vrijdag 27 december 2019

De kanonnen naast de Naald



De gedenknaald is een obelisk en werd opgericht in 1820. Opvallend is het bos afgebeeld op deze oude ansichtkaart achter de Naald. De beide stukken veldgeschut, die er hebben naast gestaan, zijn niet uit 1815 afkomstig, maar herinneren de voortreffelijke leiding der krijgsbewegingen door den prins in 1830. 't Zijn Belgische kanonnen, afkomstig uit den Tiendaagschen Veldtocht in 1830 en waren veroverd op de Belgen.

De Kanonnen bij de Naald
Deze kanonnen waren "6 ponders met een voorwagen". Nog net te zien op de hier onderstaande afbeelding naast de Naald.

1 van de twee 6 ponders met voorwagen


6 ponder met munitiewagen
Het geschut werd geplaatst op een affuit, een onderstel dat veelal was geconstrueerd van iepen- en eikenhout met een smeedijzeren beslag. Gelet op het gewicht van met name kanonnen (een 48-ponder woog veelal 3.458 kilo, een 24 ponder 2.223 kilo, een 12 ponder 1.580 kilo en een 6 ponder 1.037 kilo) werden voor het op- en afladen en het verplaatsen krachtwerktuigen gebruikt, zoals een hijsbok en een triquebal (ook wel mallejan genoemd), een wagen waarmee zware lasten konden worden opgetild en verplaatst. Met enige regelmaat werden hiervoor ook paarden ingeschakeld van boeren uit hun omgeving. 


De kanonniers werden bij het uitoefenen van hun taak bijgestaan door andere “artillerie-bedienden”, zoals de zogeheten handlangers, die hielpen bij het laden en schoonmaken van de vuurmonden.
model 6 ponder met voorwagen

6 ponder die in Baarn heeft gestaan zonder voorwagen
Waar zijn ze uiteindelijk gebleven?
De oorspronkelijke kanonnen zijn in 1926 overgebracht naar het Legermuseum "Armamentarium" in Delft.

Van de oorspronkelijke kanonnen kon Paul van Brakel, de conservator van het huidige Nationaal Militair Museum (NMM) te Soesterberg, mij bevestigen dat het om 6-ponders gaat. Deze twee originele exemplaren zijn in 1926 inderdaad bij het Legermuseum (nu Nationaal Militair Museum) terechtgekomen. Van één exemplaar uit hun collectie is bekend dat deze bij de naald in Baarn heeft gestaan, mét voorwagen. Dit exemplaar staat momenteel in de opslagruimte van het NMM te Soesterberg. Van een mogelijk tweede exemplaar lijkt deze herkomstinformatie verloren gegaan.


Andere kanonnen naast de Naald
Er hebben nog diverse andere soorten kanonnen naast de Naald gestaan zoals de navolgende afbeeldingen laten zien.

Vestingkanon 11 cm
Ook hebben er in het verleden 2 vesting kanonnen 11 cm gestaan. Deze staan nu opgesteld in de permanente tentoonstelling (paviljoen II) van het Nederlands Artillerie Museum 't Harde (thans omgedoopt tot Historische Collectie Korps Veldartillerie). Bij navraag daar is dit nog eens bevestigd.

Kijk hoe mooi deze is !














25-ponders
De laatste twee exemplaren zijn 25-ponders geweest. Van de 25 ponders is niet bekend waar zij gebleven zijn. 25-ponders worden tegenwoordig nog steeds gebruikt voor ceremoniële doeleinden (afgeven saluutschoten bijvoorbeeld).
Vestingkanon Ned. Artillerie Museum
Mogelijk dat deze voor dit doel zijn ingezet.

Het onderhoud van deze kanonnen vonden steeds plaats bij het scholingsinstituut voor de artillerie dat op de Legerplaats bij Oldebroek gevestigd is. Bij de laatste onderhoudsbeurt, nog ver vóór het millennium, heeft Prins Bernhard aangegeven de 25-ponders niet terug te willen. Dit ‘moderne’ naoorlogs geschut zou teveel misstaan bij de historische uitstraling van het monument. Sindsdien staan er geen kanonnen meer bij het monument.

