vrijdag 2 augustus 2024

 Gijs” de melkrijder van Baarn rond 1965- deel 1

Van 1960 tot ongeveer 1970 werd de melk opgehaald door Gijs Dorrestijn. Dorrestijn was een transportbedrijf met zeven vrachtwagens, dat vestig je natuurlijk aan de rand van het dorp. Maar het is in Baarn lang zo geweest dat je op ruimtelijk gebied mocht doen wat je wilde. Het bedrijf op deze foto was gevestigd aan de Pompstraat, één van de smalle straatjes op de oude Oosterhei. Hun werkelijke naam was “Dorrestijn Transport”. Dagelijks denderden de vrachtwagens door de smalle Sparrenlaan. Links van de personenwagen staat Jan Dorrestijn, rechts zijn vader. In 1981 verhuisde de fa. Dorrestijn naar de Hermesweg / Noordschil en per 2008 naar Soest. 

Jan en vader Dorrestijn

Gijs was van jongs af aan bij het bedrijf betrokken als melkrijder. Het mocht toen nog niet op een vrachtwagen rijden en deed alles met de tractor. Op zijn 15e kreeg hij van zijn vader een nieuwe tractor. Maar eigenlijk mocht je pas als je 16 jaar oud was met een tractor rijden. Als hij aangehouden zou worden moest hij van zijn vader vertellen dat 16 was. Iedere ochtend en elke avond kwam Gijs, de melkrijder, de melkbussen vol melk ophalen en bracht ze naar de V.G.M., de Verenigde Gooische Melkfabriek. In de periode van oktober tot maart werd de melkbus 1 x per dag opgehaald. Vanaf april tot september was dat 2 keer per dag. Gijs begon met de eerste rit s ’morgens om 7.00 uur bij de familie Rosseberg op het Zuidereind. Daar werd de tractor gedraaid en begon de rit. Kwam die langs mevrouw Kok dan zwaaide ze altijd. Over de boerderij van de familie Hamersveld vertelde Gijs dat mevrouw Hamersveld zo zwaar van gewicht was. In de periode van “de houten Eembrug”, die in het midden een stuk hoger was, moest zij er met de fiets overheen om naar de kerk te gaan. Omdat zij zo zwaar was lukte dat niet. Vandaar dat er altijd 2 kinderen bij waren die haar moesten helpen om haar over de brug te duwen. 

Als de boeren de melkbussen op tijd aan de weg hadden gezet was Gijs uiteindelijk om 20.15 uur weer thuis. Het gebeurde wel eens dat dit 23.00 uur werd als er boeren waren die niet op tijd de melkbussen aan de weg hadden gezet. Als Gijs niet op tijd bij de melkfabriek was aangekomen kon dat door de drukte nog later worden. Ook andere melkrijders moesten daar ook hun bussen inleveren.

De melkbussen werden schoongemaakt door de V.G.M. en deels weer geladen voor de volgende rit.

De fa. Dorrestijn had 5 wijken te weten: Baarn, Eemnes binnen, Bunschoten, Laren en Blaricum. Per rit werden er ruim 130 melkbussen opgehaald bij bijna 50 adressen.

Per boer werden er gemiddeld 2 à 3 melkbussen per rit opgehaald met uitschieters als Cees Groenestein met 6 melkbussen en Eb Zonneveld met 5 melkbussen. Een volle bus woog meer dan dertig kilo. Zaten de bussen erg vol, dan haalde de melkrijder een keer aan: door de melkbus met twee handen vastpakken, benen een beetje wijd, melkbus eerst tussen de benen door een eindje naar achteren zwaaien, zodat hij met een soort aanloopje naar voren en omhoog gezwaaid kon worden.

1 van de 7 vrachtwagens
Iedere boer had zijn eigen melkbus voorzien van zijn eigen nummer dat vaak bestond uit 5 cijfers. Een melkrijder moest deze nummers uit zijn hoofd kennen. Ik vroeg dus aan Gijs "wie had nummer 13454” en kreeg gelijk als antwoord: "Oh die was van Bertus van Roomen op het Zuidereind. Deel 2 volgende week.