vrijdag 30 mei 2014

De Bunker Paal 20 De Koog Texel (van Atlantikwall tot zomers Koek en Zopie)

Heeft u net als ikzelf ook zo genoten van het verhaal over de schuilkelder plus tunnel in een tuin aan de Baarnse Beatrixlaan?  Alle ingrediënten voor een spannend jongensboek waren aanwezig: een tunnel, ondergrondse kamers, geheime bergplaatsen, wandtekeningen, dichtgemetselde muren en mogelijk ook de dolende zielen van Duitse Wehrmachtsoldaten. Ik wist van het bestaan van deze schuilkelder, maar had hem nooit van dichtbij gezien. Dankzij Groenegraf.nl weten we nu meer. Ook in mijn (jongens) leven speelt een bunker een grote rol, met dit verschil dat ’mijn’ bunker niet in Baarn stond maar op Nederlands grootste Waddeneiland… Texel.  

De Bunker, van Atlantikwall tot zomers Koek en Zopie.
Foto: Collectie Cor Kuip, De Koog (afkomstig van mevrouw Maas-Drach).

Het zit zo: In het jaar 1948 namen mijn oom en tante Bill en Joke Visser als zelfstandig ondernemer de exploitatie over van het reeds lang bestaande Hotel-Café-Restaurant ’Het Witte Huis’ midden in de Texelse badplaats De Koog. Hieraan voorafgaand hadden zij een kleine twee jaar bij ons ingewoond op Spoorstraat 2.

Hotel 'Het Witte Huis'. Vele jaren mijn Texelse thuis en uitvalsbasis voor mijn avonturen. Nu opgenomen in de historie.
Foto: Collectie Ed Vermeulen

Texelse boot, Dokter Wagemaker, toen schepen nog schepen waren. 
Uitgave Boekhandel Parkstraat, Den Burg-Texel. Collectie: Ed Vermeulen
Mijn oom, een broer van mijn moeder, was geboren en getogen in Den Helder en mijn tante kwam uit Leiden, maar woonde al sinds haar jeugd op Texel. In de herfst van 1943 zijn zij in Den Burg,Texel getrouwd. Dit feestelijke moment was voor mij de eerste keer in mijn nog prille bestaan, ik ben van januari 1942, dat ik, waarschijnlijk samen met mijn beide ouders vanuit Den Helder de oversteek over het Marsdiep heb gemaakt. De Texelse boot voer toen nog naar Oudeschild en de overtocht was nog een klein avontuur. Dat wij voor deze reis een speciaal door de Duitse autoriteiten uitgegeven Überfahrtbeweis nodig hadden moge duidelijk zijn, het was immers oorlog en Den Helder een uiterst belangrijke marinehaven, Stützpunkt der Kriegsmarine!   


Een prachtig paar, Joke en Bill Visser en hun bruidsjonker Eddy. 
Mijn eerste bezoek aan Texel, 10 november 1943.
Foto Jan C. Bruin, (bijgenaamd Jan Plaatje) Den Burg
Foto: Collectie Ed Vermeulen


Beginnend in 1948 werd mijn moeder gedurende de zomerseizoenmaanden opgenomen in de huishoudelijke staf van het hotel van haar broer en vulde op deze wijze haar bescheiden inkomen van confectienaaister en hulp in de huishouding aan. Begin juli maakten wij, per trein, de toen nog redelijk lange reis naar Texel. Een kist met kleding etc. was reeds per Van Gend en Loos vooruit gestuurd. Het mooiste van dit alles was het feit dat ik mee mocht of liever gezegd moest. Dat dit voor mij geen straf was moge duidelijk zijn. 


Een vrolijke foto van 'de Baas' en zijn personeel. Links mijn moeder. Zittend op tafel koksmaat Wim Bakker, mijn Koger vriend en buurjongen. 
Foto begin vijftiger jaren vorige eeuw.  Foto: Collectie Ed Vermeulen

Ik was een geluksvogel of zoals u wilt een bofkont; iedere zomer ongeveer twee maanden lang naar Texel. Vrijheid, blijheid! Deze gouden tijd heeft geduurd tot en met de zomer van 1959 toen ik werd aangenomen op de Kweekschool voor de Zeevaart in Amsterdam en mijn moeder een vaste betrekking kreeg in het Baarnse Ziekenhuis, dat toen nog aan de Torenlaan was gevestigd. Texel was inmiddels een wezenlijk onderdeel van mijn, nu ons, bestaan geworden (en is dat nog steeds), ik kende (bijna) iedereen in De Koog en ver daarbuiten, vond er vakantiewerk en vakantieliefdes, of was het andersom? Kortom ik voelde mij op Texel gelukkig. Een geluk dat slechts, weliswaar tijdelijk, ieder jaar opnieuw werd onderbroken wanneer wij eind augustus- begin september de thuisreis naar Baarn moesten ondernemen. Mijn Texelgevoel van toen heb ik vastgelegd in het verhaal De Bunker, Paal 20, De Koog Texel. 
                                     
U kunt dit verhaal lezen door hier te klikken.

Mijn favoriete plek op Texel. De zee gezien vanaf Pad Zeereep, 
een soort duinboulevard. Je hoort er de zee, de meeuwen 
en de wind en als je er oor voor hebt ook de verhalen. 
Een mooiere plek bestaat niet! 
Foto: Ed Vermeulen
Lees over een prachtig staaltje van verantwoord hergebruik van een niet meer gebruikte bunker, heringericht tot zomers Koek en Zopie! Mocht u deze of een toekomstige zomer besluiten om een bezoek te brengen aan Texel, vergeet dan niet mijn favoriete plek op pad Zeereep bij De Koog te bezoeken: volg de Badweg tot aan de laatste kluft, kijk naar rechts naar de plek waar ooit ’mijn’ bunker lag, vervolg uw weg naar links. Luister naar de golven, de wind en de verhalen, zoals beschreven in het gedicht ’De Zee’
                                          
Bedenk bij het lezen van dit verhaal dat ieder mens zijn eigen ’goede oude tijd’ creëert.
 
Pad Zeereep... lees het gedicht 'De Zee' geschreven door 'Thea' en je begrijpt mijn gevoel.
Foto: Ed Vermeulen
Het verhaal ’De Bunker’ werd eerder gepubliceerd in de juni 2012 editie van het  mooie en kleurrijke tijdschrift van de Historische Vereniging Texel en is sinds 25 juni 2013 opgenomen op de verhalensite Oneindig Noord Holland.






Ed Vermeulen (1942)


woensdag 28 mei 2014

De Ondergang van een Volkscultuur deel 1 van 2


Havenmond van Spakenburg
Spakenburg in Nood

Op woensdag 20 juli 1932 werd geschreven: Nu de Zuiderzee is afgesloten en weldra de laat­ste bot en de laatste garnaal uit brakkig water zijn overgegaan in de visschersbun, staan de oude stadjes en dorpen langs onze binnenzee voor de lang gevreesde crisis, zal het adem-benemend "Wat nu ?" er spoken om de verweerde gevels.

De zee is leeg: wie geeft ons werk ?
Een volledige ommekeer, noodzakelijk en on­afwendbaar, wordt er het diep-grijpend proces, dat, nu de eenheid van geloof, bedrijf en zeden onherstelbaar gebroken is, uiteen gaat rafelen, wat in eeuwen is gegroeid tot een broze, kostbare volkscultuur. De strenge beslotenheid, het vast­houden aan eigen normen voor omgang en samen­leving, aan eigen tradities, dat alles was· de groote kracht, die het wonder geheel in stand hield. Uit die beslotenheid moet men thans los, het leven gaat andere, nieuwe ei­schen stellen, onzekerheid verkeert in nood, de fun­damenteele bestaansmoge­lijkheid is afgesneden.







Spakenburger jong volkje, Zusjes met de "pluum",
broertjes in boezeroen en lange zwarte broek


Wie in deze dagen Urk of Volendam bezoekt, ziet hoe er het eigene in kleeding en zeden al verzwakt en verdwijnt, hoe de opgroeiende jeugd het oude "pak" ontwent en zweert bij de "chic" der confectie. Op Urk is de ontluistering al erger dan te Volendam, waar tenminste de 'vrouwen · en meisjes het eigen costuum nog trouw blij­ven, maar toch wijst alles er reeds op, dat met het huidig geslacht ook dit oude cultuurbezit zal on­dergaan. Beter nog handhaaft zich Marken, waar de kerkegang geen breuk of barstje vertoont en ook het christelijke Spakenburger volk gaat nog op naar het bedehuis met ongerept de glorie van eigen bonte kleedij.
Doorkijk tusschen de havens
Juist dáárom gaan in deze dagen de bezorgde gedachten niet in het minst uit naar Spakenburg, naar dit eenzaamste en meest geïsoleerde aller Zuider-zeeplaatsen, waar de ontreddering het volk, losgerukt van zijn levensankers, wel het diepst moet aangrijpen.

Arm" Spakenburg ! Zoo mooi ligt het daar nog met de saamgeklonterde huizenkluftjes, ver van de "wereld", tusschen zee en land, het onafzien­bare boomlooze land, een graswoestijn langs de Utrechtsche kust. Zichzelf genoeg, één in arbeid, één in geloof, met zijn sterke saamhoorigheids­gevoel, dat· als een schuttende greep de dorpsge­meenschap omvat.

Als visschersplaats biedt Spakenburg weinig moois, een eigen bouwtrant zooals Volendam, Mar­ken en het oude Urk kent het niet. De gevels zijn nuchter en praalloos, al hebben ook zij dat uitge­sproken eigene: een sfeer van visch, teer en zuchtend water, die hangt om al de oude huizen rond de binnenzee. Spakenburg wordt gemaakt, wordt bezield door zijn menschen, zijn vrouwen en meisjes vooral, die met hun kleurige, frissche verschijningen het dorp doen leven tot in de nok van zijn rood-gepande daakies. Als men Spaken­burg zoo beziet, liefst in 't bedrijf van elken dag, verwondert men zich telkens weer, hoe hier in het hart van beschaafd West-Europa een zoo wonder-eigene gemeenschap, een zoo bonte cul­tuur zich kon handhaven, door eeuwen en eeuwen heen, zelfs tot in onzen tijd, die toch overal dóór­dringt met zijn nuchteren, alles-vervlakkenden geest. Het is hier nog zoo eerlijk en echt, zonder toeloop van vreemdelingen, om wie men ten eigen profijte een verkleedpartij organiseert. Er bestaat niet veel belangstelling voor dit dorp: het ligt te achteraf en is op Zondag weinig herbergzaam. Overtuigd te leven in de vreeze des Heeren stelt de rechtzinnige Spakenburger ook geen prijs op het "Zondag-schennend" toeristenverkeer.

