een geslagen Nederlandse munt uit 1919 |
De muntslag is van zeer ouden datum. Reeds in de 7e eeuw hebben Frankische vorsten zoowel in het oude “Trech” (!ater Utrecht), als in het toenmalige machtige Dorestad (Wijk-bij-Duursted) munt doen vervaardigen. Later, onder Pepijn en Karel den Groote kwamen de vorstennamen op de munt voor; daarna (10de eeuw) kregen de bisschoppen van Utrecht van den Keizer het muntrecht en tusschen de 14e en de 16e eeuw heeft de stad zelf munten doen slaan, welke aanmunting een einde nam, toen de nieuwe regeering eigen munten liet vervaardigen. 8 Augustus 1799 werd door het Vertégenwoordigend Lichaam het besluit genomen, dat er slechts één nationale Munt zou zijn; dat besluit kwam onder Koning Lodewijk Napoleon (1806) tot uitvoering; bepaald werd, dat de "Munt" te Amsterdam zou komen; provisioneel bleef ze te Utrecht; dat provisioneel karakter is bestendigd; midden 19de eeuw had belangrijke uitbreiding plaats van de gebouwen en in 1911 werd een nieuw Rijks-Muntgebouw gesticht. Aanvankelijk was de muntfabrikatie een aaneenschakeling van primitieve mechanische werkzaamheden, waarbij metaalschaar en hamer vooral dienst deden na de smelting en het stollen tot reepen; het middeleeuwsche muntslaan is in den loop der tijden tot een machinaal bedrijf gemaakt zoals u hierna kunt zien hoe dat in zijn werk ging
Het ruwe materiaal in de kluis met een waarde van miljoenen. Rechts de zilverenbaren welke werden gesmolten en vermengd met koper, om het juiste gehalte van het Nederlandsche geld te verkrijgen. |
Het gieten van het gelegeerde zilver in "zilvertinnen". Men giet het zilver zooals men ziet in vormen. 1 staaf werd er even uit gehaald, om de zilveren staven te toonen. |
Leen Bakker |
http://knipselsuitkranten.nl
http://www.grijsvuur.nl
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter