donderdag 31 december 2015

Bruine foto's van Baarn rond 1935

geplaatst door Leen Bakker


Recentelijk kwam ik weer eens oude "bruine foto's" van Baarn tegen in de periode rond 1935 . De foto's spreken voor zichzelf.

Stationsplein
Een staaltje van fraaie plantsoenaanleg nabij het station, een van de dingen, waardoor Baarn een bijzondere aantrekkingskracht heeft.
Samen met de zelfgemaakte trekauto
Het Baarnsche bosch is nog steeds een dorado voor de jeugd. Wij zien hier een groepje vroolijke snuiters er met hun eigen gemaakte "trekauto" op uit trekken.

Haasje over zo ging dat
Als het voetballen begint te vervelen is er nog een ander vermaak. Het haasje over is ook thans nog bij de jeugd in trek. Een goed spelletje om lening te blijven.



Samen bij de groote kom
Een idyllisch plekje bij de groote kom in het Baarnsche bosch

Het hertenkamp in het Maarschalkerbos
In het z.g. Maarschalkerbosch is een hertenkamp, waar de kleineren altijd veel aandacht hebben voor de gewei-bezitters. Thans is het blijkbaar rust voor de hertjes.


Een aquariumliefhebber bij de groote kom
Voor de jeugdigen aqariumliefhebber is er in het bosch dat wil zeggen in de groote kom daarvan, wel iets te halen. Zou hij speldenknopje of stekeltjes aan het vangen zijn? Niet te veel lawaai maken anders schieten ze weg !


De Wilhelminavijver
In het Wilhelminapark ziet men een fraaie weerspiegeling van de prachtige bomen in den vijver. De knuppelbalustrade verhoogt het rustieke hier niet onbelangrijk.

         
Leen Bakker


Geplaatst door L.J.A.Bakker 

http://ljabakker.magix.net/website


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter  

woensdag 30 december 2015

Forse uitbreiding database krantenberichten

door Eric van der Ent



Als u een trouwe bezoeker van onze website bent dan weet u dat daar een speciale hoek met oude krantenberichten te vinden is. Meer dan duizend oude krantenberichten en advertenties die betrekking hebben op het Eemland waren daar al in te vinden. Die berichten zijn te vinden middels een zoekmachine.

De krant van 12 januari 1889

Het grootste deel van die berichten komen uit de krant "Het Nieuws", weekblad voor Baarn, Eemnes, Bunschoten, Hoogland, Soest, Soestdijk en de Vuursche, jaargangen 1888 en 1889. Uitgever van deze krant was in die tijd Willem Zilvester Mulder (1825-1907). Een prachtig tijdsbeeld, uitgerekend van de regio waar wij in geïnteresseerd zijn: Het Eemland.
Deze twee jaargangen komen uit de collectie van Arie ter Beek uit Bunschoten. Het scanwerk en het doorzoekbaar maken van de teksten (via OCR tekstherkenning) is destijds Marlon van der Ent gedaan. Een enormde klus, maar zeker de moeite waard!

Enorme uitbreiding!

De afgelopen jaren zijn er sporadisch wat oude krantenberichten toegevoegd, bijvoorbeeld uit Baarnsche Couranten van 1950. Onlangs werd ons echter nog een jaargang van "Het Nieuws" aangeboden door Arie ter Beek. Dit keer het complete jaargang 1915. Inmiddels werd deze krant in die tijd gerund door Pieter Herber Burggraaf (1873-1938). En 1915 was een zeer interessant jaar, want dat jaar viel zoals u weet in de Eerste Wereldoorlog. Zeer interessant, historisch gezien! De krant was in 1915 geen weekblad meer, maar verscheen elke woensdag en zaterdag.

Dit keer heeft onze vrijwilliger John Kappers het scanwerk op zich genomen. Meer dan 500 scans heeft hij gemaakt en middels OCR op teksten doorzoekbaar gemaakt.

Het enorme boek met kranten van jaargang 1915. Heerlijk om door te bladeren.

De eerste scans zijn al op de site te vinden via de zoekmachine. De rest zal de komende tijd ook toegevoegd worden. Hou onze site dus in de gaten!



Eric van der Ent


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter 


maandag 28 december 2015

“Hoofdpijn, rimmetiek, waterleiding, gasfabriek” (straatrijmpje)

door Cees Roodnat


Wonen in een watertoren

Bewoners trekken in de watertoren
Vorig jaar om deze tijd meldt de Baarnsche Courant dat Nancy Brouwer en haar gezin de watertoren aan de Sophialaan gaan bewonen. Verhuizer Witteveen (zie foto) heeft er een zware klus aan want er is geen lift in de toren en alle huisraad en ander woongenot moet over wel zeven niveaus verdeeld worden. Hoe avontuurlijk je moet zijn, en wat je overhoop haalt als je aan zo'n klus begint, en hoe het uiteindelijk bevalt in zo'n cirkelvormig gestapeld huis te wonen? U kunt het in maart 2016 van Nancy Brouwer en haar man Erwin zelf horen. Dan houden ze een lezing voor de Historische Kring in het Brandpunt over dit fraaie staaltje herbestemming van één van Baarns hoogste monumenten.

Hoe kwam die toren er eigenlijk zo'n eeuw geleden?  
                 
De watertoren aan de Sophialaan
Baarn, wakker geschud door de cholera-epidemie rond 1832 en misschien andere (besmettelijke) ziekten, kreeg in 1855 als eerste gemeente van Nederland (!) al een eenvoudige watertoren: een houten stellage met een watervat erop. In de Nieuwe Amersfoortsche Courant van 10 januari 1885 wordt bericht over een in aanleg zijnde waterleiding van Soesterberg naar Baarn. In 1896 kreeg Baarn een eigen waterwinning en pompstation, gebouwd door de Utrechtse Waterleidingmaatschappij (UWM) aan de spoorlijn naar Hilversum. De verbinding met Soestduinen werd toen verbroken. In 1903 werd door de Utrechtse Waterleiding Maatschappij aan de Sophialaan, op een van de hoogste punten van Baarn, een stenen watertoren gebouwd van 29 meter hoog, nu een rijksmonument en in 2002-2004 gerestaureerd.

Toren en pompstation samen zorgden voor de benodigde druk op het waterleidingnet. De toren heeft een stalen reservoir met een inhoud van 500 kubieke meter en heeft de veel toegepaste vorm van een smalle draagconstructie en een reservoir dat breder is dan het onderstel. Vóór de komst van een waterleiding gebruikte men, net als in de rest van ons land, regen- of pompwater.
                     
Hoe werkt een watertoren

Water stroomt van hoog naar laag. Als een kolom water hoog is, levert dat een hoge waterdruk op, waardoor het water sneller gaat stromen. Boven in een watertoren zit daarom een  groot reservoir Een pompinstallatie beneden pompt het reservoir vol met drinkwater. Dat staat in verbinding met het waterleidingnet. Het openen van aftappunten in dat net zorgt er voor dat het water door de druk van het hoge reservoir er vanzelf uitstroomt. Hoe hoger (gelegen) de toren hoe meer druk om ook de verst gelegen delen van het net van water te kunnen voorzien.

Zo was het een eeuw geleden
Het uiterlijk

Omdat de vorm aan een kasteeltoren doet denken kreeg dit type de Franse naam Château d'eau (waterkasteel). Met de neo-renaissance bouwstijl probeerde men prozaïsche gebouwen toch een aantrekkelijk uiterlijk te geven. Na 1915 werd dit type niet meer gebouwd omdat architecten het maar lelijke 'waterhoofden' vonden. Overigens kon dit 'waterhoofd' maar liefst 50.000 liter water bevatten. De toren is gebouwd van baksteen met natuurstenen elementen. Siermetselwerk waar metselaars hun vakmanschap in konden uitleven. De fraaie smeedijzeren windvaan en een gedenksteen met het opschrift: ”P.E.Rijk, ingenieur. Oktober 1903” herinneren aan de datum van ingebruikstelling.
Voor onze watervoorziening hebben we vandaag geen watertorens meer nodig. De toren is nu een monument en was al jaren buiten gebruik.

Diogenes woonde in een ton, leerde ik op school. Hoe je in een vat van 500 kuub kunt wonen weet u in maart ook!

Cees Roodnat













Geraadpleegd:
F.Gaasbeek e.a. Baarn. Geschiedenis en architectuur (Zeist 1994)
J.Kruidenier, Baerne 20e jrg, nr.3 – sept. 1996
C.Walet,TVE. Water, geschiedenis & actualiteit (Bussum/Naarden 2010)


Dit verhaal verscheen op maandag 21 december 2015 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    

zaterdag 26 december 2015

Club de vroolijke bende uit het Rode Dorp

door Eric van der Ent

Elke Baarnaar kent wel het markante Rode Dorp, in de volksmond het "Rooie Dorp" genoemd. In de jaren twintig gebouwd en tegenwoordig beschermd dorpsgezicht. En terecht. Het gezicht van deze volksbuurt moet behouden blijven. Deze Baarnse buurt is de bakermat van heel veel echte Baarnse families. Vele Barinezen voelen zich daarom op de één of andere manier verbonden met deze gezellige buurt.

In ons weblog is al regelmatig over het Rode Dorp geschreven. Als u meer wilt weten over de geschiedenis van het Rode Dorp, blader dan eens door dit weblog, of bezoek de expositie van de Historische Kring Baerne over het Rode Dorp die begin 2016 in de oudheidkamer te bewonderen zal zijn.

In dit stukje over het Rode Dorp dit keer geen uitgebreide beschrijving van de geschiedenis of de bijzondere architectuur, maar gewoon een paar prachtige foto's van kinderen uit de buurt. Dhr. Dick de Gier stelde ons een paar prachtige foto's ter beschikken. Voor wie denkt 'De Gier, waar ken ik die naam van?', inderdaad, Dick is een zoon van de bekende bakker Gerrit (Gert) de Gier (1915-1980) uit de Dijkweg. Dick's moeder, Francisca Johanna Everdina (Siska) Limper (1915-1988), groeide op in het Rode Dorp. Sterker nog, haar vader Petrus (Peet) Limper (1871-1947) was opzichter bij de socialistische arbeiders-woningbouwvereniging 'Ons Belang'. Dat was de vereniging die opdracht gaf tot het bouwen van deze buurt. Peet Limper was dus direct betrokken bij de bouw van deze woningen.

Hieronder ziet u de eerste foto van een groep kinderen dat zich, getuige het bordje waar ze omheen staan, "Club De Vroolijke Bende" noemde. De foto is overduidelijk gemaakt in het Rode Dorp. Dat is wel te zien aan het type woningen dat op de foto te zien is. Ik schat dat de foto rond 1925 gemaakt is. Siska Limper is het meisje zittend voor het bordje, met de prachtige strik in het haar. Van het meisje rechts achteraan is ons ook de naam bekend. Dat is Cornelia (Corrie) Kotten (1914-1992), dochter van Willem Kotten en Jacoba de Ruiter.

Club "De Vroolijke Bende" in het Rode Dorp

De namen van de overige kinderen zijn ons helaas nog niet bekend. Als u ze weet, laat het ons dan alstublieft weten.

En als u dit een mooi plaatje vindt, dat zwijmelt u ongetwijfeld weg bij onderstaande foto, alweer uit de collectie van Dick de Gier.

Kinderen Limper
Ook deze foto is gemaakt rond 1925 in het Rode Dorp, om precies te zijn bij het poortje tussen het Mesdagplein en de Neuhuysstraat. Links achteraan zien we weer Siska Limper, de moeder van Dick de Gier. De andere kinderen zijn kinderen van Siska's oudere halfzus Hendrika Johanna (Jo) Limper (1891-1973)  en haar echtgenoot Elbert Limper (1894-1960). Van links naar rechts zien we Peter (Peet) Limper, Everdina (Dien) Limper en Nicolaas (Niek) Limper. Hoewel de kinderen ongeveer dezelfde leeftijd hebben als Siska, moeten ze 'tante' tegen haar zeggen.

Zijn het geen mooie plaatjes? Natuurlijk zoeken we nog veel meer van dit soort mooie afbeeldingen met oude Baarnaars. Heeft u ze? Wij scannen ze graag!

Met dank aan dhr. D. de Gier Baarn voor deze prachtige foto's.


Eric van der Ent


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter 

donderdag 24 december 2015

Toneelvereniging Baarn - "Onder één dak"


TONEEL VERENIGING "BAARN"
Opvoering van het radio-hoorspel "Onder één dak" van Joh. Fabricius.

De toneelvereniging "Baarn" heeft het, onder regie van de heer Jan Kroon, Donderavond 6 november 1947 aangedurfd een radio-hoorspel van Jan Fabricius in het Flora-theater op de planken te brengen. Met opzet schrijven we van "durven", omdat een toneelspel, dat voor de radio geschreven is, vaak aan een uitvoering in een toneelzaal grote moeilijkheden in de weg legt. Een radioluisteraar hóórt alleen.

Lange dialogen accepteert hij, mits ze met bekwame dictie voor de microfoon gebracht worden. Een toeschouwer bij een toneeluitvoering hoort èn ziet. Voor hem kunnen lange dialogen een kwelling worden als het spel stokt .

Toen wij Donderdagavond 't 1e bedrijf van "Onder één dak" zagen opvoeren, bekroop ons meermalen de gedachte: dát is 'n hoorspel, geen toneelspel. De spelers konden dit niet verhelpen, hun acteren was niet van die aard, dat zij de lange samenspraken een levendig ritme konden geven. Zou de keuze van het stuk minder gelukkig geweest zijn?

Het tweede bedrijf bracht het antwoord. Opeens vlot spel. Actie. Spanning. Een dramatische weergave van goede conflictstof, gevonden in een natuurlijke afkeer van een oude dorpeling tegen zijn "stadse" schoondochter.

Ries Kooy vertolkte de rol van een oude koppige 'boer - die het niet verdragen kan, dat zijn oudste zoon met een "juffer" uit de stad getrouwd is - op een wijze, die alle waardering verdient. Gedurende het gehele tweede en derde bedrijf slaagde hij er in, zijn stem dezelfde klankverandering te laten ondergaan. Een prestatie op zich. Maar Ries deed meer. Hij acteerde. Hij beleefde zijn rol. Hij op de eerste plaats, maar toch ook zijn medespelers deden ons in het tweede en derde bedrijf het "hoorspel" geheel vergeten. We zagen toneelspel van goede kwaliteit.

Het stuk is dramatisch van inhoud. Het speelt op de dag, dat de oude boer zijn vrouw naar haar laatste rustplaats moet brengen. Zijn vier kinderen kibbelen onder elkander wie de oude man moet opnemen. Zijn jongste zoon, Jacob, wordt door het lot aangewezen. Dit echter is de "meneer" van de familie. Hij is onderwijzer en heeft een vrouw getrouwd, die voor niets staat om haar hebzucht te bevredigen. Zij heeft een dodelijke haat tegen haar schoonzuster "uit de stad" en zij zorgt er voor, dat schoonvader onverzoenlijk blijft tegenover de "winkelmadam", waarmee de oudste zoon gehuwd is. Eindelijk gaan echter de ogen van de oude open als Jacob het ouderlijk huis wil laten verkopen om

Eindelijk gaan echter de ogen van de oude open als Jacob het ouderlijk huis wil laten verkopen om zijn kindsdeel, een paar honderd gulden, te krijgen. Dora, de vrouw van Wolter - de oudste zoon - voorkomt de verkoop door haar spaarpot open te breken en Jacob zijn kindsdeel te geven.

De harde boerenkop wordt daarna gebroken in een prachtig gespeelde, gevoelige scène, tussen de oude boer en Dora (Mevr. van Daal-Vos). Als even later Wolter (H. Suik) tot de ontdekking komt, dat een verzoening tot stand is gekomen tussen de twee mensen naar wie zijn liefde uitgaat, dan komt er eindelijk wat geluk in deze mensenzielen, die jarenlang onder één dak geleefd hebben, zonder elkaar te willen kennen.

De goede vertolking van het tweede en derde bedrijf deden ons spoedig het minder vlot gespeelde eerste bedrijf vergeten. Ook op deze avond kwamen we opnieuw tot de conclusie, dat het amateurtoneel in Baarn over verschillende goede krachten beschikt, die niet alle "onder één dak zitten", maar deel uitmaken van verschillende verenigingen.

Naast het goede spel van Ries Kooy als oude vader en Mevr. van Daal-Vos als de gehate schoondochter, moeten we zeker het goede acteren vermelden van H. Suik als Wolter, van W. Breunesse als Jacob en Mevr. Luikinga-Dijkhorst als zuchtige echtgenote. Een zeer aparte rol had J. Lichtenberg te vertolken. Als onverschillige luchthartige smid bracht hij, met zijn vrolijke zetten wat humor in het  vaak zwaar dramatisch stuk. Gezien de herhaaldelijke vrolijkheid in de volle zaal, ging hem dit goed af. Op die momenten was een lach op zij plaats. Vaak echter werd er ook gegiecheld en zelfs geroepen, als er slechts aandachtig geluisterd behoorde te worden.

Ook hier weer een bewijs, dat een gedeelte van het Baarnsche publiek nog maar weinig gevoel heeft voor goed toneelspel. Moge dit spoedig veranderen, want de giechelaars zijn vele toneelliefhebbers tot ergernis en de spelers tot last.

         
Leen Bakker


Geplaatst door L.J.A.Bakker 

http://ljabakker.magix.net/website


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter  


dinsdag 22 december 2015

Herinneringen van Hans (9): Ode aan de Japanse kersenbloesem (op de Oosterhei)

door Hans Smeekes

De toenmalige duplexwoningen
aan het begin van de Lepelaarstraat
met de Japanse kersenbloesem
in volle bloei

Ook nu nog kan ik lyrisch worden als de Japanse kersenbloesem zich in volle glorie toont.
Langs de Lepelaarstraat, waar ik mijn jeugd heb doorgebracht, stond het er vol mee. Overigens ook langs de andere straten in de vogel- en bloemenbuurt op de Oosterhei.





Zestien lentes (van mijn 6e tot 22e levensjaar) heb ik die bloesempracht mogen aanschouwen.
Vanuit onze huiskamer was de boom voor
het huis goed te zien
Ik werd er altijd vrolijk van.
Sprookjesachtig werd het.
Onze o zo simpele straat werd getransformeerd in een droomwereld.
Het was net niet echt.

 
Eén zo’n boom stond pal voor ons huis, voor nummer 29, waar we sinds april 1953 woonden. Dus ook van binnenuit kon je er van genieten.
Op de bovenverdieping, vanachter mijn bureau, dat pal voor het raam stond geposteerd, waaraan ik mijn huiswerk maakte, kwam het als ‘t ware massaal naar binnen als de bloei in volle gang was.


Maar: Het duurde maar even, dat gigantische roze bloemenboeket boven onze hoofdjes, want al snel begonnen de tedere bloesemblaadjes te vallen.
Het was dan alsof het sneeuwde.
Roze sneeuw dwarrelend in de lentewind.
Alsof alles werd gezegend.
Het trottoir, de tuintjes en een gedeelte van de straat werden dan in een mum van tijd roze gekleurd.

Ik kon dan weer eens helemaal wegdromen als ik de blaadjes door de lucht zag gaan.
Ik zweefde dan even mee met de tere fragiele bloesemblaadjes (waarschijnlijk naar verre landen) om even later tot de harde werkelijkheid van het huiswerk terug te keren.







Buiten gekomen moest je net als bij de echte sneeuw uitkijken om niet uit te glijden als het geregend had en er een roze smurrie op de grond was ontstaan. Mijn moeder was er niet zo happy mee, want de hele tuin lag er vol mee.

Lange tijd heb ik per abuis voor de bloesem de term Oost-Indische kers gebezigd. Ik denk dat mijn moeder daar debet aan was. Zij noemde het geloof ik zo. Ze hield veel van bloemen, ze was de tuinierster van de familie en hield een prachtige tuin (voor en achter het huis) bij, maar wat benamingen betreft kon ze er wel eens naast zitten. Maakt niet uit overigens: ‘What’s in name?’.

De essentie van de bloem blijft hetzelfde. Hij blijft even mooi, wat de naam ook is.


Overigens bestaat de naam Oost-Indische kers wel degelijk, maar daarmee wordt een totaal andere bloem aangeduid (een voortwoekerende bodembedekker met gele of fel rode klaproosachtige bloemetjes).
Ik denk zelfs dat mijn moeder die in de achtertuin had staan. Tussen de petunia’s, lupinen en margrieten.
Misschien vandaar de spraakverwarring. Maar het kan ook aan de kleine Hansje hebben gelegen, die e.e.a. niet goed had verstaan of begrepen. In elk geval zat het woordje Oost-Indische kers goed vastgenesteld in mijn hoofd in relatie tot de bloesembomen. En voedde het mijn interesse voor die onbekende mysterieuze kant van de wereld. Het oosten dus. En ik zat al een beetje in de richting, namelijk op de Oosterhei...

Mijn ouders voor het het huis aan de Lepelaarstraat
En wat de naam Oosterhei betreft: Terwijl ik dus langzaam iets met het oosten kreeg, had mijn moeder iets met hei. Zij kon namelijk helemaal lyrisch worden als de hei in volle bloei stond. Dat was altijd zo’n beetje in de late zomer. Die paarse gloed over het landschap dat vond ze geweldig. Dan gingen we vaste prik naar de Witte Bergen tussen Baarn en Hilversum.


Op een gegeven moment (ik denk dat ik toen al het huis uit was) had ze hei zelfs in haar voortuin. Ik denk dat het ‘t enige stukje hei was, dat toen op de Oosterhei nog te vinden was.





Daar waar ik nu woon (in het zuiden van het land) ontdekte ik het laatste voorjaar zo’n Japanse kersenbloesem bij mij in de buurt. Een kolossale boom overigens.
Ik moest toen gelijk aan de Lepelaarstraat denken. De boompjes van toen waren kleiner, maar ik zat gelijk weer in een andere wereld. Die van mijn jeugd.
We hebben er geen foto’s van. Dus heb ik onlangs er een tekening van gemaakt. Ik zat gelijk helemaal weer in de sfeer.







Voor de Japanners, die zo verbonden zijn met alles wat leeft in de natuur, is de bloei van de Japanse kersenbloesem (de ‘sakura’) het symbool van het voorjaar.



Een begin, dat van korte duur is, daarmee uitdrukkend dat we ervan moeten genieten voor het te laat is en dat alles onderhevig is aan invloeden die we niet allemaal in de hand hebben.

Het zijn de elementen als regen en wind en de zon die de duur van de bloei bepalen.

Het is een kwestie van overgave dus.


Helemaal de oosterse mentaliteit, die ik me inmiddels aardig heb eigen gemaakt, maar waarvan de zaadjes misschien al zijn gelegd door de Japanse kersenbloesem op de Oosterhei.



Ik (Hans, helemaal links) met twee van mijn broertjes 

Hans Smeekes

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

zaterdag 19 december 2015

Wie, Wat, Waar? Brandstoffenhandel De Ruiter, sigarenmagazijn Het Moortje


Speurder, de speurhond van Groenegraf.nl
Vandaag is een nieuwe uitzending in de rubriek Wie, Wat, Waar? bij RTV Baarn gestart. De rubriek is een samenwerking met Stichting Groenegraf.nl. U kent inmiddels onze speurhond "Speurneus". Tijdens de uitzending van de rubriek Wie, Wat, Waar? graaft Speurneus telkens een foto van Groengraf.nl op. Wij hopen dan dat de kijkers van RTV Baarn en de volgers van Groenegraf.nl de vragen die we hebben over de foto kunnen beantwoorden.








Op deze foto is het pand op Laanstraat 100 in Baarn te zien. Tegenwoordig de stek van sigarenhandel Braas. Vroeger was dit het hoofdkantoor van brandstoffenhandel Lambertus de Ruiter. Lambertus de Ruiter (1866-1951), echtgenoot van Gijsberta Rosweij, zoon van Teunis de Ruiter en Dina Steenbeek had zijn opslag aan het spoor in Baarn en nog een filiaal aan de Turfstraat in Baarn. Bovendien was er nog en filiaal aan de Nieuwstraat 14 in Soest. Die brandstoffenhandel bestaat overigens nog steeds. Boven de deur ziet u dat het gaat om Laanstraat F74, later omgenummerd tot Laanstraat 118. Nu dus Laanstraat 100. Blijkbaar had deze Lambertus ook nog een sigarenmagazijn “Het Moortje”.

Voor het winkeltje staan twee kinderen. Wie zijn deze kinderen?

Wat we precies willen weten leest u op onze site via deze link, of bekijkt u op RTV Baarn. De uitzending blijft ook te zien op onze site via deze link. Op die plek kunt u gelijk ook uw reacties plaatsen.

We zijn heel erg benieuwd of u ons kunt helpen!




RTV Baarn via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42 of via de stream op www.rtvbaarn.nlYouTube en Facebook.

Op onze site is deze rubriek te volgen via www.groengraf.nl/wiewatwaar

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

donderdag 17 december 2015

25 jaar Openbaar Slachthuis

Het Slachthuis te Baarn
Op 6 november 1947, bestond het Openbaar Slachthuis 25 jaar. Het slachthuis is inmiddels verdwenen, maar was te vinden aan de Ericastraat in Baarn. Aan het zilveren jubileum van deze gemeentelijke instelling is weinig of geen aandacht geschonken. In ons blad willen wij het echter niet ongemerkt voorbij laten gaan. Daarvoor is het grote gemeentegebouw in de uiterste Zuid-Oosthoek van ons dorp te algemeen bekend; daarvoor ook is er in de achter ons liggende kwarteeuw door leiding en personeel - vaak onder moeilijke omstandigheden - te plichtsgetrouw gewerkt in het belang van een goede voedselvoorziening der Baarnse ingezetenen.

Als we "Openbaar Slachthuis" zeggen, dan denken we aan twee namen, die hiermede ten nauwste zijn samengegroeid: Vermeulen en Soetens. Dat we de naam van de opzichterkeurmeester noemen vóór die van zijn. onmiddellijke chef, de directeur keuringsveearts, de heer Ch. F. P. Soetens, zullen de meeste plaatsgenoten niet vreemd vinden, omdat de opzichterkeurmeester vanaf de oprichting ten nauwste met het Slachthuis verbonden is. Vanaf de eerste dag heeft de heer C. J. Vermeulen alle ,,up and downs" van deze gemeentelijke instelling meegemaakt en meebeleefd. Want, zoals algemeen bekend, is het Openbaar Slachthuis de meeste jaren van zijn bestaan een zorgenkind der gemeente geweest. Vanaf 1932 tot en met 1938 was het bedrijf niet rendabel, Dit kon ook haast niet, daar het te groots was opgezet, in de hoop dat ook Soest van het Baarnse Slachthuis gebruik zou gaan maken.
C.J. Vermeulen
In 1939 had de nieuwe directeur, de heer Soetens, wegen gevonden om het tekort te doen verdwijnen en in plaats daarvan voor het eerst een batig saldo mogelijk te maken. In Maart 1936 werd de heer Soetens directeur van het Openbaar Slachthuis. In 1937 bedroeg het tekort nog f 1275.-, in 1938 was dit gereduceerd tot f 327.- en het boekjaar over 1939 sloot met een batig saldo van f 1635.-. Ook in 1940 was er een batig saldo, dat in 1941 verdween vanwege de abnormale oorlogsomstandigheden. Dat kort voor de oorlog het Slachthuis rendabel werd, 't was te danken aan de belangrijke initiatieven van de leiding: 1e. het gedeeltelijk in gebruik laten nemen van het Slachthuis door een grossiersfirma uit Barneveld, die op het Slachthuis reeds in 1937 4300 varkens liet slachten en 2e. aan het feit, dat in 1939 Baarn tot z.g. ,eerste kantoor van buitenlands vlees" werd verklaard. Hierdoor werd het mogelijk grote inrichtingen van uit Baarn van buitenlands vlees te voorzien. Slachthuis bracht dit financiële voordelen, daar voor keurloon 4 cent per kg berekend mocht worden. De oorlog werd oorzaak dat het Openbaar Slachthuis opnieuw met tekorten kwam te zitten. Begrijpelijk. De bezetter zorgde er wel voor dat er vooral de laatste oorlogsjaren maar weinig slachtvee op het abattoir verscheen.      
Van die bezetter heeft het Openbaar Slachthuis ook last genoeg ondervonden, vooral toen het gebouw in letterlijke zin bezet werd. Slachthuis en koelhuis zijn geruime tijd gevorderd geweest door Duitse militairen, die er hun worstmakerij onderbrachten, terwijl de hallen in bezit waren genomen om er kookketels en militaire voorwerpen in onder te brengen.         
In 1943 werden de werkzaamheden van de keurmeester sterk uitgebreid vanwege de invoering van de verplichte keuring in de buitengemeenten, waardoor Bunschoten en Eemnes werkterrein van de heer Vermeulen werden. Hoewel het al weer meer dan 2 1/2 jaar geleden is dat de laatste Duitser op het abattoir vertoefde, zijn de werkzaamheden nog niet zo in omvang toegenomen dat het bedrijf rendabel is geworden. Er wordt nog veel te weinig slachtvee aangevoerd en daartegenover staat dat ook deze Gemeenlelijke instelling te lijden heeft onder 'de heersende duurte. Het voor 1947 geraamde tekort is dan ook tamelijk groot. Toch is er juist de laatste maanden een lichtpuntje aan het donkere firmament verschenen.       

Op 3 september 1947 werden de 3 eerste koeien van het grossiersbedrijf Wellink uit Barneveld geslacht. Zo werd er weer begonnen met het ingebruik nemen van het abattoir in Baarn. In October werden reeds 75 runderen geslacht. Alles wijst er op, dat deze grossiersfirma weer veel slachtvee zal aanvoeren, zodat de inkomsten van het bedrijf aanzienlijk zullen stijgen.
Bij de opening van het Openbaar Slachthuis was de veearts Daams tot directeur benoemd, De heer Daarna bekleedde deze functie tot in 1934.

Sinds de opening is de heer C. Veldhuijzen als slachthuisknecht in dienst de Gemeente. Hij mocht dus vorige week Donderdag (6 november 1947) zijn zilveren jubilea herdenken, dat niet gevierd is. Vanaf de begintijd tot Mei 1945 is ook de heer G. Ravenhorst nauw aan het Slachthuis verbonden geweest. Vanwege de politieke gezindheid van zijn Duitse vrouw is deze man in 1945 geschorst; ware hij gestaakt geworden, dan zou hij niet zo zwaar getroffen zijn als thans het geval is. Van vele zijden zijn herhaaldelijk pogingen in het werk gesteld hem weer in zijn oude werkkring te plaatsen. Echter zonder succes. Ware dit wel het geval geweest, dan zou dit zeker bevrediging geschonken hebben aan leiding en personeel van het Slachthuis en aan alle Baarnse slagers.
De moeilijkheden zijn - zoals uit bovenstaande regelen blijkt - het Baarnse Openbare Slachthuis in de eerste kwarteeuw van zijn bestaan niet gespaard gebleven.

Ch.F.P. Soetens
Tot 01-06-1963 heeft de heer Soetens (27 jaar) op het slachthuis gewerkt . Hij is op 28 juli 1966 overleden.
C.J.Vermeulen

Cornelis Johannes (Cees) Vermeulen is geboren op 30-06-1897 in Baarn, zoon van Joseph Vermeulen en Maria van Dummelen. Cees is overleden op 05-01-1983 in Baarn, 85 jaar oud. Hij is begraven in Baarn, Rooms Katholieke Kerkhof, Kerkstraat. Cees trouwde, 25 jaar oud, op 23-11-1922 in Rheden met Antonia Johanna (Toos) Schoonwater, 26 jaar oud. Toos is geboren op 12-06-1896 in Dieren, dochter van Antonius Jacobus Schoonwater en Maria Theodora Spronk. Toos is overleden op 14-01-1955 in Baarn, 58 jaar oud. Zij is begraven op 18-01-1955 in Baarn, Rooms Katholieke Kerkhof, Kerkstraat.
Leen Bakker


Geplaatst door L.J.A.Bakker 

http://ljabakker.magix.net/website


Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter 

zaterdag 12 december 2015

Wie, Wat, Waar? Een Baarns voetbalelftal



Vandaag is een nieuwe uitzending in de rubriek Wie, Wat, Waar? bij RTV Baarn gestart. De rubriek is een samenwerking met Stichting Groenegraf.nl. U kent inmiddels onze speurhond "Speurneus". Tijdens de uitzending van de rubriek Wie, Wat, Waar? graaft Speurneus telkens een foto van Groengraf.nl op. Wij hopen dan dat de kijkers van RTV Baarn en de volgers van Groenegraf.nl de vragen die we hebben over de foto kunnen beantwoorden.









Wie herkent deze voetballers?

Dit is een foto van een voetbalelftal uit Baarn. Zeer waarschijnlijk BVV Baarn, dat voetbalde in de kleuren geel-blauw. Eén man kennen we: Willem Broerze (1910-1972). Hij is de man met de flinke bos haar die tussen de twee geknielde mannen door kijkt. We zijn op zoek naar de namen van de overige voetballers. Helpt u ons?

Wat we precies willen weten leest u op onze site via deze link, of bekijkt u op RTV Baarn. De uitzending blijft ook te zien op onze site via deze link. Op die plek kunt u gelijk ook uw reacties plaatsen.

We zijn heel erg benieuwd of u ons kunt helpen!

Update 14-12-2015: Dhr. Bert van Harselaar tipte ons dat de derde man staand van links zijn vader Johan (Joop) van Harselaar (1917-1956) is.

Mevr. Jenny van Dort tipte ons dat op de achterste rij, derde van rechts haar grootvader Johannes Hendrik (Joop) van Dort (1886-1963) staat.



RTV Baarn via het digitale pakket van Ziggo op kanaal 42 of via de stream op www.rtvbaarn.nlYouTube en Facebook.

Op onze site is deze rubriek te volgen via www.groengraf.nl/wiewatwaar

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter