Het Baarnsche V.V.V. kantoor |
Duizenden in ons land hebben inden
loop der jaren een bezoek gebracht aan Zuid-Limburg en men zegt, dat er in het
Noorden zijn, die Valkenburg en het Geuldal nog beter kennen dan wij zelf. Maar
ook Midden- en Noord-Nederland heeft parels van schoonheid en nu zouden wij
niet durven beweren, dat honderden in
ons gewest daarvan reeds genoten hebben. De Limburger kent enkele grootte
steden van ons land en die kent hij goed, hij heeft ook wel eens van het strand
genoten, maar een weekje doorbrengen of zijn vakantie in Gelderland, Overijsel,
Groningen, Friesland, Noord-Holland, Utrecht, Zuid-Holland, Zeeland deed hij
niet; hij bleef in eigen gewest of ging de grens over.
Het toerisme in eigen land staat
den laatsten tijd erg op den voorgrond en „breng uw vakantie door in eigen
land” is in dezen eigenaardige tijd werkelijk meer dan een leuze, moet het
althans zijn, het hemd is hu eenmaal nader dan de rok, heel veel
belanghebbenden in toeristengebieden in ons land zien met groot verlangen uit
naar de vele Nederlandsche toeristen, die ieder jaar in het buitenland
vertoeven.
De verenigingen tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer geven zich veel moeite en al krijgen wij nog niet zoveel reislectuur uit Duitsland en zelfs niet uit Zwitserland, de stroom lectuur uit Nederland begint toch ook te zwellen. Enigen tijd geleden vergaderde „Baarn’s Bloei” de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer en de welvaart van Baarn en op de bestuursvergadering werd besproken de zomercampagne. Het was opgevallen, dat er jaarlijks zoo weinig mensen uit Limburg naar het Gooi- en Eemland kwamen, met als parel „Baarn en een der leden, die ons gewest door en door kent, merkte op, dat er wellicht heel veel Limburgers wel eens gehoord hebben van Soestdijk, omdat daar H. M. de Koningin Moeder ’s zomers resideert, maar nog nimmer van Baarn, ofschoon Soestdijk daarvan een gedeelte uitmaakt. Er moest in Zuid- en Midden- en Noord u Limburg eens op „Mooi en bekoorlijk Baarn” de aandacht gevestigd worden en zo kregen wij voor Zuid- Limburg de uitnodiging eens naar Baarn te komen. Het reisje was te koppelen aan den voetbalwedstrijd Nederland-Tsjecho-Slowakije en zo hebben wij een Zaterdagmiddag en namiddag doorgebracht in Baarn, de parel van het Gooi- en Eemgebied en onder de prettige en aangename leiding van den voorzitter van „Baarns Bloei”, dhr. v. Broekhuijsen, onze kennismaking hernieuwd, want jaren geleden hebben wij jaarlijks in dit bekoorlijk gedeelte van ons land gezworven.
Als men van Hilversum of Laren in Baarn komt, zouden wij niet durven beweren, dat het Gooi ophoudt maar wel, dat het Gooiland dan een zeer apart karakter krijgt. Geen bellen van trams, geen razende auto’s en motorfietsen, geen rokende schoorstenen van fabrieken, het stadje heeft een vorstelijk karakter en niet alleen door het paleis te Soestdijk. Een ras-Gooier, die helemaal niet in Baarn woont, heeft eens gezegd: „Wij Gooiers beschouwen Baarn altijd zoo ongeveer als de klassieke huismoeder haar „mooie” kamer; om daar binnen te treden, bij feestelijke gelegenheden of plechtigheden ontdeden wij ons vroeger van ons schoeisel, vol eerbied voor de ongereptheid van een heiligdom”. Al hebben wij de schoenen niet uitgetrokken, de beeldspraak is niet onaardig en is waar. Wanneer men aan het station aankomt is men aanstonds buiten in het bos, dat zich kilometers voortzet. Baarn is de villastad bij uitnemendheid; het stadje van de grootte buitens, heerlijk gelegen inde bossen aan heerlijke en lommerrijke wegen; het is een lustoord om er te wonen en te verblijven en heel veel grootte zakenmensen uit de naaste omgeving verkiezen niet ten onrechte Baarn als woonplaats. Maar wij hebben Baarn niet te beschrijven als een woonoord, maar als een plaats waar het de moeite waard is zijn vakantie of een weekend door te brengen. Baarn dat ligt dicht bij Amsterdam en Utrecht en wordt doorsneden door prachtige wegen en is geplant in een heerlijke natuur, Baarn kan terecht de villastad genoemd worden.
De bewoners zijn altijd buiten en wanneer zij gaan winkelen of bezoeken afleggen, of naar hun kantoor of werk gaan, wandelen zij, want het is een wandel- en dwaaloord bij uitnemendheid. Dat niet alleen; geen land leent zich zo uitstekend voor rijwieltochten als dit heerlijke natuurland, heerlijk niet alleen door zijn schaduwrijke bossen, maar heerlijk ook door de uitgestrekte heiden, waardoor doelmatige fietspaden zijn aangelegd. Maar ook een prachtig oord voor auto’s, want nergens zijn wellicht zulke mooie autowegen. In heel Baarn en omgeving zit de lijn der schoonheid, geen verkeersconflicten, geen zenuwstorend geraas; het snelverkeer heeft er zijn banen, de wielrijder zijn paden, de voetganger zijn afgebakend terrein. De rijwielpaden van de verenigingen Gooi- en Eemland stellen in staat een groot deel van de bossen en heidevelden van Utrecht en het Gooi te doorkruisen, zonder daarbij gebruik te maken van de meer of min drukke verkeerswegen. Baarn is inderdaad een plek waar natuur en aanleg een combinatie heeft gebracht van volmaakte schoonheid.Baarn heeft de schitterendste lanen en de meest indrukwekkende boomgroepen.; het grenst van twee zijden aan oeroude bossen van naald- en loofhout. Aan de andere zijden., waar de Eem vloeit, verrukt de aanblik van den Hollandsen polder. Daarbinnen ligt stil en rustig het dorp met de breed uitgemeten stofvrije wegen langs de voorname behuizingen met haar parken, vijvers, haar bijna onbegrensde bloementooi; het dorp met de eigenaardig kronkelende en zich stervormig aftekenende straten en lanen, waar- in de gastvrije woningen zich rijen., die de blijvende en tijdelijke bezoekers in overvloed kunnen herbergen. Voor wie in hun vakantie bovenal natuurgenot zoeken, wie van wandelen, fietsen, rijden, paardrijden. houden in onvergelijkelijk mooie streken, is Baarn de plaats.
Het leven in Baarn is heilzaam
voor mensen, die gezondheid bovenal en zenuwrust zoeken en waarderen, die een
mooie en beschaafde omgeving weten op prijs te stellen en niet hollen en draven
achter allerlei tweede en derderangs genietingen aan. Wat Baarn allemaal biedt
en wat in en buiten Baarn allemaal aan schoons te vinden is, behoeven wij voor
onze lezers niet op te sommen:
Baarn is alles voor hen, die
bovenal de boslucht van noodde hebben. En wanneer we schrijven over de Baarnsche
bossen, denken we in de eerste plaats aan dé bossen van het domein Soestdijk, eigendom van de Koningin-Moeder. In dezen
„tempel van ingekorven hout” worden de bosconcerten
gegeven. Ook in deze bossen is vrije wandeling toegestaan, vooral het
Paardenbos, trekt steeds opnieuw vele wandelaars. Het paleis Soestdijk met de
particuliere bossen is verboden terrein, wanneer de Koningin-Moeder des zomers
buiten is.
Wie meer van Baarn weten wil vraag
aan de gids voor Baarn, Soestdijk en de Lage Vuursche, waaraan wij veel ontleend hebben,
bij de Vereeniging „Baarns Bloei” te Baarn, welke ook gaarne alle verdere inlichtingen
verstrekt omtrent hotels, pensions, het buren van huisjes, enz. Er is keus en keur voor iedere beurs
en de prijzen verschillen niet van die welke te Valkenburg en omgeving in het seizoen gevraagd
worden en er zijn prachtige hotels en dito pensions tegen billijke prijzen en
men heeft overal inde bossen heerlijke zitjes. Wat men zoo op het eerste
gezicht niet zou ontdekken is het Badhotel. Ja, Baarn is een kuurhotel rijk,
dat voor dergelijke in de bekende plaatsen in Duitsland niet behoeft
onder te doen. Het is schitterend gelegen midden in het villa-stadje. De eigenaar heeft de
kunst verstaan van dit hotel een home te maken, men voelt er zich inderdaad thuis ook op zijn
kamer, welke smaakvol gemeubileerd is en waar de kleuren in harmonie zijn. Er zijn
tientallen van privébadkamers met de laatste vindingen en iedere kamer biedt een prachtig uitzicht.
De inrichting in aanmerking genomen zijn de prijzen billijk, men betaalt niet meer dan in
dergelijke zaken in het buitenland. Nog eens „Baarns Bloei” geeft alle
inlichtingen; het adres is: „Het Verkeershuis van „Baarns Bloei”, Baarn.