door Eric van der Ent
Afgelopen 21 maart was het weer zover: we mochten weer naar de stembus om een nieuwe gemeenteraad te kiezen. “We hebben hem weer rood gemaakt”, zou mijn vader zeggen. Of hij daarmee bedoelde dat hij op een ‘rode’ partij stemde of dat hij gewoon het rondje met zijn potlood rood had gemaakt weet ik niet. Over politiek werd bij ons thuis weinig gesproken, hoewel de gang naar de stembus altijd trouw gemaakt werd. Stemmen is een voorrecht, geen verplichting. Mijn ouders waren zich daarvan bewust. Ze hebben het voor elkaar gekregen om dat ook op mij over te brengen. Stemmen doe ik trouw. Al was het maar om ‘enge’ politici van de macht af te houden.
Het resultaat van de laatste verkiezingen. Ik heb er alle vertrouwen in. |
Tegenwoordig zijn we gewend aan grote landelijke en lokale politieke partijen die strijden om de macht. De trend is dat we bij gemeenteraadsverkiezingen steeds meer op lokale partijen stemmen. Nieuwe lokale partijen schieten als paddenstoelen uit de grond. Op zich is dat ook logisch. Gevoelsmatig zijn lokale partijen meer betrokken bij lokale issues, landelijke partijen moeten doen wat er voorgeschreven wordt door het landelijk bestuur van de partijen en het kan uiteraard zo zijn dat dat niet strookt met lokale belangen. Ik zeg niet dat dat waar is, maar ik denk dat die gedachte de opkomst van lokale partijen voor een groot deel verklaart.
jhr. mr. B.Ph. de Beaufort (1852-1898), burgemeester van Baarn van 1885 tot 1897. Was hij net zo toegankelijk als onze huidige burgervader Röell? (Foto gemaakt van schilderij uit coll. HKB) |
Pas in 1848 werd in Nederland de grondwet gewijzigd. De Tweede Kamer, Provinciale Staten en gemeenteraden werden vanaf toen rechtstreeks door de bevolking gekozen. Tevens werd bepaald dat voortaan de gemeenteraad aan het hoofd van de gemeente stond en niet langer het college van burgemeester en wethouders. Dat was ook de tijd dat in Nederland de eerste politieke partijen ontstonden, hoewel die politieke partijen in de Baarnse gemeenteraad nog niet zichtbaar waren. Raadsleden die vóór 1850 in de raad zaten werden de jaren daarna vaak gewoon weer herkozen en zo veranderde er weinig in Baarn. Het waren vooral de rijkere boeren die de zetels in de raad bezette. Een paar jaar vóór de aanleg van de spoorlijn (1874) begon dat pas te veranderen. Langzaamaan traden er wat leden van adel toe en na 1874 kwamen geslaagde zakenlieden in beeld voor de gemeenteraad. Rijke Amsterdammers vestigden zich hier in Baarn en zij wilden uiteraard inspraak hebben in het reilen en zeilen in Baarn. In de tijd dat ‘onze’ foto van de gemeenteraad gemaakt werd, 1897 dus, was er een mooie mix van oude- en nieuwe machthebbers te zien. Laat ik de personen op de foto even kort voorstellen:
Franciscus Pen (1849-1909): Notaris te Baarn en kleinzoon van burgemeester Frans Pen naar wie de Burg. Penstraat vernoemd is. Hij zou zijn 25-jarig raadslidmaatschap net niet halen. Vlak voor de jubileumdatum overleed hij. Het feestje om het jubileum te vieren had toen al wel plaatsgevonden. Pen is ook wethouder te Baarn geweest.
Johannes Hendricus Mulder (1837-1925): Koopman / kolenhandelaar.
Toen Johannes Hendrikus 31 jaar oud was had hij in de kolenhandel genoeg verdiend om te rentenieren. De familie bleef tot zeker 1885 in Amsterdam (Haarlemmerstraat) wonen. Rond 1890 is hij verhuisd naar Baarn, Villa Julia, Kerkstraat 11. Na de dood van Derkje ging hij bij één van zijn dochters in Den Haag wonen alwaar hij overleed.
Hendrikus Josephus Velaars (1819-1899): Directeur Hotel Velaars aan de Brink in Baarn, later omgedoopt naar Hotel Central. Het hotel stond op de plek waar nu de Hema te vinden is. Velaars was duidelijk één van de geslaagde zakenmannen die toetrad tot de raad. Ook hij was antirevolutionair.
Arris van Leersum (1839-1927): Wagenmaker / rijtuigfabrikant. Van Leersum was net als Mulder en Velaars antirevolutionair. Hij was raadslid in Baarn van 1887 tot 1917. Zoon Willem van Leersum (1879-1955), bijgenaamd Witte van Leersum, zou later ook toetreden tot de raad voor de ARP.
Hendrik Sweris (1850-1916): bouwondernemer en vennoot Bouwmaatschappij ‘Nieuw Baarn’ te Amsterdam. Sweris was wat je tegenwoordig projectontwikkelaar zou noemen. Hij liet grote villa’s bouwen in het Wilhelminapark in Baarn die zeer in trek waren bij de rijke Amsterdammers. Hij liet ook de Wilhelminavijver aanleggen om ‘zijn’ villawijk nog aantrekkelijker te maken.
René Robert Herman toe Laer (1843-1906): Assuradeur. Toe Laer woonde lange tijd in Amerika. Hij was in 1897 één van de mede-oprichters van de Christelijke Historische Kiesvereniging in Baarn.
Willem van Oosterom (1835-1905): Logementhouder, koffiehuishouder te Lage Vuursche. Van Oosterom was meer dan 35 jaar lid van de Baarnse gemeenteraad. Onder zijn handen, en die van zijn talrijke kinderen is de eenvoudige herberg in enkele decennia uitgegroeid tot een restaurant en hotel van formaat. Van Oosterom is nog steeds een bekende naam in De Vuursche.
Gerardus van Merkestijn (1863-1949): Van Merkestijn ging op 1 januari 1929 met pensioen. Hij had toen 46 jaar de gemeente gediend, waarvan 33 jaar als gemeentesecretaris. Hij was een broer van Pieter Dirk van Merkestijn, meubelmaker en -handelaar aan de Bosstraat.
Jhr. Louis Daniël Rutgers van Rozenburg (1826-1898): Adel in de gemeenteraad. Rutgers van Rozenburg was bewoner van De Hooge Vuursche.
Joannes Jacobus Goseling (1819-1898): Timmerman en makelaar. Goseling was de laatste jaren wethouder te Baarn. Een jaar na het maken van deze foto zou hij overlijden.
Jhr. Lollius van Beijma (1840-1925): Nogmaals adel in de raad. Van Beijma was majoor der grenadiers en jagers en intendant van koning Willem III op paleis Soestdijk.
De HKB heeft ook nog een fraaie foto van (alle?) gemeenteambenaren die in datzelfde jaar op het gemeentehuis werkzaam waren.
Gemeenteambtenaren, ook in 1897 gefotografeerd. V.l.n.r.: J.L.A. van Dijk, J.C.F.. baron d’ Aulnis de Bourouill, P.H. Burggraaf, J.A. Sandberg en D. Burggraaf. (Foto coll. HKB). |
Hierop staan afgebeeld:
Johannes Lodewijk Alexander van Dijk (1855-1905). Ambtenaar ter secretarie.
Jan Carel Ferdinand baron d’ Aulnis de Bourouill (1849-1923). Gemeentearchivaris.
Pieter Herber Burggraaf (1873-1938). 1e ambtenaar tresoor.
J.A. Sandberg. Ambtenaar tresoor.
Dirk Burggraaf (1845-1927) Gemeentesecretaris, vader van bovengenoemde P.H. Burggraaf. Over Dirk Burggraaf is op zich al een boek te schrijven. In 1898 werd de gemeentekas geplunderd. Burggraaf vermoedde dat een insluiper zijn sleutel van de kluis ontvreemd had en zo de kluis kon openen, maar al snel werd Burggraaf zelf verdacht. Het bewijs dat hij het geld zelf ontvreemd had kon echter niet geleverd worden. Vast stond dat de administratie een rommeltje was. Ruim f 16.000,- was zoek. Grove nalatigheid werd hem verweten en Burggraaf werd oneervol ontslagen. Later zou Burggraaf B&W nog verzoeken om het oneervol ontslag om te zetten in eervol ontslag, maar aan dat verzoek werd geen gehoor gegeven.
Baarn heeft na de laatste verkiezingen weer een nieuwe gemeenteraad, gevuld met personen die je gewoon op straat kunt aanspreken. En dat is goed zo!
De opening van de permanente expositie in het gemeentehuis door de (ex)burgemeesters van Baarn. Foto: Caspar Huurdeman |
Voor dit verhaal is dankbaar gebruik gemaakt van informatie uit het artikel “De Baarnse Gemeenteraad tussen 1848 en 1885” van J.P.R. Pijpers gepubliceerd in Baerne juni 1997.
Dit verhaal verscheen op maandag 9 april 2018 in de Baarnsche Courant in de rubriek
’Vandaag is morgen alweer gisteren (bruggetjes naar vroeger)’
Vragen, opmerkingen of tips? Neem gerust contact op. Uiteraard kunt u groenegraf.nl ook volgen op Facebook en Twitter
Bent u geïnspireerd geraakt door dit oud-Baarn verhaal en wilt u zelf eens wat
schrijven voor onze website? Stuur uw verhaal dan
per email aan groenegraf.baarn@gmail.com