vrijdag 20 september 2024

 Een Oud verdrag van Baarn en Amersfoort. - 3 JANUARI 1410.

Reeds kort nadat Baarn met stadsrechten begiftigd was (1390), sloot het met Amersfoort een verdrag, waarvan de tekst ons nog bewaard is gebleven. Wij zullen dit stuk in onze hedendaagse taal laten volgen, want in het oorspronkelijke is het niet heel gemakkelijk te begrijpen.


„Wij Burgemeester, Schepenen, Raad en Gemeente van de stad van Baarn maken allen lieden bekend, dat wij wegens de bijzondere trouw, hulp en bijstand, dien de stad van Amersfoort ons en onzen voorvaderen in vroegere tijden dikwijls gedaan heeft en nog '’gelijks gaarne bewijst, indien wij' hun dat verzoeken, beloofd hebben en beloven met oprechte trouw aan de stad van Amersfoort, op welken tijd zij ons of onze nakomelingen mochten doen ontbieden en ons aan onzen eed herinneren, wanneer zij ons nodig hebben, dat wij of onze nakomelingen gunstig en ijverig met al onze macht naar gelegenheid der zaak, indien ze redelijk en mogelijk is, in Amersfoort zullen komen en de stad helpen verdedigen ten einde toe, op onze kosten, behalve in hetgeen tegen onzen rechtmatige landsheer (dus den Bisschop) of het Sticht van Utrecht gaat, en voorwaarde dat, indien wij of onze nakomelingen of iemand van ons aan Amersfoort of op onze reis daar heen, hulp boden waardoor wij van iemand overlast ondervonden, dan zullen de stad en de burgers van Amersfoort ons daarin bijstaan en schadevergoeding geven, zoals zij met hun eigen burgers doen, zonder enig voorbehoud. En al deze voorschreven punten en voorwaarden hebben wij beloofd en beloven wij met goeder trouw voor ons en onze nakomelingen, ten eeuwigen dage standvastig en onverbrekelijk na te komen zonder enige tegenwerping of beperking. Ten bewijze van de echtheid dezes briefs hebben wij dien bezegeld met ons stadszegel.

Kamperbinnenpoort

Gegeven in het jaar onzes Heeren 1410 denderden Januari.” Heel gemakkelijk zijn de ellenlange zinnen niet te begrijpelijk, maar „der langen Rede kurzer Sinn” is deze: 

Baarn is erkentelijk voor de vele hulp die zij vroeger en nog steeds van Amersfoort ontvangt; daarom belooft de jonge stad dat ze altijd, wanneer het ook zij, op de eerste aanmaning Amersfoort in tijden van gevaar ter hulp zal snellen, en zoo nodig de stad tot het laatste toe helpen verdedigen. Alleen niet, als er iets tegen den Bisschop of het Sticht wordt ondernomen. Daarentegen belooft Amersfoort aan de Baarnsche burgerij alle schade te vergoeden, die de stad van Baarn door die hulp mocht lijden.

Uit deze oudst bekende Baarnsche oorkonde blijkt tevens dat Baarn toen reeds een eigen stadszegel voerde, namelijk den staanden Bisschop. Als een bijzonderheid “deze oorkonde is nog altijd in het Archief van Amersfoort aanwezig.

In december 1481 lopen de grensincidenten uit op een strafexpeditie van de plaatsvervanger van de Graaf van Holland Joost van Lalaing (foto links), die de plaatsen Eemnes, Soest en Baarn plunderde en platbrandde tussen 21 en 25 december 1481. In Baarn bleven alleen de kerk en enkele huizen gespaard. Vele burgers konden nog vluchten naar de stad Amersfoort, waarmee ze een verdrag hadden. Baarn zou mede door de brand nog lang een boerendorp met een brink en een kerk blijven[6]. Deze verwoesting maakte dat de groei van het dorp werd belemmerd, ondanks de stadsrechten en privileges.