zondag 10 november 2024

Baarnse scholen deel 2

 Baarnse scholen deel 2 (door Mr. Pluim)

Bovendien: de Burgemeester (destijds meer Wethouder van Publieke Werken trok er zelf op uit naar Naarden, Utrecht, enz. om hout, stenen, spijkers, enz. te kopen, zoo goedkoop mogelijk. De rekening, waaraan ik dat ontleen, geeft ons een zeer aardige film op een schoolbouw in die dagen.

Wie onze eerste schoolmeester was, helaas! Ik kan het u niet zeggen: ons Gemeentearchief begint pas met plm. 1730; de stukken en bescheiden van vóór dien tijd zijn alle in vroeger jaren schandelijk vernietigd. Alleen het stuk van 1612 is langs een omweg later weer in t archief teruggekomen. Tot vóór korten tijd wist ik dan ook niets van de kosters-schoolmeesters, die hier vóór het jaar 1730 hun plek en roede hebben gehanteerd.

Maar door de welwillendheid van ds. Brans te Soest werd mij uit 't classicaal archief van Amersfoort een boek bezorgd, dat reeds in 1625 de rij der schoolmeesters opent.

Krachtens een besluit van de Synode van Dordrecht (1619), moest elke koster-schoolmeester, alvorens zijn ambt in de school te aanvaarden, in een register zijn handtekening plaatsen, ten bewijze, dat hij met de leer der Herv. instemde. Dit register of kosterboek is gelukkig (in Amersfoort) bewaard gebleven, en zoo ben ik in staat een eeuw eerder dan voorheen met onze schoolmeesters te beginnen. Evenwel, - er is één bezwaar. Niet ieder dignitaris zette bij zijn naam den datum; men moet dan tusschen de voorgaande en de volgende dagteekening den schoolmeesters laten beginnen.

En hiermee komen wij op bekend terrein, daar dankzij schoolmeester J. de Zoete de archieven bewaard zijn gebleven. Alleen wist ik niet, wanneer hij hier aangesteld was; wel, dat hij in 1731 een nieuw doopboek opent. (een voorbeeld hiervan op rechter en linker afbeelding) Hij was afkomstig uit Loosduinen (waar nog de Zoete s wonen) en is de stamvader van een talrijke nakomelingschap in Baarn en Soest.

Evenals zijn voorgangers was hij koster, schoolmeester, doodgraver, doodbidder en klokluider, terwijl hij ook bij doop en huwelijk in de kerk nog een aardig douceurtje ontving. Zoo gaven die vele kleintjes toch nog één groote.

Op 1 Maart 173! snijdt hij een nieuwe ganzenpen, koopt op rekening der kerk een nieuw doopboek en schrijft met wonderfraaie krulletters, die wij nog heden bewonderen, op 't eerste blad: „Aantekening der kinderen, welke in de kerke van Baarn zijn gedoopt, sedert Maart 1731, gedaan uit naam en Last van de Eerwaarde Klasse van Amersfoort door J. De Zoete, Koster en Schoolmeester alhier."

Vermoedelijk heeft hij ter eere van een blijde gebeurtenis in 't gezin van den predikant een nieuw doopboek aangelegd.

In 1745 ontvangt hij een gratificatie voor het verleggen van de graven in de kerk. Hij overleed in 1765.

Van 1765 tot 1775 was Arie van Beekum hier koster-schoolmeester.

Na zijn vertrek schrijft Ds. Hoefnagel in het Doopboek: Tot hier loopt de aantekening door den koster Arie van Beekum gehouden, welke zijn dienst als koster, voorzanger en schoolmeester geëindigd heeft den 22 May 1775 en is daarop vertrokken naar de Pijnacker." Zijn opvolger was Jacobus Spoor, die echter maar twee jaar hier werkte. Hij had namlijk een een bijzonder mooie stem en zoo wist het kerkbestuur van den Dom te Utrecht hem te bewegen, in de Domkerk voorzanger te worden.