vrijdag 6 september 2024

Zoekplaatje in Baarn


 1: Waar stond deze villa, later een slagerij?

U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje naar:

Stichting Groenegraf.nl

T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4

3741 SK BAARN

Of stuur een e-mail naar :bakker.groenegraf@gmail.com

Onder de goede inzenders verloten we het boek “Waarom redden" over de Brandweer van Baarn.

Dit boek is geschreven door Maartje Hormes en Leen Bakker en uitgegeven door Personeelsvereniging Brandweer Baarn in 2007.

Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn – Van der Steeg Laanstraat 72, 3743 BH Baarn, tel: 035-5426063.

Lees de meer dan 1500 verhalen over Baarn op: [HTTPS://groenegraf.blogspot.com]





vrijdag 30 augustus 2024

Te wapen




 Te wapen

Niet alleen adellijke families, ook de meeste dorpen en steden hebben een wapen. Baarn had er zelfs twee. Dat ook volwassenen in verliefde verdwazing diep kunnen gaan om een vrouw te imponeren blijkt wel uit het feit dat nota bene onze eigen burgemeester Laan zich in 1866 tot het fröbelen van een nieuw gemeentewapen (tot dan toe een afbeelding van St. Nicolaas) liet verleiden. Hij liet in de gemeenteraad een schetsje rondgaan van een wapenschild waarop een steigerend paard in toom werd gehouden door een jong manspersoon. Als smoes gaf hij aan dat de gemeente Baarn eigenlijk niet meer bestond nu er een buurtschap (Lage Vuursche) aan was toegevoegd. Een leugentje, want wettelijk vervalt een gemeente niet als het een buurtschap opslokt. Een nieuw wapen hoeft dus niet. Boze tongen beweerden dat Laan dit wapen niet zelf ontworpen had, maar had overgetekend van een schetsje dat de hofdame van koningin Sophie, bevriend met de familie Laan na een ontvangst door de burgemeester (per ongeluk!?) had achtergelaten. Laan leek nogal gecharmeerd van deze dame, die hem enthousiast over haar reis met de koningin naar Stuttgart had verteld. In het park van het Kurhaus aldaar had ze een prachtig marmeren beeld gezien en er meteen maar een tekeningetje van gemaakt. "Wacht eens...” moet Laan na haar vertrek gedacht hebben; "Zal ik haar eens verrassen door daar het nieuwe gemeentewapen van te maken?” Of dit curieuze verhaal een loos gerucht of een jaloerse verdachtmaking was? Daar zijn we nog steeds niet achter. Ook wat mevrouw Laan vond van haar man's uitsloverij vermeld de historie niet. Een andere veronderstelling, namelijk dat Laan er wellicht anti katholieke sympathieën op na hield (Wég met die schijnheilige paapse kindervriend!!) kan ook nauwelijks bewezen worden. Vreemd is wel dat de raad destijds zonder slag of stoot akkoord is gegaan met de aanvraag voor een nieuw gemeentewapen. Van veel historisch besef kunnen de toenmalige raadsleden niet verdacht worden. Want je moet wel over een rijke kinderlijke fantasie beschikken om in het ontwerp een relatie met Baarns rijke historie te ontdekken.

 



Al vanaf de invoering was Baarns burgerij er maar weinig verguld mee. Spottend sprak men al gauw over ‘de badmeester met het paard van Kuyer', katholieke inwoners beijverden zich om het oude gemeentewapen met de Goedheiligman weer terug te krijgen, wat bijna lukte. Waarop de Christelijk Historische achterban zich in de strijd wierp om dat weer te verhinderen. Hoekse en Kabeljauwse twisten in het klein, die misschien wel dankzij de Tweede Wereldoorlog (men had wel wat anders aan z'n hoofd) in de ijskast verdwenen. Tot 1969 dus. Toen unaniem werd besloten de Sint als patroon der Gemeente terug op het schild te heffen. Een dure grap overigens want nogal wat briefpapier, bedrijfswagens van gemeentelijke diensten, het gemeentehuis zelf, banken in de Laanstraat enz. enz. moesten subiet weer van wapen wisselen. Maar breekt u zich daar het hoofd niet meer over als we de Sint, al of niet geflankeerd door zijn knecht feestelijk inhalen.

Moraal: Behoud uw geloof in Sinterklaas, maar stop de wapenwedloop!

Deze verhalen kunt u lezen in deel 2 en 3 van Vandaag is morgen alweer gisteren. (€ 12,50 per deel excl. verzendkosten - buiten Baarn). De boeken zijn te bestellen via e-mail: bakker.groenegraf@gmail.com



maandag 26 augustus 2024

 De foto dateert uit... 1880 en de afgebeelde witte villa op de hoek Amalialaan/Nw. Baarnstraat stond. Dat huis op die hoek werd tot kort na 1920 bewoond door de familie v.d. Koppel en de achtertuin liep door tot het doodlopende zijstraatje van de Nw. Baarnstraat, dat in de volksmond gedoopt werd tot de ’R... van Egypte’. 



Even terug naar de tuin, want voor de fruitbomen die er stonden, toonde de Baarnse jeugd erg veel erg veel belangstelling. Zoveel interesse zelfs, dat de eigenaar, de man is overleden, dus mogen we nu wel verklappen dat het een klein, vinnig kereltje was - een schilder ooit een merkwaardige opdracht gaf.

Die schilders knecht van de destijds algemeen bekende firma van Resteren uit de Laanstraat, weet zich best te herinneren, dat hij op verzoek van mijnheer het hek niet zoals gebruikelijk met parafine in moest smeren, maar ... met nauwelijks drogende koolteer. Dat duurde minstens drie maanden voor het hek droog kon zijn en zo werd de jeugd toen al op afstand gehouden.

Slagerij

Na het overlijden van de heer des huizes werd aan de villa een andere bestemming gegeven. In de slagerij in de Laanstraat, waar nu Bonne de Vries gevestigd is, dreef aan het begin van deze eeuw de firma Houber & De Jong haar handel. De firmanten kregen onderling moeilijkheden en het gevolg was dal Houber de slagerij alleen voorzette en De Jong in 1925 in die witte villa (uiteraard na een zeer ingrijpende verbouwing) een slagerij begon.

Het werd achteraf het startschot tol meer negotie in die straat, wam geleidelijk aan kwam er meer activiteit. De stallen van de villa en de vier huizen in de poot van de L vormige 'blinde darm ’ (om nog eens een ander lichaamsdeel te noemen) werden gekocht door garage Messing en gingen vrijwel geheel tegen de grond, om plaats te maken voor parkeerboxen, waar toen al steeds meer behoefte aan was.

In één daarvan kwam de brandweerauto te staan (tot dan in de garage, welke schuin tegenover het gemeentehuis gelegen was), terwijl de chauffeur van die rode auto (de heer van Dijen) in één van die huizen bij de stallen kwam te wonen.

Later werd het gehele complex verkocht aan de familie de Moraaz Imans, waarvan een zoon hel geheel omzette in de Oranjegarage, welke nog altijd in de huidige vorm te herkennen is.

Lange rij

De witte villa van de oorspronkelijke foto werd in 1972 gesloopt en vervangen door de slagerij. Overigens was toen al geruime tijd tussen de slagerij en Oranjegarage een groot pand met drie winkels (met bovenwoning) neergezet. Gezien vanaf het kruispunt bij ’De la Promenade’ (zoals De Prom toen nog heette) waren dat de bloemenzaak van Majoor, de textielwinkel waar de vader van musicus Siem Keijzer korsetten en dergelijke lingerie verkocht en ten slotte nog een hoedenwinkel.

Slager de Jong werd overigens omstreeks 1930 opgevolgd door Mastenbroek en na de oorlog (1950) door van Bekkum, van Lierop en Luiten. Het winkelwoonhuis daarnaast veranderde eveneens van bestemming. De drie winkels maakten plaats voor een horecabedrijf waar ook De Prom een dependances in gevestigde.

De winnaar deze week is: ...............

vrijdag 23 augustus 2024

radiocentrale

 



De ontwikkelingen van de techniek zijn nauwelijks bij te houden. We vin den het tegenwoordig heel normaal dat er in elk huis meerdere radio’s te vinden zijn. De tijd dat we radio-pro gramma’s via radiogolven door de ether ontvangen verdwijnt. Steeds vaker zijn die signalen digitaal. Maar wie zorgden ervoor dat de eerste radiosignalen in Baarn te ontvangen waren? In 1895 werden al de eerste radio signalen uitgezonden. In 1899 was er de eerste radioverbinding over Het Kanaal tussen Frankrijk en En geland, maar aanvankelijk was ra dio alleen bedoeld om met elkaar te kunnen communiceren. Pas in Eén van de eerste advertenties van de Baarnsche Radio-Centrale, toen nog in de Weteringstraat. (Coll. Pim van Gelder) 1919 werd in Nederland het eerste radioprogramma uitgezonden.

Voordat radiotoestellen echt in de Nederlandse huiskamers kwamen waren we al in de jaren dertig van de vorige eeuw. Nog niet eens zo lang geleden toch? De uitvinding van de radio en later ook de televisie hebben de wereld een stuk kleiner gemaakt, figuurlijk gesproken uiteraard. Ook Baarn kende zijn lokale pioniers op gebied van radio. Johannes Matthijs Benjamin (Jan) Bakker (*1902 †1979) en Gregori us Johannes (Goos) Groen (*1899 †1969), beiden werkzaam in de bouw, be sloten van hun hobby hun beroep te maken. Jan’s vader Gerrit Bakker was chef-monteur telegrafie. Hij zal zijn zoon ongetwijfeld het één en ander aan techniek bijgebracht

hebben. In april 1929 vroegen Jan Bakker en Goos Groen bij de gemeente Baarn een vergun ning aan voor de aanleg van een radio-distributienet. Korte tijd Jan Bakker (rechts) legt kabels door een groot gedeelte van Baarn om radio-ontvangst moge lijk te maken. (Coll. mevr. A. Venema-Groen) later kregen ze de toestemming en is hun bedrijf, De Baarnsche Radio-Centrale, een feit. Aanvan kelijk was het bedrijf gevestigd in de Weteringstraat, maar in 1936 werd voor 7.000 gulden de villa van de familie Van Dorp op de hoek van de Kerkstraat een het Melkpad gekocht. De villa stond al zeven jaar leeg. Op deze plek is nu de banketbakkerij Veldhui zen te vinden. Bakker en Groen legden in een groot gedeelte van Baarn loden kabels aan over de daken en langs de achterzijde van woningen met aftakkingen naar binnen. Daar werd een soort luidspreker met keuzeschakelaar op aangesloten en voor twee kwartjes per week kon men di verse voornamelijk Nederlandse radio programma’s beluis teren. Soms werd er zelfs lokaal nieuws uitgezonden! Bij De Baarnsche Radio Centrale aan de Kerkstraat, hoek Melkpad. (Coll. Groenegraf.nl) 73 festiviteiten verzorgden zij ook de muziek in het dorp. Misschien mogen we ze daarom ook wel de eerste diskjockeys van Baarn noemen. Goos Groen besloot eni ge tijd later uit het be drijf te stappen teneinde Zilgroba Metaalindustrie te starten. Dat bedrijf vestigde hij aan de Torenlaan. In 1950 werd die lokatie gekocht door Philips om daar de productielokatie van haar langspeelplatenindustrie Philips Phonographische Industrie op te zetten. De half afgebroken villa waarin de Baarnsche Radio Centrale gevestigd gesloopt. Dhr. H.W. Meerbeek bewoon de de andere helft. (Bron: Baarnsche Courant 1965) Zilgroba verhuisde toen naar Amersfoort nadat het korte tijd in Huize Velt heim gevestigd was. Groen hield het dus voor gezien, maar Bakker zette het bedrijf voort, samen met dhr. R. Koch, een gepensioneerd kapitein van de grote vaart. Toen de PTT de distributie van radiosignalen landelijk overnam verhuurde Bakker de rechterhelft van de villa aan zijn zwager Heinrich Wilhelm Meerbeek die er zijn kleermakersbedrijf in vestigde. In 1961 kocht aannemer F.H. van Klaarwater het pand met de bedoeling om het te slopen, maar Meerbeek wilde niet vertrekken. In 1965 werd de helft van de villa gesloopt, Meerbeek bleef in de andere helft wonen. Pas in 1968 werd ook de rest van de villa gesloopt.




vrijdag 16 augustus 2024

Koffrie's Kolen en Oliehandel

 Dat een bedrijf al op het moment dat het nog bestaat historisch is komt maaweinig voor, maain Baarn hadden we zo'n bedrijfKoffrie's Kolen en Oliehandel aan de Noorderstraat in BaarnDecennia nadat de activiteiten werden gestopt was het bedrijfspandje van de firma Koffrie nog te vinden aan de splitsing Oosterstraat - NoorderstraatDe laatste jaren, en zeker nadat er een aantal jaren geleden brand uitbrak, werd de plek als één van de rotte kiezen van Baarn gezien, maar wees eens eerlijk, was het ook niet, ondanks de vervallen staat, een hele nostalgische plek?

Wie liet er niet zijn auto tectyleren, dat werd nog gedaan met de bokkenpoot. Éénmalig, maar met eeuwige garantie. Even een gasfles voor de camping omruilen of houtskool voor de barbecue halen, een verhaal van Flip Koffrie kreeg je er gratis bij. Als je het terrein van Koffrie op kwam lopen was het alsof je in een andere tijd kwam, want van 'nieuwigheden' moesten de broers Dirk en Flip Koffrie niets hebben. "Pak jij eens even dat schroefje uit dat ene bakje", kon Flip vragen. Keek je dan waar hij heen wees, dan zag je een stelling met honderdduizend bakjes met schroefjes. Flip zag hoe beduusd je keek en had dan de grootste lol.

De broers Koffrie kwamen als vanzelfsprekend van jongs af aan in het bedrijf van hun vader Jan Willem Koffrie (1898-1980). In 1922 werd de brandstoffenhandel officieel geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, maar lang daarvoor handelde vader Koffrie al in hout en turf. Dirk, de oudste van de twee broers kwam als eerste in het bedrijf en de 13 jaar jongere broer Flip volgde na de Tweede Wereldoorlog. Er was veel armoede in die tijd. Je kunt het je nu bijna niet voorstellen, maar destijds kochten veel klanten een mud kolen, maar konden die hoeveelheid niet ineens betalen. Wekelijks betaalden ze dan twee kwartjes afbetaling. Een kwartje was 25 cent in het guldentijdperk. Meestal werden die kolen dan bezorgd. De ene klant wilde de kolen in de kelder hebben, de andere in de schuur of op zolder. Er moest dus flink gesjouwd worden met die handel. Het was zwaar werk.

Met de komst van aardgas rond de jaren zestig braken er moeilijke tijden aan voor de brandstofhandelaren. Waren er voor die tijd nog een tiental kolenboeren in Baarn actief, aardgas zorgde ervoor dat de meeste bedrijven het bijltje erbij neer gooiden.

Ook Dirk en Flip moesten creatief worden en andere bronnen van inkomsten vinden. Nadat ze rond 1970 een auto van een kennis getectyleerd hadden, kwamen ze op het idee om heen die service ook in hun bedrijf op te nemen, en met succes! Uit de wijde omgeving kwamen klanten hun bolide laten beschermen tegen corrosie en roest. En nam je je zoon mee als u de auto weer kwam halen, dan kreeg hij een mooie Valvoline poster mee naar huis.

In 1991 stierf Dirk op 71-jarige leeftijd en Flip elf jaar later, hij mocht 80 jaar oud worden. Toen was duidelijk dat dit oer-Baarnse nostalgische plekje binnen afzienbare tijd zou verdwijnen. Eigenlijk was de brand die eind jaren negentig in de schuur ontstond al de genadeklap. 

Rechts de oude Opel Blitz, bouwjaar 1969, stond tot vlak voor de sloop van het pand nog in de schuur van Koffrie.

Deze verhalen kunt u lezen in deel 2 en 3 van Vandaag is morgen alweer gisteren. (€ 22,50 per deel excl. verzendkosten - buiten Baarn). De boeken zijn te bestellen via e-mail: bakker.groenegraf@gmail.com

vrijdag 9 augustus 2024

de melkfabriek in Hilversum
 Gijs” de melkrijder van Baarn rond 1965 – deel 2]
Wel Gijs en ik hebben afgesproken dat we zijn wijk in Baarn nog eens gaan rijden, en zogezegd zo gedaan. Op 11 juni jongstleden hebben we zijn melkroute in Baarn opnieuw gereden. Gijs gaf mij een lijst met namen en melkbusnummers waar we langs zouden komen. U zult het geloven of niet, maar Gijs wist bij alle adressen de naam van de boerenfamilie inclusief het nummer van hun melkbus. Tijdens de rit kwamen we vele bekende boerderijen tegen, zoals Eemweg 43, Gijs vertelde met trots “Hier ben ik geboren en heb hier gewoond tot mijn 5e”.

De naam Dorrestijn werd op 2 manieren geschreven. Had je de naam Dorrestein met "ei” dan was je katholiek. Had je de naam Dorrestijn met ” ij” dan was je Protestants Hervormd. Op de linker foto ziet u de tractor van Gijs op de weg langs Anna's Hoeve. Rechts de melkfabriek in Hilversum. Dank aan Gijs Dorrestijn voor het verhaal.

Gijs met tractor op de weg naar Anna's Hoeve

Lees de ruim 1500 verhalen over Baarn op: https://groenegraf.blogspot.com

De winnaar van het zoekplaatje is: ................. ……………………….

vrijdag 2 augustus 2024

 Gijs” de melkrijder van Baarn rond 1965- deel 1

Van 1960 tot ongeveer 1970 werd de melk opgehaald door Gijs Dorrestijn. Dorrestijn was een transportbedrijf met zeven vrachtwagens, dat vestig je natuurlijk aan de rand van het dorp. Maar het is in Baarn lang zo geweest dat je op ruimtelijk gebied mocht doen wat je wilde. Het bedrijf op deze foto was gevestigd aan de Pompstraat, één van de smalle straatjes op de oude Oosterhei. Hun werkelijke naam was “Dorrestijn Transport”. Dagelijks denderden de vrachtwagens door de smalle Sparrenlaan. Links van de personenwagen staat Jan Dorrestijn, rechts zijn vader. In 1981 verhuisde de fa. Dorrestijn naar de Hermesweg / Noordschil en per 2008 naar Soest. 

Jan en vader Dorrestijn

Gijs was van jongs af aan bij het bedrijf betrokken als melkrijder. Het mocht toen nog niet op een vrachtwagen rijden en deed alles met de tractor. Op zijn 15e kreeg hij van zijn vader een nieuwe tractor. Maar eigenlijk mocht je pas als je 16 jaar oud was met een tractor rijden. Als hij aangehouden zou worden moest hij van zijn vader vertellen dat 16 was. Iedere ochtend en elke avond kwam Gijs, de melkrijder, de melkbussen vol melk ophalen en bracht ze naar de V.G.M., de Verenigde Gooische Melkfabriek. In de periode van oktober tot maart werd de melkbus 1 x per dag opgehaald. Vanaf april tot september was dat 2 keer per dag. Gijs begon met de eerste rit s ’morgens om 7.00 uur bij de familie Rosseberg op het Zuidereind. Daar werd de tractor gedraaid en begon de rit. Kwam die langs mevrouw Kok dan zwaaide ze altijd. Over de boerderij van de familie Hamersveld vertelde Gijs dat mevrouw Hamersveld zo zwaar van gewicht was. In de periode van “de houten Eembrug”, die in het midden een stuk hoger was, moest zij er met de fiets overheen om naar de kerk te gaan. Omdat zij zo zwaar was lukte dat niet. Vandaar dat er altijd 2 kinderen bij waren die haar moesten helpen om haar over de brug te duwen. 

Als de boeren de melkbussen op tijd aan de weg hadden gezet was Gijs uiteindelijk om 20.15 uur weer thuis. Het gebeurde wel eens dat dit 23.00 uur werd als er boeren waren die niet op tijd de melkbussen aan de weg hadden gezet. Als Gijs niet op tijd bij de melkfabriek was aangekomen kon dat door de drukte nog later worden. Ook andere melkrijders moesten daar ook hun bussen inleveren.

De melkbussen werden schoongemaakt door de V.G.M. en deels weer geladen voor de volgende rit.

De fa. Dorrestijn had 5 wijken te weten: Baarn, Eemnes binnen, Bunschoten, Laren en Blaricum. Per rit werden er ruim 130 melkbussen opgehaald bij bijna 50 adressen.

Per boer werden er gemiddeld 2 à 3 melkbussen per rit opgehaald met uitschieters als Cees Groenestein met 6 melkbussen en Eb Zonneveld met 5 melkbussen. Een volle bus woog meer dan dertig kilo. Zaten de bussen erg vol, dan haalde de melkrijder een keer aan: door de melkbus met twee handen vastpakken, benen een beetje wijd, melkbus eerst tussen de benen door een eindje naar achteren zwaaien, zodat hij met een soort aanloopje naar voren en omhoog gezwaaid kon worden.

1 van de 7 vrachtwagens
Iedere boer had zijn eigen melkbus voorzien van zijn eigen nummer dat vaak bestond uit 5 cijfers. Een melkrijder moest deze nummers uit zijn hoofd kennen. Ik vroeg dus aan Gijs "wie had nummer 13454” en kreeg gelijk als antwoord: "Oh die was van Bertus van Roomen op het Zuidereind. Deel 2 volgende week.



vrijdag 26 juli 2024

 Zoekplaatje in Baarn


De vraag van vandaag is:

- Weet u nog een naam van een Baarnse Melkrijder?

U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje naar:

Stichting Groenegraf.nl

T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4

3741 SK BAARN

Of stuur een e-mail naar:

bakker.groenegraf@gmail.com

Onder de goede inzenders verloten we het boek 'Waarom redden' over de Brandweer van Baarn. Dit boek is geschreven door Maartje Hormes en Leen Bakker en uitgegeven door Personeelsvereniging Brandweer Baarn in 2007.

Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn – Van der Steeg op het Laanplein

Lees de 1500 verhalen over Baarn op: https://groenegraf.blogspot.com

vrijdag 19 juli 2024

Beunk Bibliotheek Baarn

 Het is 26 februari 1954

In gesprek met, de voorzitter van de Vereniging Baarnse Openbare Leeszaal en Bibliotheek de heer J. Beunk.


Zondag 14 Maart 1954 zal het 5 jaar geleden zijn, dat de Baarnse Openbare Leeszaal en Bibliotheek door wijlen wethouder B. J. J. Wijkamp officieel geopend werd.

Dit heugelijke feit, dat gisteravond herdacht werd in de 5e jaarvergadering van de Vereniging Baarnse Openbare Leeszaal en Bibliotheek, voerde deze      week onze schreden naar Huize „Da Capo”, de op de hoek van de Amsterdamse Straatweg en Nieuwe Domlaan zo riant gelegen woning van de familie Beunk, om de heer des huizes enige vragen over de ontwikkeling van deze mooie instelling voor te leggen.

Daar het bestuur van de Volksuniversiteit (V.U) waarvan de heer Beunk gedurende 8 jaar voorzitter is geweest, de grote stoot gegeven heeft aan de oprichting van de Openbare Leeszaal Baarn (O.L.B), luidde onze eerste vraag: „Van wie en wanneer is het initiatief uitgegaan om Baarn met een V.U. te verrijken?”

De derde poging om Baarn een O.L.B te geven werd met succes bekroond.[Het is 26 februari 1954]

In gesprek met, de voorzitter van de Vereniging Baarnse Openbare Leeszaal en Bibliotheek de heer J. Beunk., rechter afbeelding.

Zondag 14 Maart 1954 zal het 5 jaar geleden zijn, dat de Baarnse Openbare Leeszaal en Bibliotheek door wijlen wethouder B. J. J. Wijkamp officieel geopend werd.

Dit heugelijke feit, dat gisteravond herdacht werd in de 5e jaarvergadering van de Vereniging Baarnse Openbare Leeszaal en Bibliotheek, voerde deze week onze schreden naar Huize „Da Capo”, de op de hoek van de Amsterdamse Straatweg en Nieuwe Domlaan zo riant gelegen woning van de familie Beunk, om de heer des huizes enige vragen over de ontwikkeling van deze mooie instelling voor te leggen.

Daar het bestuur van de Volksuniversiteit (V.U) waarvan de heer Beunk gedurende 8 jaar voorzitter is geweest, de grote stoot gegeven heeft aan de oprichting van de Openbare Leeszaal Baarn (O.L.B), luidde onze eerste vraag: „Van wie en wanneer is het initiatief uitgegaan om Baarn met een V.U. te verrijken?”

De derde poging om Baarn een O.L.B te geven werd met succes bekroond.

De heer Beunk — gezeten in een gemakkelijke stoel achter het bureau in zijn studeerkamer — herinnerde ons met zichtbaar genoegen aan het najaar van 1945, toen zich in landelijk-, provinciaal- en gemeentelijk verband een onweerstaanbare drang tot samenwerking uitte om nieuwe initiatieven uit te voeren. In aansluiting hierop zei hij: „In September 1945 kwam de heer Mijnssen me polsen, of ik wat zag in de mogelijkheid om in Baarn een Volksuniversiteit te stichten. Ik beantwoordde zijn vraag bevestigend. We hebben toen een klein Comité gevormd, waarin de volgende personen zitting namen: Mevr, M. W. Klijn-Bast, mej. M. A. C. Niekerk, J. Beunk, dr C. Campagne, D. Eggink, F. C. Mijnssen en Ir W. Ockinga.

Het Comité wendde zich tot verscheidene ingezetenen met het verzoek om in het voorlopige bestuur van de te stichten V.U. zitting te nemen en daarna zijn we spoedig gestart In October begonnen de eerste lezingen. Eerst was de vorm een vereniging (met een Commissie uit de leden voor advies), later werd het een stichting, omdat de verenigingsvorm bij alle voordelen het nadeel had van het omstandig vergaderen met meestal weinig voltallige ledenvergaderingen. Om tot besluiten te komen is dan meestal zeer moeilijk.’’

„Werd niet reeds vrij kort na de oprichting der V.U. door het bestuur getracht in Baarn een Openbare Leeszaal en Bibliotheek te stichten?”

„Ja” — antwoordde de heer Beunk — „daar zijn we in Mei 1946 al mee begonnen. Tijdens een door het bestuur der V.U. op 10 Mei in het Lyceum belegde vergadering, die o.m. werd bijgewoond door de toenmalige wethouder van Onderwijs, de heer A. J. M. Sterneberg en de rector van het Lyceum, wijlen dr J. A. Vorder Hake, werd een Comité gevormd, dat zich tot doel stelde een O.L.B. te stichten met medewerking van het katholieke deel der Baarnse bevolking. Ik werd met het voorzitterschap belast, de heer Mijnssen werd penningmeester en mevrouw G. Wafelbakker werd bereid gevonden het secretariaat op zich te nemen.

„Bij de opening in 1949 bedroeg het boekenbezit 3393 banden; eind 1953 6245 banden, namelijk 3090 romans, 2077 studieboeken en 1078 jeugdboeken.

De heer Beunk — gezeten in een gemakkelijke stoel achter het bureau in zijn studeerkamer — herinnerde ons met zichtbaar genoegen aan het najaar van 1945, toen zich in landelijk-, provinciaal- en gemeentelijk verband een onweerstaanbare drang tot samenwerking uitte om nieuwe initiatieven uit te voeren. In aansluiting hierop zei hij: „In September 1945 kwam de heer Mijnssen me polsen, of ik wat zag in de mogelijkheid om in Baarn een Volksuniversiteit te stichten. Ik beantwoordde zijn vraag bevestigend. We hebben toen een klein Comité gevormd, waarin de volgende personen zitting namen: Mevr, M. W. Klijn-Bast, mej. M. A. C. Niekerk, J. Beunk, dr C. Campagne, D. Eggink, F. C. Mijnssen en Ir W. Ockinga.

Het Comité wendde zich tot verscheidene ingezetenen met het verzoek om in het voorlopige bestuur van de te stichten V.U. zitting te nemen en daarna zijn we spoedig gestart In October begonnen de eerste lezingen. Eerst was de vorm een vereniging (met een Commissie uit de leden voor advies), later werd het een stichting, omdat de verenigingsvorm bij alle voordelen het nadeel had van het omstandig vergaderen met meestal weinig voltallige ledenvergaderingen. Om tot besluiten te komen is dan meestal zeer moeilijk.’’

„Werd niet reeds vrij kort na de oprichting der V.U. door het bestuur getracht in Baarn een Openbare Leeszaal en Bibliotheek te stichten?”

„Ja” — antwoordde de heer Beunk — „daar zijn we in Mei 1946 al mee begonnen. Tijdens een door het bestuur der V.U. op 10 Mei in het Lyceum belegde vergadering, die o.m. werd bijgewoond door de toenmalige wethouder van Onderwijs, de heer A. J. M. Sterneberg en de rector van het Lyceum, wijlen dr J. A. Vorder Hake, werd een Comité gevormd, dat zich tot doel stelde een O.L.B. te stichten met medewerking van het katholieke deel der Baarnse bevolking. Ik werd met het voorzitterschap belast, de heer Mijnssen werd penningmeester en mevrouw G. Wafelbakker werd bereid gevonden het secretariaat op zich te nemen.

„Bij de opening in 1949 bedroeg het boekenbezit 3393 banden; eind 1953 6245 banden, namelijk 3090 romans, 2077 studieboeken en 1078 jeugdboeken.




vrijdag 12 juli 2024

antwoord zoekplaatje 5 juli 2024

 Antwoord van vorige week:

Het  Fytopathologisch Laboratorium Willie Commelin Schölten

Het is 10 juli 1988.

Het aan de Javalaan gevestigde Fytopathologisch Laboratorium Willie Commelin Schölten moet sluiten. Hoewel de definitieve beslissing pas later deze maand valt, kunnen we er gevoeglijk van uitgaan, dat deze vakgroep wordt opgesplitst tussen de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Rijksuniversiteit van Utrecht. Overheidsbezuinigingen sec liggen aan de sluiting ten grondslag. Aangezien beide universiteiten de nieuwe huisvesting niet gereed hebben, wordt de verhuizing verwacht tussen 1990 en 1993. Het merendeel van de dertig personeelsleden wordt herplaatst. De gebouwen en de grond worden verkocht. Over de inboedelverdeling moeten nog afspraken worden gemaakt. 

Het Fytopathologisch Laboratorium Willie Commelin Scholten startte in een Amsterdams woonhuis. De ruimte was spoedig te klein, waardoor naar een ander pand werd uitgekeken. Mede door de benoeming van de toenmalige directrice, Johanna Westerdijk, lot buitengewoon hoogleraar in de Fytopathologie aan de RU te Utrecht, verhuisde men naar de Javalaan in Baarn. Het gebouwencomplex, gelegen naast het Centraal Bureau voor Schimmelcultures, is eigendom van de stichting Willie Commelin Scholten (WCS), opgericht in 1894 door de familie Scholten ter nagedachtenis aan hun zoon, die student was in de biologie. Vanaf 1930 worden nauwe banden onderhouden met de UvA. Sinds ’63 neemt ook de VU uit Amsterdam aan de unieke samenwerking deel, zij het de laatste jaren op zeer beperkte schaal. In totaal 30 fulltime en 10 parttimers verrichten onderzoek op het gebied van de plantenziektenkunde en geven onderwijs aan biologiestudenten van de aangesloten universiteiten.

