Begraafplaats Baarn
Tot in de negentiende eeuw begroeven de mensen hun doden in de kerk of op het kerkhof eromheen. De rijken lieten zich in de kerk en liefst zo dicht mogelijk bij het altaar begraven. Omdat de kerkvloeren nogal eens scheurden en verzakten, waardoor er in de kerk een penetrante lucht van ontbinding ontstond - hier komt de uitdrukking 'rijke stinkerd' vandaan - besloot men uit hygiënische overwegingen voortaan buiten de bebouwde kom te begraven. De gemeenten waren niet enthousiast, want het aanleggen van een begraafplaats was kostbaar. Ook de kerken zagen door deze maatregel een groot deel van hun inkomsten verdwijnen.
De oude begraafplaats aan de Berkenweg te Baarn
![]() |
De oude begraafplaats aan de Berkenweg |
In een raadsvergadering van 1 februari 1828 wees burgemeester Frans Pen op de gevolgen voor Baarn van een Koninklijk Besluit van 24 mei 1825, waardoor het begraven in kerken niet meer was toegestaan. 'Steden, Dorpen en Vlekken van meer dan Duizend zielen' moesten hun doden vanaf 1 januari 1829 buiten de bebouwde kom ter aarde bestellen. Aangezien Baarn op dat moment 1316 zielen telde, moest er dus een begraafplaats worden aangelegd. De totale kosten van grond en aanleg, inclusief de stenen muur, bedroegen 2400 gulden. De oude algemene begraafplaats aan de Berkenweg/Acacialaan werd in 1828 aangelegd. De begraafplaats is nog steeds te vinden tussen Berkenweg / Acacialaan en Eemnesserweg. Ten tijde van de aanleg van de begraafplaats heette de Berkenweg nog Verlengde Dalweg en de Acacialaan Kerkhoflaan. Niet vanwege deze begraafplaats, maar vanwege de katholieke begraafplaats aan de andere kant van de laan (bij de Zandvoortweg). Deze begraafplaats is reeds lang verdwenen. In 1920 werd de naam van de Kerkhoflaan gewijzigd in Acacialaan.
Een paar duizend Baarnse inwoners vonden tussen 1828 en 1975 hun laatste rustplaats op de oude algemene begraafplaats. De ingang was destijds aan de kant van de begraafplaats, maar door de bouw van het politiebureau en de brandweerkazerne naast de begraafplaats is de ingang verplaatst naar de Berkenweg. De begraafplaats is oorspronkelijk aangelegd met een slingerend middenpad over een gazon, voorzien van randbeplanting, bestaande uit liguster- en taxushagen. Door ruimtegebrek was het nodig om in 1919 een nieuwe begraafplaats te openen aan de Wijkamplaan. Vanaf die tijd werden de meeste Baarnaars op de nieuwe begraafplaats begraven, maar ook werd er nog regelmatig op de oude begraafplaats begraven. De laatste begrafenis op de oude begraafplaats vond plaats in 1974. In 1986 lag de begraafplaats er volledig verwaarloosd bij en besloot de gemeente om over te gaan tot sanering van de begraafplaats. Ongeveer 500 grafmonumenten (vooral van huurgraven) werden weggehaald. De graven zelf zijn er nog. Op 1 januari 1987 werd de begraafplaats definitief gesloten.
Waarschijnlijk is in die tijd ook het baarhuis gesloopt..
Op grond van de Wet op de Lijkbezorging moet een begraafplaats gedurende tien jaar na sluiting onaangeroerd blijven, dat was dus tot 1997. Daarna mag de grond voor bezaaiing of beplanting worden gebruikt, mits men niet meer dan vijftig centimeter diep graaft. Deze bepaling geldt tot dertig jaar na de sluitingsdatum, dus voor onze begraafplaats tot 2017. Verder moeten eigen graven, die behoorlijk onderhouden worden, onaangeroerd worden gelaten.