 





Ferme dochters van Spakenburg. De linksche, met donkeren kraplap, is in de rouw.

Leen Bakker
Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://knipselsuitkranten.nl

http://www.grijsvuur.nl

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

maandag 26 mei 2014

De passies van Maria Johanna Baron van Heerdt-Kolff

Maria Johanna Kolff
Bij de naam 'Baron van Heerdt' gaat er bij menig Baarnaar wel een lampje branden. Bewoner van villa 't Benthuijs aan de Eemnesserweg. François Eugène baron van Heerdt (1877-1948) was militair en grootgrondbezitter. Misschien weet u ook dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog een dagboek bijhield waar lokale historici nog steeds dankbaar gebruik van maken. Maar over deze baron wil ik het eigenlijk niet hebben. Hij trouwde in 1909 met Maria Johanna Kolff (1899-1972), dochter van Cornelis Kolff (lid firma Kolff & Co., handelaren in tabak, consul-generaal van Zweden te Rotterdam) en Sara Adriana Petronella Viruly. Over haar gaat dit artikel.

Maria Johanna Kolff, paardrijden, in amazonezit, zoals het
een dame van haar stand betaamt
Maria Johanna Kolff had twee passies: paarden en postzegels. De passie voor paarden spitste zich met name toe op het jachtrijden. Regelmatig was de baronesse te vinden in de bossen rond Baarn met door de rijvereniging Baarn georganiseerde jachtritten. Vaak leidde zij deze jachtritten. Haar passie voor paarden ging zelfs zo ver dat ze een boek schreef over 'Het paard in de kunst'.


Jachtrijden is voor een dame uit die tijd wel wat ongebruikelijk, maar haar tweede passie is zo mogelijk nog bijzonderder: filatelie. Toch ook weer een hobby die met name door de heren word (werd) beoefend. Het verzamelen van postzegels. 

Maria Johanna Kolff













Na de dood van haar vader erfde zij zijn filatelistische bibliotheek. De baronesse had, net als haar vader, grote interesse voor postzegels. Met behulp van deze bibliotheek schreef zij in 1930 "Gids voor Philatelistische Literatuur" van Nederland en Koloniën, een index van artikelen, boekwerken en catalogi, voor literatuuronderzoek. Deze publicatie is zo uitvoerig dat deze ook nu nog goed bruikbaar is. Haar belangstelling ging voornamelijk uit naar de voorstelling op de postzegels en daarmee was zij een van de pioniers van de beeldfilatelie. Tientallen publicaties scheef ze over dit onderwerp, die later als monografieën zijn uitgegeven. Haar grote bibliotheek, die gedeelten bevatte van de bibliotheken van Moens, De Raay en de Utrechtse postzegelhandelaar J. Moesman, is in 1974 geveild.

Bij toeval liep ik op marktplaats tegen wat boekjes aan die door haar waren geschreven. Ik herkende haar naam op het boek, maar wist niets van haar hobby. Ik was verbaast over het feit dat zij boeken had geschreven over het verzamelen van postzegels. Toen ik haar naam op Google intikte zag ik dat ze een hele serie had geschreven over postzegels. De boekjes op marktplaats kostten maar een paar euro, dus ik kocht ze. Na ontvangst van deze boekjes bladerde ik met grote bewondering door de werken. In de boekjes worden de verschillende postzegels die door de jaren heen zijn uitgegeven uitvoerig beschreven en afgebeeld. Geen half werk!



Dat het werk van de baronesse in goede aarde viel bleek uit het feit dat ze gevraagd werd om lid te worden van het bestuur van het Nederlandsch Postmuseum.

Met dank aan mevr. W. Oosterbroek-Zoeten, Baarn voor de portretfoto's van Maria Johanna baronesse van Heerdt-Kolff.

Eric van der Ent

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op  Facebook en Twitter

vrijdag 23 mei 2014

Paspoort naar Vorstelijk Baarn, ook bij Stichting Groenegraf.nl verkrijgbaar

U heeft het ongetwijfeld uit de verschillende media vernomen. Vorstelijk Baarn heeft een nieuw initiatief uitgedacht om de vele bezoekers van Baarn iets unieks aan te bieden: het ‘Paspoort naar Vorstelijk Baarn’.

De vele toeristen en recreanten die Baarn en haar omgeving bezoeken, kunnen vanaf 19 mei dit paspoort aanschaffen. Dat is leuk natuurlijk, maar wist u dat wij Baarnaars zelf ook veel plezier aan dit paspoort kunnen beleven? Het paspoort staat vol met leuke bezienswaardigheden en activiteiten in Baarn, Lage Vuursche en Eembrugge. Bij elke bezienswaardigheid wordt u een leuke korting aangeboden op de toegangsprijs of op versnaperingen die u gebruikt. In totaal krijg je ruim € 125,00 korting aangeboden, terwijl het paspoort naar Vorstelijk Baarn slechts € 4,95 kost.

Ik hoor u denken: ik heb alles al wel gezien in Baarn. Maar hoe vaak heeft u al met uw (klein)kinderen midgetgolf gespeeld in de Lage Vuursche? Of wat dacht u van een tweede kaartje voor een wandeling door de paleistuin t.w.v. € 5,00 gratis? Met één wandeling heeft u het paspoort dus alweer terugverdiend. Verder kunt u korting krijgen bij verschillende restaurants in Baarn en Lage Vuursche, 50% korting op een entreekaartje van Bosbad De Vuursche, of als het weer niet zo goed is een tweede zwembadkaartje voor de Trits gratis.
Op deze kaart krijgt u een goed idee wat er allemaal voor tips in het boekje staan. En bij elke tip een leuke bijpassende aanbieding!

U begrijpt het al. Leuk zo’n paspoort voor bezoekers aan Baarn, maar zeker ook voor ons Baarnaars zelf. Of om cadeau te doen, bijvoorbeeld aan vrienden die Baarn komen bezoeken.

Het paspoort is verkrijgbaar voor € 4,95 bij de toeristische informatiepunten Cafe-Eethuys De Generaal, Herenmode Wim Hogeveen, Restaurant De Kerkbrink, Restaurant De Lage Vuursche, De Boswinkel en bij alle ambassadeurs die in het paspoort staan vermeld. En nu dus ook bij ons, Stichting Groenegraf.nl. Bestelt u het paspoort bij ons, dan bezorgen wij het paspoort in Baarn, Lage Vuursche en Eembrugge gratis. Daarbuiten berekenen we (normale) portokosten.

Wilt u het paspoort gratis ontvangen? Like dan onze Facebookpagina. Doet u dat vóór 1 juni, dan maakt u kans op één van de drie paspoorten die we daarvoor gratis ter beschikking stellen. U vindt onze Facebookpagina hier.

Het Paspoort naar Vorstelijk Baarn bestelt u hier.

Eric van der Ent

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op  Facebook en Twitter

donderdag 22 mei 2014

De Brandweer van Lage Vuursche

Brandweergarage Lage Vuursche
Living Apart Together (LAT)
Deze uitdrukking is niet alleen van toepassing op de brandweer van vroeger, maar ook op de brandweer van vandaag. De brandweermensen leven elk op hun plek, maar functioneren bijna als een familie. Niet alleen bij de inzet, maar ook daarbuiten. Van oudsher, en dan praten we voor Lage Vuursche over zo’n 160 jaar geleden, was brandbestrijding iets wat de plaatselijke bevolking zelf regelde. Ieder zijn eigen verantwoordelijkheid. Hele generaties hebben hun steentje bijgedragen aan de lokale veiligheid. Avonddiensten, weekenddiensten et cetera, niets was die mensen te veel. Maar de familie moest groeien. Het opleiden van nieuwe mensen kon niet altijd binnen kleinschalige korpsen worden geregeld en daarom werd samenwerking noodzakelijk. Aldus maakten de burgemeester van Lage Vuursche (jawel!) en die van Baarn al in 1826 een samenwerking bekend. Maar de eigen identiteit van de groep bleef altijd intact en ondanks een prettige samenwerking was er nooit sprake van een ‘huwelijk’, maar slechts van een latrelatie. Een gevleugelde opmerking van de bevelvoerder na de oefening en een versnapering in Baarn was dan ook: ‘Vuursche, naar huis!’

Tegenwoordig wordt ‘de brandweer’ vaak gezien als een soort ‘nationale schat’ die naar believen door iedereen, voor iedereen kan worden ingezet. Dat is mooi, maar de (vrijwillige) inzet en motivatie van die mensen wordt nog altijd lokaal bepaald. Een paar voorbeelden.

De perfecte brandweerorganisatie

Lage Vuursche is klein en er wonen tegen de vierhonderd mensen, die jarenlang een fanatieke brandweerploeg op de been hielden. Dat was ook geen wonder. Welke club van 12-16 mensen had haar eigen, goed ingerichte kazernegebouw waar je gezellig kon vertoeven? Daar stond een mooie en sterke 4x4 autospuit. Lage Vuursche is een dorp met eigenzinnige bewoners – ruwe bolster maar blanke pit – dat toch een beetje de reputatie heeft van een kleine vrijstaat. In de latrelatie met Baarn was het dan ook vaak: Baarn stelt voor, maar ‘de Vuursche beslist’. Zo is het jarenlang gegaan. Motivatie komt ook uit je collega’s voort. Het is gewoon leuk om mensen te leren kennen met allerlei achtergronden en beroepen. Lage Vuursche had smeden, bosbouwers, gemeenteambtenaren, politie, horecamensen, winkeliers, hoveniers, televisiemensen, economen, psychologen, marketeers en zelfs professoren in haar gelederen. Normaal allemaal al een beetje ‘apart’ maar binnen de brandweer wel ‘together’ en vaak heel hecht. Ook de opleidingen en de brandweerwedstrijden die de gelegenheid bieden om het geleerde in competitieverband te laten zien, werden fanatiek en gezamenlijk bezocht.
Samen maak je van alles mee en de ervaringen zorgen ervoor dat er een band ontstaat, Niet alleen uit lijfsbehoud, maar ook uit respect en humor! Een ervaring.

