Leen Bakker ;

   bakker.groenegraf@gmail.com

Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://www.grijsvuur.nl


e-mail: bakker.groenegraf@gmail.com



Enkele voorbeelden uit het boek:


Boerderij "Koekoek"


Een pagina uit het verhaal van "Haarman"


Een pagina uit het verhaal van boerderij "Ravenstein"




dinsdag 5 mei 2020

5 mei 1945: het was in de dagen net ervoor en kort daarna, dat er in Baarn iets is gebeurd

5 mei 1945: het was in de dagen net ervoor en kort daarna, dat er in Baarn iets is gebeurd

door Ed Vermeulen

4-5 mei monument Stationsplein Baarn (Coll. Groenegraf.nl)
Ten eerste: ons land kent drie nationale herdenkingen:  Dodenherdenking op 4 mei direct gevolgd door de  bevrijdingsfeesten op 5 mei, de Indiëherdenking op 15 augustus en de Holocaust herdenking op de laatste zondag van januari. Ook in Baarn. Een goede zaak: ’Opdat wij niet vergeten’.

Brothers in arms, Noorderbegraafplaats Hilversum  (Foto: Ed Vermeulen)  

5 mei 1945: de dag dat het Duitse leger capituleerde. Vijf lange oorlogsjaren voorbij. Wat bleef zijn de verhalen: sommige enigszins gekleurd door de tijd, soms ook van nieuwe, pas ontdekte, elementen voorzien. Ook werd veel niet verteld: bewust of onbewust verzwegen of simpelweg omdat we het ’toen’ niet wisten of niet wilden of konden weten. Ook in Baarn…

Een steen voor Loterijman: op 27 april 1945 werd in het Baarnse Bos, recht tegenover villa Medan aan de lt. Gen. van Heutszlaan de joodse tandarts Aaron Loterijman vermoord door SD man Willi Kula en begraven op slechts enkele meters van het toenmalige bosgraf van de twee dagen eerder, op 25 april, eveneens door  Kulla, vermoorde dorpsgenoot Ernst Richard van Kempen.

Een laan - en tuinbreedte verwijderd van villa Medan  (Foto: Ed Vermeulen)

Al tientallen jaren ligt op deze beladen plek een herdenkingssteen met daarop de woorden: ’Hier viel voor Koningin en Vaderland, Ernst van Kempen’.  De woorden ’Vermoord door de bezetter’ waren dichter bij de realiteit geweest.

Vermoord door de bezetter  (foto: Ed Vermeulen)

Waar het verhaal over de wrede en uiterst tragische dood van Ernst van Kempen, het gevolg van een bizarre, in jeugdige overmoed, gemaakte inschattingsfout, voor altijd in de  Baarnse oorlogsgeschiedenis is vastgelegd, is Loterijman collectief vergeten of beter gezegd: nooit aan ons aller herinnering toegevoegd. Dit ondanks het feit dat ook zijn graf in juni 1945 is gevonden, hijzelf werd geïdentificeerd en zijn stoffelijk overschot werd herbegraven op de Baarnse Algemene Begraafplaats aan de Wijkamplaan. Het zou tot 25 april 2018 duren tot een door muzikant, verhalenverteller en filmmaker Leon Giesen (Mondo Leone) gestarte zoektocht naar deze moord werd afgesloten met de onthulling van, opnieuw, een herdenkingssteen in het Baarnse Bos: de steen voor Loterijman. 

Licht na duisternis:  Raimond Giard, achterneef Loterijman, (l) en burgemeester Mark Röell, links van Giard,  Leon Giesen
(Foto: Roeland de Bruyn)

Een steen voor Loterijman (foto: Ed Vermeulen)
                                                                                                                                                                 
Afgemarcheerd…op weg naar huis
Afgemarcheerd: in het door Ronald Polak geschreven en door de Historische Kring Leusden in 2018 uitgegeven boek ’Afgemarcheerd’ wordt de ontwapening en de terugtocht naar Duitsland van enorme aantallen Duitse troepen vanuit onze regio in de periode 9 tot 23 mei 1945 beschreven.

Dat deze in onze contreien gelegerd waren was bekend, zelfs een hele divisie! (de Hermann Göring Paradivisie) De in het boek  genoemde aantallen en gebeurtenissen liegen er niet om. Maar de totale herinnering aan deze immense operatie was heel duidelijk naar de achtergrond geraakt en inmiddels teruggebracht tot een bijna eindeloze reportage zwart/wit foto’s en een enkele in kleur met daarop voorbijtrekkende Duitse soldaten langs onder meer het voormalige Hotel Trier en de Biltseweg. Mogelijk speelde hier het gevoel: ’de oorlog is voorbij, ze zien maar hoe ze (de Duitsers) thuiskomen’ een rol. Het boek Afgemarcheerd vertelt het complete verhaal!

