Wethouder A.W. Ros
Wethouder Ros |
Dhr. Ros werd 19 November 1889 geboren te ’s Hertogenbosch. Reeds op jeugdige leeftijd kwam hij in de schoenhandel, waar ook zijn vader en grootvader in werkzaam zijn geweest. De heer Ros, die in 1957, vanwege de verplaatsing van zijn fabriek van Den Haag naar Bunschoten, in Baarn was komen wonen, werd in 1946 door de Antirevolutionaire Kiesverenging kandidaat gesteld voor de Gemeenteraad. In de raadsvergadering van 30 Maart 1950 werd de heer Ros als raadslid geïnstalleerd en direct daarop tot wethouder benoemd.
In gesprek met wethouder Ros op 3-10-1953
„Laat ik u nu vertellen, dat we nog steeds zitten te wachten op de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van het reeds in Juni genomen raadsbesluit tot aanleg van een zweminrichting nabij de Hilversumse straatweg dit ondanks al onze pogingen - de burgemeester is er zelfs voor naar de Commissaris van de Koningin geweest - om deze goedkeuring zo spoedig mogelijk te verkrijgen”. Wethouder Ros gaf hiermee een voorbeeld van de vele moeilijkheden, waarvoor het Gemeentebestuur geplaatst wordt bij de verwezenlijking van plannen die een verdere ontwikkeling van Baarn beogen. Het zijn echter niet alleen de Gedeputeerde Staten, die de activiteit van het Gemeentebestuur remmen.
Ook de medewerking van ingezetenen, waarop in het belang van de publieke zaak een beroep gedaan moet worden, laat vaak veel te wensen over. Grondeigenaars willen meermalen geen grond afstaan voor wegverbreding. Als wethouder van Publieke Werken is de heer Ros verantwoordelijk voor het beleid van het College van B. en W. inzake het onderhoud en de verbetering van de wegen. Een van onze eerste vragen aan de wethouder luidde dan ook: „Hoe komt het dat er zo weinig verbeteringen tot stand komen op dit terrein?” Wij kregen hierop het volgende uitvoerige antwoord: „In verband met de ontwikkeling van de nieuwe wijken schenkt het Gemeentebestuur veel aandacht aan de verbreding en verbetering van de voornaamste verbindingswegen van die wijken met de kom. Een der eerste resultaten was de verbreding van een deel van de Oosterstraat. Gaarne zou het Gemeentebestuur ook het tussen Balistraat en Bremstraat gelegen deel van deze straat verbreden. Het laat zich echter aanzien, dat dit voorlopig wel een vrome wens zal blijven.
Er zijn in de Oosterstraat enige huiseigenaars die geen afstand willen doen van de voor de verbreding noodzakelijke stroken grond. Nu kan de Gemeente wel een onteigeningsprocedure beginnen om deze stroken in haar bezit te krijgen, doch B. en W. voelen daar niet veel voor. Zo'n procedure kan soms jarenlang duren en jaagt de gemeente maar op extra onkosten. Wat ik hier vertel slaat niet alleen op de Oosterstraat maar op diverse andere wegen. De Eemnesserweg, het Melkpad en de Bosstraat zouden spoedig een geheel ander aanzien krijgen als alle bewoners van deze straten de noodzaak van wegverbetering wilden inzien. Helaas is dit niet het geval. Aan elk van deze straten wonen grondeigenaars, die om bepaalde redenen geen afstand van de voor verbreding benodigde grond wensen te doen of die voor deze stroken grond een exorbitant hoge prijs vragen.
De wethouder besloot het gesprek, dat hij met diverse kwinkslagen gekruid had, met als zijn overtuiging uit te spreken, dat onze gemeente 'n groei- en bloeiperiode tegemoet gaat.