overdracht nieuwe bluseenheid
voor Lage Vuursche

Vlag halfstok bij de Baarnse brandweer

In verband met het overlijden van het 27-jarige korpslid J.H. van Dijk hing de vlag in Lage Vuursche en Baarn halfstok. J.H. van Dijk, brandwacht 1e klasse was bijna drie jaar lid van het korps Lage Vuursche. Hij leerde voor hoofdbrandwacht. Op een maandagmorgen in maart 1988 verongelukte hij. De hoofdparachute van het lid van de Hilversumse Paraclub Icarus ging tijdens een sprong vlakbij vliegveld Hilversum niet open.

Een trotse burgervader

Lage Vuursche heeft vele succesvolle wedstrijdploegen voortgebracht en haar prijzenkast moest regelmatig worden vergroot. Ieder korps krijgt een beurt om de brandweerwedstrijden te organiseren en doet dan zelf niet mee. Toen Lage Vuursche aan de beurt was kon de trotse burgervader, de heer Miedema, het niet laten om aan de deelnemende ploegen mee te delen: ‘Mijne heren, deze keer zal de groep Lage Vuursche reglementair niet kunnen deelnemen aan de wedstrijden. Grijpt dus uw kans op een prijs!’

En de laatste keer

In het jaar 1999 werd de blusgroep Lage Vuursche opgeheven. De reden daarvoor was dat het steeds moeilijker werd om voldoende mensen voor de eerste uitruk te vinden. Was het in vroeger dagen nog mogelijk om alvast met een paar man uit te rukken (de rest volgt later), nu is dat verboden. Een bluswagen moet altijd met volledige bezetting uitrukken.

Voor een 24-uurs dekking heb je dan ten minste 2 ploegen van 6 nodig, liefst meer. Helaas bleven de aantallen vaak steken rond de 10 man. Oorzaak was vooral een gebrek aan huisvesting voor jonge mensen, en pensionering. Voor een klein dorp als Lage Vuursche een groot compliment voor al die 160 jaren intensieve brandweerzorg, met piketdiensten, weekenddiensten en zomerdiensten. Ook in dit geval lijkt het spreekwoord ‘Perfectie is de grootste bedreiging voor het goede’ opgeld te hebben gedaan. Het was goed en het is (dus) over.

                                                       De laatste Vuurscher blusploeg in het jaar 1999

De wedstrijdploeg bestaat, van links naar rechts uit de heren H. van de Brink, J. Vervat, G. Wegerif, G. Bos, H. van Dort, W. van de Wetering, W.Winkelman, R. van de Wetering, R. Azar, P. Reverda en P. Jorna


Expositie Branden in Baarn

Vanaf 1 maart tot medio juni 2014 is er een expositie over de Branden van Baarn te zien, bij de Historische Kring Baerne, in de Hoofdstraat 1a te Baarn.

Openingstijden zijn van:
- woensdag 14.00 uur tot 16.00 uur,
- zaterdag van 11.00 uur tot 13.00 uur.
- de toegang is gratis

De expositie is samengesteld door de Historische Kring
en de oud korpsleden van Brandweer Baarn genaamd "Grijs Vuur".



Tijdens deze expositie zijn er de branden te zien van de afgelopen 180 jaar. ook zijn er diverse materialen en brandblusmiddelen te zien.

Natuurlijk is het boek over de Brandweer van Baarn "Waarom Redden" te koop voor een klein prijsje (€ 8,00).
Of bestel het boek via: www.grijsvuur.nl



Geplaatst door L.J.A.Bakker oud korpslid van Brandweer Baarn http://www.grijsvuur.nl
 










Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

zondag 18 mei 2014

Philips en Zilgroba Metaalindustrie Baarn

"Wat zijn dat voor een grote zwarte CD's", vroeg mijn jongste zoon mij onlangs. Je wordt ouder papa, was het eerste waaraan ik dacht. Ik reageerde gelijk met "Dat, mijn zoon, zijn geen cd's, maar langspeelplaten. Die werden gemaakt toen er nog echte muziek gemaakt werd". Ik realiseerde me dat ik zo nog ouder klonk dan ik ben. Ik stam dus echt nog uit de tijd dat muziek nog analoog afgespeeld werd, met een diamanten naaldje over de groefjes van een vinylplaat. Mijn zoon keek mij niet begrijpend aan en gaf het op. Dat is pa weer met zijn ouderwetse dingen, zal hij wel gedacht hebben. En gelijk heeft hij, want inmiddels is niet alleen de langspeelplaat verdwenen, ook de compact disc is alweer op zijn retour. Binnen enkele jaren zal één van de kinderen van mijn zoon vragen wat dat voor een zilverkleurige onderzetters zijn...

Onwillekeurig moest ik denken aan de tijd dat Philips in Baarn aan de Torenlaan kapitalen verdiende aan het 'zwarte goud', en ik bedoel nu niet steenkool, maar de muziek op de vinyldragers. Ik ging wat googlen en vond dat Philips zijn 'langspeelplatenindustrie' rond 1950 in Baarn een flinke boost gaf met de vestiging van de fabriek aan de Torenlaan. Zo stuitte ik op een krantenbericht uit december 1950 waarin te lezen is dat Philips de complexen van de ZILGROBA Metaalindusrie in Baarn kocht om er Philips Phonographische Industrie te vestigen. Inmiddels is op de plek van die fabrieken, tussen Torenlaan en Oosterstraat, een nieuwbouwgebied van woningen te vinden. Maar we herinneren ons allemaal nog wel wat voor enorme complexen dat waren, die fabrieken van de Philips.

Het Philipscomplex tussen Torenlaan en Oosterstraat in Baarn.
In het krantenartikel staat dus te lezen dat Philips de complexen van ZILGROBA Metaalindustrie kocht, maar ligt het nu aan mij, of ben ik de enige die nog nooit van ZILGROBA gehoord heeft. Het moet toch een aardige firma geweest zijn als ze zulke grote hallen tot hun beschikking hadden. Na een beetje speuren in het krantenarchief van de Koninklijke Bibliotheek vond ik een advertentie uit 1947, dus kort na de oorlog, waarin ZILGROBA een constructietekenaar zoekt. In 1947 was het bedrijf volgens de advertentie gevestigd aan Kerkstraat 1 in Baarn. Kerkstraat 1, dat is dus Villa Veltheim!! Een metaalindustrie in 1947 in Villa Veltheim? U begrijpt dat deze advertentie me alleen maar nieuwsgieriger maakt.

Verder zoeken dus in de kranten van de Koninklijke Bibilotheek. Eerst kwam ik alleen maar voetbaluitslagen van de Baarnse voetbalvereniging Zilgroba, blijkbaar sponsorde de firma een elftal of vereniging. In 1949 verschijnt er weer een advertentie en wordt een jongeman voor de tekenafdeling van ZILGROBA gevraagd. Nu is het bedrijf aan de Oosterstraat 2a gevestigd. Dat is dus op de plek waar Philips later woningen voor haar personeel liet bouwen.

In 1950, kort voordat ZILGROBA zijn complex aan Philips verkocht, verscheen weer een advertentie waar alweer personeel gevraagd werd. Nu is het adres Torenlaan 17, het adres wat later het adres van Philips Phonographische Industrie werd.

Het eerste krantenbericht over de verkoop van de complexen aan Philips was het laatste wat te vinden was over ZILGROBA in Baarn, maar in 1955 duikt er een bericht op dat de rechtbank het failissement is uitgesproken voor ZILGROBA, statutair gevestigd te Baarn, kantoorhoudend Amsterdamscheweg 25 te Amersfoort. Pas in 1958 wordt de boel geveild. Nu is het adres Amsterdamseweg 31 in Amersfoort. Einde verhaal dus.

Ik ben nu benieuwd of er nog mensen zijn die zich dit bedrijf in Baarn herinneren. Misschien kent u iemand die er gewerkt heeft? Bestaan er nog foto's van het bedrijf? Wie was de eigenaar van ZILGROBA? Wat betekent die naam? Staat de BA uit zilgroBA voor Baarn?

Vragen genoeg dus. Helpt u mee?












Update 24-5-2014:

Dhr. H. de Bree woonde tot 1965 aan de Veldheimweg. Hij schreef ons het volgende:

In de jaren vijftig zat er inderdaad een bedrijf onderin de villa Veltheim waar metaal werd verchroomd (en wellicht verzilverd). Ook meen ik mij te herinneren dat het personeel meedeed aan de toenmalige ‘zomeravond voetbalcompetitie’op het voetbalveld naast de speeltuin het noorderkwartier.

Dhr. W. Fromme kon ons wat meer informatie over Zilgroba geven. Hier zijn bericht:

Ja dat bedrijf ken ik wel, was lang zo niet groot als  de Philips. Wij speelden om die fabriek heen het was een vrij groot stuk onbebouwde grond. Zij stortten daar vaak metaal afval wat later werd opgehaald, wij verzamelen dan stukjes aluminium. Dat  terrein lag tussen de Oosterstraat vanaf "Klein Peking" langs de Javalaan en Torenlaan tot de eerste oude villa, ik dacht no 13. Voor de Plantage aan de andere kant grensde het aan de Balistraat ( de nieuwere huizen ) en achterkant van de oudere woningen. Aan de Javaan lag een groot grasveld waar een klein Circus soms zijn tenten opzette. Op die vele ruige onbebouwde plekken met struikgewas in het dorp konden de jongeren zich goed uitleven, gaten graven, hutten bouwen van takken van alles maken of slopen, enz. zonder dat de omgeving echt last had. Iets wat huidige jeugd moet ontberen en elders rottigheid uit gaan halen.


Dhr. E. Vermeulen uit Baarn:

Wat een bijzonder verhaal. Ik had nog nooit van Zilgroba gehoord. Ik heb 32 jaar bij Polygram gewerkt, weliswaar op Hoog Wolde, en heb altijd gedacht dat de PPI de eerste was die zich aan de Torenlaan had gevestigd. Ook meen ik dat ik een aardig beeld had over de geschiedenis van het bedrijf. Ik heb altijd begrepen dat de plaats van vestiging ook te maken had met de aanwezigheid van ruim en kwalitatief goed grondwater. Of dit zo was, weet ik niet. Wel is het zo dat ik nooit begrepen heb dat zo'n grote en groeiende industrie in het midden van het dorp werd gevestigd, midden in een woonwijk. Ook toen al. Ook denk ik dat de Zilgroba een relatief veel kleiner bedrijf geweest moet zijn. Ik denk namelijk dat de PPI verantwoordelijk is geweest voor de grote bebouwing op de Torenlaan.

Dhr. M. Pater uit Ontario, Canada:

Ik heb bij Philips gewerkt, bijna een jaar en voordat ik bij Fokker begon. Ik geloof dat het in 1954 was. Ik moest uit iedere zoveel platen er een uit halen en dan voor sterkte testen. "Quality Control". Wat we toen zo fijn vonden was dat ieder weekend je er zo'n 5 mocht lenen en dus thuis naar kon luisteren. In 1956 ging ik weg bij Fokker en De Nationale Reserve[Army], en ik vertrok naar Canada. Na mijn keuring hoefde ik niet voor 2 jaar in dienst omdat mijn 3 broers al dienst hadden gedaan, ik als vierde werd toen vrijgesproken. in verband met "broederdienst". Wel kwam ik bij de Reserve. Ik had daarvoor mijn uniform, geweer en helm thuis. We oefenden in de bossen. What a laugh.

Tot slot vond ik nog onderstaande foto uit 1949. U ziet de Torenlaan en in de rechter bovenhoek nog het Huize Peking. Rechts onder is de Baarnsche Manege goed zichtbaar met daarachter wat hallen. Zouden dat de hallen van Zilgroba geweest kunnen zijn? De foto dateert in ieder geval van vlak voor de bouw van de Philipsfabriek.


Update 11-8-2014

Onderaan dit bericht is nog een reactie geplaatst door een anonieme lezer. Hij schrijft dat zijn vader, Goos Groen eigenaar was van Zilgroba. Helaas zijn er geen contactgegevens bij het bericht geplaatst, we zouden nog wel meer willen weten. Wat betekent de naam 'Zilgroba' bijvoorbeeld? Als ik nu moet gokken denk ik dat het staat voor ZILver GROen BAarn. In onze database met oude inwoners van Baarn komt de naam Goos Groen ook voor, echtgenoot van Everdina van Ginkel (1939-2000). Is dat de betreffende Goos Groen?


Eric van der Ent

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op  Facebook en Twitter

zaterdag 17 mei 2014

Heimwee naar ons VVV kantoor

Onvoorstelbaar! Hoe kan het zijn dat een plaats als Baarn geen VVV meer heeft. Met toeristische trekpleisters als Lage Vuursche, Paleis Soestdijk, Kasteel Groeneveld, het Baarnse Bos en het gezellige winkelcentrum dat Baarn bezit komen jaarlijks zo'n 2,5 miljoen bezoekers naar onze plaats. Na het faillissement van VVV Baarn is er duidelijk een leemte ontstaan. Dat gat wordt momenteel opgevuld door informatiepunten bij Eethuys-Café 'De Generaal', Grand Café 'De Kerkbrink', herenmodezaak Wim Hogeveen en Restaurant 'De Lage Vuursche', binnenkort aangevuld met steunpunten bij Kasteel Groeneveld en Paleis Soestdijk. Die steunpunten omvatten momenteel nog niet veel meer dan informatieborden met brochures over Baarn. Een prima initiatief natuurlijk, en gelukkig zijn er goede ideeën om ook 'bemande' punten op te zetten, maar stiekem heb ik toch ook een beetje heimwee naar ons mooie VVV centrum naast het station aan het Stationsplein.  U ook? Tijd om een duik te nemen in de geschiedenis van VVV Baarn.

Het politiebureau aan het Stationsplein
Het toerisme in Baarn kwam na de aanleg van de spoorlijn al snel op gang. Grote drommen toeristen kwamen uit de grote steden naar Baarn om te genieten van de prachtige bossen, uitgestrekte polderlandschappen en de gezonde lucht die Baarn te bieden had. Aan het begin van de vorige eeuw werden de eerste initiatieven ontplooid voor een toeristisch centrum om nog meer toeristen naar Baarn te lokken. Eén van de grote trekpleisters was in die tijd ook het prachtige Badhotel. Het eerste verkeersbureau dat Baarn kreeg was oorspronkelijk in gebruik als politiebureau en stond aan het Stationsplein, aan de kant van de Spoorweglaan, die nu Gerrit van der Veenlaan heet.

