ANWB bord bij Viaduct A1 |
Hoe werden deze eigenlijkt gemaakt net als de overbekende paddestoelen? Zonder de meest in het oog springende service van de A.N.W.B. zou ons land een doolhof zijn.
Een van de meest in het oog lopende activiteiten van de A.N.W.B. is het
plaatsen en in stand houden van wegwijzers en richtingborden. Hiermee heeft de
A.N.W.B. zich de sympathie en de dank verworven van heel Nederland. Want waar
men zich ook bevindt, in noord, oost, zuid of west, overal in den lande treft
men de vertrouwde blauwwit geschilderde palen aan. De reiziger of toerist
realiseert zich maar zelden de diensten welke de wegwijzers hem op zijn tocht
bewijzen, maar het belang van dit blijvend dienstbetoon van de A.N.W.B. bleek
onder andere overduidelijk, toen men in 1940, voor de inval van de Duitsers, de
wegwijzers had weggehaald. Het regende klachten bij de A.N.W.B· van lieden die
geen wijs meer konden worden uit de wirwar van wegen. Ten overvloede heeft de A.N.W.B.
in die dagen het belang van de wegwijzers nog eens openlijk kunnen bewijzen.
een speciale auto waarmee de borden werden geplaatst |
Zij had in de omgeving van Arnhem en Nijmegen een speurtocht georganiseerd
voor een aantal journalisten, van wie men mocht aannemen dat zij de grote wegen
in Nederland kenden. Geen van hen slaagde er in de tocht tot een goed einde te
brengen.
Het systeem van de richtingaanduiding, zoal wij dat thans (1952) kennen, is het
resultaat van bijna zestigjarige ervaring. In 1895 plaatste de A.N.W.B.
namelijk de eerste wegwijzers: twintig houten palen met borden langs de weg van
Utrecht naar Rotterdam. Toen de eerste controleur zijn eerste inspectietocht
hield om te zien hoe de palen er bij stonden vond hij niets. De omwonenden hadden
ze alle weggehaald en in hun kachel opgestookt. Het jaar daarop heeft men langs
dezelfde weg twintig ijzeren palen geplaatst.
De ontwikkeling van de wegwijzers in miniatuur |
Sindsdien heeft men het aantal wegwijzers steeds maar uitgebreid en ze tevens verbeterd.
Thans (1952) wijst de A.N.W.B. de reizigers in Nederland de weg met 4680 wegwijzers, 1460
richtingborden en 2412 paddenstoelen.
Het onderhoud van al deze borden en palen eist een uitgebreide organisatie
en een uiterst nauwkeurige administratie. Elke wegwijzer heeft op het hoofdkantoor
van de A.N.W.B. te ‘s-Gravenhage een eigen kaart, waarop de tekst van het bord
nauwkeurig staat aangegeven met vermelding van de richting, waarin het wijst.
De plaats, waar een wegwijzer moet komen, wordt bepaald aan de hand van een
stafkaart, waarop tevens de onderlinge afstand van de palen wordt nagemeten.
Voor het plaatsen van de borden onderhoudt men nauw contact met de
Rijkswaterstaat, de Provinciale Waterstaat en de verschillende gemeenten. Dit
contact bestaat niet alleen in het aan vragen van een vergunning om een
wegwijzer te mogen plaatsen of een kuil in het trottoir te mogen graven. Het
kan soms zelfs gebeuren, dat de A.N.W.B. in samenwerking met de gemeente de
borden zodanig plaatst, dat het verkeer buiten de kom der gemeente wordt
geleid, zodat het centrum kan worden ontlast.
De schilders aan het werk. De namen van alle Nederlandse steden en dorpen vloeien uit hun perceel. |
Paddestoelen, gereed om naar de plaats van de bestemming te worden gebracht |
Het· onderhoud van de borden vraagt niet minder zorg. De A.N.W.B. heeft
een inspecteur in dienst, die over het gehele land regelmatig de borden
controleert en eventuele beschadigingen meldt aan het hoofdkantoor. Een
achttal schilders houdt de borden bij volgens aanwijzingen van de inspecteur.
Kan een bord ter plaatse niet meer worden geschilderd, omdat het te zeer
beschadigd is, dan gaat het naar een smederij in Den Haag, die werkt in
opdracht van de A.N.W.B. Daar worden de borden uit platen gesneden en oude
borden, die nog gerepareerd kunnen worden, worden er gevlakt. IJzeren palen
worden er op maat gezaagd, gaten geboord enzovoort. Van de smid verhuizen de
palen en borden naar de zandstraler, waar zij schoongespoten worden - overigens
niet met zand, maar met vijlsel - en met een roestwerende laag verf bedekt. Van
daar gaan de borden naar de schilder. Tegenwoordig laat men het schilderwerk
moffelen, wat de levensduur van de borden aanzienlijk verlengt. Borden, waar
het publiek niet gemakkelijk bij kan, zoals die langs de autowegen, zijn
meestal uitgevoerd in email. Dergelijke borden kunnen zeer lang mee, mits zij
niet beschadigd worden. Men kan ze daarom in meer bevolkte gedeelten van ons
land niet gebruiken. Vooral in dorpen treft men nogal eens jongelui aan, die er
een sport in zien om de borden met stenen te bekogelen. Deze baldadigheid kost
de A.N.W.B. jaarlijks duizenden guldens.
De vader van de wegwijzers dhr. Brandt |
Steeds zoekt de A.N.W.B. naar verbetering van de wegwijzers. Voortdurend
wordt er met nieuwe soorten verf geëxperimenteerd. De borden staan dag en nacht
buiten en hebben veel te verduren van weer en wind, zodat het alleszins
begrijpelijk is, dat men de hoogste eisen stelt aan de verf. Een van de
nieuwste snufjes op het gebied van wegwijzers is een speciaal door Philips
ontworpen verlichting boven de borden, zodat de aanwijzingen ook 's avonds en
's nachts duidelijk te lezen zijn.
De begroting van de afdeling wegwijzers van de A.N.W.B. bedroeg in 1951 ongeveer vierhonderdduizend gulden. Dat is dus het bedrag,
dat de A.N.W.B. voor een jaar uittrekt om ons allen op de rechte weg te
houden.
Leen Bakker |
http://knipselsuitkranten.nl
http://www.grijsvuur.nl
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter