vrijdag 30 augustus 2019

Villa Jojo en Dalheim


Villa Jojo en Dalheim
Door Eric van der Ent

Onlangs vond ik een bericht in een oude Gooi- en Eemlander van 27 september 1919 waarin een aantal huizen en bouwterreinen in Baarn te koop aangeboden werden. Het ging om de villa's 'Dalheim' en 'Jojo' staande aan de Dalweg hoek Verlengde Dalweg gemerkt 3 en 4 en nog een 'burgerwoonhuis' genaamd 'Ruimzicht' aan de Zandvoortscheweg gemerkt 1. Bovendien is er nog een hoeveelheid grond bij, dat als bouwterrein gebruikt kan worden.
Berkenweg 4

Het terrein zoals omschreven in de advertentie omvat grofweg het stuk tussen Dalweg / Beukenlaan / d' Aulnis de Bourouilllaan en de Zandvoortweg. De Verlengde Dalweg, zoals in de advertentie beschreven staat, heet nu Berkenweg. De Beukenlaan heette toen Dallaan. De reden van de verkoop van de villa's en woning staat ook in de advertentie vermeld: wegens sterfgeval. De verkopers zijn de Erven van mej. de Wed. P.Pas, geb. Van de Vuurst en dhr. H. van de Vuurst. Met die gegevens kunnen we wat. Mej. Pas-Van der Vuurst is Catharina (Kaatje) van de Vuurst (1839-1919), dochter van Jan van de Vuurst en Bartha de Vries, weduwe van Pieter Pas (1838-1893). Volgens het adresboek van 1917 woonde Kaatje inderdaad op Dalweg 3, dus villa Dalheim. In datzelfde jaar woonde ook H. van de Vuurst op dat adres, dat moet Kaatje's vrijgezelle broer Hendrik van de Vuurst (1830-1918) geweest zijn. Hendrik stierf dus in 1918 en zus Kaatje in 1919. Het klopt dus dat de erven eind 1919 het perceel met woningen in de verkoop deden. Villa 'Dalheim' is vrij van huur volgens de advertentie. Dat klopt natuurlijk want beide bewoners zijn overleden. 

Maar hoe zag die villa er in die tijd uit?
Internet is een uitkomst tegenwoordig. Villa Dalheim was snel gevonden. Op www.onbekendinnederland.nl vond ik een mooie oude foto van deze villa. De foto is als ansichtkaart gebruikt door Kaatje om haar neef en nicht een gelukkig nieuwjaar toe te wensen. Ze was al weduwe, dus de kaart is geschreven tussen 1893 en 1919. Een kijkje op de achterzijde van de kaart verraadde dat de kaart in Baarn is afgestempeld op 31 december 1904 en verstuurd is aan H. Schimmel op Kraaikamp te Barneveld. Als u nu langs de woning aan de Dalweg loopt is bijna niet meer te zien dat de villa er vroeger zo heeft uitgezien. De gevel is totaal veranderd. Toch is ook nu de naam Dalheim terug te vinden bij deze woning. Grote kans namelijk dat er een busje voor de deur staat van aannemers- en timmerbedrijf Dalheim. Die is namelijk op dit adres gevestigd. Nu weet u ook gelijk waar dit bedrijf zijn naam aan ontleend heeft.

Tot zover Dalheim, dan nu het tweede pand: Villa 'Jojo'. Deze villa vond ik op de site www.zoekplaatjes.nl. Een prachtige foto, ingezonden door Sander van Wijngaarden. De foto moet gemaakt zijn rond 1915. Op de gevel prijkt het bordje 'VILLA JOJO', geen twijfel mogelijk, dit is de woning waar het om gaat. Drie dames in prachtige jurken poseren voor de villa. Villa 'Jojo' stond links naast villa 'Dalheim'. Het adres was Verlengde Dalweg 4 (nu Berkenweg) en ook nu is dit pand daar te vinden. Jarenlang woonde daar rijschoolhouder H.P. Kuijer.
Dalweg 3

Volgens het adresboek van 1917 woonde op dat adres dhr. F.P.W. van Mill jr., slager. Dit was Frederik Pieter Willem van Mill (1884-1959), zoon van Frederik Pieter Willem van Mill en Adriana Johanna van Zetten. Hij was getrouwd met Wilhelmina van Woerden (1881-1966). Broer Cornelis Matthijs van Mill (1880-1941) had een slagerij aan de Kerkstraat op nummer drie. F.P.W. van Mill had twee dochters die in 1916 en 1918 geboren zijn. Dat kunnen dus onmogelijk de dames op de foto zijn geweest. Mogelijk is echtgenote Wilhelmina van Woerden één van de dames op de foto. Wie zal het zeggen. De woning is nog steeds te vinden aan Berkenweg 4, maar ook hier is het moeilijk te herkennen. Vroeger lag het tussen bomen en bosschages. Nu ligt er een groot gazon voor de deur.

Tot slot wordt in in de advertentie nog het 'burgerwoonhuis Ruimzicht aan de Zandvoortscheweg' genoemd. We weten dat het grondstuk tussen Dalweg en Zandvoortweg lag. Recht achter villa Dalheim en villa Jojo ligt aan de Zandvoortweg dit leuke huisje. Op Google-Maps zag ik dat er een bordje op de woning bevestigd is, dus ben ik er even heen gelopen om te zien wat er op het bordje staat. Ik hoopte natuurlijk op 'Ruimzicht'. Helaas was dat niet het geval. Er staat 'Oud-Sandvoort' op he bordje. Als 'Ruimzicht' nog niet afgebroken is, dan is dit huisje het enige huisje dat in aanmerking zou kunnen komen om door te gaan voor dit 'burgerwoonhuis'. Het is maar een gok. Het kan net zo goed in de buurt van deze woning gestaan hebben en inmiddels afgebroken zijn. 
"Zandvoortweg "Oud Zandvoort"

Misschien weet iemand nog of er op het stukje Zandvoortweg tussen de d' Aulnis de Bourouilllaan en de Beukenlaan een woning met de naam Ruimzicht heeft gestaan. Zo ja, dan hoor ik dat natuurlijk heel erg graag. Ruim zicht had men vanuit deze woning in ieder geval wel, want tegenover deze woning was alleen maar landbouwgrond en de boerderij van Daatzelaar te zien.

                                                           geplaatst door L.J.A.Bakker

vrijdag 23 augustus 2019

Bruine plaatjes uit Baarn (25)

Regelmatig kom ik losse foto's en andere afbeeldingen van Baarn tegen. Nu weer een kleine verzameling plaatjes.
Stationsplein
Garage Legemaat Eemnesserweg  later Fa. Splinter




Gemeentewerf aan de Zandvoortweg

Stalhouderij Schof Eemnesserweg
Oude Buurtstation
Stoomtrein Bello naar Utrecht

Nu de Generaal

De achterzijde van het oude buurtstation

het oude Politiebureau aan de Stationsweg


Tromplaan 42

Cafe Wilhelmina Park Wilhelminalaan hoek Nassaulaan

Wilhelminalaan


geplaatst door L.J.A.Bakker

dinsdag 20 augustus 2019

Herinneringen van Hans (33): Onze zomertripjes deel 3 - Hollandse Rading/Loosdrechtse Plassen/de Vecht

door Hans Smeekes

In de voorafgaande afleveringen vertelde ik over onze tripjes op de fiets in noordelijke (Oud Valkeveen) en zuidwestelijke richting (Soesterberg). In dit verhaal gaan we richting noordwesten via de Lage Vuursche of Hilversum.
Wanneer mijn vader zijn twee weken vakantie had, dan was het vaste prik, als het weer het ook maar enigszins toeliet, dat we erop uit togen op de fiets. Vanaf de derde klas lagere school kon ik zelf beschikken over een door mijn vader uit verschillende andere oude fietsen samengestelde damesfiets. Toen ik in de zesde klas zat kreeg ik voor mijn verjaardag een prachtige echte heren fiets, in de kleur blauw, met heel veel chroom. Daarop zou ik zes jaar lang op en neer naar het RK Lyceum aan de Emmastraat in Hilversum fietsen. Mijn oude fiets, nog steeds in redelijke staat, is toen overgenomen door mijn jongere broer Henk.
Dat chroom van mijn nieuwe fiets, hoewel prachtig blinkie blinkie, waarop menige medescholier jaloers was, was tevens een crime, want het vereiste behoorlijk wat poetswerk. Want voor je het wist zaten de velgen vol roestvlekjes.

Op deze foto zijn de fietsen goed te zien. Links mijn nieuwe fiets, rechts de oude.
Er werd even naar de lucht gekeken en dan gingen we gepakt en gezakt op weg vanaf ons huis aan de Lepelaarstraat. 

Vaak was het dan van dat echte Hollandse weer. Zon, maar met de Hollandse luchten. Dat wil zeggen met wolkjes, vaak dreigend, waardoor we eigenlijk altijd regenkleding bij ons hadden. 

Ik schrijf deze tekst, nu ik net terug ben van een fietstochtje in het Limburgse en met ook nu weer van die fraaie luchten, waardoor de herinneringen aan die tijd nog sterker naar boven komen. 
En voel ik via de wind van nu, de wind van toen. 

Behalve al de regentenues ging in de tassen ook het nodige voor de picknick onderweg, zoals broodjes en wat te drinken. Ik herinner me met name de Exota.
Later zou blijken dat die flessen konden ontploffen. Ik denk dat er daar niet veel van waar is, want dan waren die van ons al lang ontploft vanwege het schudden in één van de fietstassen.
Met name was het nogal een geschud als we de overweg bij het station over trokken. Voor mij nog steeds de meest gehobbelde overweg van Nederland.


Via de Generaal Van Heutszlaan reden we dan Baarn uit en arriveerden we bij Villa Roosterhoeck aan de kruising van de Amsterdamse Straatweg met de Soestdijkerstraatweg, die in de volksmond werd aangeduid met de Oranjeboom, vanwege de kiosk met die naam die daar aan de overkant stond. 


Zondags kon het op de kruising knap druk zijn en stond er een politie agent het verkeer te regelen met het voor die tijd bekende draaibord, aandachtig bekeken door de vele bermtoeristen.
Maar op zo'n doordeweekse vakantiedag was dat niet het geval. Begerig gooiden we een blik op de kiosk en onze vader die dat zag beloofde dan dat we er op de terugweg een ijsje zouden eten, als we tenminste 'braaf' waren geweest.

Via de Soestdijkerstraatweg gingen we dan verder, richting Hilversum, de weg werd daarom ook wel aangeduid met Hilversumse straatweg. Zelf heb ik die weg zes jaar lang op en neer gefietst naar school. Dat was vaak een geweldige optocht van fietsers, want we wachtten op elkaar bij de kiosk. En heel veel van mijn vrienden kwamen uit Soest.
De Soestdijkerstraatweg

Het duurde niet heel lang en dan passeerden we Herberg de Roskam, enigszins verscholen achter de bomen. Ik kan me niet herinneren dat we daar ooit binnen zijn geweest of op het terras hebben gezeten. Daar was geen behoefte aan, want we hadden alles bij ons. 



En dat gold natuurlijk helemaal voor het voor ons wel erg duur ogende Hotel De Hooge Vuursche, dat we vervolgens passeerden.
Maar het had wel wat. Iets romantisch. Het park zag er ook prachtig uit.


Niet ver nadien was er de weg naar links, richting De Lage Vuursche. Wilden we naar de Hollandse Rading gaan met vervolgens het vliegveld, gingen we die kant op. Wilden we richting Hilversums Kanaal dan vervolgden we de weg, rechtdoor dus.
Maar nu gaan we eerst linksaf.





 
Voor ons was De Lage Vuursche vooral het dorp met de dikke kei en ...

 

.... en de fraaie donkere landelijke lanen.
En dan ging het via de bospaadjes richting Hollandse Rading.





Als het een tijdje droog was geweest, kon het er best stoffig zijn. Ik kan het nu nog in mijn neus voelen prikkelen.
Maar het was leuk fietsen, herinner ik me, want dan hoefden we ook niet zo precies uit te kijken en konden mijn broer en ik wel eens een wedstrijdje houden.



Aan de Utrechtseweg aangekomen, in de buurt van de Zwaluwenberg (waar ik later een groot deel van mijn militaire dienstperiode heb doorgebracht bij de Inspecteur Generaal i.c. Prins Bernhard), staken we dan over richting vliegveld.



Echt een schattig vliegveldje met van die kleine sportvliegtuigjes, maar altijd leuk om te zien en stonden we ons daaraan te vergapen, net als we nadien ooit deden op het toenmalige Schiphol, daar kon je toen vanaf het dak naar de vliegtuigen kijken. Ik denk overigens wel dat we daar niet op de fiets naartoe zijn geweest, maar op de brommertjes. Want toen ik zestien jaar werd, kreeg ik de beschikking over een echte heuse brommer (een NSU-tje).

Schiphol in de jaren zestig

Als we dan nog tijd en zin hadden togen we daarna richting Loosdrechtse Plassen.



Het eerste 'belangrijke' item dat we dan op weg daarnaartoe passeerden was kasteel Sypesteyn.

Meestal stopten we daar even.
Ik kan me dat schattige kasteeltje nog goed herinneren. Ik geloof niet dat we ooit binnen zijn geweest. Ik weet ook niet of dat mogelijk was.




Meestal struinden we er wat rond.

En dan was er het weidse landschap van de plassen. De stoffige bossen waren vervangen door het frisse water. 




Ik kan me niet herinneren dat we daar ergens hebben gevist, hoewel we fervente vissers waren (we deden dat meestal aan het Hilversums Kanaal of aan het Amsterdam Rijn kanaal, daarover later in dit verhaal). Maar wel kan ik me nog heel goed herinneren dat ik eens met onze buurman mee ben geweest. Onze buurman had een heuse BMW motor met zijspan, daar ging soms de hele familie in. Hij ging vaak vissen op de Loosdrechtse Plassen en had daar ergens de beschikking over een roeibootje. 





Na de Loosdrechtse Plassen wilden we ook nog wel eens doorrijden tot aan de Vecht. Maar ik denk eigenlijk dat we dat meer in onze brommerperiode hebben gedaan, want met de fiets is het toch wel een eindje. Maar vooral mijn vader was 'gek' van de Vecht met de leuke plaatsjes als Loenen en Breukelen. In de tijd dat hij gepensioneerd was en de beschikking had over een auto, is hij er met mijn moeder nog vaak geweest. Ik ben toen nog wel eens mee geweest. 




Tot zo ver onze trip naar de Hollandse Rading, de Loosdrechtse Plassen en de Vechtstreek.



En nu ga ik even terug naar de Soestdijkerstraatweg. En nu gaan we niet linksaf naar de Lage Vuursche, maar rechtdoor, richting Hilversum.
Daarbij passeren we eerst aan de linkerhand Groot Kievitsdal. Op de tekening sta ik afgebeeld, terugfietsend van school. Zes jaar lang heb ik dat dus gedaan. 




's Winters was dat soms best wel lastig. Ik herinner me een lange periode van kou en sneeuw. Veel van mijn vrienden gingen dan met de bus. Ik stelde dat zo lang mogelijk uit, om mijn ouders niet te belasten met de kosten ervan. Maar soms kon het echt niet anders. 

Overigens herinner ik me de kenmerkende rode bus van Tensen nog heel goed. In Baarn en omstreken een bekend fenomeen in de straat.
In Hilversum arriverend bij de spoorwegovergang met stationnetje, waren we dan net aan de linkerhand de bekende Expohal gepasseerd. Die hal was overgenomen van de Expo in Brussel in 1958. Vandaar de naam. Ik herinner me dat ik er in 1967 Joan Baez heb gezien. Dat was voor een TV opname van de VARA. Ik had daarvoor kaarten weten te bemachtigen. 
I


Op de tekening is linksboven de Expohal te zien, achter de spoorlijn richting Utrecht met de typische ronde bogen voor de elektrische leidingen. 
Achter de Expohal was het gemeentelijk sportpark gevestigd met een voetbalstadion (met athletiekbaan) en de drafbaan.
De houten tribune in de kenmerkende kleur groen was ooit ontworpen door de Hilversumse architect Willem Dudok en bestaat nog steeds.

Wat het voetballen betreft ging ik wel eens kijken als 't Gooi er zijn thuiswedstrijden speelde. Met name om onze plaatsgenoot Cees van Wilpen te zien.
En van school uit maakten we gebruik van de athletiekbaan en werd ons geleerd hoe we de startblokken moesten hanteren.

Als we de spoorbaan waren gepasseerd, gingen we dan vrijwel direct linksaf en hadden we mooi zicht op het Lapersveld.
Van de Gijsbrecht van Amstelstraat, waar we vervolgens op uit kwamen, heb ik nog redelijk goed beeld. Met name een sfeerbeeld.
Een beeld van een statige straat met bomen en winkels met zonneschermen in felle kleuren.
En dan kwamen we bijna vanzelf uit op de weg langs het Hilversums Kanaal. Vaak dan ook het einddoel. 

De zintuigen kwamen er goed aan hun trekken.
En legden die ervaringen vast in mijn romantisch getinte geheugen.

Ik ruik nu nog het water, het kroos. 
En hoor het zachte ritmische geluid van kabbelend water.
En voel de frisse wind, die van het water komt aanwaaien, op mijn wangen.
En ben één met het wuivend riet. 
Meegaand en rustgevend.


Die poëzie had ik toen nog niet. We waren er om te vissen.
En als de vissen daar niet wilden bijten, dan ...



... stapten we weer op om het aan het verderop gelegen Amsterdam Rijnkanaal te proberen.


Ja zo hebben we heel wat tripjes gemaakt en zoals ik al eerder heb geschreven: ik ben er mijn ouders nog steeds dankbaar voor.


En dan was er op de terugweg het ijsje of een andere versnapering bij de Oranjeboom.

Hans Smeekes

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter