maandag 17 mei 2021

Van korenveld tot tafelbel

door Marga Veldkamp-Soen

Even voorstellen:
Ik ben Marga, geboren in de Nachtegaallaan en getogen Baarnse, dochter van Will en Chris Soen-van Dort, kleindochter van Christina en Joop van Dort-Westerik. Dit verhaal gaat over de bijzondere vriendschap tussen mijn grootmoeder Christina en Elisabeth Du Quesne-van Gogh. Ik wil het graag doorgeven zoals mijn grootmoeder het mij heeft verteld.

Elisabeth Hubertina du Quesne-van Gogh (1859-1936)
(Bron: De Prins, 25 mei 1929)

Christina
Mijn grootmoeder Christina Westerik wordt geboren in 1888 in Baarn. Ze is de tweede dochter van Willem Westerik en Wilhelmina van der Heide. De oudste dochter heet ook Wilhelmina en na Christina komen nog drie zusjes: Geertrui en de tweeling Marie en Greet. Christina groeit op in de Dijkweg, waar haar vader een bakkerij heeft. Ze gaat naar de School met den Bijbel in de Laanstraat en na schooltijd naar de Breischool. Als ze 12 jaar oud is moet ze ‘met het haar op zolder in een dienstje’ zoals dat heet. In die tijd dragen meisjes hun lange haar los of in vlechten. Als ze op hun 12de jaar van school komen en ‘in betrekking gaan’ wordt het haar opgestoken. Christina is er trots op dat ze wordt aangenomen als dienstbode bij de familie Du Quesne van Bruchem-van Gogh.

 

Christina Westerik, 12 jaar oud, 1900


Elisabeth
In Zundert krijgen Ds. Theodorus van Gogh en Anna Cornelia Carbentus zeven kinderen, waarvan de eerste zoon overlijdt. Het volgende kind, Vincent, is daarom de oudste. Daarna volgen Anna, Theo, Elisabeth, Willemina en Cor. Elisabeth is het vierde kind, geboren in 1859.
De kinderen Van Gogh krijgen privé onderwijs, passend bij de status van een domineesfamilie. Ze spelen niet met de Rooms Katholieke kinderen uit het dorp, maar wandelen veel in de natuur met hun gouvernante, die ook aandacht besteedt aan muziek, kunst en literatuur.
Later leren ze verder op kostscholen o.a. in Leeuwarden en Tiel. Elisabeth krijgt er les in Engels, Frans en een opleiding tot onderwijzeres.
Na hun studie doen ze hun best een goede baan te vinden om zo hun ouders te ontlasten, hetgeen maar moeizaam lukt. 

Elisabeth probeert het in het onderwijs in Dordrecht, maar dat werk valt haar te zwaar. Haar zuster Anna heeft als gezelschapsdame meer geluk en vindt op die manier ook haar echtgenoot. Vincent volgt in die tijd een korte opleiding tot evangelist in België, nadat een poging om dominee te worden is mislukt. De schilderkunst is zijn passie. In 1880 vindt Elisabeth een betrekking als gezelschapsdame en verzorgster in het gezin van Mr. Jean Philippe Du Quesne van Bruchem, wiens vrouw ernstig ziek is. Zij wonen op landgoed Eikenhorst in Soesterberg. 

Als vader Theodorus van Gogh in 1885 onverwacht overlijdt, valt het inkomen weg en staat de familie Van Gogh er slecht voor. De kinderen proberen zoveel mogelijk hun moeder financieel te ondersteunen, omdat zij ook hun broer Vincent onderhoudt. 

Schandaal
Elisabeth en haar werkgever hebben inmiddels een verhouding en ze raakt zwanger. Om een schandaal te voorkomen, gaat ze op reis naar Engeland. Onopvallend reist Jean Phillipe haar een tijdje later achterna. Onderweg bevalt ze op een hotelkamer in Saint-Sauveur-Le-Vicomte, Normandië, in augustus 1886 van Hubertina Normance van Gogh. Vanwege het dreigende schandaal moet Elisabeth afstand doen van de baby. Het kind wordt toevertrouwd aan de jonge Franse weduwe Frédéric Balley, die een maandelijkse vergoeding krijgt tot Hubertina volwassen is. Een dramatische situatie voor zowel moeder als kind.

Na het overlijden van zijn eerste vrouw, trouwt Mr. Jean Philippe Du Quesne in 1891 met Elisabeth van Gogh. Omdat landgoed Eikenhorst erg groot is, besluiten ze het in 1893 te verhuren en naar Baarn te verhuizen. Daar betrekken ze Villa Edzardina, Dalweg 10, tegenover de D’Aulnis de Bourouilllaan. De kinderen uit het eerste huwelijk studeren en komen maar af en toe thuis. Het paar krijgt samen nog vier kinderen: Theo (1892-1939), Jeanette (1895-1952), Mien (1897-1972) en Felix (1899-1993). Het bestaan van Hubertina wordt echter verzwegen. 

 

Villa Edzardina, Dalweg 10, afgebrand in 1971 vlak voor de sloop. De familie
Du Quesne-van Gogh heeft hier gewoond van 1893 tot 1928.
Vanaf 1933 heeft hier dr. Samuel Meihuizen gewoond.
Over hem staat ook een verhaal op Groenegraf.nl.
(Coll. Groenegraf.nl)

Christina
Mijn grootmoeder Christina woont vlak bij haar werk. Ze hoeft vanaf de Dijkweg alleen maar de Verlengde Dalweg (nu Berkenweg) af te lopen en dan is ze al bij Villa Edzardina. De jonge Christina is ijverig, slim en creatief. Ze vindt al snel haar weg in het drukke gezin, waar ze goed overweg kan met haar werkgeefster en de vier kinderen Du Quesne: Theo (8), Jeanette (5), Mien (3) en Felix (1).

Het hebben van een betrekking is in die tijd ook bedoeld om je te leren bekwamen in het huishouden, zoals bijvoorbeeld schoonmaken, poetsen en wassen. Daarna volgen vaardigheden als koken, bedienen en kinderverzorging.
Elisabeth ziet met haar onderwijs achtergrond veel meer mogelijkheden in de jonge Christina. Ze stimuleert haar om te lezen en geeft haar boeken te leen. Christina is hier erg blij mee en grijpt deze mogelijkheid met beide handen aan. Later zal ze het belang van lezen overbrengen op haar kinderen en kleinkinderen. ‘Je moet veel lezen, daar leer je van’, zei ze altijd.


Christina Westerik, 20 jaar oud, 1908

 

In die tijd hangt in de salon van Huize Du Quesne boven de schoorsteenmantel schilderij het Korenveld, van de in 1890 overleden broer van Elisabeth, Vincent van Gogh. Er zijn verschillende schilderijen van Vincent met deze titel en het is niet bekend welke dit is. Elisabeth is erg gesteld op Christina en weet dat ze het schilderij mooi vindt. Ze zegt bij herhaling tegen haar: ‘Christientje, als ik er niet meer ben, is dat schilderij voor jou!’ 

In 1912 trouwt Christina Westerik met Johannes Hendrik (Joop) van Dort, over wie ook een verhaal op de site Groenegraf.nl staat. Joop werkt bij de Gasfabriek in Baarn. Hij is er in 1905 begonnen als lantaarnopsteker en zal opklimmen tot chef-gasfitter. Het is in die tijd ongepast dat getrouwde vrouwen buitenshuis werken. De man moet zijn vrouw kunnen onderhouden. Christina stopt dus met werken bij de familie Du Quesne vanwege haar huwelijk, maar ze blijft goed bevriend met Elisabeth. Christina en Joop krijgen twee kinderen: Johannes Hendrik jr. (1913) en Wilhelmina Gerda, mijn moeder (1918).

 

Christina Westerik en Joop van Dort, verlovingsfoto 1912


Elisabeth
In 1910 schrijft Elisabeth een boek over haar broer Vincent. Ook brengt ze een gedichtenbundel uit bij de Baarnse uitgeverij J.F. van de Ven.
Tijdens de  Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland neutraal blijft, trekt ze zich het lot aan van de vele Belgische vluchtelingen in Kamp Zeist. Ze bezoekt het kamp verschillende malen en deelt er soep, brood en kaas uit èn een aantal van haar gedichtenbundels waaruit voorgelezen kan worden. In 1915 publiceert ze ‘Oorlogsgedichten’, om soldaten aan het Vlaamse front te steunen. Tot op hoge leeftijd schrijft ze maandelijks gedichten voor het Baarnsch Zondagsblad en voor de Baarnsche Courant.

 

Artikel uit de Baarnsche Courant (1930) over het 25-jarig jubileum
 van mijn grootvader Joop van Dort als chef-gasfitter
 bij de Gasfabriek, waar toevallig (!)
een gedicht van Elisabeth Du Quesne-van Gogh
 naast staat. (klik op de afbeelding voor een vergroting)


Jean Philippe
De loopbaan van Mr. Du Quesne als plaatsvervangend kantonrechter in Amersfoort, verloopt niet zoals verwacht. Als de aanstelling tot kantonrechter uitblijft, neemt hij ontslag en vestigt zich in 1898 als  advocaat en procureur te Baarn. Het inkomen valt echter tegen, omdat hij veel pro Deo-zaken aanneemt. In 1916 stopt hij om gezondheidsredenen met de advocatuur. Er wacht hem en Elisabeth een moeilijke tijd.

Het inkomen van de familie Du Quesne bestaat nu alleen nog uit de rente van belegd vermogen, waarvan een groot deel is verdampt door de Russische revolutie en WO I. Ze moeten overgaan tot de verkoop van kostbare bezittingen, zoals zilver, serviezen, sieraden en schilderijen van Vincent. Ook landgoed Eikenhorst in Soesterberg wordt verkocht, maar door de hoge hypotheeklast geeft het geen winst. 

Toch lukt het hen om de kinderen een universitaire opleiding te laten volgen. Alleen dochter Mien zet zich af tegen het deftige milieu van haar ouders en gaat naar de Meisjes Mulo in Amersfoort.  

Jean Phillipe overlijdt in 1921, na een periode van fysiek ongemak en psychische problemen. Hij richt zich sterk op zijn godsdienst, is in de war en spreekt veel over zijn verloren dochter Hubertina. Elisabeth verzorgt hem zelf en wil hem niet laten opnemen in een inrichting.

Hubertina
Na het overlijden van haar man, reist Elisabeth naar Frankrijk om Hubertina te ontmoeten, die dan al 35 jaar oud is. Hoewel ze elkaar wel af en toe hebben geschreven, blijken ze toch vreemden voor elkaar te zijn. Elisabeth vraagt haar om mee te gaan naar Baarn, maar Hubertina blijft liever in Frankrijk bij haar pleegmoeder.

Villa Edzardina wordt in 1928 geveild, maar brengt te weinig op. Volgens mijn grootmoeder woont Elisabeth daarna op verschillende adressen in Baarn, o.a. aan de Eemnesserweg, Nassaulaan hoek Molenweg en de Schoolstraat.

Christina
Na het overlijden van Elisabeth in 1936 blijkt er niets op papier te staan over schilderij het Korenveld. Door de financiële situatie van het gezin Du Quesne is het waarschijnlijk verkocht. Mijn grootmoeder heeft echter wel een tafelbel van Elisabeth gekregen, die ik via mijn moeder heb geërfd.

 

de tafelbel van Elisabeth Du Quesne-van Gogh.

Net als Elisabeth is Christina erg sociaal. Ze helpt mensen die het minder hebben met naaiwerk, koken en verstrekt groente, fruit en bloemen uit eigen tuin. Ook doet ze vrijwillig de was van de voetbalploeg van haar man Joop, die bij Blauw-Wit in Amsterdam speelt. Ze staat er om bekend dat ze de vuile voetbalkleding ècht schoon kan krijgen.

Ik herinner me dat er bij mijn grootouders (Acacialaan 1) op de schoorsteenmantel een foto stond van Elisabeth Du Quesne-van Gogh. In het blog van Het Groene Graf over mijn grootvader Joop van Dort staan ook foto’s van hem. Op een van de foto’s zie je vaag op de achtergrond de schoorsteenmantel met de foto van Elisabeth rechts naast de pendule. 

 

Joop van Dort, 75 jaar oud, met op de achtergrond de
 schoorsteenmantel met foto van Elisabeth, 1961.


Vriendschap
Ondanks het leeftijdsverschil hadden Christina en Elisabeth een bijzondere vriendschap die ruim 30 jaar duurde. Ze waren allebei creatief, sociaal, trouw, integer, zeer gelovig en konden niet tegen onrecht.
Mijn grootmoeder sprak altijd met warmte en genegenheid over haar ‘mevrouw Dukijne’, zoals ze Elisabeth tegenover ons noemde, en prees haar wijsheid en integriteit. Of ze iets wist over de voorechtelijke dochter van de heer en mevrouw Du Quesne is niet bekend. Maar àls ze er van wist, heeft ze er met niemand over gesproken. Ze had een groot respect voor mensen die haar een geheim toevertrouwden. Want ook zij was liefdevol, wijs en integer, net als haar vriendin Elisabeth.

 

Christina van Dort-Westerik, 40 jaar oud, 1928.


Korenveld
Dit verhaal over het Korenveld wordt tot op de dag van vandaag in mijn familie verteld. Ik heb het uit de eerste hand van mijn grootmoeder, maar ook mijn moeder Will Soen-van Dort spreekt er tot op hoge leeftijd over: Stel je voor dat we het Korenveld in de familie gehad zouden hebben? Mijn moeder heeft Elisabeth Du Quesne-van Gogh natuurlijk ook gekend en is als kind wel eens mee op bezoek gegaan.

 

Willy van Dort, 14 jaar oud, voor het huis waar Elisabeth
gewoond heeft Nassaulaan hoek Molenweg, 1932.


Van Gogh Museum

Op de site van het Van Gogh Museum heb ik vijf schilderijen gevonden:

  • Korenveld met patrijs, Parijs 1887
  • Korenveld, Arles 1888
  • Korenveld met maaier, St.Rémy-de-Provence 1889
  • Korenveld onder onweersluchten, Auvers-sur-Oise bij Parijs 1890
  • Korenveld met kraaien, Auvers-sur-Oise 1890

Over de herkomst van deze schilderijen staat bij elk schilderij dezelfde informatie: via Theo van Gogh en diens erfgenamen opgenomen in de Vincent van Gogh Stichting en in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum Vincent van Gogh te Amsterdam. De naam van Elisabeth Du Quesne-van Gogh wordt hier nergens genoemd.

Raadsel
Als ik aan mijn grootmoeder denk en de Korenveld-schilderijen van het Van Gogh Museum zie, springen er twee uit:

  1. het Korenveld met maaier uit 1889: ze groeide op in een bakkerij dus dat kan een connectie zijn, 
  2. het Korenveld met patrijs uit 1887: ze hield van de natuur, klaprozen en wilde bloemen, die ze ‘s zomers plukte en thuis in een vaas op tafel zette, een andere connectie.

Daarom vermoed ik dat één van deze twee bij de familie Du Quesne-van Gogh in de salon heeft gehangen. Naast de genoemde vijf bestaan er misschien nog meer schilderijen van Vincent van Gogh met als titel het Korenveld. Het blijft dus een raadsel...

 

Christina van Dort-Westerik, 75 jaar oud, 1963.


De cirkel is rond
Om de verhalen van mijn grootmoeder aan te vullen, heb ik verschillende bronnen geraadpleegd, boeken en artikelen op het internet gelezen om het beeld van de familie Van Gogh te completeren. De schrijvers van de boeken over de gezusters van Gogh, hebben de vele onderlinge brieven van deze familie bestudeerd en alle belangrijke plaatsen bezocht.
In het boek van Willem-Jan Verlinden, De Zussen Van Gogh, lees ik dat Elisabeth Du Quesne-van Gogh op 3 december 1936 is begraven op de Nieuwe Algemene Begraafplaats te Baarn. Mijn grootmoeder is ongetwijfeld aanwezig geweest bij de plechtigheid, die werd geleid door Ds. E.H. Blaauwendraad (1891-1956) predikant van de Hervormde Kerk op de Brink (nu Pauluskerk). In 1938 was deze dominee betrokken bij de doop van prinses Beatrix.
Het toeval wil dat mijn ouders Will en Chris Soen-van Dort catechisatie volgden en belijdenis deden bij Ds. Blaauwendraad, die ook hun huwelijk inzegende in december 1942. Bovendien heeft Ds. Blaauwendraad mij gedoopt in het voorjaar van 1947. En daarmee is de cirkel rond.

 

Marga, gedoopt en wel in het zonnetje, 1947.


Tot besluit
Mijn herinneringen aan de verhalen van mijn grootmoeder over haar vriendschap met Elisabeth Du Quesne-van Gogh liggen hiermee vast voor de volgende generaties, met de tafelbel als stille getuige.

Bronnen:

  • De verhalen van Christina van Dort-Westerik
  • Boek: Willem-Jan Verlinden, De Zussen Van Gogh, Querido
  • Boek: Els Knoope, Vincent was onze broer, SKRPT
  • Artikel uit de Baarnsche Courant van 1930 


Websites: