maandag 21 december 2020

’Eindelijk thuis’, een Baarns kerstverhaal met een nautisch randje

 door Ed Vermeulen


Opgedragen aan Paul Ovink, kunstschilder en woordkunstenaar, geboren op 7 juli 1943 in Hilversum en overleden op 11 juni 2020 in Baarn. Bijna twintig jaar lang heeft hij de lezers van de Baarnsche Courant verblijd met zijn kerstverhalen.        


Onverwachte thuiskomst
en andere kerstverhalen
(Foto: Ed Vermeulen)
Ten eerste:
Het was in de dagen voor kerst 2019 dat bij de Baarnse uitgeverij Prominent het boekje ’Onverwachte thuiskomst en andere kerstverhalen’ van de hand van Paul Ovink verscheen. In de Baarnsche Courant van 11 december een foto van dit memorabele feit. Ons eerste, bij Boekhandel Den Boer gekochte, exemplaar werd geschonken aan een goede vriendin die in de week voor kerst zou worden opgenomen in het ziekenhuis. Onder de kerstboom, te midden van enkele andere geschenken, wachtte mijn eigen exemplaar. 







Uitgever Cok de Zwart (r) overhandigt eerste exemplaar
 aan Paul Ovink (Foto: Martin Hoogendoorn)


Oudejaarsdag:
Oudejaars zaligheden!
op deze laatste dag van 2019 ging ik, de oudejaarstradities getrouw, olie- en sneeuwbollen, appelbeignets en andere smaakvolle zaligheden halen bij Abel, uitbater van ’De Smaecken van Hamelink’ in de Laanstraat. In de rij wachtenden, een drietal personen voor mij, stond Ovink samen met zijn goede vriend Wim Hazeu, auteur van onder meer de prachtige Escher biografie. Twee bevriende Baarnse kunstenaars van wie de levenspaden elkaar al langer geleden hadden gekruist. 



Op huis aan via de Brink (Coll. HKB)
Na hun inkopen te hebben gedaan maakten zij aanstalten om via de Brink richting huize Ovink in de Kapelstraat te gaan. Zij passeerden op korte afstand. Ik greep dit moment aan om Ovink aan te spreken en te complimenteren met de uitgave van zijn boek. Hij (her)kende mij als trouwe lezer van zijn verhalen, zei dat het hem goed deed, en liep samen met Hazeu richting de Brink, het oudejaar uit en het nieuwe tegemoet. Met mijn tas gevuld met heerlijk ruikende lekkernijen ging ik naar huis, waar mijn vrouw vertelde dat onze oudste dochter, man en dochter (onze oudste kleindochter) op bezoek zouden komen. Iets om naar uit te kijken! Als een warme deken rolde het oudejaarsgevoel over mij heen: heimwee naar wat ooit was, het gedeelde verdriet om verloren dierbaren en tegelijkertijd uitkijken naar de kleine en grotere verwachtingen van het nieuwe jaar. Bij een glas feestelijke bubbels en een schaal vol lekkers werden onze herinneringen bevestigd en nieuwe geboren!


De kerstboom op de Brink (Foto: Caspar Huurdeman)



Winterse sferen in de Laanstraat, schilderij van Jaap de Ruig (1909-1992) (Coll. HKB)

’Eindelijk thuis’


Ed, bij zijn vrienden bekend als Edje, was zeeman, stuurman op de grote vaart. Zijn ouders hadden hem de naam Eddy meegegeven. Waarom? Hij wist het niet en had vergeten het te vragen. Aan boord luisterde hij naar de naam stuurman, mate of 2nd. Zijn schip, het m.s. Rochab, was met een volle lading bevroren tonijnen, in de haven van Antwerpen afgemeerd. Het was een vrijdag, de herfst had zijn intrede gedaan. Het regende en een harde wind striemde de Scheldekaai. Er waren vijf maanden verstreken sinds schip en bemanning uit Rotterdam vertrokken waren. Dat weekend zou er niet gelost worden. Wachtlopen was het devies. Collega derde stuurman bood aan om aan boord te blijven en de weekendwacht voor zijn rekening te nemen. Een mooi, door Ed zeer gewaardeerd, gebaar: hij kreeg nu de kans om in dat weekend op een heen en weer naar Baarn te gaan. Zijn oude, bijna versleten, weekendtas was snel gevuld, een treinkaartje al even snel gekocht. Voor hij het wist zat hij in het boemeltje van Utrecht naar Baarn. Onaangekondigd stond hij op de stoep en belde aan. Dit alles tot grote verrassing van zijn echtgenote, in verwachting van hun tweede kind. Hun dochtertje van ruim drie lag al in haar bedje en zette het bij het zien van haar vader op een brullen. Natuurlijk is het schrikken wanneer er plotseling zo’n verwaaid hoofd boven je bedje verschijnt. Het maakte wel dat Ed meer ging nadenken over zijn toekomstplannen. Het weekend vloog voorbij. Met de trein terug naar Antwerpen. Voor en achter*: op naar Rotterdam om de laatste bevroren vissen te lossen. Afgemonsterd. Géén echt verlof, maar slechts een paar dagen vrijaf die benut werden om de eerste stappen te zetten naar een baan aan de wal.



Het koel- en vriesschip m.s. Rochab in vol bedrijf (Coll. Ed Vermeulen)

***

Later dat jaar reizen op het weerschip Cirrus. Kerstmis thuis behoorde tot de mogelijkheden. Het lukte wonderwel! Kerstmis werd gevierd. Natuurlijk met een echte kerstboom. Iedereen blij en gelukkig: ’pappa thuis, pappa thuis’ riep de kleine meid. Oudejaarsdag: oliebollen halen in de Laanstraat. Daar liepen ze Ed en de kleine, nagekeken door mamma. ’Dag mamma!’ De terugweg naar huis bracht hen via de Brink waar een grote kerstboom stond te pronken en het carillon van de Pauluskerk kerstliedjes uitstrooide over het dorp door de Kapelstraat, door Ed altijd Chapelstreet genoemd. ’Sjeppelstreet’ riep de kleine meid. Ed vertelde dat hier, op no.6, een meneer woonde die kerstverhalen schreef. De meneer stond voor het raam en zwaaide. Ed en zijn dochtertje zwaaiden terug. ’Boekielees, boekielees’, riep ze, kindertaal voor een verhaal voorlezen. ’Ja, ja’ mompelde Ed, ’als we thuis zijn lezen we een verhaal, een kerstverhaal’. Zo gezegd, zo gedaan: 

’Twee sneeuwvlokken. Het sneeuwde. Twee vlokken vielen langzaam naast elkaar naar de aarde. Ze vielen eigenlijk al een heel poosje naast elkaar toen ze elkaar opmerkten…’ *. 

’Kestezels kijken’ zei de kleine meid. ’Ja, ja’, mompelde Ed weer, ’we gaan ook de kerstezels bekijken’; veel in getal, ieder jaar meer, en vast onderdeel van de kerststallenroute.


Kerststallenroute…De weg van het licht en natuurlijk de kerstezel (Foto’s: Gerard Adolfse)


***

s.s. Cirrus op volle zee (Coll. F. Haalmeijer)
Kerst voorbij, het nieuwe jaar stormachtig begonnen, had Ed een goed gevoel: hij wist zeker dat hij na nog een tweetal reizen inderdaad voorgoed thuis zou komen. Een wal-baan in het verschiet! Nog even doorbijten! Op een stormachtige nacht op Station Alfa, een desolate plek op de Noord Atlantische Oceaan ergens tussen IJsland en Groenland, slingerde en stampte de Cirrus dat het een lieve lust was. Ed liep de hondenwacht* en stond met zijn vaste wachtmaat matroos Frits, aan boord ’ouwe Frits’ genoemd, in de zestig, beer van een kerel, op de brug, beiden turend over een woeste zee. Naar wat eigenlijk? Frits luisterde altijd naar Eds verhalen over vroeger. Vooral die over verloren en onbereikbare liefdes vond hij prachtig. Hij kon er geen genoeg van krijgen, tot tranen toe geroerd vroeg hij: ’vertel nog een verhaal stuurman, zo aandoenlijk mogelijk’. Halverwege de wacht verdween Frits naar beneden om na een tijdje terug te komen met twee borden vol  met gebakken boterhammen, dik belegd met gebakken uien en ketchup. Die lieten ze zich goed smaken.


Ed’s thuisfront (Coll. Ed Vermeulen)
Het leek wel een verlaat kerstmaal! Plotseling ging de deur vanuit het trappenhuis naar de kaartenkamer open, er viel een streep licht op de brug en tot hun beider grote verbazing en misschien wel een beetje schrik stond daar de kapitein. Aardige man, Indisch. Maakte zijn laatste reis, bijna gepensioneerd. Hij moet, eenmaal aan het donker gewend, de verbazing op de gezichten van Ed en Frits gezien hebben. ’Wees niet bevreesd’ sprak hij met een lach ’Ik lag wakker, kon niet slapen en toen trok die geur van bawang goreng, gebakken ui, door het schip. De geur van toen vroeger in Indië. Onze kokki maakte dit vaak en wij later in het kamp ook, tot de uien op waren natuurlijk’. ’Selamat makan, eet smakelijk mannen en goede wacht verder’. 

 Veilige haven: Parkkade Rotterdam (Coll. F. Haalmeijer)

Hij verdween zoals hij gekomen was, stil een waardig, Ed en Frits in verbijstering achterlatend. Een reis later was het zover, de winter nog lang niet voorbij: stampend, slingerend en krakend in al haar voegen voer ’good old’ Cirrus, geboortejaar 1944, over de Noordzee naar Rotterdam. Veilige haven. Voor de allerlaatste keer afgemonsterd. Op naar huis. Voordat hij het wist zat Ed weer in het boemeltje van Utrecht naar Baarn. Nog een stukje lopen naar huis! Sneeuwvlokken vielen naast elkaar naar beneden. Thuis: de bel galmde door het huis! De deur ging open: ’Pappa thuis, pappa thuis’ riep de kleine meid. ’Ja, ja, pappa is thuis!’ lachte Ed. Eindelijk thuis en nu voorgoed! 



***

Als laatste: ’Eindelijk thuis’: een verhaal met een hoog autobiografisch gehalte, waarin de feiten evenals de tijd als sneeuwvlokken naast en door elkaar dwarrelen. 

Het fragment ’Twee Sneeuwvlokken’ komt uit een kerstverhaal geschreven door Toon Hermans, opgenomen in het in 1981 uitgegeven ’Kerstboek voor Tondo’, uitgave van Stichting Colombine-Breda

*voor en achter: gereed maken voor vertrek en/of aankomst; *hondenwacht: scheepswacht van 00.00 tot 04.00.

De schrijvers van deze rubriek wensen u een mooi Kerstfeest en een voorspoedig 2021.

Ed Vermeulen (1942)









Dit verhaal verscheen op maandag 21 december 2020 in de Baarnsche Courant  in de rubriek

  ’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’

Deze rubriek is een samenwerking tussen de Historische Kring Baerne en Groenegraf.nl    

Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op.
 Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter

Geïnspireerd geraakt door onze oud Baarn-verhalen? 
Kom in actie en deel ook uw herinneringen op Groenegraf.nl.