vrijdag 15 november 2024

Zoekplaatje in Baarn

 Zoekplaatje in Baarn


1: Waar stond deze kiosk tot rond 1968 in Baarn?

U kunt hierop reageren via het sturen van een briefje naar:


Stichting Groenegraf.nl

T.a.v. Baarnsch Geheugen

Marisstraat 4

3741 SK BAARN 

Of stuur een e-mail naar :bakker.groenegraf@gmail.com

Onder de goede inzenders verloten we het boek “Waarom redden" over de Brandweer van Baarn.

Dit boek is geschreven door Maartje Hormes en Leen Bakker en uitgegeven door Personeelsvereniging Brandweer Baarn in 2007.

Daarnaast ontvangt de winnaar ook nog een fles wijn voorzien van een ansichtkaart uit Baarn, beschikbaar gesteld door Mitra Baarn – Van der Steeg Laanstraat 72, 3743 BH Baarn, tel: 035-5426063.

Lees de ruim 1525 verhalen over Baarn op:  HTTPS://groenegraf.blogspot.com



zondag 10 november 2024

Baarnse scholen deel 2

 Baarnse scholen deel 2 (door Mr. Pluim)

Bovendien: de Burgemeester (destijds meer Wethouder van Publieke Werken trok er zelf op uit naar Naarden, Utrecht, enz. om hout, stenen, spijkers, enz. te kopen, zoo goedkoop mogelijk. De rekening, waaraan ik dat ontleen, geeft ons een zeer aardige film op een schoolbouw in die dagen.

Wie onze eerste schoolmeester was, helaas! Ik kan het u niet zeggen: ons Gemeentearchief begint pas met plm. 1730; de stukken en bescheiden van vóór dien tijd zijn alle in vroeger jaren schandelijk vernietigd. Alleen het stuk van 1612 is langs een omweg later weer in t archief teruggekomen. Tot vóór korten tijd wist ik dan ook niets van de kosters-schoolmeesters, die hier vóór het jaar 1730 hun plek en roede hebben gehanteerd.

Maar door de welwillendheid van ds. Brans te Soest werd mij uit 't classicaal archief van Amersfoort een boek bezorgd, dat reeds in 1625 de rij der schoolmeesters opent.

Krachtens een besluit van de Synode van Dordrecht (1619), moest elke koster-schoolmeester, alvorens zijn ambt in de school te aanvaarden, in een register zijn handtekening plaatsen, ten bewijze, dat hij met de leer der Herv. instemde. Dit register of kosterboek is gelukkig (in Amersfoort) bewaard gebleven, en zoo ben ik in staat een eeuw eerder dan voorheen met onze schoolmeesters te beginnen. Evenwel, - er is één bezwaar. Niet ieder dignitaris zette bij zijn naam den datum; men moet dan tusschen de voorgaande en de volgende dagteekening den schoolmeesters laten beginnen.

En hiermee komen wij op bekend terrein, daar dankzij schoolmeester J. de Zoete de archieven bewaard zijn gebleven. Alleen wist ik niet, wanneer hij hier aangesteld was; wel, dat hij in 1731 een nieuw doopboek opent. (een voorbeeld hiervan op rechter en linker afbeelding) Hij was afkomstig uit Loosduinen (waar nog de Zoete s wonen) en is de stamvader van een talrijke nakomelingschap in Baarn en Soest.

Evenals zijn voorgangers was hij koster, schoolmeester, doodgraver, doodbidder en klokluider, terwijl hij ook bij doop en huwelijk in de kerk nog een aardig douceurtje ontving. Zoo gaven die vele kleintjes toch nog één groote.

Op 1 Maart 173! snijdt hij een nieuwe ganzenpen, koopt op rekening der kerk een nieuw doopboek en schrijft met wonderfraaie krulletters, die wij nog heden bewonderen, op 't eerste blad: „Aantekening der kinderen, welke in de kerke van Baarn zijn gedoopt, sedert Maart 1731, gedaan uit naam en Last van de Eerwaarde Klasse van Amersfoort door J. De Zoete, Koster en Schoolmeester alhier."

Vermoedelijk heeft hij ter eere van een blijde gebeurtenis in 't gezin van den predikant een nieuw doopboek aangelegd.

In 1745 ontvangt hij een gratificatie voor het verleggen van de graven in de kerk. Hij overleed in 1765.

Van 1765 tot 1775 was Arie van Beekum hier koster-schoolmeester.

Na zijn vertrek schrijft Ds. Hoefnagel in het Doopboek: Tot hier loopt de aantekening door den koster Arie van Beekum gehouden, welke zijn dienst als koster, voorzanger en schoolmeester geëindigd heeft den 22 May 1775 en is daarop vertrokken naar de Pijnacker." Zijn opvolger was Jacobus Spoor, die echter maar twee jaar hier werkte. Hij had namlijk een een bijzonder mooie stem en zoo wist het kerkbestuur van den Dom te Utrecht hem te bewegen, in de Domkerk voorzanger te worden.



Baarnse scholen deel 1

1. De Dorpsschool (door Mr. Pluim)

Het schijnt, dat Baarn vóór het jaar 1593 geen school bezat, in tegenstelling met Eemnes en Eembrugge. Althans in genoemd jaar wordt voor 't eerst in de archieven alhier van een school gewag gemaakt, en uit hetgeen er toen van gezegd wordt, mogen we veilig besluiten, dat er vóór dien tijd geen school in Baarn bestaan heeft. Toen de Staten van Utrecht tot de Geuzenpartij waren overgegaan en overal ten plattelande de kerken aan de Hervormden afstonden (te Baarn in den Kerstnacht van 1580) bleek het weldra, dat er nog velen Katholiek waren gebleven. Om zich nu van den voortgang der Hervorming beter op de hoogte te kunnen stellen, lieten de Staten iri 1593 een commisie in de Stichtsche dorpen rondgaan, om te onderzoeken hoe het met de vorderingen der Hervorming stond. Tevens moest die commissie verslag uitbrengen over de scholen, of, zoo er nog geen school bestond, aangeven op welke wjjze in deze leemte kon voorzien worden. De Staten toch wenschten ook de belangen van het onderwijs te bevorderen.

Deze commissie nu bracht in 1593 een uitvoerig verslag, uit van haar 'Visitatie van de kerken ten platten lande in het Sticht van Utrecht ten jare 1593'. Zij zegt van Baarn oa: 'Hier heeft de predikant Cornelis Egbertsen van Dungen een ouden koster, die ook bode is en de klok luidt, maar die geen schoolmeester is. Evenwel heeft men onlangs als traktement voor een schoolmeester bij hoofdelijken omslag jaarlijks 8 pond Vlaamsch (48 gld) bijeengebracht. De kerkmeesters zijn van voornemens met hun koster te onderhandelen om hem ook als schoolmeester aan te stellen.'

Die benoeming zal wel geschied zijn, want men had ook al voor een school gezorgd, al was het een bescheiden gebouwtje. Wij lezen in het stuk verder: „Er is ook een kostershuisje in dit jaar (1593) gerepareerd en beqaam gemaakt omme de kinderen daarin te leren."

Deze kosterij, nu in schoolpaleis gemetamorfoseerd stond aan den tegenwoordige Stationsweg, waar een gedeelte van den tuin van Peking (tusschen no. 19 en 21) aan het steegje grenst, dat achter de Nijverheidsstraat (afbeelding rechts) loopt. Dit steegje begon eertijds al kort bij den Brink nl tusschen den huidigen tuinmuur van het Gemeentehuis (Laanstraat) en de bakkerij van B. van Dijen, het liep verder door langs de genoemde kosterij, ging over 't huidige Pekingtuin wat het 'Kerkpad' heet, daar die de kortste weg naar de kerk was.

Nijverheidsweg

Wij zien dus dat de eerste school van Baarn uit 1593 moet dagteekenen. Maar lang heeft zij niet in haar oorspronkelijken staat de Baarnsche jeugd geherbergd. Immers men leest in het oudste stuk ten Gemeente-archieve : 'Omstreeks Paschen 1612 is de school afgebrand'. Aan welke oorzaak die ramp te wijten was, wordt niet: vermeld, maar wel, dat Leiden in last was, of liever het boerendorpje Baarn. Doch men bleef niet bij de pakken - in casu de puinhoopen - neerzitten, maar stak de handen uit de mouw. Blijkbaar had men het nut van een school ingezien, zoodat deze nieuwigheid langzamerhand een onmisbare behoefte was geworden. Daarom werd door het Gemeentebestuur - heel deftig 'het Gerecht' geheeten - een hoofdelijke omslag geheven van 113 gld, 9 stuivers 4 duiten. Het ontbrekende zou uit andere bronnen gevonden worden, in totaal plm. ƒ 800.

[lees Https://Groenegraf.blogspot.com]

vrijdag 25 oktober 2024

Het oudste kerkhof van Baarn deel 2

 Deel 2

(1928 door T. Pluim)

 Nu meende ik te moeten aannemen, dat ’t ontdekt kerkhof door de Katholieken in stilte was gebruikt om er hun doden te begraven, te meer, daar het terrein indertijd eigendom van een Katholiek ingezetene was n.l. de familie Schimmel, die op de huidige boerderij van Paridon bij den Baarnschen Tol I woonde. Wel bleven hier ook nog eenige vragen open (bijv. waarom niemand zich iets meer van zulk een geheim kerkhof meer herinnerde), maar. .. 't was de eenige mogelijkheid, naar mij dacht.

Eerst in 1926 zou het raadsel worden opgelost. In dat jaar ontdekte dr. J. H. Holwerda, onze groote ontgraver, tusschen Putten en Voorthuizen een uitgestrekte begraafplaats, waarin drie soorten onderscheiden werden : heidensche (die Noord-Zuid loopen), Christelijke met heidensche herinneringen (o.a. een muurtje van steenen of een houten koepelgewelf, en met allerlei bijgaven) eindelijk zuiver Christelijke, die Oost-West liepen en bijna niets van versierselen bevatten, alleen soms een enkel kruisje. Weldra werden ook op de andere plaatsen o.a. bij Wageningen dergelijke graven (niet bij een kerk) ontdekt, die er op wezen, dat het de eerste Christelijke graven in ons land waren Wegens hun hoogen ouderdom (plm. 1000 jaar) zijn de geraamten zoo goed als geheel vergaan.

Zoo is  ook het raadsel van kerkhof in de Kerkstraat opgelost: het is een oude, Christelijke begraafplaats, de eerste van dien aard. Wonderwel stemt daarmee overeen, dat het doopvont, in 1888 bij de kerk op den Brink opgegraven, er op wijst, een 1000 jaar geleden, reeds in Baarn een Christelijke kerk stond, zoodat de gevonden begraafplaats óók uit dien tijd stamt. Men begroef blijkbaar toen nog niet in en om de kerk, maar op eenigen afstand er vandaan. Zoo schreef mij indertijd de heer Dudok van Heel. dat hij op zijn buitengoed bij Valkeveen in „Graeffenveld" ook een begraafplaats had blootgelegd, waarvan hij evenmin de herkomst kon vermoeden. Thans kunnen wij het toe schrijven aan de verdwenen stad Naarden, die er een klein half uurtje vandaan stond (thans op de plaats, door de zee ingenomen).

Jammer, dat wij niet reeds in 1921 wisten, wat wij thans weten : dr. Holwerda zou zeker zich gehaast hebben om dit oude kerkhof in de Kerkstraat nader te onderzoeken.

De gevonden resten uit dit kerkhof zijn, zoals de heer Walraven mij meedeelde, met alle piëteit op het Katholieke  kerkhof begraven, tegelijk met de resten van het Katholieke kerkhof uit wijk Santvoort. Immers bij de inwijding der nieuwe Katholieke kerk in de Kerkstraat (1861), werd het oude kerkje op Santvoort afgebroken. Het kerkhof bleef ongebruikt tot het jaar 1921, toen het (na 60 jaar) ontruimd werd en aan de gemeente werd verkocht. De resten in de graven zijn toen naar t Kerkhof in de Kerkstraat overgebracht.



Schuilkrk Zandvoortweg







het torentje op de schuilkerk







vrijdag 18 oktober 2024

Het oude kerkhof deel 1

 

HET OUDSTE KERKHOF VAN BAARN deel 1

(1928 door T. Pluim)

Het was op een donkeren voorjaarsavond. Zaterdag 5 Maart 1921, dat de heer H. A. van der Heyde, Mr. Kleermaker in de Kerkstraat, mij kwam berichten, dat er die morgen naast zijn tuin een oud kerkhof was aangegraven. Hij had mij al meermalen allerlei wetenswaardigheden over oud Baarn meegedeeld, zoodat hij wel wist, dat zijn mededeeling niet ter griffie zou worden gedeponeerd, ik haastte mij dan ook den volgenden morgen deze belangrijke ontdekking van naderbij te bezien.

Men was bezig de fundamenten te graven voor de St.-Bonifaciusschool, (opm: nu de Basisschool St. Aloysius), waarvoor men het perceel en den tuin van de familie Van der Flier had aangekocht. Nu waren de grondwerkers uit Laren in den morgen van bovengenoemden 5 Maart aan het spitten geweest en hadden eenige doodsbeenderen aangegraven. Aanvankelijk wist men niet, waarmee men te doen had. maar alras bleek hier een oud kerkhof gelegen te hebben. Daar het contract met den aannemer luidde, dat de zwarte grond tot het witte zand moest worden uitgegraven, kwamen weldra duidelijk de beddingen van vroegere graven voor den dag. Het voorste deel van het terrein (van de Kerkstraat af gerekend) stond vol water en had een zwarten grond, maar op de plaats der bedoelde graven had men er geen last van. Blijkbaar is daar de grond opzettelijk met wit zand opgehoogd, om dus als begraafplaats te dienen.

Wat opviel, was, dat in deze graven zeer weinig resten van geraamten gevonden werden, en toch wees de aanleg er duidelijk op, dat men hier met een begraafplaats te doen had, ook reeds hierom, doordat de graven alle van het Oosten naar het Westen lagen.

Hoe groot dat oude kerkhof was, kon niet gezegd worden, daar het terrein slechts voor een gedeelte bewerkt behoefde te worden. Misschien strekte het zich nog over de Penstraat uit. Er waren omstreeks 20 graven blootgelegd, d.w.z. een rij van 20 graven. De bedding (of bodem) was niet diep, hoogstens konden er twee lijken boven elkander geborgen zijn. Ook waren zij zeer smal, zooals bijv. de grafruimten op het St.-Janskerkhof bij Laren.

Natuurlijk rees de vraag : wat was dat voor een kerkhof.

In de Baarnsche archieven vond ik van deze begraafplaats nergens gewag gemaakt. Een Protestants kerkhof kon het niet zijn; immers sedert de Hervormden de kerk op den Brink kregen (Kerstnacht 1580), hebben zij in en om de kerk begraven. Een Israëlitisch kerkhof kon het ook niet wezen, daar er eerst in 1752 zich hier een Joods gezin kwam vestigen en tot in onze dagen toe de eenige Joodse familie in Baarn gebleven is (n.l. de familie Meyers, die in genoemd jaar alhier in de Nijverheidstraat een slagerij opende, thans de firma Sohl & Hoksbergen).

Bleef dus over aan een Katholiek kerkhof te denken. Nadat de Katholieken in genoemden Kerstnacht aan de Hervormden de kerk hadden afgestaan, moesten zij toch in de Hervormde kerk hun dooden begraven. (Eerst in 1830 kregen zij een eigen kerkhof op Sandvoort, naast hun kerkje aldaar.)

De Aloysius school lang geleden