vrijdag 23 september 2022

De Bron viert zilveren jubileum

 

Meester Estor 25 jaar in het onderwijs

 

Op vrijdag 29 november 1985 is het precies 25 jaar geleden dat dhr. Estor, directeur van de openbare basisschool De Bron aan de Gaslaan, zijn loopbaan als onderwijzer begon.

17 jaar geleden werd op 20 maart 1968 het nieuwe gebouw aan de Gaslaan voor de Oorsprongschool geopend. In augustus van dat jaar kwam dhr. Estor het team van onderwijzers aan deze school versterken. Zijn loopbaan als ’’Meester Estor” op de Oorsprongschool was begonnen. In 1984 onderging deze school een naamsverandering 


Meester Estor mag de taart aansnijden 


en werd de school heropend onder de naam ”De Bron”. Het werd dus ’’Meester Estor van de Bron”. Per 1 augustus 1985 is Meester Estor, tot grote vreugde van een ieder, benoemd tot directeur van de Bron. Afgelopen woensdag werd het 25-jarig jubileum van Meester Estor door leerlingen, teamleden en enkele ouders op passende wijze gevierd. Het begon allemaal om even voor 9.00 uur. Meester Estor, die de instructies had gekregen om deze ochtend thuis te blijven, werd feestelijk door alle leerlingen van zijn school van huis opgehaald.

De jonge leerlingen met mooie versierde mutsen. De oudere leerlingen met een vrolijke corsage op de jas. Meester Estor, die aanvankelijk dacht dat het om een paar van zijn leerlingen ging, opende de deur en nodigde ze uit binnen te komen. Tot zijn verbazing kwam er geen eind aan de rij en stond in een mum van tijd zijn huiskamer vol kinderen. Zo liep Meester Estor deze dag, tussen al z’n leerlingen, zijn dagelijkse route naar school.

Op school aangekomen werd hem verzocht plaats te nemen op de door een paar leerlingen prachtig versierde stoel die in de gemeenschappelijke ruimte klaar stond. Het feest in school kon toen beginnen. Na een klein toespraakje door de ouderraad, werd door een 6-tal kinderen, die eerst ieder Meester Estor wat voor te dragen hadden, enkele cadeaus aangeboden. Daarna mocht hij na een toespraakje van juf Versteeg namens de teamleden, een cadeau in ontvangst nemen. Na dit alles was dan het grote moment gekomen, waar alle kinderen naar uitkeken. Want geen feest zonder taart, en die was er, een hele grote. Meester Estor nam het mes ter hand en na een één, twee, drie door alle aanwezigen gevolgd door ’’lang zal hij leven” zette hij het mes in de taart. Deze werd in stukjes verdeeld en uitgedeeld met een glaasje limonade en een kopje koffie. Deze feestelijke ochtend werd afgesloten met een paar leuke films én een traktatie van Meester Estor, meester van de Bron aan de Gaslaan en meester voor nog eens vijf en twintig jaren.

Mr Estor in 1977 met groep 6

 Wilt u uw herinneringen delen? U kunt hierop reageren Stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. 

Heeft u geen internet? Stuur een briefje aan:

Stichting Groenegraf.nl
T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4 - 3741 SK BAARN

zondag 18 september 2022

Waarom zouden we bang zijn?

Onlangs werd het boek ‘Waarom zouden we bang zijn?’ van Marianne Visser van Klaarwater gepresenteerd in de Nicolaaskerk te Baarn.


Martelaar van Nederland
In haar boek beschrijft Marianne het levensverhaal van haar oom Bernard van Klaarwater (Baarn 1896-Bismarckzee 1943). Hij was de broer van haar vader. Als martelaar staat haar oom vermeld in het boek ''Getuigen van Christus.''
Als Missionaris van het Heilig Hart missioneerde Bernard in Papoea-Nieuw-Guinea. Van 1939-1981 leefde de familie Van Klaarwater in grote onzekerheid over zijn lot. Totdat de priester Ralph Wiltgen ons liet weten dat hij op 18 maart 1943 door Japanners vermoord werd samen met 49 andere geestelijken.

Marianne heeft zijn biografie geplaatst binnen de context van missie en kerk in Papoea-Nieuw-Guinea vanaf 1844 tot en met nu.

De missie van 'Waarom zouden we bang zijn?'
Wanneer mensen de handen ineenslaan dan kan veel zich ten goede keren. Zoals dat ook gebeurde in Papoea-Nieuw-Guinea. Vanuit een diep geloof en vertrouwende op God en Zijn leiding brachten onverschrokken mannen en vrouwen vrede in een door stammenstrijd en kannibalisme verscheurde wereld. Haat maakte plaats voor de kracht van geloof, liefde, compassie en betrokkenheid.

Mogen we op deze kracht vertrouwen in onze huidige door oorlogen en crisissen geteisterde wereld.

Pas in 2020
Op 19 oktober wordt Marianne van Klaarwater 70 maar pas in 2020 vatte ze de moed voor het schrijven van dit boek. Over het waarom leest u via deze link https://www.cultuurblogger.nl/2022/08/25/waarom-zouden-we-bang-zijn/

Het boek is te koop bij de plaatselijke boekhandel. Kijk voor meer informatie en online bestellen op https://www.gopher.nl/shop/title.asp?id=14180

vrijdag 16 september 2022

Eembrugge 16 oktober 1378 de eerste tolheffing

 De Eembruggenaren, die op 16 oktober 1378 bij de sluis voor de kerk aan Ter Eem naar een voor hen nieuwe konstruktie stonden te kijken, konden niet vermoeden dat die wegversperring geschiedenis zou schrijven als eerste tol in deze omgeving, waarop nog vele van dergelijke initiatieven zouden volgen.

Het oudste café van Eembrugge

”Let maar op, ze weigeren te betalen en rijden gewoon door”, voorspelde Claes van Loenen, die zijn koeien op een weiland achter Huis ter Eem had lopen. Maar daar was Truida van den Koster, de buurvrouw van Claes Dynaerts, de waard in de vrij deftige herberg aan de Eembrug, minder overtuigd van. ”Ze hebben die kuilen en de sloot ernaast niet voor niets laten graven”.

’’Alleen het neerzetten moet al zo’n tien plakken gekost hebben”, wist Nanning Wouterszoon, die zijn koeien langs de Eem in de buurt van de waai liet grazen.

”En de rest”, viel Wendermoet Scaden bij. Hij had een air of hij het weten kon, omdat zijn boerderij net vóór de kerk - toen nog aan de overzijde van de rivier, net als het Huis - stond. ”Jij hebt er ook nog aan verdiend”, wees hij met het hoofd naar Hein Vosse.

Die haalde alleen z’n schouders op. ”lk kreeg 8 plakken om de drie bomen naar Eembrugge te slepen. Maar vergeet niet dat ik daarvoor driemaal rijden moest”. Ook die bomen had men moeten kopen, maar hoeveel plakken dat gekost had, wisten ze niet. Ze waren uit Baarn, of misschien wel de Vuursche gehaald. "Jan de Man uit Baarn kreeg 3 plakken voor die draaiboom”, zei Scaden veelbetekenend.

 Acht plakken waren toen evenveel als een pond, een gulden zouden we nu zeggen. De opbrengst zal dat eerste jaar trouwens niet tegengevallen zijn: 304 pond 1 stuiver 11 penningen. Helemaal zonder moeilijkheden ging het overigens niet. Het was maar goed, dat er een boom over de weg liep, want anders waren velen inderdaad zo maar doorgereden. Nu moest gewacht worden, want de tolboom bleef onverbiddelijk gesloten, tot men eerst geofferd had. Die nieuwigheden ook. Het was al erg genoeg geweest, toen Bisschop Jan van Arkel van Utrecht in 1360 een dekreet had uitgevaardigd, dat voortaan bij het passeren van de Eembrug geld betaald zou moeten worden. Over dat bruggeld maakten de Eembruggenaren zich overigens niet dik. Net als de bewoners van Baarn, Bunschoten en Eemnes waren zij daarvan vrijgesteld. Niet om de kleur van hun ogen, maar die vier gemeenten hadden al bij de bouw van de brug meebetaald en zij stonden ook garant jaarlijks bij te dragen in een eventueel exploitatietekort.

Want daar mocht je niet te licht over denken. De aanstelling van een brugmeester betekende al kosten en nog erger was 't met de onderhoudskosten. Dat kon allemaal best eens tegenvallen. Bovendien had de Bisschop de inwoners van zijn eigen stad Utrecht, alsmede de mensen uit de destijds twee belangrijkste Stichtse steden (Amersfoort en Rhenen) eveneens vrijdom van deze bruggelden verleend.

Dat kleine beetjes één grote kunnen vormen, bleek wel uit de tarieven. Voor een wagen, welke de brug over wilde, moesten 4 penningen worden betaald. Tenminste de grote, want voor de gewone karren behoefde men maar de helft te geven. Terwijl ook voor ieder rund, ongezadeld paard, varken of schaap, die de brug overstak, 1 penning neergelegd moest worden. Overigens was dat ook begrensd, want voor een grotere groep kon 't nooit hoger oplopen dan 4 penningen.

De Bisschop van Utrecht kon zoiets nu wel mooi uitvaardigen, daarna liet hij 't meeste toch aan de vier omliggende gemeenten over. leder jaar op Sint Jansdag kwamen Baarn, Eembrugge, Bunschoten en Eemnes bijeen om een brugmeester te regelen, waaraan de inning van dat bruggeld verpacht werd. Bij dat overleg was de Bisschop overigens wel vertegenwoordigd. Hij zond een persoonlijke afgevaardigde, of liet het aan de rentmeester ("castelein” heette zo’n figuur in die tijd) van Huis ter Eem over. Waarbij natuurlijk niet vergeten mocht worden, dat de helft van de opbrengst van het bruggeld voor de Bisschop zelf was.

Nu echter raakte men niet uitgesproken over iets nieuws: geld betalen om over een weg te mogen! Ze waren het er over eens, dat er een heel toepasselijke dag voor uitgekozen was: 16 oktober - St. Gallendag.

"Past goed bij de bittere smaak, die de mensen er aan over houden”, vond Claes van Loenen. Maar Hein Vosse had daar zo zijn eigen vermoedens over. ’’Vast en zeker omdat het vandaag ook marktdag in Amersfoort is”.

Wie moest het geld innen? De castelein voelde zich er te goed voor en zijn medewerkers op ter Eem wilden (of durfden?) niet. Zodat iemand van buitenaf moest worden aangetrokken.

"Die heeft een gekke naam”, lachte Truida. "Spiegelken heet hij. Ze moeten mooi logies voor hem betalen”.

Er werd gemompeld, dat de hoge heren met dergelijke kosten niet krenterig waren. ’’Toen de burgemeesters van Bunschoten en Eemnes Baarn werd niet eens genoemd! hier een keer kwamen om de verpachting te regelen, dronken ze voor wel 8 plakken bier op”, wist Nanning Wouterszoon.

’’Daar zal heus wel iets te eten bij gezeten hebben", veronderstelde Wendermoet.

Truida wist nog een paar nieuwtjes. "De eerste drie nachten wordt er ook nog bij gewaakt. Dat kost ze nog eens 6 plakken. En Claes Dynaerts kreeg ook nog 11 plakken, omdat die timmerlieden bij hem kwamen”.

...vrouw v. Oosterom was er de laatste cafehoudster 

 Wilt u uw herinneringen delen? U kunt hierop reageren Stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. 

Heeft u geen internet? Stuur een briefje aan:

Stichting Groenegraf.nl
T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4 - 3741 SK BAARN

vrijdag 9 september 2022

Benthuys

Tot ver in deze eeuw stonden er boerderijen langs de Zandvoortweg. Van sommige van deze families heeft de naam (v.d. Vuurst, Staal, Zonneveld en Schothorst) nog altijd een vertrouwde klank in ons dorp. Ook boer Beukeboom woonde daar, hoewel zijn bouwland langs de Eemnesserweg lag. Een flinke strook, van wat nu de Wilhelminalaan heet tot aan de v. Heemstralaan.

Zijn land werd doorsneden door een bosje van eikenhakhout, waar nu de Ferd. Huycklaan loopt. Die grond was eigendom van Prins Hendrik, de Baarnse prins, als "de Zeevaarder” een bekende bewoner van Paleis Soestdijk. Men kon boer Beukeboom aan weerszijden van dat bosje, waarin een voetpad liep, zien ploegen. Hij teelde voornamelijk rogge en boekweit.

     De boerderij net voor de sloop in de jaren 70.

Een hoek van zijn grond had een andere bestemming gekregen, die was namelijk in gebruik bij de bekende tuinarchitekt Ant. van der Helden als kwekerij. Nadat een spoorlijn ons dorp rechtstreeks met Amsterdam verbond, werden er overal in Baarn villa’s gebouwd en ook landbouwer Beukeboom verkocht daarvoor een stuk van zijn grond. Op 17 oktober 1879 kocht de heer Redeker Bisdom 4,6 hectare in de hoek van die kwekerij. Toch zou het tot najaar 1881 duren, voor er met bouwen begonnen werd.

Huize Voor-Eng
Dat weet men zo precies door de tekst op een gedenksteen, geplaatst op 10 september 1881 door Anne en Karei Redeker Bisdom in hun nieuwe huis, dat ”Voor-Eng” gedoopt werd. Een naam, welke misschien enige toelichting gebruiken kan. Want "eng" betekent namelijk ”hooggelegen bouwland” en dat was zeker van toepassing op de kultuurgrond van boer Beukeboom. Wat men nog altijd zelf vanaf de Eemnesserweg zien kan.

Waarschijnlijk zal de heer Redeker Bisdom de centjes goed hebben kunnen gebruiken, toen hij op 19 januari 1882 een halve hectare grond doorverkocht aan de heer J.C. Boldoot, de bekende fabrikant van (zoals men toen zei) reukwater. Op dat stuk aan de Eemnesserweg liet hij voor eigen bewoning de villa Courbevoie neerzetten. Later heeft vooral de tapijtknoperij van Edmont de Cneudt er vermaardheid gekregen.

De minder gunstige financiële omstandigheden noopten de heer Redeker Bisdom in 1889 zijn gehele Baarnse bezit te verkopen. Nieuwe eigenaar werd de heer E. Bunge, die de eer toekomt daar een groot landgoed te hebben gerealiseerd. Hij kocht namelijk van Prins Hendrik het kreupelbos laagstammig, door elkaar gegroeid geboomte — achter zijn huis langs de huidige Wilhelminalaan. Alsmede percelen grond, tot wat nu de Ferd. Huycklaan is, van een bouwmaatschappij.

Deze firma had namelijk inmiddels het bosje in het land van Beukeboom van Prins Hendrik gekocht. Het voetpad, dat door dit bosje liep, werd veranderd in een brede laan, door de gemeente vervolgens Ferd. Huycklaan gedoopt. Kort daarvoor was op 't Hoogt ook een laan tot Jacob van Lenneplaan aangewezen.

Met palen, waarop de naam van Prins Hendrik stond, waren die bezittingen van deze vorstelijke Baarnaar gemerkt. Zo’n paal stond aan het begin van de Ferd. Huycklaan en ook lange tijd nog aan de Wilhelminalaan bij het bosje, dat dus aan ”Voor-Eng” werd toegevoegd.

Om deze vergrote tuin te kunnen besproeien liet de heer Bunge in 1890 een hoge ijzeren toren bouwen met een windrad, omdat het water oorspronkelijk met behulp van windkracht tot in het hoge reservoir opgepompt werd. Later werd aan de onderzijde een motor geplaatst, maar men bleef de tuin via de installatie besproeien.

De Baarnaars hebben jarenlang overigens hun eigen gedachte hierover gehad. Zij hebben dat privé-watertorentje nog jaren zien staan en dachten, dat het huis een eigen watervoorziening bezat. In werkelijkheid was de villa evenwel gewoon op de waterleiding aangesloten.

De heer Bunge overleed op 3 november 1904, waarna zijn weduwe Mevr. Bunge-Cruys nog 16 jaar in dit huis woonde, voor zij naar elders vertrok. Via via kwam het landgoed toen in bezit van F.E. Baron van Heerdt, die er in 1920 ging wonen en de naam veranderde in Benthuys. De overgrootvader van de nieuwe eigenaar heette Baron van Heerdt van ’t Benthuys en bezat de Havezathe ’t Benthuys in de omgeving van Vollenhove.

Overigens had mevr. Bunge eerder reeds (15 oktober 1907) niet ver van de Ferd. Huycklaan aan de Eemnesserweg een stuk grond verkocht aan de heer G. van Woudenberg, die er een huis op bouwde en een bloemisterij begon. Op 30 september 1919 kocht hij van haar ook nog een groot terrein achter de toenmalige Westerschool aan die Ferd. Huycklaan, waar later lange tijd sigarenfabriek Washington in gevestigd

Wilt u uw herinneringen delen? U kunt hierop reageren Stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. 

Heeft u geen internet? Stuur een briefje aan:

Stichting Groenegraf.nl
T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4 - 3741 SK BAARN



vrijdag 2 september 2022

Pand Square Mode uitgebrand

een kijkje in de steeg

(Het is 12-05-2000)

Flash-over noodzaakt brandweer tot tweede uitruk.

Een felle brand legde de vestiging van Square Mode aan de Laanstraat-promenade gisterochtend vroeg volledig in de as. Vrijwilligers van brandweer Baarn waren negen uur in de weer om het vuur te blussen. Na een eerste poging wakkerden de vlammen tussen de diverse plafonds in de zaak opnieuw aan. Door deze zogeheten 'Flash-over' raceten de inmiddels naar de kazerne teruggekeerde brandweerlieden terug naar de Laanstraat, waar pas na twee uur het vuur definitief onder controle was. 

brand geblust

Een brandende container tegen de gevel was de vermoedelijke oorzaak van de brand, waarbij niemand gewond raakte. Wel moest een 61-jarige man, die boven de winkel lag te slapen, worden geëvacueerd. De brandweer, die ervoor zorgde dat de vlammen niet naar de aangrenzende panden (zij werden uit voorzorg ontruimd) oversloegen, raamde de schade op ongeveer een half miljoen gulden.


Omstreeks half drie werd het korps gealarmeerd voor een klein buitenbrandje bij het pand Laanstraat 47. De melding was dat een bankje in de hens stond. Bij aankomst bleek al snel meer aan de hand te zijn. De vuurzee was groter dan gedacht en ook de bereikbaarheid van de verschillende ruimten was problematisch. Meerdere wagens, waaronder een laddervoertuig en een ademluchtcontainer, alsook commandant W.I. Wiersema en burgemeester mevrouw drs. M.R. Wolterink verschenen ter plaatse.

 van buitenaf kun je de vlammen zien in de winkel

Ondanks adequaat ingrijpen kon niet worden voorkomen dat de winkel uitbrandde en de bovenwoningen door de rook onbruikbaar waren geworden. Terug in de kazerne en bezig met de evaluatie volgde een tweede alarmering, nu voor kleine nabluswerkzaamheden. Toen de eerste wagen arriveerde, werd meteen duidelijk dat de hele zaak weer in de brand stond. Ook de in de kazerne achtergebleven brandweermensen keerden terug naar het pand. De tweede bestrijding was zeer complex. Door de enorme rookontwikkeling was niet helder waar de brandhaarden zich bevonden. Uiteindelijk bleek het vuur aangewakkerd te zijn, omdat er een grote hoeveelheid warmte tussen het bovenste plafond en de verdiepingsvloer zat. In de winkel waren namelijk meerdere plafonds onder elkaar aangebracht. Bij de eerste uitruk had de brandweer er één verwijderd. Tussen de resterende plafonds bevond zich riet, dat het vuur perfect geleidde. Bij de sterk opgewarmde lucht kwam frisse, lucht, waardoor een explosief snelle nieuwe ontbranding was ontstaan. Deze flash-over was niet van tevoren in te schatten geweest. Salvage nam de opvang van de bewoners en de verdere afhandeling namens de verzekeringsmaatschappijen voor zijn rekening. In totaal ruim veertig brandweermensen waren ruim negen uur druk in de weer om het vuur te bedwingen.

Wilt u uw herinneringen delen? U kunt hierop reageren Stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. 

Heeft u geen internet? Stuur een briefje aan:

Stichting Groenegraf.nl

T.a.v. Baarnsch Geheugen
Marisstraat 4

3741 SK BAARN