zaterdag 5 juni 2021

Antwoord zoekplaatje

Antwoord vorige week 'Bart Kooij"

Velen dachten dat het Ries Kooij was.

Bart Kooij werd op 19 februari 1920 in Baarn geboren. Zijn vader was fietsenmaker en woonde in de Dijk­weg op no: 48. Het gezin bestond naast pa en moe Kooij uit de zonen Bart en Ries. Saillant detail is overigens, dat va­der Kooij aan de Dijkweg een heuse 'rijschool op de fiets' leidde.

Vanaf dit moment laten we Bart zelf aan het woord hij vertelt zijn verhaal rond 1983 – deel 1

Voetballer

,,Baarn speelde in die tijd op het veld aan de Zandvoortweg. Ik weet nog goed, dat we met geleend mate­riaal het eerste washok hebben neer­gezet. Ik voetbalde toen met jongens als Zeeger de Graaf en Piet van Oosterom. Zij hebben later wel het eerste team gehaald, ik niet.


Een hele enkele keer mocht ik in een vriendschappelijke wedstrijd opdra­ven (als doelman), maar die keren waren op de vingers van één hand te tellen. Toch beleefde ik in de lagere senioren een enorm leuke tijd. De mooiste tijd was echter de junioren­tijd en daar heb ik de fraaiste herin­neringen aan. Als kind heb ik lange tijd aan bloedarmoede geleden. Op school had dat tot gevolg dat ik vele dagen moest missen. Als knaap van veer­tien had ik besloten in het kappersvak te gaan. Mijn eerste baas was kapper W. Jansen, die toen op de hoek van de Esdoornlaan en Lindenlaan een zaak dreef. Daar begon ik als leerling kapper. Ik vergeet nooit mijn eerste klant. Dat slacht­offer was Piet Kuyer. Ik had nog nooit geknipt, maar werd zo voor de leeuwen gegooid. Knip maar, zei Jansen.

Nou man, als je gezien had hoe die man de deur uitging. Zo kaal heb ik later nooit meer iemand een kap­perszaak zien verlaten. Jansen ging een jaar later op vakantie en moest ik een andere baas zoeken. Ik kwam terecht bij Adriaan van Oudheusden aan de Dijkweg. Daar moest ik een eigen kappersstoel meenemen, wilde ik voor die baan in aanmerking ko­men. Een jaar later verkaste ik voor twee jaar naar kapper Kwakernaat. Na even voor de oorlog in Amers­foort gewerkt te hebben, zorgde mijn vader ervoor dat ik begin '40 bij een kapper in Blaricum kon werken.

Door de oorlog leerde ik mijn vrouw kennen. Het was verduiste­ring en als die er niet geweest was, had ik nu nog niet getrouwd ge­weest. Tijdens die verduistering liep ik Jopie Pelt tegen het lijf en die deelt al ruim 42 jaar de echtelijke sponde met mij. In deze tijd wordt dat als een hele prestatie gezien, maar het kostte ons geen moeite'.

In het begin van de oorlog hadden we op de Koninginnelaan te Soest met o.a. Eb Karelsen (eigenaar van een sportzaak in Soest), Evert Grift en groenteboer de Zoete een wieler­clubje opgericht onder de naam 'Hard gaat ie'. Dit was de voorlo­per van het tegenwoordige Tempo. Daaraan heb ik mijn bijnaam van destijds 'de Bartali van Soest' te danken. Op de Koninginnelaan hadden we een keurig parkoers waar echte wedstrijden werden gehouden.

In maart 1943 ben ik als zetbaas in de herensalon van Wortman begon­nen. Wortman zat toen al in het pand, waar wij vandaag de dag ons vak uitoefenen. De praktijkervaring was mijn leermeester geweest: Die erva­ring is van doorslaggevende beteke­nis geweest, zodat ik toestemming kreeg de herenkapsalon te blijven leiden. Later is dat begin vijftiger ja­ren met een dameskapsalon uitge­breid." 

De winnaar van deze week is Bob Versteeg.

Geplaatst door L.J.A.Bakker

http://www.grijsvuur.nl

e-mail: bakker.groenegraf@gmail.com