Duitse troepen passeren Hotel Trier (nabij Soestdijk)   (Coll. Historische Kring Baerne)

Christoffel Pullmann: Vorwärts Kameraden, ihr müsst zurück  (Coll. Historische Kring Baerne)
2PK vervoer, Duitse militairen met paard en wagen langs de Biltseweg  (Coll. Historische Kring Baerne)

Tragedie nabij Paleis Soestdijk, 10 mei 1945: nu we dit alles weten wordt ook, opnieuw, duidelijk dat er bij deze ontwapening  een uiterst tragisch, door een ontploffende mijn veroorzaakt ongeval, dat aan geallieerde zijde aan dertien manschappen en een niet nader gespecificeerd aantal Duitse soldaten (inclusief de veroorzaker van het ongeval) het leven heeft gekost, heeft plaatsgevonden. Toegegeven: aan dit drama wordt in Hilversum ruim aandacht gegeven,  maar gaat verder geheel en al aan Baarn voorbij.  Dit ondanks het feit dat het plaats vond op, toen, Baarns grondgebied. We weten inmiddels alles over de onderduikers in De Vuursche bossen, maar over dit tragische ongeval wordt in de Baarnse oorlogsherinnering niet of nauwelijks gerept. Een aantal maanden na de presentatie van het boek ‘Afgemarcheerd’ kreeg ik de tekst onder ogen van een in een rapportvorm vastgelegd verslag over deze tragedie, opgemaakt door toenmalig geallieerd soldaat en één van de ooggetuigen: John ’Dixie’ Dean, sergeant majoor van het Leicestershire Regiment (onderdeel van ’The 49th (West Riding) Infantry Division: The Polar Bear Division). Ik volsta met het weergeven van de volledige, vanuit het Engels vertaalde tekst van zijn verslag, waarvan de inhoud voor zich spreekt…


Regimental sergeant major
John Robert ’Dixie’ Dean (1918-2010)
(Foto: internet)
John ‘ Dixie’ Dean: Tragedie na victorie, Hilversum 10 mei 1945. Op zaterdag 5 mei 1945 bevond het 1e Bataljon van het Leicestershire Regiment zich in het gebied rond Lunteren in Nederland. Het was de dag, dat de populaire (oud) Commandant, Luitenant Kolonel P.A.B. Wrixon, ons bezocht. Hij werd door de soldaten die onder hem gediend hadden in Hickley, de East Coast en Purley hartelijk verwelkomd. Op maandag 7 mei vertrokken wij uit Lunteren om na een stop onderweg op 9 mei in Hilversum aan te komen. Bij aankomst zagen we grote aantallen Duitse troepen tegen wie we het eerder bij onze tocht door Nederland op hadden moeten nemen. Het was vreemd zoveel Duitsers te zien, zonder dat wij met hen het gevecht hoefden aan te gaan! Hun transportcolonne bestond hoofdzakelijk uit door paarden getrokken wagens, die er in vergelijking met onze eigen militaire voertuigen nogal ouderwets uitzagen.

Tijdens onze aankomst in Hilversum werden wij letterlijk omringd door een uitzinnige menigte. Hun gastvrijheid ten opzichte van ons werd al snel duidelijk en korte tijd later was ons bataljon goed ingekwartierd.




Bren Gun Carrier nabij Hilversum, mei 1945
Onze Ondersteunings Compagnie werd ondergebracht in een school en al snel stond het schoolplein vol met onze militaire voertuigen. De Duitsers hadden de bevolking van nagenoeg alles beroofd en de mensen leden honger. De autoriteiten realiseerden zich dit terdege en direct na het afkondigen van de wapenstilstand reden vrachtwagens geladen met voedsel naar alle uithoeken van Nederland.

De vijand werd bijeengebracht en afgevoerd naar hiervoor bestemde gebieden, waar zij hun wapens moesten afgeven en werden gefouilleerd. Op 10 mei begonnen wij met onze opdracht: het ontwapenen van de Duitse troepen in ons gebied. Wij stelden vast dat zij behoorden tot de ‘Hermann Göring Para Divisie, met wie wij al eerder in gevecht geweest waren.

Manschappen van de Hermann Göring Paradivisie op weg naar ontwapeningsplek 
(Fotograaf onbekend, Coll. Historische Kring Baerne)
Het ontwapeningsgebied was gelegen in een terrein een paar kilometer buiten Hilversum. Na een voorspoedig begin werd ons Bataljon al kort daarna geconfronteerd met een tragedie. Toen de Duitsers op het terrein aankwamen, gaven zij onder toezicht van onze Ondersteunings Compagnie eerst hun geweren en kleine wapens af om daarna door te lopen voor het afgeven van machinegeweren en mijnen. Tenslotte moesten zij naar de overkant van het terrein om hun verbindingsmateriaal en overige uitrustingsstukken in te leveren.