Het verzoek om deze eventueel terug te plaatsen is lastig. De 6 ponder is afkomstig als buit uit de 10-daagse veldtocht, een te zeldzaam exemplaar om in weer en wind te laten staan.

een ander vestingkanon
een vestingkanon van dichtbij bij de naald

voorbeeld van een 25 ponder

maandag 23 december 2019

Baarn op de wereldzeeën: KERSTFEEST OP ZEE.

door Ed Vermeulen


KERSTFEEST OP ZEE 
herinneringsbordje
Kerst 2019 nadert. Een goed moment om in mijn ‘varende’ verleden te duiken en in de verhalenreeks ’Baarn op de wereldzeeën’ mijn mooiste en dierbaarste ’Kerstfeest op zee’ herinneringen met de lezers van Groenegraf.nl te delen. Bedenk bij het lezen van dit verhaal dat mijn scheepsreizen nagenoeg altijd begonnen in Rotterdam, maar dat ikzelf altijd Baarn als thuishaven heb gehad. De meeste van mijn Kerstherinneringen zijn dan ook gekleurd zijn met een Baarns tintje.


Juni 1959: Na het eindexamen in juni 1959 en de daarbij behorend diploma uitreiking organiseerden mijn boezemvriend Nico Driessen, met wie ik vijf schooljaren lang lief en leed gedeeld had, en ik, ons afscheidsfeest in de tuin van Villa Boekenrode aan de Eemnesserweg.  Het werd een mooi feest met veel romantische hoogtepunten.



Op 12 juni monsterde ik aan als lichtmatroos op het m.s. Lelystad, een coaster met als thuishaven Dordrecht en maakte een mini wilde vaart reis van ruim zes weken langs diverse Noord Europese havens. Begin augustus ging ik nog twee weken naar Bonn, Duitsland. Ik logeerde zoals wel vaker bij een goede vriend en zijn ouders, ooit ontmoet op Texel. In Bonn had ik Annette ontmoet. ’Die, der, dem, das. Sie liebt mich, sie liebt mich nicht’. Mijn Duits werd met de dag beter. Begin september begon ik aan de éénjarige, interne, opleiding tot stuurmansleerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Kweekschool voor de Scheepvaart, Prins Hendrikkade Amsterdam

Mijn vriend Nico ging scheikunde studeren aan de Technische Hogeschool van Eindhoven. Zijn beslissing om uiteindelijk ook naar zee te gaan, lag nog in de toekomst verborgen.

Kerstwijding Het Baarnsch Lyceum:       
De jaarlijkse kerstwijding behoorde tot onze schooltraditie. Deze stijlvolle bijeenkomst werd in de week voor kerst in de Aulo van de school gehouden en in later jaren in de Pauluskerk gelegen in het hart van Baarn, de Brink. Voor sommigen een geestelijk hoogtepunt, maar voor alles het teken van de naderende kerstvakantie. Rector Driessen sprak op gloedvolle wijze een kerstboodschap. Hij deed dat met veel gevoel. Tijdens zijn lessen bijbelkennis werd duidelijk dat hij de kunst verstond de inhoud van de Bijbel op een aansprekende manier over te brengen. Ik kon het weten: had immers niets voor niets vijf jaar (1948-1953), op de Hervormde Lagere School in de Spoorstraat gezeten.

De Hervormde Lagere School in de Spoorstraat
 (Coll. Groenegraf.nl)

Het schoolkoor onder leiding van onze muziekleraar en koordirigent, de onvergetelijke en inspirerende Carel Laoût, zong een aantal kerstliederen. Gelouterd en gesterkt door de mooie woorden gingen wij de Kerstdagen tegemoet. Iedereen hoopte dat het bij het verlaten van de kerk zou sneeuwen, maar ook toen al  was een witte kerst een zeldzaamheid.



Er ging een bus naar Soest (Coll. HKB)
Kerstwijding 1959: In december, tijdens weekend verlof, bezocht ik de kerstwijding van mijn ’oude’ school Het Baarnsch Lyceum.  In mijn prachtige uniform, uitgaanstenue, voelde ik mij een hele bink. Tijdens de dienst zag ik het meisje, waarmee ik nog maar slechts een half jaar geleden het eindexamenfeest had gevierd. Er was oogcontact en na afloop spraken wij elkaar. Ik kreeg het gevoel dat het een bijzondere kerst zou kunnen worden. Dit gevoel was echter van korte duur nadat mij duidelijk werd dat zij inmiddels een vaste vriend had.
Das Buch der sieben Meere
Ik bracht haar naar de bushalte op het Stationsplein en nam afscheid. Het regende, in geen velden of wegen een sneeuwvlok te zien: door een kletsnatte Laanstraat liep ik naar huis. Kerst 1959 kocht ik mijn eigen kerstcadeau: Buddy Holly’s single ‘That’ll be the day’. Nog steeds onbeschrijflijk mooi! Maar misschien was ’Raining in my heart’ een betere keuze geweest. Oud en nieuw vierde ik in Bonn. Van mijn Duitse vriendin Annette kreeg ik een prachtig boek als kerstcadeau: ’Das Buch der sieben Meere’. Verhalen van de zee!       

Ondanks dit liefdevolle gebaar was het ’Junge komm bald wieder’ gevoel weg, ingehaald door de tijd, uitgegaan als een opgebrande kerstkaars. Terug in Amsterdam, op weg naar de Kweekschool voor de Zeevaart deed ik in mijn toenmalige stamcafé in de Utrechtsestraat een paar kwartjes in de jukebox: Sarah Vaughan zong: ’Broken Hearted Melody’.




Advent 1960: In september 1960 maakte ik mijn eerste reis als leerling stuurman op het m.s Aludra, een spiksplinternieuw vrachtschip van de Rotterdamse rederij Van Nievelt, Goudriaan en Co’s Stoomvaartmaatschappij. Ook mijn vriend Nico had zijn toekomst inmiddels een nautische wending gegeven. Hij was in dienst getreden van de Amsterdamse rederij KNSM. Op, ook zijn eerste reis als leerling stuurman sloeg het noodlot toe.“Nico Driessen op zee omgekomen ”. De kop van een berichtje in de Baarnsche Courant van 8 november 1960, "In de nacht van 4 op 5 november 1960 is naar alle waarschijnlijkheid de stuurmansleerling Nico Driessen van het m..s Kreon, 25 mijl ten Z.W van Kaap Lizard overboord geslagen en daarbij in de golven omgekomen".



Prachtig scheepsmodel m.s. Kreon
Foto: Coll. Willem Barten


Via een door mijn moeder gestuurd telegram was ik tijdens de reis op de hoogte gebracht van dit verschrikkelijke nieuws. Het krantenbericht las ik op 10 december, de dag dat ik, weer terug in Rotterdam, afmonsterde van de reis. Nico, mijn vriend gedurende vijf gymnasiumjaren was voorgoed weg uit mijn leven. Ik bracht een bezoek aan zijn ouders en deelde hun verdriet. Ik mocht een keuze maken uit de door de rederij thuisbezorgde plunje. Een warme jas voor op wacht en een paar laarzen vormden de laatste tastbare herinneringen. Op verzoek van de redactie van ANIMO, de schoolkrant van Het Baarnsch Lyceum schreef ik een ’In Memoriam’ voor mijn overleden vriend. Mijn verhaal werd geplaatst in het kerstnummer, samen met een ontroerend gedicht van de conrector, de heer Schults. De eerste twee regels luidden: "Hij las aan tafel bij de lamp, toen gleed het boek hem uit de handen". Advent 1960 nam ik definitief afscheid van een vriendschap. Op 17 december vertrok ik met de Aludra voor haar tweede Zuid Amerika reis van Rotterdam, via Las Palmas, naar Rio de Janeiro. Kerstfeest op zee, dat wel, maar bij mij ontbrak het echte kerstgevoel. Iemand zei me dat het leven verder ging.

m.s. Aludra, haven Rotterdam, rechts tunnelgebouw Maastunnel


1961: Mooiste Kerstcadeau. Augustus 1961, monsterde ik voor de vierde en tevens laatste keer af van het m.s. Aludra. Mijn jaar als stuurmansleerling zat er op. Ik had mij in Amsterdam in laten schrijven voor de opleiding derde stuurman grote handelsvaart. Plaats van handeling: Hogere Zeevaartschool, Foeliedwarsstraat. De tijd van het grotere werk en de vooruitgang leek aangebroken. Niets was echter minder waar. Terwijl de mij toebedachte studietijd als los zand door mijn vingers gleed, verliep mijn studie steeds rommeliger. Ik ging fluitend, dat wel, zeg maar gerust flierefluitend, door het leven en van studeren kwam niet veel. In december bereikten mijn studieactiviteiten een absoluut dieptepunt. Ik stond op het punt het bijltje er bij neer te gooien. De ommekeer kwam toen ik op tweede kerstdag, op de verjaardag van een goede vriend, een lief, mooi en vrolijk Indisch meisje ontmoette. Marty, geboren in Magelang in het voormalig Nederlands Indië, voor werk vanuit Leeuwarden naar Baarn gekomen: eerste kapster bij Kapsalon Kwakernaat op de Sparrenlaan. Het was liefde op het eerste gezicht. De liefde was en is nog steeds wederkerig. De zon ging weer schijnen in winters Baarn. Mijn leven werd anders, ik had iets om naar uit te kijken. Een gezamenlijke toekomst lag in het verschiet. Er zijn maar weinig woorden voor nodig om vast te leggen dat ik Kerst 1961 mijn mooiste kerstcadeau ooit heb gekregen! 

 Marty, you’re still the one!
Coll. Marty Vermeulen-van der Wal

Kapconcours met als model mevr. Witteveen e/v Chris Witteveen.
Wim en Nel Kwakernaat kijken belangstellend toe.
(Coll. Marty Vermeulen-van der Wal)

m.s. Alkes in New York, een tikkie roestig
Foto: Coll. Willem H. Moojen
1962: De barre winter van 1962-63. 8 december 1962 monsterde ik aan als 4e stuurman op het ms. Alkes. Het in 1957 gebouwde vrachtschip voer op de lijn New York via de Middellandse Zee naar de Perzische Golf en weer terug naar de USA. De Alkes had in de Perzische Golf, naar ik mij herinner in Abu Dhabi, averij opgelopen aan het laadgerei welke in Newark, New Jersey gerepareerd zou worden. De naam van de reparatiewerf was ’Bethlehem Steel’. Hoe toepasselijk met de kerstdagen in het vooruitzicht. Het was koud, bitter koud. Temperaturen van vijfentwintig graden onder het vriespunt waren géén uitzondering! Onze dokbeurt duurde lang, te lang, naar onze zin.



Newark, Hudson River. Winter 1962-63. Het was koud, bitterkoud!


Moment voor bezinning, Saint Patrick's
Cathedral, New York
Kort voor kerst verhaalden wij naar Hoboken. Om de kersttijd waardig door te komen bezochten we het Zeemanshuis, op 42nd Street, in hartje ’downtown’ Manhattan. Een redelijk serieuze gelegenheid dat wel, maar bij gebrek aan dollars een goed en warm alternatief voor het koude Hoboken. Goed en charmant gezelschap, hot chocolate en Christmasbiscuits! Laat de feestdagen maar komen. Onze 3e stuurman, Gerrit Kerssens, had een ouderwetse katholieke opvoeding genoten en wist wat goed voor ons was. Onder zijn bezielende leiding gingen we op tweede kerstdag met ons vieren, leerling stuurman Bob, een 4e w.t.k en ikzelf, naar een mis in de Saint Patrick's Cathedral. Binnen in het indrukwekkende kerkgebouw was het redelijk warm en vooral sfeervol. We volgden de mis en luisterden naar de gewijde, door een groot koor gezongen, kerstliederen. Op de knieën in gebed verzonken, zijn we alle vier in slaap gevallen. Een priester op ronde heeft ons gewekt. Merry Christmas boys! God bless!





Door de tand des tijds verkleurde foto van het 
m.s. Aldabi in haven Buenos Aires 
(Coll. Frank Haalmeijer)
December 1963: goed voer en een warme stal. In deze periode voer ik als 4e stuurman op het ms. Aldabi, ’Grand Old Lady’  van de Rotterdam Zuid Amerika Lijn.



m.s Aldabi  ’Grand Old Lady van de RZAL’
(Coll. Frank Haalmeijer)
Onderweg van Bahia, Brazilië, via Las Palmas naar onze thuishaven Rotterdam. Kerstmis thuis bleek een onhaalbare zaak te worden. Het bijzonder goed verzorgde en smakelijke kerstdiner werd op volle zee genuttigd. Goed voer, zonder enige twijfel! Ook de jaarwisseling vierden we op zee. Kort voor aankomst Antwerpen ontving ik een telegram van mijn verloofde. De tekst luidde min of meer als volgt: ‘Moeten tijdens komend verlof trouwen. Woonruimte geregeld. Liefs Marty’. Een tekst die voor veel hilariteit aan boord zorgde en volgens mijn meelevende collega’s reden gaf tot een feestje. Uiteindelijk bleek het niet om uitbreiding van ons prille geluk te gaan, maar was mijn lief er in geslaagd een bovenetage in een oude villa aan de Ruyterlaan te huren. Het huurcontract loog er niet om: ’huurdersparen werden geacht getrouwd te zijn’. Samenwonen was dus uit den boze.
9 januari 1964 meerde de Aldabi af in Rotterdam. Een paar weken later waren we  getrouwd. De warme stal in Baarn wachtte!

                       
De Ruyterlaan 4, van 1964 tot 1968 onze warme stal!
                                                           
m.s. Marian Maria in haven van Marseille
1966 Kerstgroet vanuit volle zee. Kort voor Kerst 1966 voer het m.s. Marian Maria door Straat Messina op weg van Marseille naar Beirut. Rustig weer, goed zicht. Ik was 2e stuurman en liep de twaalf-vier wacht.

 Na het middagmaal kwam kapitein Jan Bos, een gemoedelijke Noord Hollander, op de brug een praatje maken. Terwijl we samen stonden te kletsen zagen we in de verte aan bakboord een aantal vissersschepen.
‘Zet de telegraaf maar op Stand-By voor manoeuvreren, stuurman’ zei onze ‘Ouwe’. Ik keek hem niet begrijpend aan,  deed wat me gevraagd werd en waarschuwde tegelijkertijd de machinist van de wacht. Kapitein Bos was inmiddels naar beneden gegaan en kwam terug met een mandje, met daarin een paar sloffen sigaretten, een fles jenever en iets dat leek op een enveloppe. Toen een van de vissersbootjes binnen gehoorsafstand gekomen was, praaiden we de visserman, zwaaiden met de sloffen, er werd bijgedraaid. Hij kwam min of meer langszij, het aan een hieuwlijn vastgemaakte mandje werd neergelaten, sigaretten en de geheimzinnige enveloppe gingen eruit, en een aantal bijzonder verse vissen erin. We zwaaiden en riepen in ons beste Italiaans ’Grazie’, gaven volle kracht vooruit en vervolgden onze weg naar Beirut. In de zomer van 2008 ging de telefoon. Kapitein Bos zei dat we maar weer eens langs moesten komen. Hij was wat aan het opruimen geweest en had een aantal voor mij interessante zaken apart gelegd. Zo gezegd zo gedaan. Bij de klaargelegde spullen lag een kleine enveloppe, voorzien van een Italiaanse postzegel van 100 lire, een poststempel gedateerd 20 december 1966, voorzien van de naam van zijn echtgenote en het toenmalige woonadres van de familie Bos. Op de achterflap was geschreven:  ’J.J. Bos, m.s Marian Maria, Straat Messina.’  De inhoud, een kleurig kaartje met daarop een met een kerstbal spelende poes met daarop gedrukt, ’Heureuse Année’,  en de handgeschreven tekst: ’19-12-66. Eens kijken of de Kerstgroet uit de Straat van Messina lukt. Nogmaals m’n allerbeste wensen voor allen, Jan’. Kerstgroet vanuit volle zee!



Kerstgroet uit volle zee!


1966 Kerstfeest in het zicht van de haven. De dag voor Kerst 1966 gingen we voor anker op de rede van Beirut. Er werd geen aanstalten gemaakt om voor de kant te gaan en al snel werd het duidelijk dat we de kerstdagen buitengaats door zouden gaan brengen. Zonder kerstboom maar wel voorzien van een goed gevulde in Marseille aan boord gebrachte kerstkist, met allerhande aardige Kerstfeest-op-zee geschenken, lukte het ons om in het zicht van de haven toch een gezellige sfeer te scheppen.

Kerstfeest 1966 a/b m.s. Marian Maria
     
Kok Cor Haasnoot, gesteund door Kapitein Jan Bos, zelf een hartstochtelijk hobbykok, zorgde voor een prima kerstdiner. Ikzelf tekende de menu’s en tevens viel me de eer te beurt een kerstverhaal voor te lezen. In gezamenlijk overleg besloten we, om op vrijwillige basis, in de messroom achteruit uitserveer- en andere restaurantwerkzaamheden te verrichten. Dit, denk ik, redelijk ongebruikelijke kerstgebaar werd door de bemanning zeer gewaardeerd. Omdat we voor anker lagen op een goed gevulde, eigenlijk overvolle ankerplaats liepen we een volledige ankerwacht. Niets mis mee. Tijd voor jezelf om na te denken over je verdere leven. Radio Luxemburg en soms Veronica (!) aan. Meezingen met de tophits van die dagen. Heel bijzonder om in het verre Libanon je plaatsgenoten Les Baroques ’Such A Cad’ te horen spelen. Weliswaar géén engelenkoor, maar toch een vertrouwd geluid in de stille, heilige nacht.

Baarns muzikale trots: 'Les Baroques', kas Cantonspark. Zelfs in Beirut te ontvangen via Radio Veronica

Op een dag in de Laanstraat: Les Baroques! De boom bij
’De Rieten Dakjes’ is nog een spriet 
(Coll. Frank Muyser)

Tegelijkertijd genieten van een overweldigende sterrenhemel en, ook de liefde voor de zeeman gaat door de maag, van een door onze goedlachse Spaanse bediende Juan rijk gevulde wachttrommel. Naast de bekende boterhammen met cervelaatworst, op de vloot ook wel sterf-op-straatworst genoemd, gebraden kippenpoten en andere zaligheden, overgebleven van het kerstdiner. Volgens mij heb ik die Kerst voor het eerst de echte ster van Bethlehem gezien. Zeker is dat ik mij nog nooit zo dicht bij de oorsprong van het kerstgedachte had gevoeld. 

Beirut, herders aan de maaltijd, zij hadden hun schapen geteld  (Foto’s Koos Kouwijzer en Ed Vermeulen)  
Kapitein Jan Bos en collega oficieren a/b weerschip m.s. Cumulus, 1980,
laten zich het kerstdiner goed smaken. (Coll. Ed Vermeulen)

Het s.s. Cirrus op volle zee. Aflossing van de wacht. Naar huis voor Kerst.
Foto: Coll. Frank Haalmeijer
1968 Kerstdagen thuis. Na een reis naar Station Mike, een zeker in de wintermaanden, desolate en stormachtige plek, halverwege Noorwegen en IJsland, op de overgang van de Atlantische Oceaan naar de Noorse Zee, meerde het weerschip s.s. Cirrus, op 19 december 1968 af op haar vaste stek aan de Parkkade, Rotterdam. Nagenoeg aan de voet van de Euromast en op een steenworp afstand van de fameuze Ballentent.

De Cirrus op haar vaste stek aan de Parkkade, Rotterdam
Foto: Coll. J.G. Nierrop, Maritiem Trefpunt Almere
Door Nigoco personeelszaken was ik tot stuurman van de wacht gebombardeerd. Dat hield in dat ik niet naar huis kon en aan boord diende te blijven. Van kantoor kregen we te horen dat, we, machinist van de wacht en ikzelf, ons kerstdiner, tegen inlevering van daarvoor bestemde en inmiddels uitgereikte tegoedbonnen, af konden halen bij een nabijgelegen eethuis. Het moge duidelijk zijn, dit was niet mijn ideaalbeeld van een kerstfeest aan de wal. Ik weet niet meer wie, maar iemand gaf me de naar later bleek, gouden tip om bij personeelszaken te informeren of zij niet een stuurman met studieverlof wisten die een paar dagen verlof bij wilde verdienen. Het plan lukte, ergens in Noord Holland werd een studerende collega-stuurman gevonden bereid tegen vergoeding van een aantal extra verlofdagen mijn kerstwacht over te nemen. Op de dag voor kerst, een aantal uren nadat mijn aflosser aan boord gekomen was, zat ik samen met mijn vrouw en ons dochtertje Yasmin, van ruim drieëneenhalf, voor onze eigen kerstboom thuis in Baarn.
 
'I'm dreaming of a White Christmas'. Het bleef niet bij dromen: het Cantonspark en de tuin van Schoonoord in Kerstsfeer.
Thuis op de Heemskerklaan!


Dat gaf pas een echt kerstgevoel. Onze kerstvreugde werd nog vergroot door het feit dat mijn vrouw in verwachting was van ons tweede kind. De dag na kerst weer terug naar Rotterdam. Wachtlopen en voorbereiden op de reis naar station Alfa gelegen tussen IJsland en Groenland . Winter op zee! Kerst 1968, feestdagen die ik niet snel zal vergeten.

Kerstfeest op zee, van alle tijden

Wij wensen alle lezers van de verhalen op Groenegraf.nl  een mooie Kerst en een behouden vaart in het nieuwe jaar.


Ed Vermeulen (1942)


















Dit verhaal verscheen op maandag 23 december 2019 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

 ’Vandaag is morgen alweer gisteren 


‘Vandaag is morgen alweer gisteren’ is een initiatief van de Historische Kring Baerne en Stichting Groenegraf.nl en verschijnt periodiek op maandag in de Baarnsche Courant en in het weblog van Groenegraf.nl. De verhalen worden afwisselend geschreven door 
Ed Vermeulen en Eric van der Ent. 

Wilt u meer lezen over oud Baarn?

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat 
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
 per email aan groenegraf.baarn@gmail.com

vrijdag 20 december 2019

Oude Baarnse industrieën (4)

Dit is deel vier in de serie 'Oude Baarnse Industrieën'. In het eerste deel kon u lezen dat we van dhr. E.A. Ledoux uit Leerdam een werkstuk kregen, gemaakt door de leerlingen van de zesde klas van de Nieuwe Baarnse School, na de oorlog. In deel 1 ook het voorwoord van dhr. J. van Dijk, hoofdonderwijzer van de N.B.S. In het tweede deel las u een verslag over Weverij De Cneudt aan de Eemnesserweg 97. In deel drie een verslag over Bosch en Keuning, destijds gevestigd Bremstraat 11 in Baarn. Nu, in deel vier: Medische Bandage.

Deze fabriek bestaat uit één kamer en er zijn twee kleine machines. Dit is geen fabriek, maar een huisindustrie. Er worden allerlei elastieken dingen gemaakt. Hiervan worden kousen, voetsteunen, voetcorsetjes, korsetten, enkelsteunen, kniesteunen, enz. gemaakt. De elastieken kousen en andere dingen worden met een latexdraad en twee katoenen draden geweven. De machine wordt voortbewogen met de hand. Er is nog een naaimachine, daar worden de naden mee dichtgemaakt. We kregen enkele dingen mee, om het tentoon te stellen voor de mensen "De Industrieën van Baarn" geheten. Mevrouw vertelde ons veel, ook vertelde zij, hoe de lastex kous ontstaan was.




Een Zwitserse mevrouw had veel last van haar benen. Ze kon niet goed meer lopen. Ze zat na te denken of ze niet wat kon vinden voor haar benen en vond het ook. Er was vroeger een toverdoos, daarin was een lastexvingertje. Als je aan het puntje trok kreeg je het er niet af. En toen heeft die mevrouw zulke kousen gemaakt. Ze kwam dikwijls in Amsterdam bij mevrouw Cazant, die op een kamertje een machine had staan, maar deze maakte in het goed gaten. Ze zei tegen haar man: "Ik gooi die machine het raam uit in de gracht". Maar later heeft zij de machine verkocht. Toen is mevrouw in Baarn gaan wonen en heeft een fabriekje opgericht. Nu is het verhaal geëindigd. Wij kregen nog een kopje thee en een koekje en gingen met een hartelijk afscheid naar school.

M. Smits.

N.B.: Helaas is uit het stukje niet op te maken waar dit bedrijfje gevestigd was en wie de eigenaresse was. Ed Vermeulen tipte ons dat dit waarschijnlijk het bedrijf Fa. D. van Oort, W.H. Cazant, Kettingweg 27, tel: 2372 betreft. Bron: Adresboek Baarn 1948. Overigens zien we in het adresboek 1967-1968 dat het bedrijf dan in die tijd nog steeds bestond en gevestigd was op Eemtraat 22. Ze verkochten er "Deveo" elastieken kousen.


Met dank aan dhr. E.A. Ledoux uit Leerdam