|
Advertentie uit 1889 |
Tegenwoordig is er een grote schare Oost-Europese arbeiders die in West-Europa komt werken. De grenzen zijn opengegaan en de salarissen zijn hier beter dan in het oosten. We denken dat deze ontwikkeling iets is van de laatste jaren, maar dat is een vergissing. Al sinds de Gouden Eeuw was een soortgelijke ontwikkeling aan de gang. Toen kwamen de arbeiders met name uit Duitsland en ze trokken vooral naar Amsterdam en omgeving. Onder andere hierdoor komt het dat vele Nederlanders ook Duitse voorouders hebben. Ik ben daar zelf ook één van.
Tijdens deze economische trek naar Nederland destijds gebeurde nog wat opmerkelijks. Opvallend veel stukadoors uit de regio Oldenburg trokken naar Nederland. Dhr. Gerhard Geerken deed daar uitgebreid onderzoek naar. In twee jaar tijd verzamelde hij zo'n 1200 namen van Oldenburgse stukadoors die in ons land werkten. Naar schatting gaat het in totaal om ca. 1500 tot 2000 personen. Die gegevens putte hij uit vreemdelingenregisters, kranten, genealogische bronnen etc. Hij kent zo'n 125 locaties waar ze hebben gewerkt. Dat zijn dan plekken zoals woningen, kerken, scholen, etc. Opvallend is dat de trek van de Oldenburgse stukadoors pas begon toen de 'Hollandgängerei', die in de Gouden
eeuw verscheidene andere beroepen dan stukadoors kende, al weer terugliep
(logisch, omdat de economie in ons land na de Gouden eeuw ook terugliep).
|
Helana Hasselaar en Elisa Margaretha Stalling en Johann Hendrik Stalling
laatste rustplaats |
In Baarn hebben we ook een mooi voorbeeld van zo'n Duitse familie die in Nederland komt werken, namelijk de familie Stalling. Johann Diederich Stalling vestigde zich als stukadoor in Baarn. Hij woonde onder andere in de Laanstraat, Nassaulaan, de De Wetstraat en de gen. Karel van der Heijdenlaan. Vader Johann Hinrich Stalling was ook stukadoor en werkte ook in Nederland, maar dan als seizoenarbeider in Amsterdam. Johann Diederich vestigde zich definitief in Nederland. Hij werd geboren op 16 april 1857 in het plaatsje Hatten in het hertogdom Oldenburg als zoon van Johann Hinrich Stalling en Margarete Elisabeth Plaghöft. Op 11 november 1885 trad hij in Hilversum in het huwelijk met
Helena Hasselaar, geboren 12 juli 1860 in Hilversum. Kort daarna vestigde dit echtpaar zich in Baarn. Ondanks dat Helena al op 43-jarige leeftijd, in 1903, stierf werden er maar liefst zeven kinderen uit het huwelijk geboren:
Johann Hendrik, Geurt Gerardus,
Elise Margaretha,
Pieter Adriaan (werd slechts 9 maanden oud), Petronella Adriana,
Willem Heinrich (werd slechts 1 maand oud) en nogmaals een Willem Heinrich. Alleen de oudste zoon Johann Hendrik werd in Amsterdam geboren. De overige kinderen in Baarn.
|
J.D. Stalling En R.J. van der Hout
laatste rustplaats |
Tweeënhalf jaar na het overlijden van echtgenote Helena Hasselaar trouwde Johann Diederich Stalling opnieuw. Nu met echtgenote
Rijntje Jacoba van der Hout. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren en al in februari 1911 overleed ook Rijntje. Nog geen acht maanden later overleed Johann Diederich zelf. Johann Diederich en zijn twee echtgenotes werden op de
oude begraafplaats in Baarn begraven.
|
'De la Promenade' |
Inmiddels was ook Geurt Gerardus stukadoor geworden. Hij werkte samen met zijn vader. Ook na het overlijden van zijn vader was hij nog vele jaren stukadoor, in ieder geval tot 1933. Vanaf 1936 wordt hij pensionhouder van hotel-restaurant 'de la Promenade'. Wat een overstap! Hij zou dit tot aan zijn dood in 1953 pensionhouder blijven.
Ik ben nu benieuwd of er nog nabestaanden zijn van deze stukadoors. Wellicht is nog te achterhalen op welke locaties Stalling als stukadoor gewerkt heeft. Als dat particuliere huizen waren, is de kans dat oude documenten bewaard zijn niet zo groot. Vaak was een stukadoor in die tijd onderaannemer en werkte hij dus voor rekening van een hoofdaannemer. Misschien dat in administraties van aannemers uit die tijd meer informatie te vinden is. Tips zijn, zoals altijd, van harte welkom!
21-10-2012 Aanvulling van dhr. Gerhard Geerken:
Hoe wordt een stukadoor hotelhouder? Ik ken heel wat Oldenburgse stukadoors,
die na emigratie/huwelijk met Nederlandse vrouw hier als ondernemer (zeg:
uitzendbureau) het werk organiseerden dat de seizoenarbeiders uitvoerden èn
hen -tegen betaling- ook onderdak boden: ze waren dus ook pensionhouder. De
vergelijking met Oost-Europeanen gaat ook hier echt op! En mijn hypothetisch antwoord op de vraag luidt dus: het kan zijn dat de familie Stalling het
stukadoorsbedrijf aanvankelijk combineerden met een pension voor
seizoenarbeiders. En dat ze, toen die Duitse trekarbeid terugliep, doorgegaan
zijn met pension/hotel. Als de gemeente Baarn in het bevolkingsregister
bijgehouden heeft welke personen (tijdelijk) inwoonden op de woonadressen van
de Stalling's, dan kan blijken of deze theorie klopt. Dan staan daar
Oldenburgse namen met als beroep stukadoor (evt. ook metselaar). Soms werden
de losse werklieden niet genoteerd in het bevolkingsregister, maar in een
zgn. vreemdelingen-,
werklieden- of dienstknechtenregister.
Met dank aan dhr. G. Geerkens voor zijn expertise bij het samenstellen van dit artikel.
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter.