Wel op 26 mei 1920 zag het er zo uit!
Schiphol in 1920 |
maar 2 passagiers |
Sinds de DH-9 met twee passagiers aan boord op het toenmalige
vliegkamp Schiphol landde. Het was de eerste vlucht van een K.L.M.-lijntoestel
en tevens zo niet de geboorte, dan toch de officiële aangifte van de oudste der
thans nog bestaande luchtvaartmaatschappijen. Degenen, die toen bij de K.L.M.
in dienst waren, zullen wel nooit vermoed hebben, dat het drassige stukje land,
waarop zij werkten, dertig jaar later de "toegangspoort van Europa"
genoemd zou worden. Uit balansen, statistieken en tabellen kan men de
indrukwekkende opgang van de K. L. M. nagaan, maar beter dan cijfers kunnen de
verhalen van haar oudste employés ons een indruk geven van de enorme
ontwikkeling, die de luchtvaart sedert de eerste dagen van de K.L.M. beleefd
heeft. Drie van hen hebben wij even uit hun drukke bezigheden kunnen halen en
in een van de laatste houten barakken, die na de oorlog op Schiphol zijn
verrezen, hebben wij met hen de sfeer geproefd.
Schiphol was oorspronkelijk een militair kamp |
De K.L.M.
was in die dagen nog: maar een klein en onaanzienlijk bedrijf. De militairen
die toen op Schiphol hun vliegkamp hadden, keken de K.L.M.-ers nog met de nek
niet aan. Het personeel bestond uit een twintig man, onder wie een zestal
Nederlanders. Deze laatste moesten zich inwerken, daar men op het gebied van de
vliegerij in ons land nog geen ervaring bezat.
De
toestellen, compleet met piloot, werden van een Engelse onderneming gecharterd.
Het waren militaire vliegtuigen, die gedurende de oorlog van 1914-1918 voor
verkenningsvluchten gebruikt waren. De piloten waren ruwe klanten, die
gedurende de
oorlog aan het front ervaring hadden opgedaan. De een of twee
passagiers, die het vliegtuig kon meenemen zaten in een open cockpit achter de
bestuurder en de service van de K.L.M. bestond voornamelijk hierin, dat zij
gedurende de tocht een zware jas en een motorkap te leen kregen. Van
zakenreizen was toen nog geen sprake en een groot deel van de passagiers
bestond uit mannen, die met hun vrienden een weddenschap hadden aangegaan, dat
zij durfden vliegen.
Het vertrek
van een vliegtuig was iedere dag weer een gebeurtenis. Het hele K.L.M.-personeel
stond bij het toestel te wachten of de passagier al of niet zou verschijnen.
Als hij kwam opdagen, fluisterde men met een zucht van verlichting tegen
elkaar: ,,Hij is er." De Engelse piloten maakten het de K.L.M. in die
beginperiode dikwijls zeer lastig. Het gebeurde namelijk nogal eens, dat de
passagiers wel verscheen, maar dat men van de piloot niets hoorde of zag. Dan ging
men met de enige auto van de K.L.M., - een wagen, die minstens evenveel lawaai
maakte als de vliegmachines - naar zijn hotel in de stad om hem uit zijn bed te
trommelen, hetgeen nogal enige tact vereiste. Ook gebeurde het wel, dat men in
angst en vreze naar de komst van een vliegtuig uitzag, terwijl naderhand bleek,
dat de piloot bij Zandvoort zijn machine op het strand had gezet om in het Casino
te gaan dansen !met een leren jas aan |
De Schiphol auto met veel lawaai |
Een vlucht
naar Londen ging wat men noemde "huisje-boompje-beestje". Men vloog
langs de Nederlandse kust tot bij Calais, waar men naar Dover overstak. Als men
van daar af de spoorlijn volgde, kwam men vanzelf hoven de Engelse hoofdstad.
Wel had de vlieger een kompas aan boord - zijn enige instrument overigens -
maar door de talrijke ijzerverbindingen in de omgeving gaf dit meestal volkomen
onbetrouwbare aanwijzingen.
Er ging wel eens wat kapot onderweg |
Buitenlandse machines |
Langzamerhand
kwamen er op Schiphol ook buitenlandse machines landen. De Farmant-Goliath was
er zelfs een soort stamgast. Een Franse piloot, die eens met de Farmant opsteeg,
kon om de' een of andere reden geen hoogte krijgen. Hij wist met zijn toestel
nog juist over een brede sloot nabij het vliegveld te komen. Daar plofte hij op
het veld neer, waar hij het landingsgestel brak. Overigens, kwam hij met de
schrik vrij. Zoals gebruikelijk in die dagen ging al het personeel naar het
terrein van het ongeluk om de man hulp te bieden. Men kon echter niet over de
sloot. Hevig opgewonden liep de Fransman voor de sloot heen en weer, totdat hij
zijn kousen en sokken uittrok en tot aan zijn hals door het water naar de overkant
waadde.
Eigen toestel van de K.L.M. |
Toen eens een
vliegtuig bij het opstijgen van het vliegveld Hamburg een wiel verloren had,
belde het personeel aldaar de eerstvolgende landingshaven, in dit geval
Schiphol op. Men kon dan daar de piloot tijdig waarschuwen. Een man ging met
een wiel op zijn hoofd het veld in en probeerde met schreeuwen en gebaren de
aandacht van de piloot te trekken om deze er opmerkzaam op te maken, dat hij
een wiel miste. De piloot stond dan nog voor de puzzel, welk wiel bij verloren
had. Het rechter of het linker. De verschillende functies op Schiphol waren toen
nog niet verdeeld. Ieder deed wat er toevallig aan de orde was. Men keek de
motoren na, hield het vliegtuig schoon, nam de kaartjes in, bracht vrouwelijke
passagiers op de handen door het drassige modder naar het toestel of ging het
magazijn opruimen.
Dikwijls
moest men s' nachts dan ook nog wacht lopen. Een straffe discipline was nog
niet nodig. Allen waren even enthousiast voor de vliegerij. Als men niet klaar
was, werkte men door. Men voelde zich als in een grote familie. Zo verhaalde
een van de employés ons van een Kerstavond. Men had gedacht naar huis te kunnen
gaan, maar op het laatste ogenblik wilde een van de motoren niet draaien. Men
moest doorwerken. Te middernacht werd het werk even onderbroken. In de cantine
had men wit papier over de ruwe, houten tafels gelegd. De chef had een pot soep
laten klaarmaken en een van de monteurs hield een toespraak, zo ontroerend, dat
de mannen er tranen van in de ogen kregen.
Het bescheiden
begin is mede door het harde werk van deze ouderen - ze zijn overigens nog niet
zo heel oud en ze hebben nog wel wat jaren te goed, voor zij met pensioen gaan
- die zich onder de bekwame en stuwende leiding van de heer Plesman gesteld
hadden, geworden tot een maatschappij die de naam van Nederland heeft
uitgedragen tot in de verste hoeken van de wereld. De zestig hectaren weiland
van vroeger zijn uitgebreid tot de zeshonderd hectaren, die Schiphol thans groot
is. Start- en rolbanen met een totale lengte van drieëntwintig kilometer
doorkruisen het polderland. Niet alleen de K.L.M. die thans een luchtnet heeft
van honderdvijfendertigduizend kilometer, maar ook een twintigtal buitenlandse
maatschappijen maakt thans geregeld gebruik van deze moderne vlieghaven. De
dagelijkse luchtdienst naar Londen is uitgegroeid tot een dienst, die
vierenveertig maal per week door de K.L.M. wordt uitgevoerd met de hypermoderne
Convair-liner. Wij zouden zo kunnen doorgaan met een opsomming, welke niet
anders dan geweldige tegenstellingen zou laten zien, maar die slechts deze éne
conclusie kan versterken: Er is hard gewerkt op Schiphol.
Een reactie op het artikel kwam van Wim Velthuizen:
Geplaatst door L.J.A.Bakker Een reactie op het artikel kwam van Wim Velthuizen:
Dit is een schoolreisje naar Schiphol van de Cantonschool in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Met hartelijke groet,
Wim Velthuizen
Cantonschool op Schiphol in de jaren '60 |
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter