Jachtopziener Willem van der Schagt |
0p een herfstdag
zijn wij met Agnes, Fons, Luuk, Lena, Maartje, Riekie, Aart, Dickie, Fritsje, Jossie,
Marjan en Rob de honderden hectaren grote bossen van Pijnenburg ingetrokken om eikels
te zoeken. Dat was een feest voor het dozijn kinderen, vooral voor enkele van hen,
die van meester zo maar een middag vrij kregen om door die mooie, geheimzinnige
lanen vol kleurig loof te dolen. Rob, de zoon van rentmeester Wilhelm, had zelfs
zijn auto meegebracht. Nou ja: dat was niet veel meer dan een zeepkist op wielen,
maar het nummerbord, L 46887, was toch wel heel echt. En bovendien: al was het een
dwergauto, er konden niettemin een heleboel eikels in geborgen worden.
Tussen het Goud van de Herfst |
Opnieuw veertien dagen later geraakten wij aan de Gelderse kust in gesprek met A. Evers en W. Heimensen, die in het gebied van de Stenen Kamer, 't Oever en Nulde, nederzettingen, welke alle in het Puttense zijn gelegen, eveneens getuigen waren geweest van de massale doortocht van de gaaien. Het aantal passanten daar ter plaatse liep in de duizenden en 't oordeel van beide mannen luidde: "Zo slim heb ik het nog nooit 'gezien", En toen wij op die herfstdag met het twaalftal kindertjes eikels gingen zoeken, tapte Willem v. d. Schagt, één van de jachtopzienerboswachters van Pijnenburg, uit hetzelfde vaatje: het "bos van Insinger" (Pijnenburg) werd een aantal dagen lang overstroomd door gaaien, die zelfs een aanslag pleegden op de maïskolven. .
De Nederlandse
gaaien (en dit geldt ook voor de Skandinavische soortgenoten) zijn over 't algemeen
standen soms zwerf'-, maar geen geregelde trekvogels. Buitenlandse exemplaren
gaan echter sommige jaren dromsgewijze op reis. Periodiciteit kenmerkt dit toeristisch
· gebeuren niet. De vreemdelingen, die, zoals dit jaar, ons land in zo groten getale
bezoeken, zijn invasiegasten, waarvan men wel aanneemt, dat zij door voedselschaarste
er toe gebracht worden huis en haard te verlaten en hun geluk in zuidelijker gewesten
te zoeken. Het zijn de eikels, die 's winters en in de herfst het voornaamste voedsel
van de gaaien vormen en wanneer er in hun vaderland een misoogst is, zoeken zij
blijkbaar streken op met betere voedingsmogelijkheden. Dat de gaai een echte eikelconsument
is, blijkt bovendien -niet alleen uit de wetenschappelijke naam (Garrulus glandarius),
maar ook uit locale en buitenlandse aanduidingen (eikelaakster, Eichelhäher en
geai glandivore).
Dat de eikels
het dit jaar over 't algemeen in ons land niet al te best "deden", had
nog andere gevolgen. De advertenties, die in allerlei plaatselijke bladen verschenen
en waarin eikels voor varkensvoer te koop werden gevraagd, leidden er toe, dat
vooral de jeugd met grote ijver ging zoeken, daar gemiddeld een dubbeltje per kg
werd betaald. Ook van de zijde der bosbouwdeskundige instanties werden in verband
met een nijpend tekort aan pootgoed ten 'behoeve van bebossingen zowel volwassenen
als kinderen er toe aangespoord om tegen een geldelijke beloning eikels te verzamelen.
Op zichzelf beschouwd, schuilt er m.i. niets verwerpelijks in, wanneer de jeugd
met het rapen van eikels een bescheiden bedrag verdient. Verstandige ouders zorgen
er wel voor, dat dit geld in een spaarpot belandt als een "appeltje voor de
dorst" : het kan te pas komen in de vacantie. Het kan ook een bijdrage van
het kind vormen, als vader later voor zijn meisje of jongen een fiets koopt of andere
nuttige en prettige dingen. Trouwens, er zijn nog veel meer mogelijkheden voor een
redelijke besteding van het verdiende geld.
In goede eikeljaren,
wanneer de vruchten op het "dak" van de auto's kletteren als dikke hagelstenen
en het verkeer er duizenden tot moes rijdt, is het gemakkelijk in de vrije uren
na de schooltijden zakken vol te rapen, maar in jaren, wanneer er van de vruchtzetting
niet al te veel terecht is gekomen, is het vaak een hele toer een behoorlijke hoeveelheid
bijeen te brengen. Het merendeel van de kinderen is, geloof ik, niet met buitensporige
mercantiele neigingen behept en legt er zich bij neer, als er weinig eikels zijn,
maar er zijn er ook, bij wie het koopmansinstinct al te sterk is ontwikkeld. Excessen,
waarmee de dagbladpers zich zelfs moest bezig houden, waren het uitvloeisel van
deze gezindheid: knapen, wie het niet om het spel, maar uitsluitend om de knikkers
was te doen, ontzagen zich niet om particuliere terreinen binnen te dringen, de
eikenbomen met stenen te bekogelen, takken af te rukken en anderszins uit de band
te springen. Met dergelijke feiten voor ogen is het een verblijdend verschijnsel,
dat ten onzent de invloedssfeer van de stichting "Natuur en jeugd" (Zwartelaan
27, Voorburg, Z.-H.), die op succesrijke wijze een kruistocht onderneemt tegen
de baldadigheid van de jeugd en via het instituut van de Jeugdnatuurwachten een
dam opwerpt tegen natuurschennis en vernielzucht in 't algemeen, steeds groter
wordt.
Onze twaalf
jongens en meiskes daar in 't grote bos dachten helemaal niet aan de "knikkers":
zij vonden die geweldige bomen ontzettend mooi, keken hun ogen uit het hoofd, omdat
de natuur de bladeren zo keurig en kleurig had gepenseeld en konden de leuke paddenstoelen,
die zij tot dusver merendeels alleen uit sprookjes- en andere boeken kenden, vlakbij
bekijken en zelfs aanraken.
En dan waren er natuurlijk de eikels. Die waren voor
hen geen handelswaar: zij boeiden de kinderen door hun mooie vormen, hun gladde,
bruine huid en de aardige napjes, die aan de buitenkant knobbelig waren, maar de
meeste eikels waren al parmantig uit die platte bekertjes naar buiten gesprongen.
Vier en twintig handen grabbelden onvermoeid tussen en onder 't dorre loof, dat
over de bosbodem hier en daar al een dicht dek had gelegd. Sommigen van het twaalftal
vulden daarmee hun papieren zakjes of busjes, anderen hun knuistjes, die nog niet
zo veel konden bergen en dan werd alles in de auto van Rob gestort: L 46887.
Er was ook
een vriendelijke meneer, die een fijne groene hoed droeg met links heel mooie veertjes.
Dat was de boswachterjachtopziener Willem van der Schagt, die de kinderen een takje
liet zien van een eik, waar de eikels nog aanzaten. "Dat is nu een Amerikaanse
eik", zei de boswachter. "Die heeft heel grote bladeren, die in 't najaar
bloedrood worden. Dat is een schitterend gezicht. Zie je wel, dat de eikels van
de Amerikaan korte, gedrongen bruine dikkertjes zijn? Je hebt hier in 't bos ook
zomereiken. Het blad daarvan is lang niet zo groot en die dragen ook kleiner, slanker
en langwerpiger eikels." Toen keek de jachtopziener plotseling omhoog. "Wat
zie ik daar? Dat is warempel een buizerd. Die broedt hier op Pijnenburg. Kijk eens
hoe mooi hij rondcirkelt. Let eens goed op: hij zweeft en zweeft maar aan één stuk
en beweegt zijn vleugels niet eens." Zo'n prachtige, grote roofvogel hadden
de jongens en· meisjes nog nooit van hun leven gezien.
De "artiesten"
Luuk en Fons maken van
eikels en
kastanjes allerlei verassende figuren; Agnes kijkt haar broertjes de kunst af, |
Juffrouw met boodschappentasje en het hondje. |
Opmerkelijk is hoe sterk eikels en paardenkastanjes tot de verbeelding van kinderen spreken. Zij weten er, behalve de traditionele tabakspijpen, allerlei gevarieerd speelgoed van te maken, waaraan zij heel veel plezier beleven. Hun scheppende fantasie is in staat met behulp van lucifershoutjes en een weinig versierend materiaal de kastanjes en eikels te combineren tot verrassende dierenfiguurtjes, poppetjes enz. Ook wat Fons en Luuk wisten te scheppen, getuigde van verbeeldings-kracht en een onmiskenbare mate van artisticiteit.
De juffrouw met het boodschappentasje en het eikelnappen, gepluimde hoofddeksel, die op straat wordt aangeblaft door een hondje, is - om één voorbeeld te noemen - niet iets statisch gebleven, maar suggereert een levendige activiteit als in een marionettenspel. Zelfs wij grote mensen kunnen aan dergelijke creaties onze bewondering bezwaarlijk onthouden.
Dit is een waar gebeurd verhaal wat zich heeft afgespeeld op 8 november 1955 op het landgoed Pijnenburg in Baarn.
Dank aan Jolien Pruis te Baarn voor de informatie over Het Goud van de Herfst.
Leen Bakker |
http://knipselsuitkranten.nl
http://www.grijsvuur.nl
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter