vrijdag 29 juli 2022

Zoekplaatje in Baarn

 Zoekplaatje in Baarn

1: Waar was deze boerderij gevestigd?

2: Wie was toen de eigenaar? 

de Boerderij op zandvoortweg no: 82


Eigenaar rond 1946

U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje aan:

Stichting Groenegraf.nl

T.a.v. Baarnsch Geheugen
Marisstraat 4
3741 SK BAARN

of stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com.  

Onder de goede inzenders verloten we het boek "Baarn in de Tweede wereldoorlog ……..terugblik". Dit boek is geschreven door Wim Veldhuizen en uitgegeven door de stichting Groenegraf.nl

Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een en een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn - Van de Steeg Laanstraat 72, 3743 BH Baarn tel; 035-5426063.

vrijdag 22 juli 2022

 De gereformeerden waren de eersten die een kerk op de Oosterhei wilden bouwen, al in 1953. Een stuk grond dat de kerkenraad op het oog had, werd echter voor hun ogen weggekaapt. Door wie, daar kan ik niet meer achter komen. Misschien de Cantonschool of de Guido de Bres. In elk geval nam de kerkenraad op dat moment een belangrijk besluit. De raad stelde vast dat Baarn vol was, in elk geval in de zuid-oostwijk. Maar ook elders, de Schildersbuurt zou ook al een van de laatste wijken zijn die er in Baarn nog gebouwd konden worden. We kunnen er nu om lachen, want later zouden nog de halve Staatsliedenbuurt en de hele Professorenbuurt, Componistenbuurt en alle delen van het Eemdal gebouwd worden. Maar de gereformeerde kerkenraad nam een doortastend besluit en kocht een stuk bouwgrond tussen de Eemweg en de Frans Halslaan. Het laatste stuk bouwgrond in Baarn, dacht men in 1953. Let wel: de Mariakerk is in 1962 gebouwd en De Ark in 1961. Daar had de Opstandingskerk dus ook kunnen staan.

De Gereformeerde Kerk had een groot kerkgebouw aan de Oude Utrechtseweg (nu Paaskerk geheten), met 750 zitplaatsen, en een klein gebouw (240 plaatsen) aan de Laanstraat, de vroegere School met den Bijbel. Op die plaats staat tegenwoordig Apotheek Julius. Het inwonertal van Baarn groeide hard en dat gold ook voor de Gereformeerde Kerk. Die profiteerde in de jaren vijftig tevens van de komst van het Zendingscentrum (Wilhelminalaan) en het Evangelisatiecentrum (Amsterdamse Straatweg) van de landelijke kerk en de gereformeerde opleidingscentra Jelburg en Nijenburgh, ook aan de Amsterdamse Straatweg. De kerkenraad wilde de Laanstraatkerk vervangen door een kerk met 750 zitplaatsen. Later in de jaren zestig nam de raad zelfs een optie op een stuk grond voor een derde kerkgebouw, aan de Kennedylaan tegenover de Gaspard de Colignyschool. Uit het vervolg van dit verhaal wordt duidelijk dat het fijn is dat die derde kerk er niet is gekomen.

De bouw van de kerk in 1962


In 1957 werd de eerste bouwcommissie ingesteld. De kerkenraad stelde een budget van 400.000 gulden in, de commissie presenteerde een plan van 560.000 gulden. Dat was het einde van de bouwcommissie.
In 1960 werd een tweede bouwcommissie ingesteld. Die koos voor de Baarnse architect Zuiderhoek (Prins Bernhardlaan), die indruk had gemaakt met de Petrakerk in Veenendaal. Zuiderhoek twijfelde aanvankelijk, omdat hij het terrein te klein vond voor een kerk, maar bedacht vervolgens de tentvorm als oplossing voor dat probleem. Het gebouw kreeg daardoor heel veel dak, waarop de architect besloot het door leien te laten dekken in plaats van (goedkopere) pannen, om het geheel minder massaal te maken. Als aannemer werd de Hilversummer Pellikaan gekozen, die in zijn woonplaats samen met Zuiderhoek de Bethlehemkerk had gebouwd.

In april 1964 werd de eerste steen gelegd, door dominee Krijger samen met de vierjarige Elsbeth Eringa. De bouw kostte 545.000 gulden. Het bouwfonds was opgelopen tot 320.000 gulden, terwijl het rijk een ton bijdroeg ingevolge de ‘Wet premie kerkbouw'. De kerk hoefde dus maar 125.000 gulden te lenen. Een jaar later werd de kerk in gebruik genomen. De naam Opstandingskerk was al in 1960 uit een prijsvraag gekomen.

Rechts de Eemweg


De kerk van binnen gezien



vrijdag 15 juli 2022

 Nieuwstraat hoek Laanstraat in 1900 en 1967

Een gezellig plaatje, vindt u niet? Het is alles gemoedelijkheid en rust wat er uit spreekt. Mijnheer de Groot staat (links) in de ingang van zijn galanteriewinkel - toentertijd een soort bazar - op de stoep (rechts) staat een dienstbode met het "slavenkroontje" op haar hoofd, een praatje te maken met een goeie kennis. En wat denkt u van de bakker, die z'n mand met brood even heeft neergezet op straat, om ook op de foto te komen, evenals de toevallige voorbijgangers, die allen netjes op een rijtje gaan staan. En geen auto te zien, evenmin als verkeersborden. Rechts op het raam van het hoekhuis, waar toen Waayer, nu "Cees Traiteur Delicatessen” in is gevestigd en op no: 105, staat "De Mengerij". Toen Äu Bon MarcheIn de etalage hangen de lange onderjurken en zo voor de dames van die tijd en op de deur lezen we; G. M. Smit. En wat denkt u van de twee rijen bomen in de Nieuwstraat, en de hekjes voor de huizen en de oude gaslantaarns? Geloof maar gerust, dat de links overstekende dame in haar klederdracht van die dagen, heus niet zoveel ouder is dan die op de volgende foto met haar fiets. 




Wilt u uw herinneringen delen, stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. 
Of een briefje aan: Baarnsch Geheugen Marisstraat 4, 3741 SK BAARN








maandag 11 juli 2022

Spoorbrug Praamgracht opgeblazen

door Eric van der Ent

Het onderschrift bij de foto’s van de
opgeblazen brug over de Praamgracht
(Coll. Mevr. C. Overeem-van den Brink)
Op 14 maart 2016 publiceerden we in de Baarnsche Courant en op website Groenegraf.nl een aantal, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog gemaakte, foto’s van de spoorbrug over de Praamgracht bij Baarn. De spoorbrug was opgeblazen. Maar door wie? We vroegen ons af of er nog iemand was die ons iets over deze gebeurtenis kon vertellen. 

In 2016 stuurde mevrouw C. Overeem-van den Brink ons een aantal, aan het einde van de Tweede Wereldoorlog gemaakte, foto’s die deel uitmaakten van het fotoalbum van haar oom Bram van Dijk (1917-2009). Op een van de foto’s was onder meer een Engels jachtvliegtuig te zien die tijdens Pinksteren 1944 bij Groenekan door de Duitsers was neergehaald. Het toestel lag brandend en rokend in een weiland. Maar ook twee foto’s van de spoorbrug over de Praamgracht in Baarn waarop duidelijk te zien is dat deze is opgeblazen. 

De opgeblazen brug over de Praamgracht
(Coll. Mevr. C. Overeem-van den Brink)


Nog een foto van de brug
(Coll. Mevr. C. Overeem-van den Brink)

Op 14 maart 2016 volgde een artikel voor ons weblog waarin werd aangegeven dat we precies wisten wie de brug had opgeblazen. In het onderschrift bij de foto’s stond namelijk:

’Maart 1945. Onze bevrijders komen steeds dichterbij... en dus laten de 
Duitschers de bruggen over “de Praam” in de lucht vliegen!

Maar klopte dit onderschrift wel? Waren het wel de Duitsers die de brug hadden opgeblazen? Of waren het wellicht toch de geallieerden die de brug onklaar gemaakt hadden? Allerlei opties dienden zich aan en stonden open.

Tot het moment dat we het door mevrouw S.J. Vermeulen-Brauckman samengestelde, in 1990 (!) uitgegeven boek ’Baarn in oorlogstijd’ ter hand namen en we met onze neus op de feiten van toen werden gedrukt. Naast dezelfde foto’s als die in het album van mevrouw Overeem lezen we ook het volgende: 

’de districtscommandant van de Baarnse B.S. krijgt van het geallieerde opperbevel de opdracht de spoordijk bij de Praamgracht op te blazen. Een onderafdeling, de zogenaamde springploeg van de Baarnse B.S., voert de opdracht uit. En met succes!’        

De namen van de leden van deze springploeg worden echter niet vermeld waardoor het een incompleet verhaal is en blijft. Tot we een aantal weken geleden benaderd werden door onze plaatsgenoot Dik Riphagen (1935) die een aantal oorlogsherinneringen met ons wilde delen. Zijn vader en twee oudere broers zaten in het verzet. Al pratende bleek hij de aangewezen man en informant te zijn om ons de juiste informatie en met name die over de springploeg uit eerste hand te verstrekken. 


Dik Riphagen vertelt:

Terugkeer naar Nederland met
het m.s. Johan van Oldenbarnevelt
(Nieuws van den Dag voor Nederlandsch
Indië, 13-5-1935)

Mijn vader Evert Andreas Riphagen (1896-1953) was voor de oorlog sergeant-majoor bij het Koninklijk Nederlands-Indische leger (KNIL). Hij had zich op jonge leeftijd, slechts 17 of 18 jaar oud, vrijwillig aangemeld. Mijn moeder heette Helena Lammers (1897-1991). Mijn grootvader ontmoette haar bij toeval op een feestje, vertelde over zijn zoon in Indië en liet haar foto’s van hem zien. Het KNIL-uniform zal ongetwijfeld indruk gemaakt hebben. Er ontstond een intensieve correspondentie tussen hen beiden en toen vader met verlof naar Nederland kwam sloeg de vonk direct over. Moeder wilde graag mee naar Indië, maar voor die tijd moest er verloofd en getrouwd worden. Daarna stapten zij samen op de boot richting Batavia. Mijn oudere broers Eddie en Klaas werden net als ikzelf in Indië geboren: Eddie op 27 januari 1924 te Bandoeng, Java, en Klaas op 2 mei 1925 in Padang, Sumatra. Mijn vader werd ziek. Hij kreeg longontsteking (pleuritis) waardoor één van zijn hartkleppen beschadigd werd. Hij werd afgekeurd voor actieve dienst en er werd besloten om terug te gaan naar Nederland. Ik werd slechts luttele weken voor vertrek, op 15 maart 1935 te Bandung geboren. Een zus van mijn moeder, Maartje Lammers, woonde met haar echtgenoot Jaap van der Veer aan de Stationsweg in Baarn. Zij hielpen mijn ouders met de voorbereidingen voor terugkeer en vestiging in Nederland. Zo kwamen we in Baarn terecht. We vestigden ons op Bremstraat 43.


Oorlogsjaren 
In 1940 brak de oorlog uit. Mijn vader Evert en broers Eddie en Klaas sloten zich aan bij het verzet in Baarn. Hier werden plannen gemaakt voor allerlei acties om de vijand zo veel mogelijk schade toe te brengen. Ik herinner me: ’ik was negen jaar, lag ’s avonds in bed en hoorde (bij toeval) mijn vader met mijn broer Klaas praten over een plan om de spoorbrug over de Praamgracht op te blazen. Dit was overigens de enige keer dat Klaas vanuit zijn onderduikadres,‘s nachts thuis is geweest’. 

Wat ik toen niet wist was dat in de garage aan de Bremstraat, waarvan de ingang aan de Rozenstraat lag, niet op scherp gestelde, explosieven van het verzet lagen. Deze zouden uiteindelijk gebruikt gaan worden om het plan uit te voeren. Ook kan ik mij het volgende herinneren: op 25 oktober 1944 stond vlak achter de Ortskommandantur, gevestigd in Het Baarns Lyceum aan de Stationsweg, op de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort, een treinstel dat gemarkeerd was alsof het Rode Kruiswagons betrof. Er was namelijk een wit vlak met een rood kruis op het dak geschilderd. Hoewel deze wagons als zodanig gemarkeerd waren, was ook bekend dat ze gebruikt werden om allerhande oorlogsgoederen, waaronder wapens, naar Duitsland te vervoeren. Het gebruik (lees misbruik) van de Rode Kruis markering mocht als een oorlogsmisdaad aangemerkt worden. De Duitsers waren druk bezig met een goederentrein bestaande uit tientallen gesloten goederenwagons via het aansluitspoor van de hoofdlijn Amersfoort-Amsterdam naar het emplacement langs de spoorlijn Baarn-Utrecht te verplaatsen. De goederentrein werd gerangeerd met behulp van een Belgische locomotief genummerd 8487. Na anderhalf uur was de klus geklaard en stond de goederentrein opgesteld op het spoor tegen de bosrand aan de Torenlaan. Net na de middag, rond 12.30 uur doken vanuit het noordwesten acht jachtvliegtuigen op die elk twee 500 ponds brisantbommen afwierpen. Deze troffen allen, op één na, doel! Na het bombarderen kwamen ze terug om ook met de boordwapens nog aanvallen uit te voeren. De locomotief werd door een voltreffer geraakt, waarbij allerlei brokstukken in het Baarnse Bos terecht kwamen en de wagons kriskras tegen elkaar gedrukt kwamen te staan. 

De restanten van de op 25 oktober 1944 vernietigde locomotief bij de Torenlaan.
 Tot in de wijde omtrek waren brokstukken terug te vinden. (Coll. Geheugenvanbaarn.nl)

De restanten van de ketel hingen in de bomen en de tender was vijfentwintig meter weggeslagen tegen een iets verderop gelegen seinwachtershuis. De Rode Kruistrein stond echter nog onbeschadigd op zijn plaats. Na de aanval werd het gebied door de Duitsers hermetisch afgesloten en ook werd de hulp ingeroepen van lokale artsen. De trein bleek namelijk  geladen te zijn met honderden gevorderde paarden, die op transport naar Duitsland stonden te wachten. Er waren veel dode dieren, terwijl de gewonde paarden moesten worden afgemaakt. Het verhaal gaat dat de Baarnse bevolking enige dagen paardenvlees te eten kreeg. De machinist en de stoker kwamen om het leven en onder het Duitse personeel waren zwaar gewonden. Ook viel er een burgerslachtoffer en meerdere gewonden. Het bij de beschieting beschadigde spoor werd weer hersteld. Ook was inmiddels vanuit het verzet het verzoek gekomen om het spoor niet meer vanuit de lucht te bombarderen en was er besloten om, teneinde verder transport over het spoor onmogelijk te maken de spoorbrug over de Praamgracht door het verzet op te laten blazen.

Arbeitseinsatz en onderduik
Maar voor het zover was moet ik ook nog vertellen dat hieraan voorafgaand honderdduizenden Nederlanders in het kader van de Arbeitseinsatz, vrijwillig of gedwongen, tewerkgesteld werden in Duitsland. Ook Eddie en Klaas kregen een oproep. In overleg met mijn vader werd besloten om onder te duiken. Een schuilplaats werd gevonden in een ondergrondse ruimte onder het koetshuis van Villa Rusthoek aan de Zandvoortweg, tegenwoordig heet dat deel J.F. Kennedylaan.

Villa Rusthoek. (Coll. Geheugenvanbaarn.nl)

De villa was toen in eigendom van textielhandelaar Van Heuzen, maar was gevorderd door de Duitse bezetter die de villa gebruikten als onderkomen van de Rijkscommissaris Arthur Seijss-Inquart (1892-1946) en generaal Friedrich Christiansen (1879-1972), opperbevelhebber van de Wehrmacht in Nederland, de man die het bevel uitvaardigde tot de grootscheepse razzia in Putten. In de schuilplaats hadden zich al enkele andere onderduikers, waaronder de zoon van Van Heuzen, verscholen.

Het koetshuis bij Villa Rusthoek. Vlakbij was de schuilkelder waar de
onderduikers zich verborgen hielden. (Bron: Wikipedia)

Levensgevaarlijk uiteraard, want de door de Duitsers gevorderde villa kon beschouwd worden als het hol van de leeuw! Omdat ik nog maar tien was, was de oproep om naar Duitsland te gaan niet op mij van toepassing. De onderduikers moesten uiteraard van voedsel en water voorzien worden. Hiervoor werd een plan gemaakt. Mijn moeder liep dagelijks van de Bremstraat naar Rusthoek om in het bos, rond en achter Rusthoek, hout te sprokkelen. Door de hevige sneeuwval tijdens de hongerwinter was het vaak onmogelijk om het transport met een karretje te doen, vandaar dat meestal een slee gebruikt werd. Ik ging af en toe mee om mijn moeder te helpen. Het bos was in die tijd nog een stuk groter. Ook de componistenbuurt met daarin de Wagenaarlaan bestond nog niet. Vader had in de slee een dubbele bodem gemaakt waarin proviand en water bestemd voor de onderduikers verborgen werd. Mijn moeder en ik liepen van de Bremstraat naar Rusthoek en zetten de slee op een afgesproken tijd bij een bepaalde boom in het bos. Daarna liepen we verder het bos in om hout te sprokkelen. Over het sprokkelen moesten we precies tien minuten lang doen: de tijd die de onderduikers nodig hadden om de proviand uit de slee halen en zich weer te verschuilen. Er was dus geen contact met de onderduikers. Ik heb hen nooit gezien! Bij terugkomst bij de nu lege slee werd het sprokkelhout erop gebonden en konden moeder en ik weer terug naar huis. 


De actie van het verzet
Nu moesten de explosieven nog naar de onderduikplek gebracht worden. Aangezien ik regelmatig samen met mijn moeder volgens een vast patroon de proviand van de Bremstraat naar Rusthoek vervoerde en ik als jonge knaap geen argwaan zou wekken, werd mij gevraagd het transport van de explosieven voor mijn rekening te nemen. Moeder werd overal buiten gehouden. Als ze immers had geweten dat ik, haar jongste zoon, het transport zou gaan verzorgen, had ze dit roekeloze plan beslist gedwarsboomd. Toen de bewuste dag was aangebroken had het weer flink gesneeuwd Ik bracht mijn gevaarlijke zending met de slee. De (niet op scherp gestelde) explosieven werden in de verborgen ruimte in de slee gestopt, daarna de proviand. Ik ging vanaf de Bremstraat op pad naar Rusthoek. Dit alles volgens het vaste patroon waarop ik normaal gesproken samen met moeder het proviand heenbracht om met sprokkelhout weer terug te komen. 

Vader had het mij goed ingeprent: ik zette de slee volgens de vaste afspraken op het vaste tijdstip bij de boom. Dit keer moest ik langer wegblijven om hout te sprokkelen, zodat de onderduikers de tijd hadden om de explosieven uit de verborgen ruimte in de slee te halen. Daarna ging ik met de slee met sprokkelhout weer huiswaarts.

Met deze explosieven zou de spoorbrug over de Praamgracht door het verzet in één van de daaropvolgende nachten  opgeblazen worden, maar de exacte datum waarop dit zou plaatsvinden wist ik niet. Een paar nachten achter elkaar sloop ik uit bed om via het dakraam naar buiten te kijken om te zien of er wat gebeurde. Van de Bremstraat naar de brug over de Praamgracht is het hemelsbreed niet zo ver. Toen het zover was, kon ik de ontploffing duidelijk horen. De missie was geslaagd! De springploeg had zijn werk gedaan.

Na de bevrijding in 1945. Leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. Achter Hotel Trier werd munitie uit een vijver gehaald. V.l.n.r.: Evert Andreas Riphagen (Cdt), J. van den Berg, Nn, Ferdinand Rung, Nn, F. Koffrie, H. Smit, J. Grootveld, Heuvel, D. Lokman, Wim van den Brink, Reijer van der Veer en met helm P. Knoppen. (Coll. Historische Kring Baerne)

Hier eindigt het relaas van Dik Riphagen. Daarmee is het verhaal nu achtenzeventig (!) jaar na dato compleet!

Dank aan dhr. Dik Riphagen voor het vertellen over zijn belevenissen.

Bronnen: 

* Baarn in oorlogstijd door mevr. S.J Vermeulen-Brauckman. Uitgave uit 1990 door Drukkerij Bakker Baarn en Boekhandel Den Boer.
* Baarn in de Tweede Wereldoorlog, terugblik, door Wim Velthuizen. Uitgave uit 2017 van Stichting Groenegraf.nl.

Mevrouw S.J. Vermeulen-Brauckman (1921-2011) was getrouwd met J.W. Vermeulen (1919-1995), eigenaar van het gelijknamige accountantskantoor Spoorstraat 2. Vermeulen speelde al op relatief jonge leeftijd een belangrijke rol in het Baarnse verzet.


Dit verhaal (aflevering 103) verscheen op maandag 11 juli 2022 
in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Geheugenvanbaarn.nl    



Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u Geheugenvanbaarn.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Geheugenvanbaarn.nl.

vrijdag 8 juli 2022

Hotel Velaars en de Hema

Hierbij twee plaatjes van een gebouw op de Brink, dat in de loop der jaren ook een grote verandering heeft ondergaan, zowel uiterlijk als inwendig. Op de linker oude foto ziet u het deftige hotel "Velaars" op de hoek van de Brinkstraat. Zij het weten kunnen, vertelden mij, dat in dit hotel zo rond de eeuwwisseling de voorname families uit den lande en ook wel uit het buitenland logeerden. Op het terras hadden dan ook alléén toegang zij, die in het hotel verblijf hielden. Later veranderde dit, toen het hotel in andere handen kwam en "Central" werd gedoopt. 



Vele Baarnaars herinneren zich met genoegen hoe zij op het terras, onder het genot van een verfrissing, op zomermaanden zaten te luisteren naar een concert van "Crescendo" of een andere muziek of zangvereniging, die optrad in de muziektent op de Brink, tegenover het hotel. Maar meer nog hadden ,,Velaars zowel als "Central" in het begin van deze eeuw waaruit de oude foto dateert - bekendheid in en buiten Baarn door zijn concertzaal, welke zich achter het hoofdgebouw bevond, met een ingang aan de Brinkstraat. Alle plaatselijke uitvoeringen en andere evenementen werden daar gegeven en ook gezelschappen en artiesten van buiten Baarn traden in deze zaal op. In het jaar 1922 werd de zaal echter door brand verwoest. 

In Nieuwe Tilburgse Courant  van 20 februari 1922 lezen we het volgende bericht:

"BAARN, 18 febr. Na afloop van gehouden bal-masqué ontstond hedennacht door tot nu toe onbekende oorzaak, omstreeks vier uur brand in de concertzaal van Hotel "Central" op de Brink te Baarn, eigenaar dhr. Olböter. In een oogwenk had het vuur het karakter aangenomen van een vlammenzee, zodanig in omvang, dat aan blussen niet te denken viel. Onder commando van onder-brandmeester Van Leersum werd het vuur met 5 stralen op de waterleiding aangepakt. De concertzaal met meubilair als vleugel, piano, orgel, kleding, ging totaal verloren, terwijl het gehele hotel bijzonder veel waterschade leed. Alles is verzekerd. De schade kon nog niet worden vastgesteld en is zeer groot."

De Hema  lang geleden

Bestond er in het begin nog een plan, om op dezelfde plaats (in het centrum van het dorp) een nieuwe concertzaal te bouwen, later zag men daar van af en kwam het “Musis Sacrum” er voor in de plaats. Het eigenaardige is, dat het gebouw nimmer is afgebroken, doch uitsluitend verbouwd. U ziet dit trouwens goed op de foto van de "Hema". Natuurlijk, het sierlijke "torentje" is verdwenen, evenals de ouderwetse dakvensters. Alleen: er is wel een gedeelte aan de rechterzijde afgebroken, waar voorheen het St. Nicolaasgebouw stond en waar nu de bibliotheek staat. Naast de Hema was een parkeerterreintje geprojecteerd plus een gelegenheid tot bevoorrading en een buitentrap. Dat ook hier de bomen moesten verdwijnen, die vroeger voor "Velaars" stonden, behoeft nauwelijks te worden vermeld.

Wilt u uw herinneringen delen, stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. 

Of een briefje aan: Baarnsch Geheugen Marisstraat 4, 3741 SK Baarn.

vrijdag 1 juli 2022

Weteringstraat 19a

 Bij een oppervlakkige blik op bijgaande foto's zal menigeen zeggen: .,Hé, wat is dat voor een gebouw in Baarn?" Doch bij een nadere beschouwing weet men het: Het Gebouw in de Weteringstraat. En onwillekeurig gaan dan de gedachten van vele oudere Baar­naars terug in de herinnering: ‘Ja, daar ging ik als kind op de zondagsschool bij mijnheer v.d. Dool", (die er naast woonde); anderen gin­gen er op gymnastiek bij mijnheer Dolman; weer anderen zeggen: ‘In dat gebouw heb ik jarenlang gezongen op "Halleluja", toen mijn­heer Wagenaar nog dirigent was". De jongelingsvereniging "Boaz" vergaderde er vroeger en de knapenvereniging. Toen "Calvijn" er nog niet was werden in Het Gebouw kerkdien­sten gehouden (ook weekdiensten) door de Hervormd Gereformeerden; .Johannes de Heer hield er zijn Maranatha-avonden, waarop hij samen met z'n vrouw de liederen zong, en ga zo nog maar door…. .


Weteringstraat met achterin de polder

Want Het Gebouw in de Weteringstraat was indertijd het verzamelpunt van heel het christelijk verenigingsleven in Baarn. Bijna 40 jaar lang heeft het als zodanig dienst gedaan na­melijk van 1892 tot eind 1929, toen het vervan­gen werd door het Gebouw voor Chr. Belangen in de Parkstraat. Het was tot stand gekomen op initiatief van de bekende dominee dr. H. H. Meulenbelt, die predikant was van de Ned. Hervormde Gemeente van Baarn van 1890 tot 1923, dus 33 jaar lang!

Zodra. ds. Meulenbelt in Baarn zijn intrede had gedaan, waren zijn eerste zorgen een geschikt Evangelisatie-lokaal te stichten. Op zijn initia­tief werd de "Vereniging tot behartiging van Christelijke Belangen" opgericht. Door vele giften was men reeds spoedig in staat tot het stichten van Het Gebouw over te gaan, vooral toen freule Faas Elias (van "Schoonoord") de benodigde grond aan de Weteringstraat koste­loos afstond.

Weteringstraat 19

De linker foto toont het gebouw toen Adriaan Boer er een opname van maakte. Uiterlijk is het nog niet veel veranderd, zult u zeggen. Alleen: het heeft thans een geheel andere bestemming. Na eerst jarenlang werkplaats van de heer Kerkhoven (schildersbedrijf) te zijn geweest diende het als opslagplaats van verpakkingsmateriaal van de fa.de Ruyter (de muisjesfabriek aan de d'Aulnislaan), terwijl het woonhuls wordt bewoond. Jaren geleden heeft Herma de Jong er nog een hoedenatelier gehad. Nu is het verbouwd in diverse woningen. Maar het opmerkelijke van de oude foto is wel, dat Het Gebouw toentertijd helemaal aan de rand van bet dorp stond: je kijkt zó de polder in! Thans is de Wetering­straat al jaren aan belde kanten bebouwd, het hele rooie dorp is er achter gekomen, om nog maar niet te spreken van de Schilderswijk en de Noordwijk. Maar Het Gebouw staat er nog!

Wilt u uw herinneringen delen, stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. 

Of een briefje aan: Baarnsch Geheugen Marisstraat 4, 3741 SK BAARN