vrijdag 29 november 2019

Oude Baarnse industrieën

Het is alweer een tijdje geleden dat ik dhr. E.A. Ledoux uit Leerdam op visite had. Dhr. Ledoux is een zoon van één van de vroegere directeuren van de fabriek Ellesha uit de Burgemeester Penstraat in Baarn: Alfred Ernest Ledoux. Aan die fabriek besteedde ik in ons weblog al eerder aandacht. Dhr. Ledoux kwam met een hoop foto's, brochures en krantenknipsels onder zijn arm bij mij thuis en we hebben een middag besteed aan het scannen daarvan. Dat materiaal zult u in de toekomst natuurlijk bij ons terugzien, dat begrijpt u. Dhr. Ledoux had echter nog een mooi item bij zich, namelijk een verslag van de leerlingen van de zesde klas van de Nieuwe Baarnse School over de Baarnse Industrieën uit die tijd. Het verslag bevat een voorwoord van dhr. J. van Dijk, destijds hoofd van de school. Helaas is het verslag ongedateerd, maar dhr. Van Dijk beschrijft in zijn voorwoord de ontwikkeling van de Baarnse industrie van na de oorlog. Het is dus in ieder geval na de oorlog gemaakt. In het verslag beschrijven de kinderen van klas 6 in het kort de verschillende bedrijven die in Baarn te vinden zijn. Vele daarvan zijn inmiddels verdwenen. In een serie wil ik dit verslag in ons weblog plaatsen, te beginnen met het voorwoord van dhr. J. van Dijk, hoofd van de school. Hou er in deze serie rekening mee dat de artikelen geschreven zijn door leerlingen uit de zesde klas, dus kinderen van 13-14 jaar oud. Hier dus de inleiding van dhr. J. van Dijk:

Industrie-tentoonstelling

verzorgd door de leerlingen der 6e klas van de Nieuwe Baarnse School

Inleiding bij de verzamelde opstellen over de Baarnse Industrie, verzorgd door de leerlingen van de Nieuwe Baarnse School.

Deze opstellen zijn het resultaat van een serie bezoeken aan de diverse industrieën van Baarn door de leerlingen van 6e klas. Bij het zoeken naar een geschikt belangstellingscentrum, wat onze leerlingen voor enige maanden zou kunnen boeien, kregen we een felkleurig boekje over de industrialisatie van ons land in handen, dat uitgegeven was door het Ministerie van Handel en Nijverheid. Na een korte bespreking peilden we voldoende interesse en gaven we de opdracht: "Onderzoek eens welke industrie hier in Baarn zetelt en tracht na te gaan of deze zich na de oorlog heeft uitgebreid". Een achttal fabrieken konden ze zo opnoemen, maar een speurtocht door de telefoongids en de plaats zelve verschafte ons 30 adressen. Sommigen gingen in groepjes of op hun eentje naar de een of andere fabriek om te vragen of ze deze mochten bezichtigen. 

Tijdens het taakwerkuur bleek bij de discussies dit initiatief toch te vage en te algemene resultaten op te leveren, daar tal van vragen niet beantwoord konden worden. Daarom stelden we een vragenlijst op, die we aan de 30 bedrijven toezonden. De enthousiasten antwoordden onmiddellijk en wensten ons succes met dit werk, met anderen moest nader contact worden gezocht en sommigen voelden er niets voor, omdat hun bedrijf thans niet op volle toeren draaide, of konden het ons niet toestaan vanwege fabrieksgeheim of een verbouwing; weer anderen sloten hun poort uit vrees voor een te groot verlies aan arbeidsprestatie. Toch kregen we bij een 20 tal een vrij entree. 

De eerste groep van 12 jongens en meisjes zwermde uit. Plechtig werden we in het kantoorgebouw ontvangen, waar we te midden van een verzameling eindproducten werden neergezet. Een lange technische verhandeling volgde, gelukkig onderbroken door een kopje thee en een flesje limonade. Maar toen de schoolbel aan het einde van de schooldag luidde, hadden we nog geen fabriek gezien. O wat een zware middag voor mijn luitjes, die in den beginne als volleerde journalisten druk aantekeningen noteerden, doch nu allang potlood en papier lieten rusten. De rondleiding door de fabriek deed hun energie weer even opveren en de proeven, die voor hen in het laboratorium werden gedaan verzoenden hen gemakkelijk met deze lange werkdag. De volgende dag voelden ze zich hele Pieten onder hun kornuiten en schepten enthousiast op over het geziene, zodat we die dag tegen heel wat jaloerse gezichten moesten kijken. Allen wilden zo spoedig mogelijk aan de beurt komen om ook eens iets te zien van deze machtige wereld der techniek. In snel tempo werden ze nu in de gelegenheid gesteld een of ander bedrijf te bezichtigen en hun onderzoekingsijver te bevredigen. 

De meeste belangstelling ging uit naar het technische proces, waarover ze op school een opstel moesten schrijven, dat, als het 't beste was, gestencild zou worden. Praktisch niemand lette er op, hoe de hygiënische toestand in een fabriek was, of het werk monotoon of afwisselend was, hoogstens werd er een onderscheid gemaakt tussen "een vies baantje" en "leuk werk". Een enkele maal werd de vraag gesteld: "Verdien je er veel mee? of Moet je er lang voor leren om dit te kunnen maken?" Natuurlijk kregen we niet overal limonade of snoep, maar wat waren ze al blij met wat afval, mislukte producten en bepaald trots waren de snuiten, als ze bij het afscheid het echte eindproduct als souvenir ontvingen.

Uit de beantwoording van de vragenlijst wisten ze al hoe je voor een bepaald bedrijf moest worden opgeleid, het jaar van oprichting, het aantal arbeiders, dat er voor de oorlog en dat wat er thans in de Baarnse fabrieken werkt, waar de grondstoffen vandaan komen en waar de eindproducten heengaan.
Wat de leeftijd van de fabrieken betreft, zien we dat de oudste reeds in 1860 geboren werd en dat ze pas in 1904 een zus kreeg. De uitbreiding staat weer 20 jaar stil, maar in 1924 en 1925 komen er weer 2 bij. In de 30-er jaren gaat het sneller; niet minder dan 10 bedrijven worden in het leven geroepen. Na de oorlog komen er nog 6 bij. 

Uit de vragenlijst zien we ook, dat het aantal arbeiders van 418 vóór de oorlog opklimt tot 770 op heden, een toename van 84%, waarmee Baarn stellig geen slecht figuur slaat. Over de financiële gegevens kan ik U niet nader inlichten, maar de kinderen vonden het machtig interessant te vernemen dat we hier toch ook een fabriek bezitten, die per jaar door zijn rechtstreekse export nog een kwart millioen oplevert aan deviezen; wat aan één de opmerking ontlokte: "Nou mijnheer, je werd er ook bar smerig". 

Bij het lezen der verzamelde opstellen zal ongetwijfeld de vraag rijzen of nu al dit werk wel verantwoord is. Hadden de leerlingen niet beter rustig in hun bank kunnen blijven zitten om zich te bekwamen in de normale schoolse kennis? Ze zouden dan op de taakuren meer tijd gehad hebben voor een studie over stadhouder Willem III, het Hollandse polderlandschap op het leven der bijen. Zeker belangrijke onderwerpen. Maar thans zijn deze leerlingen in contact gebracht met een facet van het werkelijke leven. Ze hebben gezien en gevoeld hoe het ene deel der mensen moet zorgen voor het andere deel en op zijn beurt weer verzorgd wordt door het eerste. We hebben hen er op gewezen hoe zwaar en geestdodend deze arbeid kan zijn, maar ook hoeveel arbeidsvreugde er kan liggen in het besef zich een radertje te weten in het grote economische geheel, vooral als een directie zich de moeite getroost hun personeel bij te brengen, dat, waar zij ook geplaatst zijn, zij bij het volledig inzetten van hun energie een belangrijk onderdeel van ons nationale leven, ja van de gehele mensheid vormen.

Dat deze jeugdige leerlingen hiervan kennis hebben genomen, dat ze deze materie op hun wijze hebben besproken en beschreven heeft stellig een vormende waarde voor heb gehad. Het heeft hun inspanning gekost de technische procédé's te volgen en te verwerken, maar deze inspanning is rijkelijk beloond door het vergaren van meerdere kennis en het verwerven van een beter inzicht in de technisch-economische samengang van industrie en dagelijks leven.

Uit het feit, dat vele volwassenen een vrij oppervlakkige kennis omtrent onze plaatselijke industrie constateerden, meende wij door middel van dit centre d'intérêt een poging te moeten ondernemen deze lokale nijverheid in grotere kring bekend te maken. Dat de fabrikanten deze grotere faam apprecieerden, bleek uit de vlotte toezegging om hun eindproducten voor de Baarnse bevolking te willen exposeren. Door de combinatie van deze 2 doeleinden (meerdere kennis van en beter inzicht van de leerlingen in de noodzaak tot industrialisatie alsmede een grotere bekendheid bij de Baarnse bevolking van de plaatselijke industrie) meen ik het onderwijs te hebben gediend naar het motto: de school moet het leven dienen.

J. van Dijk, Hoofd der Nieuwe Baarnse School

Met dank aan dhr. E.A. Ledoux, Leerdam


maandag 25 november 2019

Er klonk muziek op Brinkstraat 34

In onze rubriek verwelkomen wij gastschrijfster Sandra van Berkum die ons weer trakteert op een prachtig verhaal. Dit keer over Brinkstraat 34 en bewoonster Corry van der Veen.

door Sandra van Berkum


Brinkstraat 34, zoals het was
(Coll. Ferdinand Hulst)
Het was onlangs even schrikken toen rondzong dat Brinkstraat 34 ten prooi zou vallen aan de slopershamer. Gelukkig was het vals alarm en blijft het pand behouden voor Baarn. Het wordt opgeknapt. De voorgevel wordt gerestaureerd en dat is niet voor niets. Een schreeuwerige winkelpui bepaalde lange tijd het gezicht van het pand uit 1907. Maar wanneer je verder omhoog kijkt ontdek je een prachtige gevel met Jugendstilkenmerken. Op de begane grond was jarenlang ‘Firma J.C. van der Veen Modes’ gevestigd, een deftige zaak in manufacturen, fournituren en later damesmode. De familie Van der Veen woonde zelf ook in het pand. In de kamer links van de etalage stond de Steinwayvleugel van dochter Corry, een talentvol concertpianiste. Over haar gaat dit verhaal.

De gevel van Brinkstraat 34 in huidige staat.
(Foto: Groenegraf.nl)

Corry van der Veen na een concert in de voorkamer van
haar ouderlijk huis aan de Brinkstraat 34.
(Coll. Ferdinand Hulst)

Corry van der Veen kreeg de vleugel van haar vader toen ze slaagde voor het conservatorium. Het is een indrukwekkend exemplaar met een zwaar toucher; gebouwd in New York in 1892 en in Nederland geleverd door de Amsterdamse firma Bender. De Steinway ging vaak mee naar concerten. Om hem te kunnen vervoeren moesten wel eerst de poten gedemonteerd worden.
Jaren later speelden Corry’s kinderen Saskia en Ferdinand bij de vleugel wanneer hun moeder quatre-mains oefende met haar studievriendinnen. In de Tweede Wereldoorlog kropen de kinderen weg onder de grote vleugel als het geluid van bommenwerpers klonk. De vleugel werd in oorlogstijd ook gebruikt om fietsbanden in te verbergen.

Corry van der Veen met haar pianolerares Bertha Kuijer
(Coll. Ferdinand Hulst)
Een deftige zaak
Corry wordt op 3 november 1908 geboren als oudste dochter van Hendrika de Kok en Ferdinand van der Veen. Ze heeft twee jongere zussen, Dies en Nan, en een broertje, Jan. Al op jonge leeftijd toont Corry interesse voor de piano. Pianolerares Bertha Kuijer, die tegenover de Van der Veens woont, gaat haar lesgeven. Corry’s talent valt al snel op in Baarn. Wanneer er een pianist nodig is voor de wekelijkse dansavond in Hotel Zeiler weten ze Corry te vinden. Veertien is ze dan.
Na haar eindexamen aan de Hilversumse HBS gaat Corry naar de muziekschool in Utrecht en vervolgens naar het conservatorium in Amsterdam. Als ze is afgestudeerd gaat ze lesgeven. Op de gevel van Brinkstraat 34 komt een zwartmarmeren bordje te hangen met daarop in gouden letters: ‘Corry van der Veen Leerares Piano’. Corry ontvangt de meeste leerlingen bij haar thuis. Bij leerlingen die zelf een piano hebben komt ze voorrijden in haar hippe Chevrolet cabriolet. Getalenteerde kinderen waarvan de ouders het niet zo breed hebben krijgen van haar gratis pianoles.

Het bordje dat op de gevel van Brinkstraat 34 hing. Nog steeds
in bezit van zoon Ferdinand.
(Coll. Ferdinand Hulst)


Muziek in de winkel 
Naast lesgeven studeert Corry veel, soms wel acht uur per dag. Om te oefenen speelt ze mee met radioconcerten. Chopin is haar favoriet. De volle tonen en donkere bassen van haar Steinwayvleugel zijn ook te horen in de winkel die aan de voorkamer van het gezin Van der Veen grenst. Klanten blijven vaak langer om naar haar spel te kunnen luisteren! Sommigen vragen of ‘juffrouw van der Veen’ niet eens bij hen thuis wil komen spelen. Dat doet ze graag. Met enige regelmaat geeft ze huisconcerten. In villa Hoog Wolde bijvoorbeeld, waar de familie Sandberg woont. Jacoba Sandberg-Hooft Graafland ziet de jonge pianiste zelfs als haar protegee. Ze neemt Corry vaak mee naar Amsterdam om concerten bij te wonen. Zelf is de jonkvrouw geen onverdienstelijk zangeres. Bij het zingen van liederen van Schubert laat ze zich graag door Corry begeleiden op de piano.


Het programma van een concert in het Baarnsch Lyceum op 14 januari 1936.
(Coll. Ferdinand Hulst)
Subliem spel
Het felicitatiekaartje van dirigent Mengelberg.
(Coll. Ferdinand Hulst)
Corry’s leven draait om de piano – studeren, lesgeven, optreden. Haar carrière neemt een grote vlucht. Ze concerteert van Den Haag tot Brussel. Met het radio-orkest van de N.C.R.V. en het Gooisch Symphonie Orkest onder leiding van dirigent Kees Hartvelt speelt ze onder andere pianoconcerten van Beethoven en Mozart.
In de dagbladen wordt lovend geschreven over haar ‘schitterende aanslag’, ‘parelende techniek’ en ‘sublieme spel’ dat zo weet te ontroeren. In 1934 speelt ze onder leiding van Willem Mengelberg. De beroemde dirigent schrijft haar na afloop een felicitatiekaart.
Ook in Baarn geeft Corry regelmatig concerten, in de aula van het Baarnsch Lyceum bijvoorbeeld. In de grote zaal van het Badhotel treedt ze in februari 1938 op met sopraan Jo Vincent. In de vestibule is het zó druk dat het concert te laat begint. De zaal zit afgeladen vol. Corry’s ouders zijn maar wat trots wanneer een foto van hun dochter de volgende dag de voorpagina van de Baarnsche Courant haalt.

Het Tolhuisje aan de Eemweg
(Coll. Ferdinand Hulst)
Dirk-Jan 
In 1934 neemt Corry haar intrek in het Tolhuisje aan de Eemweg. De vleugel verhuist met haar mee. Wanneer in de straat riolering wordt aangelegd, belt er op een dag een bouwopzichter aan: Dirk-Jan Hulst. Hij is niet alleen handig maar blijkt ook nog eens zeer muzikaal te zijn. Dirk-Jan speelt gitaar en zingt operette. Het klikt en de twee trouwen met elkaar. In 1941 verruilt Corry haar Baarnse Tolhuisje voor een woning in een pittoresk laantje in Bilthoven. Voor haar leerlingen en het zingen met Jacoba Sandberg reist ze nog wekelijks met de stoomtrein naar Baarn.
Bij de familie Hulst wordt veel gemusiceerd. Wanneer Corry en Dirk-Jan een goede bui hebben, worden er Weense liederen gezongen. Ook zus Dies van der Veen is vaak van de partij. Zij is een voortreffelijk violiste die bij verschillende orkestverenigingen speelt. Als de terrasdeuren openstaan, genieten de buren van de ‘concerten’ in huize Hulst!
‘Echte’ optredens zijn er niet veel meer voor Corry. De oorlog heeft de vaart uit haar loopbaan gehaald en bovendien ontbreekt het haar aan tijd om te studeren. Ze heeft inmiddels haar handen vol aan haar twee kinderen die slechts anderhalf jaar schelen in leeftijd. Daarnaast helpt ze samen met Dies op dinsdag en zaterdag in de zaak van hun ouders in Baarn. De zusters Van der Veen zijn knappe verschijningen die artistiek en kleurrijk gekleed gaan en graag rinkelende armbanden en kettingen dragen. Van zaken hebben ze ook verstand. Na het overlijden van hun ouders zetten zij het bedrijf met veel succes nog jarenlang voort.

Geroemd
Ferdinand achter de vleugel van zijn moeder Corry
(Foto: Groenegraf.nl)
Corry van der Veen overlijdt op 27 januari 1990. Het jaar ervoor laat haar zoon Ferdinand haar geliefde Steinwayvleugel restaureren. Ze heeft er zelf nog even op kunnen spelen. Twee keer per jaar organiseert Ferdinand een huisconcert. Dan worden er stukken ten gehore gebracht die zijn moeder destijds ook zo graag speelde. De prachtige klank van de oude vleugel waarmee Corry zoveel concerten heeft gegeven en waarop zoveel Baarnse leerlingen les hebben gehad, wordt nog steeds geroemd door de concertpianisten die er op spelen.


101 jaar Firma Van der Veen 
De historie van de ‘Firma J.C. van der Veen in Manufacturen’ begint in 1874, als 
Jan Cornelis van der Veen en Cornelia Kübatz een manufacturenwinkeltje in de buurt van de Brink openen. In 1881 kopen ze een pand op de hoek van de Brinkstraat en de Kerkstraat. Naast geweven producten, zogeheten manufacturen, verkopen ze allerlei zaken voor dagelijks gebruik. Van kachelpoets, ondergoed en badgoed tot tropenuitrustingen en ‘muskietentulle’. Ook is J.C. van der Veen het adres voor ‘stof aan de meter’ en luxe fournituren zoals garen, band, knopen en pailletten. 
Een oude ansichtkaart van de Brinkstraat. Links het pand van J.C. van der Veen
In 1907 laat Jan Cornelis voor zijn zoon Ferdinand een groot pand bouwen aan de Brinkstraat, het huidige nummer 34. Daar wordt de zaak voortgezet. In het adresboek van 1917 wordt achter Ferdinands naam als beroep vermeld: ‘manufacturier’. Hij is een levensgenieter en heeft vele bezigheden, waaronder fotografie en het bouwen van radio’s. Het is zijn echtgenote Hendrika die de leiding heeft over de zaak. Het aimabele en gastvrije echtpaar bouwt al snel een uitgebreide en trouwe klantenkring op. 
Nadat hun ouders overleden zijn, zetten dochters Corry en Dies van der Veen in 1954 de winkel voort onder de meer eigentijdse naam ‘J.C. van der Veen Modes’. Aan het ruime assortiment manufacturen en fournituren voegen zij naast luxe badkleding ook chique ‘bovenkleding’ toe, zoals rokken, vesten en twinsets. Tot op hoge leeftijd bestieren Corry en Dies het familiebedrijf. In 1975 valt het doek en wordt Brinkstraat 34 verkocht.

Dit verhaal is een bewerking van het verhaal in Baarn Magazine (najaar 2017)







Dit verhaal verscheen op maandag 25 november 2019 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

 ’Vandaag is morgen alweer gisteren 


‘Vandaag is morgen alweer gisteren’ is een initiatief van de Historische Kring Baerne en Stichting Groenegraf.nl en verschijnt periodiek op maandag in de Baarnsche Courant en in het weblog van Groenegraf.nl. De verhalen worden afwisselend geschreven door 
Ed Vermeulen en Eric van der Ent. 

Wilt u meer lezen over oud Baarn?

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat 
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
 per email aan groenegraf.baarn@gmail.com

zaterdag 23 november 2019

45 jaar garagebedrijf A.H.C. Vlug in de Leestraat

Automobielbedrijf A.H.C. Vlug  is opgericht op 24 april 1952 in een kleine schuur in de Leestraat op no;8.




Daarna hebben er verschillende verbouwingen plaatsgevonden waaronder ook de plaatsing van benzinepompen van Mobiel in 1958.

Rond 1983 is het oude gebouw van de Luctor en het aangrenzende huis van de heer Bon gesloopt waarna de laatste grote verbouwing van de garage was.

Vader A.H.C. Vlug is tot het voorjaar van 1990 werkzaam geweest in "zijn garage". In augustus 1990 is hij overleden.

Vanaf die tijd heeft zijn zoon E.A. Vlug de zaak voortgezet.

Garage Vlug en recht het gebouw van Luctor

de garage rond 1958


de garage rond 1960 - 1961

de garage rond 1960 - 1961

de garage rond 1960 - 1961

De garage voor de sloop in 1997

de sloop van de garage in april 1997

de sloop van de garage in april 1997

de sloop van de garage in april 1997

geplaatst door L.J.A.Bakker

donderdag 21 november 2019

Tradities in Baarn: van ’Lichtjesavond’ tot Kerststallenroute ’De Weg van het Licht’

door Ed Vermeulen


Lichtjesavond in De Ark (Foto: Martijn Merkens)
Traditie: het overdragen van persoon op persoon en van generatie op generatie van cultuurgoederen, overlevering en hetgeen dat wordt overgeleverd, een van oudsher bestaand gebruik en het handelen volgens overgeleverde gebruiken.                                              

Deftige omschrijving van zaken die in ons leven een belangrijke rol spelen of speelden. Soms denk ik wel eens dat het leven uit louter tradities bestaat en misschien is dat ook wel zo. De beleving zal van persoon tot persoon verschillen en kan, afhankelijk van hoe u in het leven staat, sterk wisselend zijn of, ook niet onbelangrijk, waar en bij wie ooit uw wieg heeft gestaan. Sommige tradities gingen, ingehaald door de tijd, verloren zoals het defilé bij Paleis Soestdijk en de muzikale Kerstnachtroute van het Leger des Heils. Er ontstonden ook nieuwe: waaronder ’Lichtjesavond’ en de kerststallenroute ’De Weg van het licht’, beiden inmiddels resp. voor de vijftiende en vierentwintigste keer vaste waarden in het Baarnse leven en tegelijkertijd lichtpunten in de donkerste maanden van het jaar.





Lichtjesavond 
Deze bijzondere avond welke inmiddels op donderdag 7 november 2019 werd gehouden bood opnieuw de gelegenheid om op meerdere plekken waaronder De Ark in de Reigerstraat en De Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Wijkamplaan, onze dierbare overledenen te herdenken: op een waardige wijze omlijst door muziek, gedichten en een korte overdenking en gevolgd door het noemen van de namen en het aansteken van een kaarsje. Een avond welke door velen benoemd is als een van de indrukwekkendste en mooiste avonden van het jaar. 






De Weg van het Licht, van alle tijden
Met Kerstmis vieren christenen over de gehele wereld de geboorte van Jezus welke volgens overlevering plaatsvond in een stal in Bethlehem nu ruim tweeduizend  jaar geleden. De basis van de Europese kerststallentraditie werd gelegd door de heilige Franciscus van Assisi in het jaar 1223 bij het Italiaanse stadje Greccio en begon met het uitbeelden van een levende kerststal. 



Geloof, hoop en liefde
Kerststal met een knipoog















Vervolgens vormde in 1994 een grote kerststal op een plein in het stadje Malmédy in de Belgische Ardennen de inspiratie tot het realiseren van de Baarnse kerststallenroute in het oude deel van ons dorp: kleurrijk vastgelegd geheel onder de naam ’De Weg van Licht’. Vanaf woensdag 18 december 2019 tot en met zondag 5 januari 2020 staan in ruim  honderdzestig tuinen tot elf uur ‘s avonds verlichte kerststallen en andere kersttaferelen opgesteld. De verscheidenheid is groot: veel traditionele, maar ook meer eigentijdse modern gestileerde stallen, maar ook stallen ’met een knipoog’ en wandkleden.

Op 1e Kerstdag (woensdag 25 december) kunt u om 15.30 in de Nicolaaskerk (Kerkstraat) het traditionele ’kindjewiegen’ bijwonen.


De weg van het licht  
Ook buiten de ’officiële’ route staan in een groot aantal tuinen kerststallen opgesteld De route begint aan de Faas Eliaslaan, loopt vervolgens langs de Heilige Nicolaaskerk, Kerkstraat, om via Dalweg en Eemnesserweg naar Hoog Baarn te gaan. In totaal een ongeveer vier kilometer lange wandeling door  winters Baarn. Daarbij biedt de Kerststallenroute aan (groot) ouders de unieke mogelijkheid om de oorsprong van het Kerstverhaal aan hun (klein) kinderen te verklaren. Uw schrijver loopt deze route sinds het begin, 1994, waarbij de eerlijkheid hem gebiedt te stellen dat zijn weg van zijn eigen warme stal naar het dorp hem langs een stuk van de route voert.

Kerststal Villa Elias, Faas Eliaslaan  (Foto: Nancy Nieuwenhuis)


Zo wijd de wereld strekt: een kleine geschiedenis                
Caganer Catalan: ’t Poeperdje
Wereldwijd vind u stallen in allerlei stijlen van Griekenland tot Ierland en van Finland tot Spanje, maar ook door geheel Zuid Amerika. Zo ook de kerststal in  zeemanshuis ’Stella Maris’ in Buenos Aires waar ik in mijn jaren op zee wel eens aanlegde. Met hierbij de bekentenis in die  jaren meer oog te hebben voor de Maria achter de bar dan die in de stal. Bijzonder is ook dat in Spanje in de regio Catalonië rond Barcelona een specifieke traditie in ere wordt gehouden: de Caganer Catalan, het Poeperdje, een man op zijn hurken die aan het poepen is! Een sterk ontwikkeld historisch besef van afscheiding, nog immer aanwezig! Deze figuur is over het algemeen aan de achterkant van de kerststal verstopt. Zijn behoefte wordt gezien als het symbool van de vruchtbaarheid der aarde, ontstaan in de 18e eeuw. Ook in de Baarnse kerststallenroute heeft de Caganer een plekje gekregen: aan u de taak om hem te vinden!
               
Ten slotte
Welke weg u ook bewandelt in uw leven: ’het pad der rechtvaardigen dat is als de morgenglans’ of uw eigen ’boulevard of broken dreams’ u wandelt in de zekerheid dat ’Lichtjesavond’ en de ’Weg van het Licht’ licht en mogelijk ook troost brengen in donkere dagen en dat beiden zijn opgenomen in de eregalerij van Baarnse tradities.


Met dank aan: 
Jacqueline van den Eshof-Ansinger  (Kerststallenroute) 
Annelies van Pijpen en medewerkers (Lichtjesavond)

In de duisternis verlichten deze kaarsen uw pad   (Foto: Martijn Merkens)

Ed Vermeulen (1942)











Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat 
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
 per email aan groenegraf.baarn@gmail.com

vrijdag 8 november 2019

Rusthoek een echt Baarns huis

 

In 1771 kocht Hendrik Rietveld een stuk grond in Baarn en liet daarop het landhuis “Zeezicht” bouwen. Pas later kreeg het de naam “Zeerust”. Een eeuw later veranderde nieuwe eigenaren de naam in  “Rusthoek”.

Rusthoek is gebouwd in 1905 op de plaats van een oudere voorganger Zeerust. De villa werd ontworpen door de architecten Th. G. Schill en D.H. Haverkamp die tijdens de bezetting enkele malen door Seyss Inquart betrokken werd. Het huis in neobarokstijl is deels geïnspireerd op de Duitse barok en heeft in het interieur elementen in neo-Lodewijkstijl. 

Villa Rusthoek
De aan de J.F. Kennedylaan gelegen villa is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en telt boven een natuurstenen plint twee bouwlagen onder een mansardedak met de nok evenwijdig aan de weg. De gevels worden gesierd door geprofileerde dakgoten. De vensters worden bekroond door natuurstenen sluitstenen. In het midden bevindt zich op het dak een achthoekige, met glas dichtgezette lantaarn. Hierin bevindt zich een uurwerk, gefabriceerd door de firma Eijsbouts, en genummerd 227. De lantaarn wordt bekroond door een koperen dak met windvaan. De voorgevel of zuidgevel wordt gekenmerkt door een natuurstenen middenpartij van drie vensterassen voorzien van een acolladevormige bekroning. Hierin is een ovaal venster gezet. 

Tegen de eerste bouwlaag is een natuurstenen serre geplaatst die tevens dienst doet als balkon. Terzijde van het natuurstenen middendeel bevinden zich twee vensterassen. De gevel wordt beëindigd door hoekrisalieten. Deze zijn aan beide zijden voorzien van bakstenen hoeklisenen waartussen in de eerste bouwlaag een drielichtsvenster is gezet. De tweede bouwlaag is geaccentueerd door een natuurstenen balkon met balkondeuren in een natuurstenen classicistische omlijsting. De top doorbreekt de gootlijst en heeft een tweelichtsvenster in een natuursteen. De top is afgewerkt met natuurstenen krulwerk en een cartouche. Tussen de hoekrisalieten ligt een verhoogd terras met een balustrade. De rechterzijgevel bevat de hoofdentree. Deze bestaat uit een deur met zijlichten en een halfrond bovenlicht. De natuurstenen omlijsting van de ingang bestaat uit pilasters, een kroonlijst en een imitatie-balkon. Hierboven bevindt zich een groot venster met glas-in-lood in een natuurstenen omlijsting ter verlichting van het trappenhuis voor de bedienden. In de eerste bouwlaag bevindt zich voorts nog een paar openslaande deuren en de eerste steen. Deze heeft de tekst:`Gedenksteen geplaatst op 10 juni 1905 door Johannes del Baere.' In de tweede bouwlaag bevinden zich voorts twee T-vensters. Het dakschild wordt doorbroken door drie dakkapellen. 

Tegen de linkerzijgevel is een aanbouw van één bouwlaag gezet. De gevel is wat het overige betreft regelmatig ingedeeld met openslaande deuren in de eerste bouwlaag en vensters in de tweede bouwlaag. Tegen de achtergevel is een recente aanbouw van één bouwlaag gezet die buiten de bescherming valt. De gevel heeft hoekrisalieten. Rechts van het midden bevindt zich een groot venster ten behoeve van het trappenhuis. Voor het overige zijn de gevels regelmatig ingedeeld met vensters. De hoekrisalieten bevatten drielichtsvensters met bovenlichten, het middendeel T-vensters en een rondboogvormige voormalige achteringang. De plattegrondindeling bestaat uit twee kruislings geplaatste gangen met kamers in de hoeken. 

De gangen hebben marmeren vloeren en stucwerk. De trap heeft gesneden houten leuningen en voluutbalusters. Het trappenhuisvenster, een venster op de eerste verdieping en een aantal deuren zijn voorzien van glas-in-lood. De bordestrap heeft een in neo-Lodewijkstijl uitgevoerde leuning. De voormalige eetkamer en de biljardkamer bezitten de oorspronkelijke houten lambrizering. Waardering complexonderdeel 1 De villa is van architectuurhistorische waarde vanwege het bouwtype, de bouwstijl en de bijzondere detailleringen in zowel exterieur als interieur. 

(bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)