vrijdag 24 juni 2022

Christoffel Pullmann

 Het is juli 1787

Patriotten wilde overgaan tot het plunderen van het Paleis Soestdijk. Een rooftocht dus. “Immers dat een menigte kostbare meubelen op het vorstelijke Huis zijn, kon hun niet onbekend wezen; de meeste landzaten hebben dit wel eens gezien, wijl de vriendelijke Eigenaar (den prins) in zijn afwezigheid daartoe voor een dergelijke gelegenheid laat”. Van andere zijde evenwel wordt er op gewezen, hoe een inneming van het Paleis 1e, een groote smaad voor den Prins zou wezen en 2e, aan de Patriotten een belangrijk punt verzekerde, n.l. den weg naar Amsterdam (bij een mogelijke tussenkomst en opmars der Pruisen).

 Hoe dit zij, het legertje, dat den aanval zou ondernemen, en dat omstreeks 500 man telde, was al heel bont samengesteld. Het bevatte niet minder dan; „twaalfderlei soort van volk;" vooreerst drie soorten cavalerie: nl. huzaren, kurassier’s en dragonders van den generaal majoor Van Bijlandt; verder vierderlei infanterie: nl. fusiliers van Van Salm, voetvolk van Pallardy, ’t burgerregiment door kolonel Van der Burgh in de stad Utrecht opgericht en de Amsterdamsche waardgelders; vervolgens vierderlei jagers: die van Van Salm, de jagers uit Kampen, de Geldersche brigade en de scherpschutters van Utrecht, en tenslotte de kanonniers bij hun geschut.

Dit legertje, zoo rijk in verscheidenheid, stond onder bevel van kolonel Klijnenberg en trok op Donderdag 26 Juli 1787 tegen het vallen van den avond met stille trom de Witte Vrouwenpoort te Utrecht uit om onder begunstiging van de nachtelijke duisternis het Paleis te overrompelen. Men was bevreesd, dat het eigenlijke doel van den tocht reeds vooruit op Soestdijk bekend mocht worden en daarom sloeg men een geheel anderen weg in dan den gewone, die over De Bilt liep. De mars ging nl. langs een omweg over Blauwkapel, Maartensdijk en Den Dolder naar het Paleis, dat men ‘s avonds tegen 10 uur hoopte te bereiken.

 Toch was er gebeurd, wat men had willen voorkomen: een tamboer was tot de Oranjepartij overgelopen en had nog den zelfden namiddag kolonel Van Erpel gewaarschuwd. Zonder zich door die tijding te laten afschrikken, liet Van Erpel terstond zijn volk zich voor het ijzeren hek verschansen en wachtte zoo in stilte de dingen af, die komen zouden. Tot meerdere veiligheid plaatste hij op drie verschillende punten langs de Praamgracht een schildwacht, om, zodra zij onraad merkten, de manschappen op het Paleis door een seinschot te waarschuwen.

Zo werd het al 10, zelfs 11 uur en nog merkte men op het Paleis niets van den nachtelijken

aanval. Het schijnt, dat men toen op Soestdijk geen vijand meer verwachte; waarschijnlijk meenden men, dat de Patriotten hun plan door een of andere teleurstelling of tegenspoed hadden opgegeven. Uitgezonderd de drie schildwachten legde zich dan ook — naar het schijnt — de bezetting kalm en onbevreesd te rusten.

Doch de vijand zou tóch komen : hij had zich alleen wat verlaat; de gids was n.1. in de Wildbaan achter het Paleis aan ’t dwalen geraakt en zoo naderden de Patriotten pas te kwart voor twaalf den eersten schildwacht, en wel bij de brug aan den Veenhuizer tol. (Hier gaat de Praamgracht onder de brug door naar den andere kant van den weg).

Zodra deze eerste schildwacht in de verte onraad bespeurde, zonk de moed hem in de schoenen: en kroop hij ijlings onder de brug weg. De Patriotten trokken dus ongehinderd verder en naderden nu den tweeden schildwacht. Deze, meer kordaat dan no. 1, riep zijn gewone „Werda!”, waarop bedrieglijk geantwoord werd: “Deserteurs !” De schildwacht, in de mening met overlopers te doen te hebben, die dus de bezetting op het Paleis wilden versterken, riep terug: „Avanceer!”, waarop de vijanden hem naderden, maar den Schildwacht verraderlijk gevangen namen. De Patriotten dachten den derden schildwacht, den grenadier Christoffel Pullmann, evenzo te handelen, doch deze was door ’t rumoer in den zwijgende nacht gewaarschuwd.

Het originele monument voor Christoffel Pullmann
hoek Biltseweg/Amsterdamsestraatweg

Men dreigde hem dan ook neer te schieten, indien hij enig alarm maakte om zijn makkers op 't paleis te waarschuwen; tevens eiste men, dat hij zijn wapens zou overgeven. Maar de manshafte grenadier, een Duitscher, antwoordde op ‘s vijand vordering met een kordaat : „Ieh bin ein ehrlicher Kerl!” en schoot daarbij als afgesproken sein onversaagd zijn snaphaan af. Terstond daarna wilde hij naar Soestdijk snellen, om den aanslag nader bekend te maken. Doch een der Patriotten, woedend dat er alarm was gemaakt en dus hun plan dreigde te mislukken, legde op den heldhaftige Pullmann aan en schoot hem vlak bij den grootten weg dood.

De winnares van deze week is Marianne Rietvelt.

 

Het nieuwe monument aan de Biltseweg/Amsterdamsestraatweg



Het huidige monument tegenover Paleis Soestdijk