Beperking

Na verschillende bezuinigingsronden, opgelegd door het Ministerie van Onderwijs, is de UvA nu genoodzaakt het aantal in gebruik zijnde vierkante meters terug te brengen van 306.000 naar 215.000 in het jaar 2010. Het College van Bestuur grijpt deze gelegenheid aan om concentratieplannen te realiseren. Enerzijds door grote huurpanden af te stoten, anderzijds door de biologen in Anna’s Hoeve (aan de Watergraafsmeer te Amsterdam) te concentreren. Het complex bestaat uit drie gebouwen met ruimte voor een vierde. Om dat laatste deel te bouwen is 18,5 miljoen gulden nodig, maar dan moet elders ruimte worden ingeleverd. Als eerste stap wordt voorgesteld het sluiten van het Baarnse lab. De Amsterdamse onderzoekers gaan terug naar het thuisfront, het zelfde geldt voor de Utrechtse aangezien de RU alleen nooit het geld kan opbrengen om het lab draaiende te houden.

Met die sluiting komt een einde aan de vruchtbare samenwerking tussen genoemde groepen onderzoekers. Woordvoerder dr. Schippers vindt dat jammer, mede gelet op de sterke uitbreiding van de werkzaamheden en het verspreiden van de aanwezige know-how.


Wilt u uw herinneringen delen? U kunt hierop reageren via internet: www.geheugen.groenegraf.nl, of stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. Heeft u geen internet? Stuur een briefje aan:

Stichting Groenegraf.nl
T.a.v. Baarnsch Geheugen
Marisstraat 4 - 3741 SK BAARN

De winnaar deze week is: G. de Lange-Meijer




maandag 8 juli 2024

 Zoekplaatje in Baarn

De vraag van vandaag is:

Wat was de naam van het gebouw op de foto in 1988?

U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje naar:

Stichting Groenegraf.nl

T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4

3741 SK BAARN

Of stuur een e-mail naar:

bakker.groenegraf@gmail.com

Onder de goede inzenders verloten we het boek 'Waarom redden' over de Brandweer van Baarn. Dit boek is geschreven door Maartje Hormes en Leen Bakker en uitgegeven door Personeelsvereniging Brandweer Baarn in 2007.

Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn – Van der Steeg op het Laanplein

Lees de 1500 verhalen over Baarn op: https://groenegraf.blogspot.com


vrijdag 28 juni 2024

 Namen van Baarnsche straten, lanen, enz. door Mr.T. PLUIM.

(Dit verhaal komt niet voor in het boek “Uit de Geschiedenis van Baarn”, geschreven door Mr. T. Pluim 0p 23 mei 1918.)
Eigenlijk moest ik beginnen met het woord Baarn zelf te verklaren, maar de betekenis daarvan is als van zoveel andere plaatsnamen niet meer met juistheid op te geven. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de gemakzucht van de spraakmakende gemeente, die de plaatsnamen liefst zo kort mogelijk maakt.
De Generaal van heutszlaan rond 1900

De naam BRINKSTRAAT (in 1750 nog BRINKSTEEG genoemd) is dus duidelijk; hij is zeker wel onze oudste straatnaam. Bij de uitbreiding van Baarn moest men nieuwe straatnamen bedenken: het was natuurlijk, dat men eerst aan het Oranjehuis dacht, en dat men dus de straat, die van den Brink met een elleboog (rechten hoek) naar Peking liep, de ORANJESTRAAT noemde. Later is het eerste gedeelte daarvan óók Laanstraat genoemd; hoewel die straat vóór de opening van ons Gemeentehuis eerst begon met het huis, waar de heer Hertog in woont. Deze LAANSTRAAT — vroeger de „Holleweg” geheeten - was natuurlijk genoemd naar burgemeester Mr. Laan (11 Oct. 1858 tot 28 Nov. 1867); onze Kalverstraat is dus geen tweeslachtig wezen, een LAAN en een STRAAT tegelijk, zooals soms de Amsterdammers spottend zeggen. Naar Mr. Laan's voorganger, burgemeester J. Pen (29 April 1841 tot 6 Juli 1858) is de PENSTRAAT genoemd, die voor dien tijd Achterstraat heette, óók een oude straat. Naar den opvolger van Mr. Laan, dus naar burg. Mr. J. H. M. baron Mollerus van Westkerke (15 Febr. 1868 tot 1 Mei 1880) heet de MOLLERUSSTRAAT, die ik in een „gids voor Baarn” als „Mollerust-” straat betiteld zag, een Dorado dus voor de mollen. Ja, die dolende gidsen kunnen U wat wijs maken! Daarna kwam burgemeester Mr. P. J. Teding van Berkhout (30 Mei 1880 tot 22 April 1885), naar wie ook een straat genoemd is. Diens opvolger Jhr. Mr. B, Ph. de Beaufort (23 Juni 1885 tot 15 Sept 1897) moet zich nog steeds met een klein stukje laan tevreden stellen, nl. van de Waldeek-Pyrmontlaan naar den Vijver, en deze naam is niet eens officieel (door den Raad) gegeven, maar door wijlen den heer H.Sweris,; den energieke aanlegger van het Wilhelminapark. Zoodra er dus een nieuwe straat in Baarn wordt aangelegd, dient de Gemeenteraad zich van een oude eereschuld te kwijten, want in populariteit deed wijlen burgemeester De Beaufort voor geen zijner voorgangers onder. Aan het oude buurtje bij Baarn, het aldus genoemde Santvoort (of thans Zandvoort) herinnert natuurlijk de ZANDVOORTWEG en ZANDVOORTLAAN. De DALWEG wijst er op dat men daar naar een lager gedeelte afdaalt. Het nieuwere gedeelte van Baarn - NIEUW-BAARN geheten heeft de Nieuw-Baarnstraat, en verder de vorstelijke namen: SOPHIALAAN (naar koningin Sophie, gemalin van Willem III) en de NASSAULAAN (vroeger, toen zij nog onbewoond was, een 25 jaar geleden (1893), „Molmlaan” geheten). Ook ligt hier de ALEXANDERSTRAAT, terwijl verder de Boerengeneraals of voormannen hier goed bedacht zijn: DE WETSTRAAT (Generaal Krisjan de Wet), STEIJNLAAN, PAUL KRUGERLAAN, SMUTSLAAN enz., maar ook onze eigen generaals zijn niet vergeten, getuige de KAREL VAN DER HEIJDENLAAN, terwijl de Oranjeboomsche weg of Hilversumsche straatweg thans GENERAAL VAN HEUTSZLAAN heet, links rond 1900 en rechts de Karel van der Heijdenlaan rond 2010.
Wilt u uw herinneringen delen, stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. Of een briefje aan: Baarnsch Geheugen Marisstraat 4, 3741 SK BAARN

Voor meer dan 1500 verhalen over Baarn lezen. Kijk dan op: Https://groenegraf.blogspot.com

De Karel van der Heijdenlaan rond 2010


vrijdag 21 juni 2024

In gesprek met Drs. E. B.W. Schuitema

Het is 9 november 1953

In gesprek met Drs. E. B.W. Schuitema Commercieel directeur van Philips Phonographische Industrie.

Morgen is er in de Baarnse Philipsgemeenschap feest. Dan jubileert onze plaatsgenoot de heer E. B. W. Schuitema, commercieel directeur van Philips' Phonographische Industrie. Hij en de zijnen herdenken het feit, dat Dr. A. F. Philips, de geniale bouwer der Philipsbedrijven, hem 25 jaar geleden in een belangrijke functie te Eindhoven benoemde. Tijdens een receptie bij „Zeiler” zullen velen uit Baarn, uit het gehele land, uit verschillende andere landen, de heer Schuitema de hand komen drukken.

Een groot Industrieel die veel belangstelling in Baarn toont.

Philips (P.P.I.) Torenlaan Baarn

Wij hebben een onderhoud gehad met de jubilaris, die, ofschoon hij nog slechts enkele Jaren In Baarn woont, een levendige interesse in onze gemeente demonstreert, hetgeen onder meer blijkt uit het feit, dat hij reeds kort na zijn vestiging hier ter plaatse een uitnodiging om tot het bestuur van de Oranjevereniging toe te treden, aanvaardde. Over Baarn zei de heer Schuitema: „Wij zijn blij, dat wij ons gestaag uitbreidend bedrijf — de moederonderneming van het internationale grammofoonplntenconeern van Philips — hier hebben kunnen bouwen, dank zij de prettige en actieve medewerking van de gemeentelijke overheid. Wij hebben er de armslag gevonden, die een jong, groeikrachtig industrieel bedrijf nodig heeft, Baarn ligt, en naar het wegverkeer, en naar het spoorwegverkeer, ideaal ten opzichte van grote vervoersaders, waardoor wij dagelijks onze zendingen naar alle delen van de wereld, naar onze dochterondernemingen en verkoopmaatschappijen in talrijke landen, snel weg kunnen werken. Amsterdam, Den Haag, radio- en muziekstad Hilversum, om allerlei redenen belangrijke centra voor ons, zijn vlakbij. Wij kunnen ons technisch-, commercieel- en administratief personeel geen mooiere omgeving bieden, ook al vinden wij, dat er nog wel iets gedaan kan worden aan uitbreiding van zaalruimte voor het verenigingsleven. Een centrum als „Musis Sacrum” brengt naar Baarn goede toneelvoorstellingen. Watersport, wandeltoerisme, andere sporten zijn volop te genieten in de naaste omgeving. Wij vinden werkelijk, dat wij het hier goed getroffen hebben en u kunt ervan overtuigd zijn, dat mijn collega, de heer P. R. Dijksterhuis, technisch directeur der P.P.I., en ik zeer met het wel en wee van Baarn meeleven. Wij staan beiden op het standpunt, dat industriëlen ook buiten hun bedrijfsmuren moeten kijken. Zij dienen zich één te voelen met de bevolking van de plaats, waar zij hun bedrijf' uitoefenen. Als u mij nog een opmerking van persoonlijke aard permitteert, dan zou ik nog, mede namens mijn vrouw, willen zeggen, dat het wonen in Baarn ook uit praktische overwegingen prettig is. De plaats heeft — hetgeen voor een huisvrouw zo belangrijk is — een uitstekend ingerichte, zijn taak voortreffelijk opvattende, winkelstand.”

In dienst van de gemeenschap

De liefde voor zijn huis, zijn tuin, zijn boeken; voor toneel, schilderijen, concerten; voor de verenigingen, die hij in bestuursfuncties dient, de Baarnse Oranjevereniging niet minder dan de Organisatie Bescherming Burgerbevolking, welke hij mee oprichtte en waarvan hij lid van de raad van bestuur is. Linker foto Dhr. E. B. W. Schuitema. Rechter foto Philips Torenlaan.

Drs. E. B.W. Schuitema

vrijdag 14 juni 2024

Boswachterij „De Vuursche”

 Boswachterij „De Vuursche”

Gesprek met de Heer H. van de Hoef, bouwkundig ambtenaar heel lang geleden.

In de dertiger jaren kwam Staatsbosbeheer door aankoop van in de gemeente Baarn gelegen gronden in het bezit van een deel der Vuursche bossen, die ingedeeld werden bij de Houtvesterij Utrecht.

Voor het beheer van deze gronden, die vóór 1938 de landgoederen „Klein Drakestein” (vorig eigenaar Jhr. H. P. J. Bosch van Drakestein), „De Hooge Vuursche” (van de heer J. A. L. v. d. Bosch) en „Groeneveld” (van de familie Taets van Amerongen) vormden, werd in September 1938 als nieuwe Dienstkring van de Houtvesterij Utrecht de Boswachterij De Vuursche gevormd.


De heer H. van de Hoef, die, na de bosbouw- en cultuurtechnische school te Arnhem gevolgd te hebben, in Maart 1937 als bosbouwkundig-ambtenaar bij Staatsbosbeheer in dienst was getreden en sinds zijn aanstelling bij verschillende objecten van Staatsbosbeheer in Noord-Brabant werkzaam was geweest, werd met de dagelijkse leiding van de nieuwe Boswachterij belast. Hij vestigde zich in Baarn, doch verhuisde reeds in 1939 naar Zeist, daar hij in dat jaar tevens belast werd met de leiding over de juist aangekochte Boswachterij Austerlitz in de gemeenten Zeist en Woudenberg. In 1942 breidde deze Dienstkring zich zo uit, dat het beheer der Boswachterijen De Vuursche en Austerlitz gesplitst moest worden. Voor Austerlitz werd een nieuwe bosbouwkundig-ambtenaar aangesteld, zodat de heer Van de Hoef zich weer geheel kon oriënteren op De Vuursche. Hij vestigde zich daartoe voor de tweede maal in Baarn.

De betekenis van de bosbouw.

Tijdens een gesprek met de heer Van de Hoef hebben we het gehad over de Vuursche bossen, kwam o.m. de betekenis van de bosbouw voor de economie van ons land ter sprake. „Het is voor Nederland een primair belang, dat de nationale houtproductie wordt opgevoerd omdat thans 80 à 90% van de ruim 5 miljoen m3 hout, die we jaarlijks verbruiken, ingevoerd moet worden.” De heer v. d. Hoef, die ons met deze woorden op het ontstellende houttekort van ons land wees, zette daarbij tevens uiteen, dat het opvoeren van de houtproductie een kwestie van jaren is. Een grove dennenbos b.v. levert op zijn vroegst 35 tot 45 jaar na de aanleg behoorlijk mijnhout, terwijl voor paalhout en zaaghout vaak het dubbele van deze termijn nodig is. Een bos van Douglas-sparren vraagt 40 à 50 jaar alvorens het voor de houtproductie geschikte bomen levert.

Het een en ander heeft tot gevolg, dat het aanleggen van bos uit een oogpunt van belegging voor particulieren weinig aantrekkelijks heeft. Niettemin is er toch door het particulier initiatief op het gebied van de bosbouw veel tot stand gebracht. Willen we in ons land echter werkelijk tot een grotere houtproductie komen, dan zal de Overheid een belangrijk deel van deze taak op zich moeten nemen.

Na er op gewezen te hebben, dat het bos naast de houtproductie nog verschillende andere belangrijke voordelen biedt, zoals de vastlegging van stuifzanden, die anders door het wegstuivende zand aan de naburige bouwgronden veel schade zouden berokkenen, het behoud van natuurschoon, de gelegenheid tot recreatie in de open lucht en het verstrekken van werkgelegenheid op het platteland in de winter, vertelde de heer Van de Hoef.



vrijdag 7 juni 2024

Welkom in Lage Vuursche

 Welkom in Lage Vuursche

Het authentieke dorpje Lage Vuursche ligt in het centrum van Nederland en trekt meer dan 2 miljoen bezoekers per jaar vanwege de bosrijke omgeving, de gezellige restaurants, winkeltjes en natuurlijk de eindeloze recreatieve mogelijkheden. Je kunt heerlijk wandelen, fietsen, midgetgolfen of paardrijden.



Velen vinden daarna ’s zomers een zonnig plaatsje op één van de vele terrassen of een warm plekje bij de haard in de winter. De pannenkoek vindt nog steeds grote aftrek maar ook een gastronomisch maal kan gevonden worden in de zes restaurants die Lage Vuursche rijk is.

Dankzij de tientallen rijksmonumenten en de achttiende-eeuwse huizen in en om de Dorpsstraat heb je het gevoel dat de tijd hier heeft stilgestaan. Een Anton Pieck achtige sfeer in het dorp en het feit dat Lage Vuursche en omgeving het eerste grote bosgebied vanuit de randstad is, zorgt voor veel belangstelling. Het dorp heeft een Vorstelijke status omdat prinses Beatrix weer op kasteel Drakenstein woont. Hoewel het kasteel vrijwel geheel aan het oog wordt onttrokken, heeft het op velen een grote aantrekkingskracht.



vrijdag 31 mei 2024

het Baarnsch Lyceum

Het Baarnsch Lyceum

Een verhaal uit de Baarnsche Courant van 11 mei 1923. 

Zaterdag 5 Mei j.l. was een gewichtige dag in de geschiedenis van het Baarnsch Lyceum. Toen toch had de plechtige opening plaats van het nieuwe gebouw, dat achter het oude gebouwd was.


’s Middags half 3 hadden het Bestuur, de leeraren en de leerlingen zich verenigd in de ruime aula der school, terwijl ook een groot aantal ouders van leerlingen en verdere belangstellenden aanwezig waren. Onder de genodigden werden opgemerkt de Minister van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen, Dr. j. Th. de Visser, de referendaris, Chef van de Afd. Middelbaar Onderwijs, van het departement van Onderwijs, de heer W. de Boer, Burgemeester en Wethouder van Baarn, de heren E. Enthoven, G. van Bleek en A. Hartsen van der Hoop, leden van de commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs, de leden van het Curatorium, de hoofden van alle scholen te Baarn, de architect van het gebouw, de heer G. van Bronkhorst, de heer Statter, director der verenigde Schoolmöbelfabriken in Stuttgart, dr. C. P. Gunning, rector van het Lyceum te Amsterdam en vele anderen. Bericht van verhindering was ontvangen van den Commissaris der Koningin in de Prov. Utrecht, den inspecteur der Gymnasia, dr. C. J. Vinkesteyn en de inspecteur van het Middelbaar Onderwijs in de eerste inspectie, dr. H. A. J. v. Swaaij. Nadat een meisjeskoor uit de leerlingen onder leiding van Mej. G. E. M. de Bruijn van Melis en Mariekerke op verdienstelijke wijze een paar liederen had gezongen, nam de voorzitter van het bestuur Jhr. Dr. J. W. H. Rutgers van Rosenburg het woord. In een uitvoerige rede heette spreker alle aanwezigen hartelijk welkom. Hij bracht den Minister dank voor den financiële steun, welke van het Rijk was ontvangen en den verschillenden particulieren, die door bijdragen of door het nemen van aandelen de stichting van het Lyceum hebben mogelijk gemaakt. Bestuur en Bouwcommissie waren voor groote moeilijkheden geplaatst, vooral de financiën baarden veel zorg. Het eerste plan was veel te kostbaar, waarom een tweede gemaakt werd, waarvan de kosten ruim een ton lager waren. Er is gestreefd naar de grootste mogelijke soberheid, die echter geen afbreuk mocht doen aan de degelijkheid. De heer G. van Bronkhorst, de architect, heeft zich uitstekend van die taak gekweten, waarom hem een woord van hulde niet mocht worden onthouden. Daarna richtte spreker zeer waarderende woorden tot den rector der school, den heer Dr. J. A. Vor der Hake, onder wiens leiding de school in de korte jaren van haar bestaan reeds tot zo grootten bloei is gekomen.

Met den wens, dat de school steeds moge groeien en bloeien en dat ze een schone toekomst moge tegemoet gaan, sloot spreker zijn rede, die gedurig door daverend applaus werd onderbroken. Vervolgens werd het woord gevoerd door den heer dr. P. V. Astro, voorzitter der Bouwcommissie, die hartelijken dank bracht aan den architect, G. van Bronkhorst, aan den heer Statter uit Stutgart, den heer van Mels, conrector en den heer J. W. van Winkoop, tekenleraar, voor de schitterende uitvoering van het werk en de daarbij verleende medewerking op velerlei gebied. Spreker dankte de schenkster van de fraaie „Geuzenvlag”, die op het gebouw wapperde en noemt die vlag met haar heerlijke kleuren het symbool van den opbloei der jonge Ievens, welke op het Lyceum tot bruikbare mensen in de maatschappij worden opgevoed.