In WO2 was het onvermijdelijk dat ook doelen in Nederland zoals havens, werven, schepen, vervoer over water, weg en spoor, industrie etc die door de Duitsers gebruikt konden worden voor hun oorlogsvoering, moesten worden aangevallen. In het begin voornamelijk in het westen van het land, maar naarmate er andere types vliegtuigen beschikbaar kwamen, zoals bv de Mosquito, ook industrie doelen in het oosten. In Engeland was men zich bij de RAF evenwel bewust dat in de door de Duitsers bezette gebieden ‘vrienden’ woonden en probeerde men zo veel mogelijk burgerslachtoffers te vermijden, maar helaas was dit niet altijd mogelijk. Mede ook omdat de Duitsers vaak militaire installaties in en/of vlak bij steden en dorpen hadden.
Wel gold in die tijd t.a.v. alle Nederlandse spoor- en waterwegen dat wanneer aanvallen
werden gedaan op treinen en schepen, die meestal werden uitgevoerd door jachtvliegtuigen
met boordwapens en/of raketten (met, in naar verhouding smalle kanalen meer trefkans) en
lieten deze, behoudens eventueel kapotte locs en/of gezonken schepen, geen gevaarlijk te
achten explosieven achter.
Industriesteden, veelal gelegen aan spoor- en waterwegen waren ook vaak het doelwit van
luchtaanvallen met bommen en hetzelfde gold later ook voor de spoorwegen om de lijnen te
kunnen onderbreken omdat ze konden en werden gebruikt voor vervoer van zaken van
belang voor de Duitse oorlogsvoering, zoals munitie, tanks, geschut en dergelijke. (Omdat
bij treinbeschietingen veelal ook burgers om het leven konden komen en kwamen, werden
die in 1943 opgeschort, maar begin 1944 met het oog op de komende invasie hervat, ook in
Nederland) Eind 1944 en 1945, na het mislukken van Market-Garden, toen met de
spoorwegstaking iedere trein een “Duitse trein’ werd, kwam daar nog bij het vervoer van de
z.g.n. V-wapens, vliegende bommen en raketten, naar hun afvuurplaatsen in Nederland. Het waren lange afstandswapens die voornamelijk werden gebruikt voor aanvallen op
burgerdoelen in Engeland, zoals de City van Londen en ook de stad Antwerpen, toen
aanvoerhaven van de geallieerden. Vooral in oktober 1944 werden daartoe in deze
belangrijke spoorbruggen en emplacementen, waaronder b.v. de bruggen bij Deventer,
Zutphen en Zwolle, alsmede b.v. Het emplacement van Amersfoort uit de lucht aangevallen,
maar aanvankelijk bleef het ook in de regio Baarn redelijk rustig. De eerste keer dat Baarn in de berichtgeving werd genoemd was t.a.v. Luchtaanvallen door Mosquito's van de RAF op 6/7 oktober 1944, waarover de Duitsers meldden dat in de lijn Baarn-Amersfoort de brug
over het Eemkanaal met bommen was aangevallen.
Nadere
beschouwing.
In de beschikbare kroniek van Baarn
wordt over een aanval op een 'brug over het Eemkanaal' niets gezegd, wel dat er
in de morgen van 6 oktober mitrailleur vanuit vliegtuigen was geweest en een
bom was gevallen in de Heemstralaan. Ook dat er 's avonds hevig mitrailleur vuur
was geweest vanuit een vliegtuig.Het was die dag, 6 oktober in de regio Baarn-Amersfoort nogal druk geweest in de lucht o.a.
met een aanval op een olieopslagplaats ZW van Amersfoort en het heel goed mogelijk is dat de bom in de Heemstralaan een noodafworp is geweest. Het hevige mitrailleur vuur in de avond moet van een Mosquito zijn geweest waarvan de bemanning rapporteerde op positie Z.3303 met boordwapens een aanval te hebben gedaan op een in NW richting rijdende trein, waarbij treffers op de locomotief werden waargenomen. Deze positie Z.3303 komt vrij nauwkeurig overeen met de spoorlijn tussen Amersfoort en Amsterdam net ten ZW van Baarn.
Op 8 november 1944 meldde de Kroniek van Baarn: ”Bominslag nabij de spoorlijn achter het Lyceum, waarbij de geneesheer C.J. Van Mansum, wonende aan de da Costalaan werd
Spitfires van No 302 (Pools) Squadron in de RAF aanvallen te hebben gedaan op station en
goederenwagons op het emplacement van Amersfoort waar acht Spitfires 16 bommen
afwierpen, maar geen resultaten konden waarnemen. De andere vier Spitfires wierpen 8 x
250 ponders af op station en goederenwagons op positie Z.3304, een positie die op de toen
gebruikte vliegkaart vrij nauwkeurig overeen komt het station en emplacement van de
Soesterlijn in Baarn. Ruim twee weken later op 25 november kwam de volgende aanval op
station en emplacement van de Soesterlijn.
Die dag stond een rijtuig van de Wagon Lits met een Rode Kruisteken (een wit vlak met een
rood kruis) op het dak geschilderd langs de spoorlijn Amersfoort-Amsterdam, vlak achter de
Ortskommandantur die in het Baarns Lyceum was gevestigd. De Duitsers waren druk bezig
met een goederentrein bestaande uit tientallen gesloten goederwagens via het aansluitspoor van de hoofdlijn Amersfoort-Amsterdam naar het emplacement langs de spoorlijn Baarn-Utrecht te verplaatsen, waarbij de goederentrein beurtelings werd getrokken en geduwd door een Belgische locomotief. Na anderhalf uur was de goederentrein gerangeerd op het spoor tegen de bosrand aan de Torenlaan. Rond 12.30 uur kwamen vanuit het noordwesten acht jachtbommenwerpers die elk twee 500 ponders brisant afwierpen, die alle, op een na doel troffen. Na de bommen kwamen ze terug om ook nog met boordwapens aanvallen uit te voeren. De Belgische locomotief vloog door een voltreffer in stukken in het Baarnsche Bos en de wagons stonden kriskras tegen elkaar gedrukt. De resten van de ketel hingen in de bomen en de tender was
De Belgische locomotief ontploft (animatie) |
de restanten van de Belgische Locomotief |
De Kroniek van Baarn noteerde:”Om12.30 uur en trein gebombardeerd en beschoten vanuit vliegtuigen. Enige woningen beschadigd, o.a. Vondellaan 31 en enkele personen gewond. De locomotief was geheel defect”.Al met al was dit een succesvolle aanval geweest met naar verhouding vrij grote materiele
schade op het emplacement van de Soesterlijn, maar waarbij de hoofdlijn van Amersfoort naar Amsterdam toch vrijwel ongeschonden bleef. Op de beschikbare foto's is alleen ter
hoogte van Vondellaan 31 enige explosieschade te zien. Vrijwel alle bommen moeten op het emplacement terecht zijn gekomen waardoor de inslagkraters door de bomen niet zijn te
zien. Ruim een week later, op 3 december 1944 kwam er weer een aanval door
jachtbommenwerpers, weer door Typhoons van No 193 Squadron RAF 2nd TAF die
rapporteerden in totaal 15 x 500 ponders brisant te hebben afgeworpen op drie
verschillende posities, waarvan twee, te weten Z.328035 en Z.333028 in en bij Baarn. De
eerste positie Z.328035 komt vrijwel overeen met de spoorwegovergang van de Torenlaan
en Z.333028 met de v-vork waar de Soesterlijn bij de hoofdlijn Amersfoort-Amsterdam
komt. Op de 1ste positie meldden ze 2 voltreffers op de lijn, op de 2de positie 1 voltreffer.
De kroniek van Baarn meldt hierover: ”Door afgeworpen bommen uit vliegtuigen wordt zware schade toegebracht aan woningen op de Torenlaan, Eikenboschweg en Celebesstraat. Te betreuren viel één dode, de heer J.W van de Woestijne, en meerdere gewonden”. Op een beschikbare luchtfoto genomen door een RAF verkenningsvliegtuig op 15 maart 1945 zijn inderdaad een aantal inslagen te zien bij de Torenlaan en Celebesstraat, maar geen op de hoofdlijn Amersfoort-Amsterdam. De Soesterlijn loopt ter plaatse deels door en onder bomen, maar eventuele inslagen daar zijn derhalve niet te zien. Ook bij de v-vork waar de Soesterlijn bij de hoofdlijn komt zijn wel een aantal inslagen in het veld te zien, maar ook daar geen op de spoorlijn zelf.
Hoewel er hierna geen luchtaanvallen meer op emplacement en/of spoorlijn in en bij Baarn
zijn geweest, zou Baarn toch nog op spectaculaire wijze met vliegtuigen te maken krijgen en
wel tijdens het afwerpen van voedsel voor hongerend Nederland door de Lancasters van de
RAF en de B-17's van de USAAF. Voor de RAF 'Operatie Manna' voor de USAAF 'Operatie
Chowhound' en het waren de B-17's van de 100 Bomb Group van de USAAF die op 5 mei
1945 voedsel uitgooiden bij Baarn. Zowel Voor de vliegers in de 'bommenwerpers' als voor de mensen op de grond was er geen beter afscheid van wereldoorlog 2 denkbaar!
Resume en conclusie.Met de ontvlechting van de Soesterlijn gaat men in feite ten dele terug naar de situatie zoals
voor, in en na de oorlog t/m 1948 was toen de Soesterlijn eindigde op het eigen
spoorwegemplacement en een eigen station, waardoor de hoofdlijn niet gekruist hoefde te
Baarn het eindpunt van de Soesterlijn waardoor het noodzakelijk werd dat beide sporen van
de hoofdlijn Amersfoort-Amsterdam door de van Soest komende treinen moet worden
gekruist. Aanvankelijk geen - , maar met het drukker worden van het treinverkeer nu wel
een probleem met weer als gevolg de 'ontvlechting'. Toch is een en ander niet van de ene op de andere dag gerealiseerd, want hoewel de treinen vanuit Soest in en na 1948 door reden naar perron 1 op het hoofdstation, is het emplacement van de Oude Soesterlijn tot
Concluderend kan worden gesteld dat mede gezien bovengenoemde omstandigheden en de daar vrij harde zandbodem de mogelijkheid dat zich bij de werkzaamheden voor project
'Ontvlechting Soesterlijn' moeilijkheden voor zullen doen met bommen/blindgangers klein
tot zeer klein te achten.
Baarn het eindpunt van de Soesterlijn waardoor het noodzakelijk werd dat beide sporen van de hoofdlijn Amersfoort-Amsterdam door de van Soest komende treinen moet worden gekruist. Aanvankelijk geen - , maar met het drukker worden van het treinverkeer nu wel
een probleem met weer als gevolg de 'ontvlechting'. Toch is een en ander niet van de ene op de andere dag gerealiseerd, want hoewel de treinen vanuit Soest in en na 1948 doorreden naar perron 1 op het hoofdstation, is het emplacement van de Oude Soesterlijn tot
Hoewel ondergetekende voor dit onderzoek zoals gebruikelijk gaarne de eventuele politie
en/of brandweerarchieven had willen doornemen, bleken die nergens meer aanwezig te zijn! Officieel waren ze overgedragen aan het Eemland Archief in Amersfoort, maar zowel daar als ook in het Provincie Archief in Utrecht en de Gemeente Baarn waren ze niet aanwezig.
Ondergetekende is zelf sinds
dat er bij de werkzaamheden voor het ontmantelen van het emplacement geen, herhaal geen bommenblindgangers zijn gevonden. Gezien zijn werkzaamheden als Bergings Officier bij de Kon. Luchtmacht, waarbij hij zelf ook bij deze materie betrokken was, zou dat zeker bekend zijn geweest. T.a.v van de tijd daar voor, van 1944 tot 1972 zijn er vele gesprekken gevoerd met 'Oud Baarnaars', waaronder mensen van de politie en ook Verzetsmensen die zelf de luchtaanvallen hebben meegemaakt en uiteraard ook de werkzaamheden daarna en alle verklaarden dat voor zover zij zich konden herinneren er geen enkele keer bommenblindgangers zijn aangetroffen.
De nieuw aan te leggen delen spoorrails komen nu naast die van de hoofdlijn te liggen
(spoor 4 deels al aanwezig!) op een plaats waar ook veel is gewerkt, zoals bv bij de
elektrificatie van de lijnen, alsmede regelmatig onderhoud.
Concluderend kan worden gesteld dat mede gezien bovengenoemde omstandigheden en de daar vrij harde zandbodem de mogelijkheid dat zich bij de werkzaamheden voor project
'Ontvlechting Soesterlijn' moeilijkheden voor zullen doen met bommen/blindgangers klein
tot zeer klein te achten.
Bronnen: - Gerrit J. Zwanenburg. Gerrit Jan Zwanenburg was bergingsofficier bij de
Luchtmacht van beroep. Hij is overleden op 22 april 2016.
- Wim Velthuizen uit Baarn
Geplaatst door L.J.A.Bakker
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter
Kom in actie en deel ook uw Baarnse herinneringen op Groenegraf.nl