|
|
Het begon allemaal bijna 70 jaar geleden met de opa van de huidige eigenaar, in de tijd dat de Zuiderzee werd afgesloten door de Afsluitdijk en veel vissers werkeloos werden. Ook in Spakenburg zagen vele vissers zich beroofd van hun broodwinning. Lammert de Graaf, ook een visser, had dit al aan zien komen en heeft toen besloten om vis te gaan venten in Baarn en omgeving. Baarn was met name in die tijd een zeer welvarend oord. Omdat destijds een auto alleen was weggelegd voor welgestelden, moest Lammert de Graaf door weer en wind met de bakfiets naar Baarn.
Rechts op de foto Peter Koelewijn
Hard werken was het. Bijna dagelijks op en neer naar
Baarn en zien dat hij zijn vis verkocht. Toen al stond Lammert de Graaf voor
kwaliteit. Lammert was ervan overtuigd dat een goed product zich zelf verkoopt,
en dat de mensen daar voor terugkomen. En daarin heeft Lammert gelijk gekregen.
De zaak en de kwaliteitsgedachte gingen na verloop
van jaren over op zijn zoon, Peter de Graaf. De zaak werd uitgebreid.
Peter ging naast verse vis ook kant-en-klare warm
gebakken vis verkopen. Door het speciale recept, dat nog van oma De Graaf komt,
is dit naast de altijd vers voor u schoongemaakte Hollands Nieuwe, uitgegroeid
tot een specialiteit van Het Viscentrum Peter de Graaf en Zoon. Ondertussen
besloot Peter om ook vis te gaan verkopen op markten in Baarn en omgeving.
Zodoende kunt u ons tegenkomen op de markt in Baarn, Eemnes en Laren en in
Amersfoort.
Ook vandaag de dag gaan de ontwikkelingen door bij
Het Viscentrum Peter de Graaf en Zoon. De huidige eigenaar Eric de Graaf, zoon
van Peter de Graaf, gaat met zijn tijd mee. En als het even kan is hij zijn
tijd het liefst vooruit. Dit heeft onlangs geresulteerd in de aanschaf van een
nieuwe rijdende winkel. Hiermee voldoet Het Viscentrum Peter de Graaf op alle
fronten aan de eisen van de Warenwet en de HACCP. Door dit alles wordt de
kwaliteit van de vis nog meer gewaarborgd.
Ook houdt Eric de Graaf de vinger aan de pols van de
digitale wereld. Niet zo zeer om vis te verkopen, maar om mensen via het
Internet te laten zien dat vis een wereldproduct is van vroeger, nu en in de
toekomst. Want vis is lekker en bovenal zeer gezond!
Tot slot willen wij u melden dat u voor een overheerlijke warm gebakken visje of zo’n overmalse Hollandse Nieuwe de digitale snelweg toch even zal moeten verlaten. Kom gerust een keer bij ons langs en proef de smaak van vis zoals deze al generaties lang bij Het Viscentrum Peter de Graaf en Zoon te proeven is. Het Viscentrum Peter de Graaf en Zoon, dat smaakt naar meer! Tot ziens bij Het Viscentrum Peter de Graaf en Zoon.
Opgedragen aan Paul Ovink, kunstschilder en woordkunstenaar, geboren op 7 juli 1943 in Hilversum en overleden op 11 juni 2020 in Baarn. Bijna twintig jaar lang heeft hij de lezers van de Baarnsche Courant verblijd met zijn kerstverhalen.
Onverwachte thuiskomst en andere kerstverhalen (Foto: Ed Vermeulen) |
Uitgever Cok de Zwart (r) overhandigt eerste exemplaar aan Paul Ovink (Foto: Martin Hoogendoorn) |
Oudejaarsdag:
Oudejaars zaligheden! |
Op huis aan via de Brink (Coll. HKB) |
De kerstboom op de Brink (Foto: Caspar Huurdeman) |
Ed, bij zijn vrienden bekend als Edje, was zeeman, stuurman op de grote vaart. Zijn ouders hadden hem de naam Eddy meegegeven. Waarom? Hij wist het niet en had vergeten het te vragen. Aan boord luisterde hij naar de naam stuurman, mate of 2nd. Zijn schip, het m.s. Rochab, was met een volle lading bevroren tonijnen, in de haven van Antwerpen afgemeerd. Het was een vrijdag, de herfst had zijn intrede gedaan. Het regende en een harde wind striemde de Scheldekaai. Er waren vijf maanden verstreken sinds schip en bemanning uit Rotterdam vertrokken waren. Dat weekend zou er niet gelost worden. Wachtlopen was het devies. Collega derde stuurman bood aan om aan boord te blijven en de weekendwacht voor zijn rekening te nemen. Een mooi, door Ed zeer gewaardeerd, gebaar: hij kreeg nu de kans om in dat weekend op een heen en weer naar Baarn te gaan. Zijn oude, bijna versleten, weekendtas was snel gevuld, een treinkaartje al even snel gekocht. Voor hij het wist zat hij in het boemeltje van Utrecht naar Baarn. Onaangekondigd stond hij op de stoep en belde aan. Dit alles tot grote verrassing van zijn echtgenote, in verwachting van hun tweede kind. Hun dochtertje van ruim drie lag al in haar bedje en zette het bij het zien van haar vader op een brullen. Natuurlijk is het schrikken wanneer er plotseling zo’n verwaaid hoofd boven je bedje verschijnt. Het maakte wel dat Ed meer ging nadenken over zijn toekomstplannen. Het weekend vloog voorbij. Met de trein terug naar Antwerpen. Voor en achter*: op naar Rotterdam om de laatste bevroren vissen te lossen. Afgemonsterd. Géén echt verlof, maar slechts een paar dagen vrijaf die benut werden om de eerste stappen te zetten naar een baan aan de wal.
’Twee sneeuwvlokken. Het sneeuwde. Twee vlokken vielen langzaam naast elkaar naar de aarde. Ze vielen eigenlijk al een heel poosje naast elkaar toen ze elkaar opmerkten…’ *.
’Kestezels kijken’ zei de kleine meid. ’Ja, ja’, mompelde Ed weer, ’we gaan ook de kerstezels bekijken’; veel in getal, ieder jaar meer, en vast onderdeel van de kerststallenroute.
Kerststallenroute…De weg van het licht en natuurlijk de kerstezel (Foto’s: Gerard Adolfse) |
***
s.s. Cirrus op volle zee (Coll. F. Haalmeijer) |
Ed’s thuisfront (Coll. Ed Vermeulen) |
Veilige haven: Parkkade Rotterdam (Coll. F. Haalmeijer) |
Hij verdween zoals hij gekomen was, stil een waardig, Ed en Frits in verbijstering achterlatend. Een reis later was het zover, de winter nog lang niet voorbij: stampend, slingerend en krakend in al haar voegen voer ’good old’ Cirrus, geboortejaar 1944, over de Noordzee naar Rotterdam. Veilige haven. Voor de allerlaatste keer afgemonsterd. Op naar huis. Voordat hij het wist zat Ed weer in het boemeltje van Utrecht naar Baarn. Nog een stukje lopen naar huis! Sneeuwvlokken vielen naast elkaar naar beneden. Thuis: de bel galmde door het huis! De deur ging open: ’Pappa thuis, pappa thuis’ riep de kleine meid. ’Ja, ja, pappa is thuis!’ lachte Ed. Eindelijk thuis en nu voorgoed!
***
Als laatste: ’Eindelijk thuis’: een verhaal met een hoog autobiografisch gehalte, waarin de feiten evenals de tijd als sneeuwvlokken naast en door elkaar dwarrelen.
Het fragment ’Twee Sneeuwvlokken’ komt uit een kerstverhaal geschreven door Toon Hermans, opgenomen in het in 1981 uitgegeven ’Kerstboek voor Tondo’, uitgave van Stichting Colombine-Breda
*voor en achter: gereed maken voor vertrek en/of aankomst; *hondenwacht: scheepswacht van 00.00 tot 04.00.
De schrijvers van deze rubriek wensen u een mooi Kerstfeest en een voorspoedig 2021.
Geschiedenis van Villa "De Bakermat " In 1904 startte de heer G.A. Pos met de bouw van deze villa.
Hij bouwde deze op de fundamenten van een in 1903 afgebrand huis.
De heer Pos was hoofdconsul van de ANWB en degene naar wie in 1918 de bekende "Posbank" bij Arnhem is vernoemd. De heer Pos gaf in 1904 de architecten Goot en Kruisweg uit Bussum opdracht om het huis (de villa) te ontwerpen. De villa kreeg de naam "Johanneshoeve". Op de gevel is een tegeltableau aangebracht met daarop een lezende vrouw met een fiets. De villa bestaat uit twee bouwlagen onder een overstekend schilddak met grote steekkappen gedekt met rode verglaasde Muldenpannen. Het huis is in baksteen uitgevoerd en grotendeels gepleisterd. Opvallend zijn de serres en de overdekte en niet-overdekte balkons, die de voorgevel domineren. Een en ander is uitgevoerd met fraai houtsnijwerk in chaletstijl. De topgevel linksboven heeft een inpandig balkon achter een grote halfronde boog, iets dat in Baarn zelden voorkomt. In 1921 werd de villa betrokken door de heer Knappert, die haar de naam "Panna Radja" gaf. Van 1954 -1958 woonde hier de familie Van Onselen en vanaf 1958-1965 werd de villa bewoond door mevrouw Weisenborn. In 1965 werd de villa in opdracht van het Groene Kruis verbouwd en aangepast ten behoeve van een opleidingsinternaat voor kraamverzorging. Tijdens renovatiewerkzaamheden kwam men een schouw met een tegeltableau tevoorschijn in een kamer van villa "Johanneshoeve" nadat dit jarenlang achter een plaatwerk verscholen had gezeten. Schouw en tableau zijn na deze vondst gerestaureerd en schoongemaakt. Het opleidingsinternaat bood onderdak aan 24 leerlingen en 3 stafleden. Op de rechter foto ziet u Karin Rooker - v. Maurik op de achtste rij, 2e van rechts, bij de diploma-uitreiking in 1972. Karin volgde daar intern de opleiding tot kraamverzorgster en haalde haar speldje. Zij vertelde dat zuster Kuiper aan het hoofd stond en er was nog een juf Gelissen en Westerbroek. Ik weet alleen wat voornamen van mijn studie genoten: Phia, Jeane, Jane, Suze en Ineke (zij is verloofd op de Bakermat). Wat ik wel weet het waren hele leuke maanden in de opleiding van Kraamverzorging. Ik sliep met Jacobine op 1 kamer. En hebben gordijntjes gehaakt voor de hele beneden verdieping. Tot 1985 worden kraamverzorgsters in dit mooie landhuis opgeleid. In 1987 werd de villa gekocht door mevrouw J. van Pampus. In april 1987 is vrijstelling verkregen van de gemeente Baarn ten behoeve van normale bewoning via de zgn. toverformule. Het pand mag worden bewoond door een aantal alleenstaanden zonder dat van woonsplitsing sprake is. De villa kreeg de huidige naam "De Bakermat". Mevrouw van Pampus had een ideëel doel met de villa. Dit mondde uit in 1988 in de nog bestaande "Stichting de Bakermat ". Het doel van de Stichting is zelfstandige bewoning door ouderen en wonen in een prettige en sociale sfeer. De villa biedt aan een achttal personen onderdak in een groene omgeving. Villa De Bakermat aan de Jacob van Lenneplaan 51 is een gemeentelijk monument in Baarn. De Jacob van Lenneplaan is op 19 februari 1891 genoemd naar de schrijver Jacob van Lennep (1802-1868). Het boek Ferdinand Huyck uit 1840 is van zijn hand en het verhaal speelt zich gedeeltelijk af in Baarn. Alhoewel de laan in 'Hoog Baarn' ligt, was zij van origine niet bedacht in het Wilhelminapark. Evenwel bestond de laan al in 1830.
De Baarnse Suikerwerkenfabriek of kortweg de Baarnse was een Nederlands bedrijf dat vanaf 1949 tot 1964 in Amersfoort was gevestigd. De formele oprichting was op 1 januari 1947 in Baarn. De fabriek, die snoepgoed, hagelslag en andere zoetigheden produceerde, werd groot in de jaren van de wederopbouw en was kenmerkend voor de naoorlogse industriële modernisering. Zo werd handig gebruikgemaakt van materialen als cellofaan om voorverpakt snoep te kunnen aanbieden, in die tijd in Nederland nog ongebruikelijk.
De directeuren, de gebroeders J.A. en A.C. van Ee, twee bakkerszonen uit Soest, begonnen eind jaren veertig op kleine schaal borstplaat te produceren, aanvankelijk in een garage of schuur aan de Faas Eliaslaan in Baarn, vandaar de naamgeving van de fabriek. Het bedrijf verhuisde in 1949 naar de Groningerstraat 19 in Amersfoort, naar het fabrieksgebouw waar voorheen melkinrichting 'De Hygiënische' was gevestigd. Het bedrijf maakte een snelle groei door en verhuisde uiteindelijk naar de Amersfoortse Nijverheidsweg 66. De Baarnse Suikerwerkenfabriek ging in 1964 op in chocoladefabriek Baronie, toen gevestigd te Alphen aan den Rijn.Bekende merken heeft de fabriek niet voortgebracht. De Baarnse leverde wel snoep aan ketens als Jamin, Spar en De Gruyter. Men vervaardigde dropkogels, pindarotsjes, fondant, anijsblokjes, Dutch Cherries, pepermunt, advocaattips, (peren)drups, jujubes, laurierdrop, vruchten- en anijshagel en ander snoepgoed.
Op het hoogtepunt had het bedrijf zo'n tachtig werknemers en maakte de export een aanzienlijk deel uit van de omzet. De fabriek was van belang voor de werkgelegenheid in het Amersfoort van de jaren vijftig, met bedrijven als Erdal en Polak Frutal Works, een Essencefabriek, die ook aan De Baarnse leverde. De Azteken verbonden cacao met Xochiquetzal, de godin van de vruchtbaarheid. Zij dronken een chocoladedrank, xocoatl, vaak op smaak gebracht met vanille, chilipeper en piment. De drank zou vermoeidheid tegengaan, een resultaat van de cafeïne die een bestanddeel van de cacao is. Een Spaanse jezuïtische missionaris, Jose de Acosta, die aan het eind van de 16e eeuw in Peru en Mexico woonde, schreef al over dat effect. De drank werd onder andere gebruikt aan het hof van keizer Montezuma.
In 1585 werd chocolade voor het eerst op commerciële schaal van Veracruz naar Sevilla vervoerd. Chocolade werd toen alleen gedronken, waarbij de Europeanen er suiker aan toevoegden en de chilipeper weglieten. In 1615 werd de chocoladedrank bij officiële audiënties bij de Franse koning ingevoerd, totdat het gebruik door bezuinigingen weer werd afgeschaft. In de 17e eeuw was chocolade een luxeproduct dat vooral gebruikt werd door de adel. Eind 18e eeuw begon chocolade in prijs te dalen, zodat ook gewone mensen het konden betalen.
Op de 2e foto ziet u het snoepgoed, hagelslag en andere zoetigheden gepresenteerd. Op de 1e foto ziet u de directeuren, de gebroeders J.A. en A.C. van Ee.
Wilt u uw herinneringen delen, stuur een e-mail naar: bakker.groenegraf@gmail.com. Of een briefje aan: Baarnsch Geheugen Marisstraat 4, 3741 SK BAARN
| |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
|