Ingeleverde uitrustingsstukken langs de Biltseweg  (Fotograaf: G.Niestadt,
uitgegeven als prentbriefkaart door fotohandel A. de Groot, Hilversum)     




De opdracht aan mijn peloton was de Duitsers het werk te laten doen. Korte tijd later kwam een gesloten paard- en wagen met aan de achterkant een deur het terrein op. Ik liep naar de achterkant van dit voertuig. De voerman zei dat hij broodrantsoenen voor de Duitse troepen bij zich had. Hij moest van mij de deur aan de achterkant openen en ik zag dat de wagen inderdaad tot de helft gevuld was met brood. De voerman wilde de deur weer snel dichtdoen, waarop ik achterdochtig werd en hem al het brood liet uitladen. Geen wonder dat hij zo vreemd deed: onder het brood vond ik een vierkante houten kist, van ongeveer 45 bij 45 cm, vol met pistolen, hoofdzakelijk Lugers!  Ik nam de kist met wapens in beslag, liet hem het brood weer terugleggen in de wagen en liet hem verdergaan. Ik ging terug naar de plek waar mijn mannen aan het werk waren.

Wapentuig op terrein in het bos nabij Lage Vuursche  (Fotograaf onbekend, coll. Wigger K.F. van der Horst)
Even nadat ik daar was aangekomen kwam een vrachtwagen met aanhangwagen het terrein opgereden. Ik liep  ernaar toe en gaf de bestuurder aanwijzingen naar het uitlaadpunt te rijden. De vrachtwagen was hoofdzakelijk beladen met mijnen en granaten. Een compagnie soldaten was lopend het terrein opgekomen en ik ging naar hen toe. Toen ik dichterbij was gekomen vond er een enorme explosie plaats. Ik werd, samen met een aantal Duitsers die bezig waren hun geweren op te stapelen, onderste boven geblazen. Gelukkig ongedeerd kwam ik overeind  en rende naar de vrachtwagen, die door de explosie, samen met de aanhanger op zijn kant was geblazen. Ik stelde vast dat er een krater van ongeveer 1.80 meter diep en een doorsnede van 3.50 meter was ontstaan.

Ik zette de versufte overlevenden aan het werk om te trachten de gewonden uit de wrakstukken te bevrijden. Jammer genoeg waren het er maar een paar. Na het afroepen van de namen werd duidelijk dat er elf man van het Mortierpeloton en twee van het Antitank peloton werden vermist en zeer waarschijnlijk omgekomen waren. Ook een aantal Duitsers kwam om bij de explosie. De enige van het Mortier peloton die het, alhoewel zeer zwaar gewond, hadden overleefd waren soldaat Jack Knight samen met sergeant Gosling. Voor zover Knight ons kon vertellen, zag men dat een Duitser die bezig was met het uitladen van de vrachtwagen een Teller-mijn, (gebruikt om de rupsbanden van tanks te vernietigen), op een stapel mijnen, die al eerder was uitgeladen, heeft gegooid. Deze of één van de opgestapelde mijnen moet hierbij zijn geëxplodeerd. Als de ontsteking niet in de mijn had gezeten, zou het vrijwel onmogelijk zijn geweest dat deze geëxplodeerd was. Dit werd bevestigd door een sergeant ammunitie-expert, die kort na de tragedie op de plek des onheils was aangekomen. Het was, aangezien de Duitser die de mijn gooide ook was omgekomen, onmogelijk om een meer nauwkeurige omschrijving te geven van het gebeurde. Of het explosief met opzet is gegooid om slachtoffers te maken onder de Engelse soldaten en of de ontsteking was ingesteld zal nooit aan het licht komen.
Deze tragische gebeurtenis viel iedereen en met name de mannen van het Mortierpeloton die zoveel kameraden hadden verloren bijzonder zwaar. Na de landing op de stranden van Normandië  waren met zij met zijn allen zonder verdere verliezen opgetrokken om nu, een paar dagen nadat alles voorbij was, hun leven op deze zeer tragische wijze te verliezen.

Teraardebestelling Engelse militairen op de Noorderbegraafplaats te Hilversum
(Foto: mevr. A.v.d.Leeden-van Huis,  Eigen Perk 1994/4)
Op 12 mei werden de omgekomen soldaten begraven op de begraafplaats in Hilversum, waar zij tot op dag van vandaag hun laatste rustplaats hebben. Oprecht medeleven ondervonden wij tijdens het voorbijrijden van de vrachtwagens met de doodskisten van de langs de route verzamelde Nederlanders die met bloemen uiting gaven aan hun gevoelens.