Het station aan het Stationsplein in Baarn met rechts het politiebureau
Een foto van Adriaan Boer uit 1898, bij de pijl het politiebureau
Het verkeershuis, nu aan de andere kant van het Stationsplein
In 1907 is het gebouwtje verplaatst naar de andere kant van het Stationsplein en nadat het politiebureau aan de Stationsweg gebouwd was kreeg het houten gebouwtje de functie als verkeersbureau om toeristen die Baarn bezochten weg te wijzen. Het toeristische bureau kreeg de prachtige naam 'Baarns Bloei', een naam die in gebruik bleef toen het omgevormd werd tot verkeersbureau VVV.

Dit gebouwtje zou tot zelfs begin jaren  zestig van de vorige eeuw in gebruik blijven.
Een prachtige foto van hetzelfde verkeershuis. Blijkbaar stonden de bussen in die tijd aan de achterzijde van het station aan de Prinses Marielaan.
Mej. Van Ditshuizen bij de bouw van het nieuwe VVV kantoor, juni 1961
Begin jaren zestig had het gebouwtje zijn beste tijd wel gehad. Het moest plaats maken voor een nieuw gebouw dat weer op dezelfde plek werd gebouwd. In die tijd werkte mej. N.C.M. van Ditshuizen in het verkeersbureau. Zij is een dochter van F.G. van Ditshuizen, onderwijzer aan de Oorprongschool in Baarn. Zij maakte de sloop van het oude verkeersbureau en de bouw van het nieuwe houten gebouw van dichtbij mee. Mevr. Bitter-Van Ditshuizen woont nog steeds in Baarn en onlangs werd ik uitgenodigd om bij haar langs te komen om foto's te bekijken van de ingebruikname van het nieuwe, inmiddels verdwenen VVV kantoor. Natuurlijk liet ik me die kans niet ontglippen.




Het nieuwe, inmiddels ook alweer verdwenen, kantoor van VVV Baarn

Op 9 december 1961 was het zover. De officiële opening van het nieuwe verkeershuis te Baarn. De burgemeester van Baarn, Mr. F.J. van Beeck Calkoen verrichte de opening en de B.Z.O. (Baarnse Ziekenomroep) maakte geluidsopnames van de happening, getuige de microfoon die op verschillende foto's te zien is. Greet Hovius was verslaggeefster van de B.Z.O.

De officiële opening verricht door burgemeester van Baarn,
 Mr. F.J. van Beeck Calkoen




Dhr. J.J.A.C. Bijleveld, secretaris van VVV Baarns Bloei wordt geïnterviewd
door Greet Hoviuis van de Baarnse Ziekenomroep.










































Secretaris van VVV Baarns Bloei,
dhr. J.J.A.C. Bijleveld.
Vol lof spreekt mevr. Bitter-Van Ditshuizen over de secretaris van VVV Baarns Bloei in die tijd, dhr. J.J.A.C. Bijleveld. "Het was een man met een ijzeren geheugen, onze steun en toeverlaat", zo vertelt ze. "Als we vragen kregen van bezoekers waar we geen antwoord op wisten, belden we hem. Hij kon uit zijn hoofd de samenstelling van de wagons van wagons van alle mogelijke internationale treinen oplepelen, om maar eens iets te noemen. Zo kwam er eens een Duitse toerist ons verkeersbureau binnenlopen. Hij was op zoek naar ene Bob uit Baarn. Bob was een fenomenaal schutter, een schutterskoning zoals je maar zelden aantreft", herinnert mevr. Bitter zich. "Wij konden er natuurlijk niets mee, maar dhr. Bijleveld wist feilloos wie er bedoeld werd en wees de Duitser naar de juiste persoon".

Mej. Van Ditshuizen aan het werk in het VVV kantoor.
Mej. Van Ditshuizen en haar collega mej. Corrie van Ee

Nog een mooie foto van de collega's Van Ditshuizen en Van Ee.
De medewerkers van het VVV poseren in het nieuwe kantoor.

Rond 2005 was het ook gebeurd voor 'nieuwe' houten gebouw. Het werd afgebroken.

Het VVV kantoor verhuisde naar de Brinkstraat. Om te kunnen overleven werd naar nevenactiviteiten gezocht. Het kantoor delen met de A.N.W.B. was één van de mogelijkheden om de kosten te drukken, maar het mocht niet baten. In juni 2013 wordt faillissement voor VVV Baarn aangevraagd. Op 2 juli 2013 wordt het faillissement uitgesproken. Vanaf dat moment had Baarn geen toeristisch bureau meer.
Het laatste kantoor aan de Brinkstraat in Baarn.
De opkomende digitalisering gaf de nekslag. Bezoekers aan Baarn zochten meer en meer hun informatie op internet op.

Een VVV kantoor in de vorm zoals het altijd bestaan heeft zal in dit digitale tijdperk geen overlevingskans hebben, maar zou het niet mooi zijn als er weer een kantoor is waarin bezoekers aan Baarn informatie kunnen vinden, in de breedste zin van het woord? Toeristische informatie, culturele informatie en informatie over de geschiedenis van Baarn, dat is wat we nodig hebben. Wellicht komt het er weer van. Wie weet...

Eric van der Ent

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op  Facebook en Twitter