Nabeschouwing Hilversum
Toen ik na de explosie de lijst met namen afriep, werd mijn aandacht getrokken door een Nederlandse burger die in het midden van het terrein naast ons stond te zwaaien. Ik stuurde iemand naar hem toe om te vragen wat hij wilde. Toen deze terugkwam vertelde hij dat er een lichaam gevonden was. Ik ging er naar toe en vond er het lichaam van ongetwijfeld een Britse soldaat. Het bleek het lichaam te zijn van soldaat H. Hall, ‘seiner/verbindingsman’ die sinds de landing in Normandië was toegevoegd was aan het Mortierpeloton. Een prima kerel die zijn werk tijdens onze lange reis sinds de landing uitstekend had verricht. De kracht van de explosie kan worden afgemeten aan het feit, dat zijn lichaam meer dan 80 tot 90 meter van de krater verwijderd was. Op zondag 13 mei, de dag na de begrafenis, ontbood de Adjudant, Kapitein John Stevenson de Commandant van het Antitankpeloton en mijzelf. Hij zei dat er een bericht van het Hoofdkwartier was ontvangen met betrekking tot een Duitse eenheid die eveneens een aantal slachtoffers had gemeld ten gevolge van de explosie. Zij hadden een lichaam weggehaald, waarvan zij vermoedden dat het mogelijk één van onze mensen betrof. Ons werd opgedragen bij deze Duitse eenheid langs te gaan en om dit alles te verifiëren. Bij aankomst werden wij meegenomen naar een plek waar het lichaam neergelegd was, maar identificatie bleek onmogelijk. Ik zag weliswaar een Britse laars, broek en slobkous, maar deze waren niet gemerkt met een legernummer. Wij gingen terug naar onze eenheid en brachten verslag uit aan de Adjudant. Later hoorden wij dat het lichaam onder toezicht van de Commonwealth War Graves Commission (C.W.G.C)) was begraven op de begraafplaats in Hilversum.

Brothers in Arms: May they rest in peace – Mogen zij in vrede rusten (foto's graven: Ed Vermeulen,
foto teraardebestelling 12 mei 1945: Foto: mevr. A. v.d. Leeden-van Huis (via Eigen perk 1994/4))




Met trots herdenken wij onze omgekomen kameraden: 

Mortierpeloton: Private T.V.H. Atkin, Corporal J. Fisher, Private H. Hall, Private L.C. Hart, Lance Sergeant O.W. Hartshorn, Private V.G. Langley, Private E.C.  Obeney,Lance Corporal S. Onion, Private D.E. Wain, Lance Corporal R.J. Walley, Corporal L. G. E. Whitehall en van het Antitankpeloton: Private R.H.C. Hyde en Private R. Wood.

Tot zover het verslag van John Robert Dean

Ten leste: over dit tragische ongeval werd in de dagen erna niets geschreven: niet in de lokale, noch in de nationale pers. Omdat alle slachtoffers militairen waren en het ongeval tijdens een militaire actie plaats vond bleef publicatie van het nieuws zeer waarschijnlijk beperkt tot militaire berichtgeving. Dit alles leidde uiteindelijk ook tot het verslag van John ’Dixie’ Dean. Hieruit wordt duidelijk dat ook Duitse militairen bij het ongeval zijn omgekomen. Van twee van hen zijn de namen bekend: Obergefreiter Franz Rauecker  en Gefreiter Max Salzinger. Dertien Engelse soldaten en zeker twee Duitsers: het was nog maar kort geleden dat zij  elkaar op leven en dood hadden bevochten. Zij overleefden de oorlog, maar kwamen nooit meer thuis. Tientallen jaren later werd, na diepgaand onderzoek de exacte locatie van de explosie in het ontwapeningsgebied gelegen aan de Biltseweg, in 1945 Baarns grondgebied nu Soest, vastgesteld. Het was in de dagen net voor 5 mei 1945 en kort daarna, dat er in Baarn iets is gebeurd: de moord op Loterijman, de ontwapening van de Duitse troepen nabij Paleis Soestdijk en de daarbij plaatsgevonden explosie.

Dank aan: de heren Wigger K.F van der Horst, Apeldoorn, en Kees Salwegter, Hilversum, Jan P.C. Veldhuizen, Soest voor het delen van hun herinneringen en documentatie

Bronnen: 
John Dean: ‘The Polar Bear News’: Nieuwsbrief van de ’49th (West Riding) Infantry Division Association’, 62nd Anniversary of D-Day - ‘Lest We Forget’ - June 2006
Leon Giesen: Mondo Leone – de moord op Arnold Loterijman
Richard de Mos:  Oorlogstragedie te Soestdijk zonder monument, gepubliceerd in VAN ZOYS TOT SOEST (tijdschrift van de Historische Vereniging Soest )34-3  (2013) 
Ronald Polak: Afgemarcheerd, uitgave Hist. Kring Leusden 2018

Titel: vrij naar ’Er is in Rome iets gebeurd’ van Sándor Márai 













Ed Vermeulen (1942)